Uw zoekacties: De Koerier – Deventer Dagblad

De Koerier – Deventer Dagblad ( Collectie Overijssel locatie Deventer )

WERK IN UITVOERING! Per dag worden er scans van De Koerier - Deventer Dagblad over de periode 1869-1945 toegevoegd.
beacon
8.338  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Deventer Dagblad, 1869-10-05; p. 6
Naam krant:
Deventer Dagblad
Pagina:
6
Datum:
1869-10-05
Jaar:
1869
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Deventer Dagblad, 1870-12-20; p. 4
Naam krant:
Deventer Dagblad
Pagina:
4
Datum:
1870-12-20
Jaar:
1870
Dour de» Directeur van Binnenl. Bestuur, bij het. boschwezen op Java en Madura, zijn benoemd: tot opziener 2dn kl. A. H. Suiker, thans opz; 3de kl. bij dien'tak van dienst; lot opz. 3de kl. 6. J. F. Speel, tliuns klerk bij het dep. v,i:i biuueul. beul uur, met bepaling, dat In als zoodanig onder de b» velen z;tl 6taau van den houtvester, heiast met het beheer uver het boschdis-trict ( boschdistrict ) Toelian-Bodjunegoro. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleekd: een tweej. Yerl. naar Nederland, n(, ziekte, aan den lstru luiteimut der iufanterie J. C. A. van den Boa, en aan den 2den luitenant van het reg. Oost-Indische cavalerie op uoü-act. A. Lijt den Bogaard; een tvepj. verl. naar Nederland, weg. ziekte, aan den paarden arts der Iste kl. A. de Vos. Vergund: op verz., aan den lsten luit. der inf. van het Kederl. leger Tk. C. van Ifet, om, weg. verstrij-king ( verstrijking ) van de 5 jaren, gedurende welke hij bij de landniagt in Ned. Indio is gedetacheerd, naar Nederland terug te kecren. Dujr den komin. van het leger eu chel van het dep. van oorlog in Ned.-Indie zijn geplaatst: Geneesk. dienst; bij het groot milit. hospitaal te Willem I, de mllit. apotheker der Sde kl. /. W. Stangen. Bij den geneeik. dienst der Zinder- en Ooster-afdeeling van Horneo , de off. van gei. Sde kl. A Ê P. C. Steinau, beiden onlangs uit Nederland aangekomen, en bestemd voor dsn dieust hier Ie lande. Overge-plaatst ( Overgeplaatst ) bij den geneesk. dienst: bij het garnizoen te Palimaoang, de off. van gez. 2de kl. O. A. Kaland van het groot milit. Imsp. te Weltevreden. Bij de infanterie. Bij het late bat., de kapit. /. van Weereu van het 61e bat. Bij het 10de hst., de k.ipit. C. O. H. F. van Srhendel van het garnizoens-but. ( garnizoensbut. ) van Sumatra's Westkust en ondrrhoorigheden. Bij het Karnu.-bat. van Sumatra's Westkust en onderhoorigheilrn , de kapit. J. J. H. Popla van het 16de bat. Hersteld in activiteit: Milit. admm.: de kapit.-kwartierm. op non-act. ( <i
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Deventer Dagblad, 1871-01-25; p. 3
Naam krant:
Deventer Dagblad
Pagina:
3
Datum:
1871-01-25
Jaar:
1871
*'t I» niets!" riep Tegen en wilde eieh oprichten, maar eerst nu voelde Inj dut zgue kracht niet toereikend was. De mHJoor kwam in ilit ougenhlik met eeni<in arbeiders, welke lig geha.ild liad Nauwtlijks zag hij dat Tegen'» uu-üiaeht ( uuüiaeht ) voorbg' was, of hij boog zich op hem neder U UU zijne hand. "V helt ik mijn leveu te danken. Zonder u was ik redde-loos ( reddeloos ) verloren!" Eerst nu verrees in Tegen de herinnering aan het gebeurde volkomen duidelijk. Zoekend zagen zgne ougen in de rundte. //Waar is liet paard?" vroeg hy. #llet ligt verpletterd daar beneden in den afgrond," gaf de majoor ten anlwourd, "en