Sweder van Rutenberch verkoopt aan Diric Brugman en Johan van Ommen Reghelande soene, ten behoeve van het klooster van St. Agnietenberg te Nemele, een stuk land in het kerspel van Zwolle in Birsmonder (sic) marke, liggende zoals nader wordt opgegeven, 1396 april 21

1396 april 21

Aanvraagnummer:

90125 : 1

Charterlijst: regestnummer 815.

1 charter

Zie ook:

Toegang 2000, Regest 815

Doorzoek alle bestanden van dit stuk

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Organisatie: Collectie Overijssel locatie Deventer

laatste wijziging 18-03-2024

1 gedigitaliseerd

2 Johan van den Grotenhues verklaart, met goedvinden van zijn huisvrouw Ghese, zijn broeder Henric en al zijn kinderen, verkocht te hebben en over te dragen aan het klooster van den St. Agnietenberg, zijn tienden, erve en heerlijkheid en alzodanig goed, als hij en zijn voorvaderen gehad hebben in het kerspel van Emmichem in het sticht van Utrecht, zoals die nader omschreven worden als volgt: de tiende ter Ekinchorst zijnde 3 molt koren en 1 molt rogge, Twentsche maat, met de smalle tienden; te Naming 4 molt en 2 schepel rogge; uit Mervolding een molt rogge en een molt mout en de smalle tiende; ter Stocke 3 schepel koren en 2 schepel rogge; uit Vromanshues 1½ molt rogge; uit Lubberting 1 molt rogge en 1 molt mout; uit Rieberting 2 molt en 2 schepel rogge; uit Huelwelkers huis 1 schepel rogge; uit Glorienhuis 1 schepel rogge; de tiende te Benning, waarvoor men nu geven zal 9 schepel zaad; het erve te Maerhues; alsmede uit elk huis, waar deze genoemde tienden uitgaan " ene herberghe twee in den jare eens bij graese ende eens bij stro ende de mach men begasten mit tween peerde ende mit enen knechte mit enen haveke ende mit tween winden ende de sollen sie ontfanghen als men enen goeden man schuldich is te ontfanghen ende hem doens als den daghe tijdich is", 1397 maart 8 i

3 Robert van Tonenberch, richter te Dalfsen, getuigt, dat Gheerd ter Hulst, geheten de Zwarte, en zijn zoon Berend, verklaarden verkocht te hebben en overdroegen aan Dijric Bruggeman ten behoeve van het klooster van St. Agnietenberg te Nemele, een zesdedeel van de geheele ware "in der ruten, der uijt der Luttekerhulset gecomen is mit den hoijslagen", 1397 maart 29 i

4 Herman van Wijtmen, richter in Zwolle, getuigt, dat Evert Lubbertsz verklaarde verkocht te hebben en overdroeg aan Dijrc Brugman ten behoeve van het klooster van de St. Agnietenberg te Nemele "4 morghen landes eens hondes tuijn op Loebroec in Bercmedes marke" in het kerspel van Zwolle, 1397 december 29 i

5 Bisschop Frederik van Blankenheim confirmeert de fundatie en donatie van het Regulieren klooster in Westerhoff in het kerspel van Dalfsen door Wolfardus Mathie en Egbertus de Lingen, priesters, gedaan; geeft aan het klooster kerkelijke emuniteit en neemt het onder zijn bescherming, geeft aan de monniken recht om een prior een een procurator te kiezen en maakt nadere bepalingen op hunne verkiezingen; vergunt aan den prior om een sub-prior te kiezen; bepaalt, dat de monniken, behoudens het recht van den H. Stoel, alleen voor hem den bisschop en zijne opvolgens in rechte mogen aangesproken worden en niet gehouden zijn de bisschoppelijke Sijnoden te bezoeken, tenzij dan op uitdrukkelijk bevel van den bisschop; schenkt hun verlof om een eigen begraafplaats te hebben; in hun klooster de sacramenten te bedienen en de biecht af te nemen en voorts om zoodanige wetten en verordeningen te maken als zij zullen goedvinden, 1398 maart 30 i

6 Bisschop Frederik van Blankenheim geeft aan de prior en de broeders van het Regulieren klooster in Westerhoven, in het kerspel van Dalfsen, verlof om hun klooster, daar zij de genoemde plaats niet geschikt bevinden, over te brengen naar den St. Agnietenberg, gewoonlijk Nemelerberg geheten gelegen in het kerspel van Zwolle, en handhaaft hen in alle rechten en privilegiën, die hij geschonken heeft, voorbehoudens het recht der parochiekerk (matrix ecclesia) alsmede, dat de kapel en het kerkhof, door prior en convent te Dalfsen gesticht en aangelegd, op gezag van den bisschop gewijd, zonder zijn bijzonder verlof tot geen ander doel zal mogen aangewend worden, 1398 augustus 26 i

7 Johan van Hoenhorst, richter te Zwolle, getuigt, dat Dijric Camferbeke en Johan, zijn zoon, verklaarden te hebben verkocht en overdroegen aan prior en convent van St. Agnietenberg, een ware land c.a. Bercmeder marke, in het kerspel van Zwolle, geheten des Witten waer, 1400 juni 4 i

8 Johan van den Grotenhuijs en Ghese zijn huisvrouw, schelden prior en convent van den St. Agnietenberg kwijt "van alre sprake ende becroninghe" die zij op hen hebben gehad wegens de betaling van de tiende te Emninchem, die Johan en Ghese hun hadden verkocht, 1400 november 1 i

9 Zweder van den Rutenberghe verkoopt aan prior en convent van St. Agnietenberg een jaarrente van 12 pond uit zijn erve Bishorst in het kerspel Wijhe, buurtschap Tongheren., 1401 januari 28 i

