Seijger van Vorst en van Rechteren, amptman van Salland, getuigt, dat Gheert ter Bruggen, geert Kurkamp Gerdeszoon, Reijner Averengk en Henrick van den Spoele, kerkmeesters van de St. Nicolaaskerk op den Berg, verklaarden te hebben verkocht en overdroegen aan Wijger van Randen, Dijrck Kurkamp, Henrick van Bulderen en Demer van Gijsen, provisoren van het St. Anthonius gilde op den Berg, ten behoeve der armen, het halve erve en goed Obeldinck gelegen in het kerspel van Deventer in het gericht van Colmschate.