dit zuu nu ouk mijn lot zgn, liadt ge u niet voor mij geofferd." Deelnemend vroeg hij hoe Tegen zich bevond. //Mijn hoofd brandt en i 9 pijnlijk," antwoordde deze, terwijl hij de hand aan zijn hoofd bracht. Zij raakte de hand van Thooia, die nog altoos deu vochtigen doek op de sterk bloe-dende ( bloedende ) wonde hield. //Ik heb reeds een arbeider, die Ooddank in de nabijheid was, op het patird mijner dochter naar de stad gezonden, om den geueesheer te halen," zei de majoor. Ik hoop dat hij spoedig komen en ons de gerustheid geven zil, dat uwe kwetsuur uiet gevaarlijk is." //Ik zelf ben arts eu hoop u deze gerustheid te kunnen geven," antwoordde Tegen. »Zijt gg zelf ongedeerd gebleven." //Ja," gaf de majoor ten antwoord. //Toen ge u tegen het paard wierpt, en het omtrokt, had ik den tijd er af te sprin-gen; ( springen; ) het was meer dan tijd, want iv het volgende oogenblik sprong het dier in de kloof neder. De vreugd over mijne redding is echter door uwe verwondi'ig zeer verminderd." Tegen zag weder in Thomas oogen, tusschen de lange wimpers er van glinsterden tranen. De pijn der heftig bran-dende ( brandende ) wonde zou hij gaarne nog uren lang onderdaan hebben, indien Thoraa's hand, zooals nu, opzijn voorhoofd was blijven liggen; een onuitsprekelijk gevoel van vreugd vervulde hem. Hij had deze hand aan zijn m
//Het lan<lgoed mijner dochter ligt in de naliijheid ," voer de majoor voort. //Daarheen heb ik den geneesheer laten ontbieden, en deze manneu hier zuilen u dragen, om 't u gemakkelijker te raakeu." »Ik hoop alleen te kunnen gaan," antwoordde Tegen en beproefde zich op te richten, maar voor zijne oogen begon het duister te worden, hij duizelde, de voorwerpen rondom schenen te dansen, hij was op het punt weder neder te zinken. Met hare armen ving Thoina hem op en hield hem. //Ik bid u, laat u door deze nittnnpti dragen," zeide zij, en hare stem was zoo week en biddend, dat hij toestemmend met het hoofd knikte. De majoor wees den arbeiders, hoe zij hem dragen moesten; hij zelf sloeg de hand er hhu. Zij ilroeuen hem door hot bosch. Willoos liet Tegen alles met zich doen. 't Was hem alsof hij droomde en door «ie lucht gedragen werd. Zijne oogen hield hij gesloten , wanneer hij ze nu en dan voor ern oojjen-blik ( oojjenblik ) opende, zag hij Thoma dicht aan zijne zijile en hij voelde hare weelce hand aan zijn voorhoofd, als zij den doek bevochtigde. //Gaat sneller, sneller eu treedt voorzichtig voorwaarts!" hoorde hij Thoma de dragers aansporen. Hij kon nog slechts rle nedaclite vatten, dat zij bezorgd om hem was. Zoo werd hij naar het landgoed gedragen en op een kanapé neergelegd. Thoma bleef bij hem. om het leggen van om-slagen ( omslagen ) voort te zetten, terwijl de majoor een tweede bode naar de stad tot den arts zond. l)e arts kwam kort hierop. Tegen hoorde, dat hij in de kanier en op hem toetrad, doch sloeg echter eerr-t de oosjen open toen hij zijn vaste hand op het voorhoofd voelile. Terwijl de nrta de wonde onderzocht , verhaalde hem de mojoor, op welke wijze zij ontstaan whs. «'t Is een harde val geweest," zei de arts. /»fieviiar is er echter niet voorhanden, wannrer de wonde zorgvuldig b> handeld wordt. «Voelt «e veel pijit?" wendde hij zich tot Tegen. //De piju is reeds iets verminderd, ik gevoel nog sleclits een heftig branden," antwoordde T
Gevonden alinea's: 2