10 Zweder van den Rutenberghe en Egbert Hake van den Rutenberghe, gebroeders, verpachten aan prior en convent van St. Agnietenberg een "maet" geheten "de Hofmaet" in Bircmedermarke, voor 12 pond 's jaars, op voorwaarden nader vermeld, 1401 januari 28 i

11 Johan van Hoenhorst, richter in Zwolle, getuigt, dat Rolof Altgring en Ghese zijn huisvrouw, verklaarden verkocht te hebben en over te dragen aan prior en convent van St. Agnietenberg een "maetgravenslach holdende 17 Gheen" in Bercmedermarke in het kerspel van Zwolle, 1401 maart 10 i

12 Herman Arentszoen en zijn vrouw Gheertrued verkopen en dragen op aan prior en convent van het St. Agnietenklooster te Nemele, hun erf en goed geheten den Hof te Nemele, met al zijn toebehoren, zoals die gelegen is in de buurtschap van Bircmede en Nemele in het kerspel van Zwolle, met een "maet" op Loebroec geheten "dat groete Slach" groot 5 morgen 2 hond en 60 roeden; een maet geheten "de grentmaet" groot 4 morgen; een maet geheten "die luttike Coppel" groot 5 hond; verder 2 morgen 2 hond land op den "Nijen Mersch", 1½ morgen op den olden Mersch; den Veldingcamp, "dat ook een edel eighen is" waartoe behoort op het Luttike broek 7 hond land, een maet bij Hollikensweerd van 1 morgen en een madeken bij de Veldingcamp van 1 morgen, welk erve en goed een edel eighen is en waaruit gaan 16 pond en een emmer boter aan Johan Elijssoen, 1½ oud schild aan Johan die Witte, twee mud rogge aan de heeren Belheem en de oude bagijnen, alsmede uit Veldingcamp 5 mud rogge, 1406 maart 30 i

13 Herman van Rechteren en Jutte, zijn huisvrouw, verkopen en dragen op aan prior en convent van den St. Agnietenberg te Nemele, een halve ware, geheten dume Oeden ware, in de buurtschap van Bircmede en Nemele, met ¼ morgen op Loebroec, de helft van 2 hond in de Prumer, de helft van 7 hond op den Olden Mersch, en van een kleijnen morgen op de Nije Mersch, de helft van 1½ voeder hooiland in de Derler slagen, de helft van een halven slag op maetgraven en 5 schepel rogge uit Veldingcamp, 1407 februari 5 i

14 Egbert Hake van den Rutenberge en Nese, zijn huisvrouw, verkopen en dragen op aan prior en convent van St. Agnietenberg bij Zwolle, hun erve en goed, geheten des Monikes groet, in het kerspel van Dalfsen, buurtschap Welsem, benevens een gehele ware met zijn hooislagen in de Rute en 3½ morgen in den Roesen goerden, 1407 juli 13 i

15 Gherijt Borre, schulte te Vollenhove, getuigt, dat Wijcher ter Kinderhuijs en Alijt zijn huisvrouw, verklaarden te hebben verkocht en overdroegen aan prior en convent van St. Agnietenberg te Nemele, een jaarrente van 16 coppen boter Vollenhovensche maat uit een huis en erve in de Noerder buurtschao, in het kerspel van IJsselham, vervallende op Allerheiligen., 1409 januari 18 i

16 Ludiken Janss, richter te Zwolle, getuigt dat Jan Arendssoen van der Heije en zijn twee zonen Henric en Arndt, beloven, dat zijn onmondige kinderen, als zij tot hun jaren gekomen zullen zijn, vast en stade zullen houden de verkoop van een jaarrente van 4 pond uit 3 morgen lands in Mastebroec door hem aan het St. Agnietenklooster verkocht, 1411 juni 13 i

17 Erfscheiding van Schepenen en Raad van Zwolle gededingd tussen Wollter Bouman, Fije, zijn huisvrouw, ter eenre en Johan Bouman, regulier kenunnik, ter andere, 1411 december 17 i

18 Tijman ter Valkenborch en Ghese, zijn huisvrouw, dragen het vierdedeel eener ware in Bircmedermarke over aan prior en convent van het Klooster op de St. Agnietenberg bij Zwolle, 1412 juni 18 i

19 Henric van Gramesberge verkoopt een jaarrente van 8 mud goede winterrogge uit het erve de Ekinckhorst in buurtschap Larewolde, kerspel Empnichem, aan prior en convent van St. Agnietenberg's klooster, 1413 oktober 12 i

20 Prior en convent van het klooster te Windesheim verkopen aan prior en convent van dat in St. Agnietenberg het erve to Hervete gelegen in het kerspel van Zwolle in de buurtschap Hervete, 1414 januari 23 i

21 Ludiken Johanssoen, richter te Zwolle, verklaart, dat Foijse ten Broeke met haar man Roelof ten Broeke, als haar momber, voor hem heeft overgegeven en beloofd te waren als een edel eigen goed, aan prior en convent van de Agnietenberg, al het land, dat zij liggende heeft in de buurtschap te Wijtmen, zijnde een derdedeel van de ware, die geheten is Langabenware, op voorwaarde, dat prior en convent een derde van de jaarlijks daarvan komende rente voor het klooster behouden en het tweederde zullen "gheven om God an schoen ende an waende des armen buijten den Cloester voorsz.", 1417 januari 20 i

22 Lubbert van Overheijne, richter te Ummen, verklaart, dat Claes Henrics Assen sone en Brigida, zijn huisvrouw, voor hem hebben gegeven en overgedragen aan het klooster van de Agnietenberg, de helft van het erf en goed Wedeling, in het kerspel en de marke van Ummen, waarvan genoemd klooster de wederhelft bezit, 1418 augustus 29 i

