Blijkens extract uit het register van resolutiën van ridderschap en steden van Overijssel van 17 maart 1779 inzake een rekwest van luitenant H.J.S.M. Houth en Dr. G.C. Schouten van Kleef, betreffende de betaling van de 50ste penning, waren deze beide heren destijds eigenaren van het huis "de schuur".
Het is chronologisch bezien het laatste stuk, dat behoort tot het archiefje betreffende het huis "de schuur".
Uit de charters en stukken blijkt, dat bovengenoemd huis, gelegen aan het Grote Kerkhof, o.a. bewoond is door de grote geleerde en staatsman, burgemeester Gijsbert Cuper. Zijn dochter, Maria Hubertina Cuper, huwde met Gerhard Jordens, zodat daardoor de eigendomspapieren en andere bescheidenvan het huis "de schuur" op dit echtpaar Jordens-Cuper overgingen.
Hun dochter Anna Gerhardina Jordens nu (ged. Dev. 26 mei 1720; begr. Dev. 22 okt. 1770), trouwde te Wezepe op 27 sept. 1768 met Hendrikus Jetze Samuel Mauritz Houth (geb. Burg. Steinfurt aug. 1748; overl. Nijmegen 3 jan. 1789), luitenant der grenadiers in het regiment Plettenberg.

Blijkens het boek van geopende testamenten 1754-1770, (inv. no. ra. 107, blz. 389/390), vermaakt Anna Gerhardina Jordens bij haar testament van 23 sept. 1770"aan haar neef Gerhardus Cornelis Schouten van Cleef of bij diens vooroverlijden aan zijn wettige kinderen en descendenten haar eigendommelijke erve en huis, staande en gelegen alhier tegenover de Groote Kerk en naast dezer Stadswijnhuis met alles, wat daarin aard-, nagel- en paalvast is, onder de expresse conditie, dat haar geliefde eheheer, de heer Hendrikus Jetse Samuel Mauritz Houth, daarvan gedurende zijn gehele leven de usufruct, vruchtgebruik en lijftocht zal hebben en behouden en dat dit huis door haar neef Mr. G.C. Schouten van Cleef in gevalvan kinderloos overlijden aan zijn vader of iemand van zijn vaders familie bij testament of onder de levenden zal mogen worden vermaakt of overgegeven".
Juist deze laatste zinsnede heeft ons doen besluiten de stukken van het huis "de schuur" onder te brengen in een familiearchief Schouten van Cleef.
De zuster van Anna Gerhardina Jordens, Alida Henrietta Jordens (ged. Dev. 3 juni 1725; begr. Dev. 15 jan. 1748), trouwde te Wezepe op 25 apr. 1745 met Lucas Schouten, kapitein in het regiment van gen. majoor de Matha.
Uit hun huwelijk werd o.a. geboren:
Gerhard Cornelis Schouten (ged. Dev. 30 juli 1747; begr. Dev. 1 febr. 1809). Hij studeerde aan het Athenaeum te Deventer (ingeschr. 2 okt. 1765) en de universiteit te Leiden (ingeschr. 29 okt. 1767). Op 18 sept. 1771 trouwde hij te Deventer, zich voortaan noemende Gerhard Cornelis Schoutenvan Cleeff, met Anna Maria Queijsen (ged. Dev. 13 febr. 1749; begr. 18 juni 1803), dochter van Fran?ois Cornelis Queijsen en van Anna Gerhardina Mariënburgh.

Uit hun huwelijk werden geboren:
1. Lucas Hendrik Schouten van Cleef (ged. Dev. 20 sept. 1771; overl. dev. 28 mrt. 1808).
2. Francina Gerhardina Schouten van Cleef (ged. Dev. 19 aug. 1772;begr 5 okt. 1772).
3. Francina Gerhardina Schouten van Cleef (ged. Dev. 29 aug. 1773; begr. 11 okt. 1773).
4. Fran?ois Gerhard Schouten van Cleef (ged. Dev. 7 sept. 1774; begr. 29 okt. 1774).
Lucas Hendrik Schouten van Cleef overleed ongehuwd. Lucas Schouten, de vader van Gerhard Cornelis Schouten van Cleef, van wie in het testament ook sprake was als eventuele toekomstige eigenaar na de dood van G.C. Schouten van Cleef, overleed nog voordien.
De enige zuster van Gerhard Cornelis Schouten van Cleef, Maria Lamberta Hubertina Schouten (ged. Dev. 11 aug. 1746; begr. Dev. 19 juni 1747), stierf zeer jong.
Aan wie het huis "de schuur" en daarmee de eigendomspapieren ervan na 28 mrt. 1808 gekomen zijn, is onbekend. In ieder geval werd het bewuste huis in 1862 afgebroken. Op dezelfde plaats verrees in 1863 de societeit "de Hereeniging", welk pand in 1873 deel ging uitmaken van de stadsschouwburg.
De stukken betreffende het huis "de schuur" zijn door Mr. M.E. Kronenberg in 1889 aan het gemeentearchief te Deventer geschonken (zie jaarverslag van de gemeentearchivaris over 1889).