Johan Borre en Geert ter Brugge, schepenen van Deventer, getuigen, dat Aelbert Johans soen en zijn vrouw Alijt, verklaarden te hebben verkocht aan Lambert Clawes soen een jaarrente van 3 gouden overlandsche Rijnsche guldens uit een huis en erf in de Bisschopstraat met de ene zijde op de hoek van de Smedestraat en met de andere aan het erf en huis van Merten Maes, behoudens daaruit eerst een jaarrente van 4 Beiersche guldens aan IJelis Wittappell, één van 14 lichte ponden en een kwart wijn aan Alijt ten Toerne en één van 3 1/2 lichte pond aan Mechtelt ten Duijne.