23 Derin Gheerdinc en Jutte, zijn huisvrouw, met hun kinderen, verklaren generlei recht of aanspraak te hebben op de waertael, die prior en convent van het klooster te Nemele bezitten te Wisschinc en verkregen hebben door ruiling met Egbert Hake van den Rutenberghe, 1420 april 6 i

24 Gheert ten Brinke en Hille, zijn huisvrouw, verkopen de erfelijke rente van een mud rogge, waarvoor zij een perceel lands in Nemeler esch in het kerspel van Zwolle, die Vossenbrinck geheten, aan het klooster van St. Agnietenberg verpacht hebben aan prior en convent van dat klooster, 1420 juli 18 i

25 Sweder Schotte en Deric Dorre, zijn zoon, nemen van het St. Agnietenberg klooster te Nemele over het eeuwigdurend maken en onderhouden van een dijk in Halseder (Hasselter?) mark "mitten polliken ende mit alsulc land als daer toe behoert, daer die Dijke vorsz. to gheslaghen is", 1420 november 29 i

26 Ludiken Johanssoen, richter te Zwolle, verklaart dat Mette, Gheerlichs Cadeneters weduwe, Alfer Cadeneter haar zoon en Elsebe zijn echte wijf en Alijt, Henric Berniers soens weduwe, bekennen voor Ludiken Johanszoon, richter te Zwolle, overgedragen hebben een morgen lands in Mastenbroek, in Volster slage gelegen, die zij verkocht hebben aan het klooster van de Sint Agnietenberg, 1422 februari 7 i

27 Aelbert Snavel, Jan Camferbeec, Gheert Bouman, Herman ten Bossche Tijmanszoon en Henric Wilbertszoon, bekennen als moetsoens lude een minnelijk erfscheid gescheiden te hebben tussen Jutte Veenmans en Zwene, haar dochter, ter eenre en Tritus Veeneman ter andere op deze voorwaarden: het klooster van St. Agnietenberg, waar Tritus een professe kanunnik regulier is, zal hebben het erve en goed, de Hare geheten, in het kerspel van Dalfsen in de buurtschap van Lente, behoudens, dat Zwene voornoemd voor haar kindsdeel jaarlijks tot erfelijke bezitting hebben zal uit het genoemde erve 25 herenponden paijment, van welke 25 herenponden Jutte voornoemd tot haren live zal hebben het derdedeel, en daarenboven zal Jutte, mede uit hetzelfde erve, hebben 17 heerenpond lijfrente jaarlijks tot haren live en niet langer, de een helft van de 25 en 17 pond op St. Maarten in de winter en de andere op Petri ad Cathedram. Het klooster mag die 25 pond erflijken rente lossen, elk pond met 22 pond, maar niet binnen 8 jaar. Verder zullen Jutte en Zwene voornoemd, zo spoedig mogelijk moeten voldoen aan de broederschap van het H. Sacrament een stadspond 's jaars door Herman Veeneman daaraan bij testament geschonken, alsmede aan Aelbert Snavel twee stadsponden "die hi hadde uut Jutten huse voersz." en daarvoor zullen Jutte en Zwene kwijt wezen van haar aandeel in de 41 arnh. Gulden, die het klooster van de Agnietenberg van Tritus wegen in dat voornoemde erve liggende heeft., 1422 februari 19 i

28 Ludiken Johanssoen, richter te Zwolle, verklaart, dat Henric van der Hegge en Gherbech, zijn vrouw, aan het klooster van St. Agnietenberg bij Zwolle hebben overgedragen hun halve ware en goed, geheten des Beijen ware oppen Wade, gelegen in het kerspel en gericht van Zwolle, buurtschap Bircmede., 1422 maart 21 i

29 Minister en gemeen convent van St. Janskamp in het kerspel van Vollenhove geven aan het klooster van St. Agnietenberg bij Zwolle een jaarrente van 2 halve tonnen goede pachtboter in het kerspel van Blankenham en in het kerspel van Vollenhove, in ruil voor hun erf Wildingen, gelegen in der lewet in het kerspel van Vollenhove, 1424 februari 14 i

30 Willem ten Holte, sculte te Blankenham, verklaart, dat Tijesse Jan Winckens soens soen en Griete, zijn vrouw, hebben overgedragen aan het klooster van St. Agnietenberg een jaarrente van een halve ton goede rode pachtboter, uit een perceel lands gelegen in het kerspel van Blankenham, jaarlijks te betalen en te leveren te Vollenhove in de Waag op St. Michiels avond of binnen vier dagen daarna, 1424 oktober 27 i

31 Willem ten Holte, sculte te Blankenham, verklaart, dat Beerte Jan Winckens weduwe, met Gheert en Jan, haar zoons, bekend hebben schuldig te zijn aan prior en convent van de St. Agnietenberg bij Zwolle, een ton goede rode pachtboter uit have en goed en erf daar zij thans op wonen, in het kerspel van Blankenham, jaarlijks op St. Michiels avont of vier dagen daarna te leveren in de Waag te Vollenhove, 1424 oktober 27 i

32 Aleijdis Poelmans, rectrix van het Bagijnenhuis in de Nieuwstraat, gewoonlijk ter Kijnderhuus geheten, en drie andere bagijnen met haren biechtvader Johannes de Harlem, verklaren te hebben verkocht en over te dragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, haar erf ter Hare met de grove en smalle tienden, gelegen in de buurtschap Welsen in het kerspel Dalfsen, zoals hun dat indertijd was gegeven door Elsebee Jacobsdochter van Kreijenscoten, blijkens ingelaschte akte van Dinsdag na St. Servaasdag 1420, 1425 maart 5 i

