In 1851 kwam de eerste Gemeentewet tot stand. Op grond van deze wet werd het bestuur in alle steden en dorpen op uniforme wijze ingericht, hetgeen voorheen niet overal het geval was. Dat gebeurde ook in de voormalige afzonderlijke gemeenten Bleskensgraaf en Hofwegen. Deze wet bepaalde ook dat het gemeentebestuur werd bijgestaan door de gemeentesecretaris. Die ambtelijke functie was weliswaar niet nieuw, maar kreeg in 1851 wel een wettelijke status. Of de gemeentesecretarissen van de gemeenten Bleskensgraaf en Hofwegen successievelijk de gemeentesecretaris van de nieuwe gemeente Bleskensgraaf en Hofwegen (vanaf 1 september 1855) hun werk alleen deden, is niet bekend. Mogelijk konden zij al eerder rekenen op de assistentie van een of meer onder hun leiding werkende medewerkers. Die waren in dat geval organisatorisch ondergebracht in wat gaandeweg na 1851 de gemeentesecretarie of kortweg de secretarie ging heten.

In de gemeente was er - op grond van een koninklijk besluit - vanaf 1 januari 1936 sprake van een cumulatie van functies: de gemeentesecretaris was ook gemeenteontvanger. In 1937 werd de gemeentesecretaris/gemeenteontvanger ook gemeenteontvanger in de gemeente Oud-Alblas.

In de loop van de 20e eeuw gingen de gemeentesecretarieën naast het uitvoeren van administratieve taken in toenemende mate ook beleids-ondersteuning bieden, afhankelijk van de grootte van de gemeente en de aard en omvang van de uit te voeren gemeentelijke taken.

In het gemeentehuis aan de Kerkstraat 8, waarin de gemeentesecretarie was ondergebracht, was ook een tijdlang een ruimte ingericht als manschappenruimte en garage voor de Brandweer. Toen in 1984 de nieuwe brandweergarage in gebruik werd genomen, werd de vrijkomende ruimte in het gemeentehuis aan de gemeentesecretarie toegewezen.

De op 1 januari 1986 ontstane nieuwe gemeente Graafstroom, waarin de gemeente Bleskensgraaf en Hofwegen opging, had uiteraard ook een gemeentesecretarie o.l.v. de gemeentesecretaris.