Henrick van Oldenijell en Roloff Michiels, schepenen van Deventer, getuigen, dat Wendelmoet weduwe van Jacob Tijell heeft geschonken aan St. Augustinus en St. Anthonius gilde te Deventer "sess arme luijde dairvan te cleden als sijoer ghilde drincken", de helft van haar woonhuis in de Nieuwstraat tusschen des terminarius huis en Henr. Rucker, benevens de helft van alle "reschap, clenoede ende ingedoeinte golt, silver, geslaegen en ongeslaegen", onder voorwaarde dat de provisoren hare moeder, wanneer zij voor deze komt te overlijden, met een geschikte woning voorzien en om niet levenslang zullen onderhouden.