33 Gheert ten Bossche, burger van Zwolle, en Hasset, zijn vrouw, verklaren dat prior en convent van het Regulierenklooster "in Santenberghe te Hemele" de zes herenponden, die zij hebben uit hun erve de Hare te Dalfsen in Welscher buurtschap, welke zij (Gheert en Hasset) gekocht hadden van Jacob van Kreijenschote, hun elders "wisen of beleghen" mogen uit een edel eigen goed in het kerspel van Zwolle of van Dalfsen, maar niet in de stadsvrijheid van Zwolle, 1425 maart 24 i

34 Meijne Claes soen, schulte te Blankenham, verklaart dat Teijsse Jan Wijnckens soens soen en zijn vrouw Greete, overgedragen hebben aan prior en convent van het klooster van de St. Agnietenberg bij Zwolle, een jaarrente van een halve ton rode pachtboter uit hun land, geheten Meijniken Mertens weer, in het kerspel van Blanckenham, in het land van Vollenhove, te betalen en te leveren alle jaar te Vollenhove in de Waag op St. Michiels avond of binnen vier dagen daarna, 1426 juni 5 i

35 Ministra en zusteren van het St. Ceciliënklooster te Utrecht verklaren, dat zij verkocht hebben aan het Regulierenklooster van St. Agnietenberg bij Zwolle, omtrent een halve hoeve land in het kerspel van Zwolle "ghemengder voren" in een hoeve lands, waarvan de wederhelft behoort aan Jan Koijt, liggende zoals nader wordt opgegeven, 1430 maart 8 i

36 Ministra en zusteren van het St. Ceciliënklooster te Utrecht verklaren, dat zij verkocht hebben aan het Regulierenklooster van St. Agnietenberg bij Zwolle, omtrent een halve hoeve land in het kerspel van Zwolle "ghemengder voren" in een hoeve lands, waarvan de wederhelft behoort aan Jan Koijt, liggende zoals nader wordt opgegeven, 1430 maart 8 i

37 Ludeken Johanssoen, richter te Zwolle, verklaart, dat Helperick ten Broeke en zijn vrouw Greete, hebben overgedaan aan Henric ten Brincke en zijn erfgenamen, een halven morgen lands in het kerspel en gericht van Zwolle, in de buurtschap Bircmede of Lobroeck, 1430 juni 23 i

38 Henric van de Water, burger van Zwolle, geeft ter ere Gods en tot zaligheid van zijn en zijner ouders ziel aan prior en convent van St. Agnietenberg bij Zwolle een weg van 20 voet breed " tot hoerre maet geheiten die Beltmaet doer minen twen morghen landes van der meijnten totter Beltmaet voirs. langes Derixsland van Bircmede liggende op Loebroec in buerscap van Bircmede ende in den kerspel van Zwolle", 1433 oktober 1 i

39 Frederic Post, amptman der heilige lieden en goederen van de abdis en het kapittel van Essen, getuigt, dat Bessel, weduwe van Herman van Wijtmen, met haar zoon Evert van Wijtmen, verklaart te hebben verkocht aan het klooster van de St. Agnietenberg, hun erf en goed die Helle met de kate daartoe behorende, verder een ware in Dalmesholte, met twee scharen akeren in de marke te Archem en een hofstede met eenig tiendvrij roggeland in het kerspel van Ummen, uit welk goed en erf een rente gaat van 5 oude grote tornoijs aan de abdis en het kapittel van Essen "ende alst versterft dat ment dan met dubbele tijns verheerwaden sall", waarna Bessel en Evert het erf en goed aan den amptman hebben opgedragen, die daarmede vervolgens beleend heeft den prior van het klooster van St. Agnietenberg, 1433 november 21 i

40 Herman Wicherdinc en Fenne Raems verklaren met de prior en het convent van het Regulierenklooster van St. Agnietenberg bij Zwolle te hebben geruild anderhalf ware "in der ruten" geslagen in Runeldinc (?), tegen eene ware "in der ruten" geslagen in Wisschinc, 1435 januari 22 i

41 Prior en convent van het klooster van St. Agnietenberg bij Zwolle ter eenre en Johan van Hoenhorst ter andere, maken bekend, dat zij geruild hebben t.w. prior en convent een halve ware in der Ruten in den hoghen holte hun toebehorende, tegen een andere halve ware, ter zelfder plaatse gelegen, toebehorende aan Johan voornoemd, 1436 januari 14 i

42 Hertwich Hoebe, richter te Raalte, getuigt, dat Johan van Korler voor hem in het gericht verklaard heeft te hebben verkocht aan prior en convent van St. Agnietenberg bij Zwolle, zijn erve ter Huerne in Raalter Kerspel, buurtschap Roden. Daar het een Voorster leen is, heeft Johan voor zich en zijn erfgenamen beloofd, dat hij, wanneer de prior of iemand van zijnentwege zich daarmede wil laten belenen, het voornoemde erve zal "uutgaen' en opdragen aan den Heer van Voorst tot behoef van de prior en het convent of van hem, wien dezen het gunnen, 1436 oktober 29 i

43 Johannes Wijt, notarius, geeft op verzoek van Wilhelmus Toern, prior van Windesheim, transsumpt copie van een brief datum Basilee kal. October a nativitate Domine 1437, waarbij het Concilie te Bazel, in aanmerking nemende, dat de Paus aan het klooster te Windesheim en al de daaraan onderhorige kloosters, bij indultum vrijheid heeft geschonken om uit andere kerken en kloosters en ook uit de stad Keulen reliquiën in hun klooster en kloosters over te brengen en dat daarvan nog geen brieven door de paus zijn uitgevaardigd, nu zelf hiervan brieven geeft "pro documento indulti hujusmodi en ad paciendum de cofidem plenariam", 1438 november 28 i

44 Evert van Wijtman, richter te Zwolle, verklaart dat Beerte Glinthaghens met Henric Glinthaghen, haar man, voor hem hebben overgedragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, omtrent 16 morgen land, geheten Glinthaghens hove, vroeger toebehorende aan Willem Tijasen, gelegen in de lange slagen in het kerspel van Zwolle, 1439 mei 13 i

45 Wolter Sobbe en Alijt, zijn vrouw, verklaren te hebben verkocht en over te dragen aan prior en convent van het Regulierenklooster van de St. Agnietenberg bij Zwolle, een halve hoijslach uut der Hare, gelegen in Dalfser kerspel, 1440 oktober 25 i

46 Evert van Wijtman, richter te Zwolle, getuigt, dat Jutte van Rechteren met haar momber Ludeken Johanssoen, verklaard heeft te hebben gegeven tot zaligheid van hare ziel en van de ziel van haren overleden man Herman van Rechteren, aan prior en convent van den St. Agnietenberg, een morgen land in de marke van Bercmede in het kerspel van Zwolle, 1441 maart 24 i

47 Wolter Stellinc Hermanszoon verklaart verkocht te hebben aan prior en convent van St. Agnietenberg bij Zwolle, het land, dat hij liggende heeft in der Ruten bij Spikerbaersbroec, geslagen en horende van ouds in zijn erve en goed die Rollet geheten, in het kerspel van Dalfsen, buurtschap Auken, 1442 november 18 i

48 Fenne van Dolre met hare mombers Gheert Visken en Rolof van Dolre, verklaart, dat Willem Uulrekinc, haar overleden broeder, gegeven heeft aan prior en convent van de St. Agnietenberg, een halve ware in der ruten, gelegen in Dalfser Kerspel, en bevestigt die gift, 1442 november 29 i

49 Griete Elijs en Griete Ereijn, bewaarsters van het convent Cadeneterhuijs te Zwolle, verklaren te hebben verkocht aan prior en convent van de St. Agnietenberg anderhalve morgen land in Mastenbroec, liggende en strekkende zoals nader wordt opgegeven, 1443 september 28 i

50 Prior en convent van Zibekeloe verklaren te hebben verkocht en over te dragen aan prior en convent van St. Agnietenberg 2 mudden rogge, hun bij testament geschonken door Herman Haberdingh; 2 mudden rogge hun evenzo door Claes en Brigida Asse geschonken en gaande uit het Wedeling in het kerspel van Ummen en uit zeven akkers gelegen op Ummer esce, 1445 mei 11 i

51 Ludeken van Hattem, amptman der heilige luiden en goeden van Essende, getuigt, dat voor hem en de huisgenoten van de hof te Archem verschenen zijn Anse Buting en Greete, zijn vrouw, met hun zoon Henric en hun dochters Lutghert en Enghele, met haar nomber Gheerd Alpherding, welke verklaarden te hebben verkocht aan en hem amptman op te dragen ten behoeve van het klooster van de St. Agnietenberg, het gehele erve Butingk, in het kerspel van Ummen, in de buurtschap van Archem, zijnde een volschuldig heilig goed der abdis, 1446 juli 30 i

52 Elizabeth, abdis, en het kapittel van Essende verklaren te hebben verpacht aan prior en convent van de St. Agnietenberg, hun volschuldige hoeve Butinck in het kerspel van Ummen, in de buurtschap van Archem, horende in hun hof te Archem, voor zes oude tornsche grooten jaarlijks, 1447 december 5 i

53 Bisschop Rudolf van Diepholt geeft aan prior en convent van de St. Agnietenberg vergunning om die monniken, die uit hun klooster zonder verlof zijn vertrokken en het wereldlijk kleed weer hebben aangenomen, alsmede diegene van de in het klooster geblevenen, welke ongehoorzaam zijn, met kerkerstraf te straffen en geeft op straffe van ex-communicatie allen, die daartoe door de prior worden aangezocht, bevel om dezen hiertoe de behulpzame hand te bieden, 1450 oktober 4 i

54 De stad Zwolle en prior en convent van het St. Agnietenklooster en de gecommitteerden van de marke van Bircmede, sluiten een overeenkomst wegens de brug over de Vecht in genoemde marke, door de stad Zwolle gemaakt., 1451 mei 31 i

55 Jacob van Wijtman, richter te Zwolle, getuigt dat Henric van der Haer, Evert Sobben en Gheert Houwert, als mombers van Henrics kinderen: Oelric, Henric, Alijt, Bate en Mechtelt, verklaard hebben te hebben verkocht, en over te dragen aan prior en convent van St. Agnietenberg, een stuk land op den Weerd, hoog en laag, met de daartoe behorende visserij op de A bij Hasselt in het kerspel van Zwolle, 1451 november 6 i

56 Johan van Schelne en Eefse, zijn vrouw, verklaren met prior en convent van de St. Agnietenberg te hebben geruild, hun wester hoijslach, geslagen in Sijboldingk te Oesterdalfsen, tegen een half wester hoijslach geslagen in die Haer te Welsem, aan genoemd convent toegehorende, 1453 mei 30 i

57 Judocus, episcopus Jeropolitanus, door den H. Stoel en het generaal kapittel sede vacante met de waarneming der bisschoppelijke functien in het Sticht belast, verklaart in de kerk van het klooster van de St. Agnietenberg te hebben geconsecreerd vier altaren ter ere van verschillende met name genoemde heiligen en verbindt daaraan verscheidene aflaten, 1455 november 17 i

58 Lumme, weduwe van Gheert Hermensz en haar zoon Hermen Gheertsz, verkopen aan prior en convent van de St. Agnietenberg een halve ware land min een vierendeel van een halve ware, in het Spikerbroec, met nog een derdedeel van twee waren lands in het Spikerbroec, kerspel van Dalfsen, 1457 februari 21 i

59 Lumme, weduwe van Gheert Hermensz en Hermen Gheertz, haar zoon, verkopen aan prior en convent van St. Agnietenberg een halve ware veen, geslagen uit Hilverding tho Geiner in Dalfsener kerspel, benevens het derdedeel van twee waren veen geslagen uit Oetoerdingh in het zelfde kerspel, 1457 augustus 23 i

60 Johan van den Rutenberge, amptman van de abdis van Essende, getuigt, dat voor hen, stichtsmannen van Essende en huisgenoten van de hof te IJrte, verschenen zijn Arent van Diepenhem, Fenne zijn vrouw en Johanna zijn moeder, die verklaard hebben geruild te hebben met en over te dragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, enige goederen, namelijk 2 morgen land in den Hagen, in het kerspel van Dalfsen buurtschap van Lente, benevens 6½ morgen land, geheten die Dutteler, in het kerspel van Dalfsen, buurtschap Lente, welke 8½ morgen gehoord hebben in het erf Lutticke Stocket, dat een tijnsgoed van de abdis van Essende is, in ruil waarvoor prior en convent aan Arent, Femme en Johanna hebben overgedragen 8½ morgen land horende in hun erf en goed de Hare, in hetzelfde kerspel en dezelfde buurtschap gelegen, dat ook een tijnsgoed der abdis is, 1459 i

61 Jacob van Wijtman, richter te Zwolle, getuigt dat Aernt Roever en zijn vrouw Elijzabeth voor hem verklaard hebben te hebben verkocht en over te dragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, een halve waar geheten den Gensekers waer, zoals die gelegen is in het kerspel van Zwolle, in de buurtschap van Herfte en met een vierdedeel van een halve waar in diezelfde buurtschap gelegen, geheten Stegheman's waer, uit alwelke waren aan Johan Suermont gaat een losrente van 10 heerenpond 's jaars, 1460 februari 21 i

62 Jacob van Wijtman, richter te Zwolle, getuigt, dat Arent Johanssoen geheten te Nemel, en Elsebe zijn vrouw, verklaard hebben te hebben verkocht en overgedragen hebben aan prior en convent van het Klooster van St. Agnietenberg omstreeks een morgen land in het kerspel en gericht van Zwolle, in de marke van Bircmede, in den Spijck toe Nemel, belast met een losrente van 2 gouden Rijnsche gulden 's jaars ten behoeve van Alijt Hugens dr., 1461 januari 17 i

63 Jacob van Wijtman, richter te Zwolle, getuigt, dat Gheert Mulerd voor hem verklaarde te hebben verkocht en overdroeg aan prior en convent van het klooster St. Agnietenberg een stuk land gelegen in het kerspel en gericht van Zwolle, op den weerd geheten Vroemesland, 1463 maart 31 i

93 Akte waarbij Aernt Hubertss van Hamertfelt verklaart dat hij door bemiddeling van de stad Amersfoort overeengekomen is met Hubert Claess, dat hij zal afdoen alle "moeyenisse ende onlust" die hij gedaan heeft betreffende de venen gelegen in het "Zoesser veen" (Soesterveen), waarop hij Goert van Scherpenzeel en zijn broeders geschreven heeft op Hubert voornoemd en de prior en het gemene convent van het klooster "yn den berghe by Zwolle" (St. Agnietenberg- of Bergklooster) en belooft dat hij hierin zal doen, zoals een goed koopman schuldig is, onder voorbehoud dat hij "gunstelic ende vreenliken mit recht spreken sal moeghen aenden vene voirsz", zoals een burger van de stad Amersfoort schuldig is te doen., 1465 mei 9 i

64 Ghosen van Bussche, richter te Zwolle, getuigt, dat Fenne, weduwe van Henric Meijboem c.s. voor hem verklaard hebben te hebben verkocht en overgedragen hebben aan prior en convent van de St. Agnietenberg, een halve ware in het Spikerbroec, geslagen uit het erve Kibbrugghe in kerspel van Dalfsen., 1466 juli 28 i

65 Steven Camferbeke, drost en amptman van Zalland, getuigt, dat Henric Gheertsoen voor hem verklaard heeft te hebben verkocht en overgedragen heeft aan prior en convent van de St. Agnietenberg, een maetgraven slach in het kerpsel van Zwolle in de buurtschap van Bircmeden, 1467 oktober 14 i

66 Tiedeman ten Busch en Evert Vriese, schepenen van Zwolle, getuigen dat Stijne, weduwe van Geert van der Huete, met haar momber Spaen van Kamphuijsen, voor hen gelateerd heeft aan prior en convent van den St Agnietenberg, al haar goed roeren en onroerend in de stad en stadsvrijheid van Zwolle om dat na haar dood in eigendom te bezitten, 1468 januari 27 i

67 Goesen Madeneter, richter te Raalte, getuigt, dat Egbert Geije voor hem verklaard heeft te hebben verkocht en overgedragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, zijn erf en goed geheten die Thijhoff, met Amersfoiderhof in het kerspel van Raalte in de buurtschap van Raden, behoudens een jaarlijkse rente daaruit van 4 mud gerst, 2 voer hooi en 4 paar kippen aan de bisschop van Utrecht en een jaarrente van 12 mudden goede pachtrogge aan Johan Hagen, 1472 juli 8 i

68 Egbert Geije verklaart, dat prior en convent van de St. Agnietenberg hem voldaan hebben het geld, dat zij hem schuldig zijn van de erven en goederen Tijhoff en Amersfoirs in het kerspel van Raalte gelegen, die hij aan genoemd klooster verkocht had., 1473 juni 23 i

69 Steven Camferbeke c.s., daartoe gemachtigd van de erfgenamen van Bircmede en Nemele, verklaren in erfpacht te hebben uitgegeven aan prior en convent van de St. Agnietenberg, een halve morgen land, liggende aan de westzijde van het klooster, in het veen, bij die peertcuijll zuidwaarts enz. waarvan prior en convent zullen kwijtschelden aan de erfgenamen van gemelde marke twee scharen weide., 1476 maart 21 i

70 Wolter van Oij, amptman van de heilige lieden en goederen der abdij van Essen, getuigt, dat Jonffer Willem van IJerthe, dochter van Henric en weduwe van Johan van Ruthenberge, aan hen opgedragen heeft, het eenwarige erve en goed Schulenborch in het kerspel van Zwolle, buurtschap van Bircmede, welk erf en goed zij had verkocht aan prior en convent van de St. Agnietenberg, behouden daaruit een jaarrente van 1 gouden rijnschen gulden en als het versterft, een heergewaad van dubbelen tijns aan genoemde abdij, en dat hij vervolgens de prior daarmede heeft beleend., 1478 oktober 8 i

71 Beernt van Merne en Meuse van Haersolte, schepenen van Zwolle, getuigen, dat jonffer Willem van IJerte, weduwe van Johan van den Rutenberge, met haar momber Henric van IJerthe, voor hem verklaard heeft te hebben ontvangen van prior en convent van de St. Agnietenberg, de koopprijs van het aan hen verkochte erve en goed Schulenborch in het gericht van Zwolle te Nemele gelegen., 1478 oktober 8 i

72 Willem Suer verklaart, dat hij aan prior en convent van de St. Agnietenberg voor de 20 heerenpond ineens of de jaarrente van 1 heerenpond, die zijn vader Willem Suer, bij testament aan hen gemaakt heeft, maar die hij niet betalen kan, gegeven en overgedragen heeft een jaarrente van 1 heerenpond, met zijn huis, hof, hofsede en land, gelegen in het gericht en kerspel van Zwolle, in de buurtschap Bercmen, voor de betaling van welke rente prior en convent, zo nodig, panding zullen mogen doen, 1479 januari 8 i

73 Goesen van den Bussche getuigt, dat Gheert ter Kulen en Mechtelt zijn vrouw, voor hem verklaard hebben te hebben verkocht en overgedragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, twee halve waren en alle andere landen in het kerspel en gericht van Zwolle, in de buurtschap van Bercmede, met timmer, huizen, hofsteden en hoven, zoals die voor en na in het bezit zijn geweest van Gheert Telvoeren en zijn vrouw Bette en hun erfgenamen, 1479 januari 13 i

74 Roloff Michiels en Willem van Zweten, schepenen van Deventer, getuigen, dat Albert Zwaeffken zich borg heeft gesteld voor Willem Beijerman, ter zake dat deze aan het klooster van de St. Agnietenberg beloofd heeft voor zijn moeder en zijn zuster borg te zullen stellen (geloeven te setten), dat zij geen aanspraak zullen doen op het goed en erve ten Thije met de katerstede zoals dat gelegen is in het kerspel van Raalte, 1480 i

75 Steven Campherbeke en Geert Mulert, rentmeesters van Salland, getuigen, dat de prior van de St. Agnietenberg voor hen voor "vrijen des haves van Ummen" verklaard heeft een erfwissel te hebben gedaan met Gerbrand Vrije, van venen gelegen "op ten groten Hermelijn" zoals die nader wordt beschreven, 1484 juni 11 i

76 Prior en convent van St. Agnietenberg verklaren, dat Johan van Graes hun heeft "gevestigd" een jaarrente van 8 mud rogge uit zijn erve Averesschijnck gelegen in het karspel Rijssen. Buurtschap Notter, zoals hij dat beloofd had bij de schikking met hem gemaakt wegens zijn broeder Otto, kloosterbroeder aldaar, betreffende de erfenis hun beiden van vaders zijde toegekomen; de jaarrente is losbaar met 100 gouden Rijnsche gulden., 1494 augustus 18 i

77 Willem Bruens geeft aan de prior van St. Agnietenberg, Derick Wanijnck, kwitantie van de som, waarvoor hij aan het convent heeft overgedaan de halve tiende grof en smal uit de erven Elste en Huerne in het kerspel van Raalte, buurtschap van Raeden, 1497 maart 9 i

78 Robert van Ittersum, leenheer, beheert prior en convent van St. Agnietenberg met de halve tiende, grof en smal, over het erve ter Elzate en over het erve ter Huerne, in kerspel Raalte, in de buurtschap te Randen, nadat die eerst aan hem (de leenheer) was opgedragen door Wilem Bruens, 1497 maart 9 i

79 Herman van den Bussche, richter te Zwolle, getuigt, dat Johan Kotiken de jonge en Gese, zijn vrouw, voor hem verklaarden te hebben verkocht en op te dragen aan prior en convent van de St. Agnietenberg, hun aandeel aan het halve erf en goed, Wineking geheten, en gelegen in het kerspel van Zwolle, buurtschap van Wijtman, alsmede enige landen mede aldaar gelegen, die in genoemd erve "ghelacht" zijn, 1502 april 1 i

80 Frederick heer tho Voirst en Keppell beleent het convent van St. Agnietenberg met het erve ter Huernen, in het kerspel van Raalte, 1504 oktober 15 i

81 Priorin en convent van het Regulieren Nonnenklooster van St. Katharine binnen Amsterdam verklaren dat prior en convent van het klooster van de St. Agnietenberg hun voor de betaling van een jaarrente van 3½ gouden gulden tot onderpand hebben gegeven, twee pachtbrieven, elk inhoudende 1¼ oude Dordtsche schild, waaraan zij zo nodig de 3½ gouden gulden mogen korten., 1508 juli 20 i

82 Vergelijk door Evert en Johan Cogman en Derick en Herman van den Cloester tot stand gebracht tusschen Thonijs Johanss en Leenken, zijn vrouw, aan de ene en prior en convent van de St. Agnietenberg aan de andere zijde, betreffende de erfenis en het versterf, die het convent "mach ancomen"van Thonijs en zijn vrouw van wege hun zoon Johannes, die hun mede-conventuaal is, 1512 januari 20 i

83 Herman van den Cloester Reijnoltszoon verklaart te hebben verkocht aan Johan Jeliissoen van Arnhem, burger te Kampen, voor een som van 110 gouden overlandsche volwichtige rijnsche guldens een jaarrente van 11 heerenpond uit zijn 23 vierendeel boter, die hij te Rouveen en Staphorst heeft en uit het aandeel dat hij heeft uit het erf en goed Rabberding over de Reest en voorts uit al zijn goederen, die hij nu heeft of namaals krijgen zal, 1513 maart 10 i

84 Transfixbrief van 1516 op "avent alle Goids hillgen", waarbij Herman van den Cloester Reijnoltss verklaart te hebben verkocht aan prior en convent van de St. Agnietenberg, zijn aandeel aan het erf en goed het Heeren guett geheten, gelegen te Ittersum in het kerspel van Zwolle, alsmede zijn aandeel aan 33 morgen land in Mastenbroek, ook tot dat erf behorende, op voorwaarde dat prior en convent hem daarvoor een jaarlijksche rente van 15 gouden rijnsche guldens zullen uitkeeren en "affdoen den brieff dair desse mijnen brieff doirgesteken is", 1516 i

85 Henrick van Boedelswinge, landkommandeur van de balije van Westfalen van de duitsche orde en amptman van de leenen van de abdis van Essende, beleent prior en convent van de St. Agnietenberg met de volgende goederen: 1) het erf en goed die Haer in het kerspel van Dalfsen te Lente; 2) de erven Buetijnck en die Helle in het kerspel van Ommen, in de buurtschap Archem; 3) het erf Schulenborch in het kerspel van Zwolle te Berckmede; 4) de twee erven, goeden en waren Camphuijs en Meijerinck te Haarsolte in het kerspel van Zwolle; 5) zeker ander land in het Spijkerbroec en venen boven en beneden op het Hermelt, 1513 augustus 2 i

86 Jacop Adriaenszoon van de Wiele en Gijsbrecht Dirijcxzoon, schepenen in Den Haag, getuigen, dat Willem en Griete, met hun vader Wouter Willemsz en hun schoonbroeder Geerijt Geerijtsz, voor hen verklaarden te hebben ontvangen van prior en convent van de St. Agnietenberg, de som van 40 goudgulden en de daarvan verschenen renten, hun aangekomen bij erfenis van hunne moeder, 1519 mei 7 i

87 Prior en convent van het Regulierenklooster Bethlehem te Zwolle verklaren, dat prior en convent van het klooster van St. Agnietenberg van hen gekocht hebben, zulke acht modii siliginis als het Bethlehems klooster jaarlijks placht te beuren uit het erve ten Husen in de buurtschap Dam nabij Den Ham, aan het klooster van St. Agnietenberg toebehorende, 1530 december 10 i

88 Eernst van Ittersom, leenheer, beleent het convent van St. Agnietenberg met de grove en smalle tienden over de erven en goederen te Elzate en te Huerne gelegen in het kerspel Raalte, buurtschap thoe Raeden, 1544 maart 7 i

89 Egbert Haco van den Rutenberge, leenheer, beleent het convent van St. Agnietenberg met de grove en smalle tienden over het huis van Emesfort in het kerspel van Raalte, buurtschap te Raen, 1544 oktober 29 i

90 Egbert Hako van den Rutenberge beleent het convent van St. Agnietenberg met de grove en smalle tienden over het huis van Amesfordt, gelegen in het kerspel van Raalte en in de buurtschap to Tijenrae, 1547 juli 21 i

91 Everhardt van Tongeren, amptman van de abdis van Essende, beleent, na het overlijden van Ghard ter Borgh, laatsten hulder van het Bergklooster, de bisschop van Deventer, Aegidius de Monte met de erven Welding, Welinglandt en Odingk in Mastenbroek; die Helle en [...] in de buurtschap Archen en kerspel van Ommen; Camphuis en Neijenhuis in de buurtschap te Haerst in het kerspel van Zwolle; Schuilenburg en Schuilencamp, 1573 mei 12 i

92 Frederick vann Pallaindt, bannerher tot Voerst und Keppell, leenheer, beleent bisschop Aegidius de Monte met het erve ter Huerne in het kerspel Raalte, 1574 i

laatste wijziging 20-03-2024

93 beschreven archiefstukken

93 gedigitaliseerd

totaal 97 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Collectie Overijssel locatie Deventer

Bekijk gegevens Collectie Overijssel locatie Deventer

Kenmerken

1396-1574

4,5.

Toegang:

Klooster St. Agnietenberg (of Bergklooster) te Zwolle, 1396-1574.

Omvang in stuks:

Voorwaarden voor raadpleging:

Het archief is openbaar.

Voorwaarden voor reproductie:

De voorwaarden voor reproductie bij Collectie Overijssel locatie Deventer zijn van toepassing.

Taal:

Nederlands

Opmerkingen:

Dit klooster bij Zwolle werd ook Bergklooster genoemd. Zie ook ID 690 (o.a.) inv. nrs. 198, 199, 316.

Publicaties:

oudste charters in: Zwolse regesten door F.C. Berkenvelder

Het archief is openbaar.

Citeerinstructie:

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
NL-DvCO, Collectie Overijssel locatie Deventer, ID 1066, Klooster St. Agnietenberg (of Bergklooster) te Zwolle, inv.nr. …
VERKORT:
NL-DvCO, ID 1066, inv.nr. ….

Categorie:

Religie en Levensbeschouwing

laatste wijziging 20-03-2024

93 beschreven archiefstukken

93 gedigitaliseerd

totaal 97 bestanden