Ik heb de eer U Ed Gest. hiernevens in te zenden Proces Verbaal van gepleegden diefstal in de schuur gebruikt door Beerd van de Berg daglooner in het Schoautambt en kerspel Doornspijk waartoe mij referere.

In voldoening aan het besluit van H.H. Gedeputeerde Staten dezer Provincie d.d. 19 February 1823 No. 10 / Prov. blad No. 43 heb ik de eer UEdG te berigten dat er gedurende het jaar 1823 geene verandering in het Personeel der Geneeskunst oeffenaren dezer Gemeente hebben plaats gehad.

Ik heb de eer UEG hierbij aan te bieden een proces-verbaal, opgemaakt door H.J. Schenk, Gemeente- en onbezoldigd Rijksveldwachter alhier, tegen Martinus Johannes Marie van de Meerendonk smitsknecht geboren te Leiden en wonende te Elburg ter zake van overtreding van het Motor- en Rijwielreglement.

Ik heb de eer UEG hierbij aan te bieden een proces-verbaal opgemaakt door G. Puttenstein gemeente- en onbezoldigd Rijksveldwachter te Doornspijk tegen Gerrit Kroes arbeider te Doornspijk ter zake van diefstal.
Het hout in dit proces-verbaal bedoeld, is ongetwijfeld afkomstig van een op de kust van Doornspijk op de zoogenaamde "Nabbert" in den nacht van den 25e op den 26 sten gestrand schip. De lading daarvan was verzekerd bij de risico Sociëteit te Amsterdam. Hoewel (ik heb op mijn desbetreffende vraag nog geen antwoord) het genoemde maatschappij wel onverschillig zal zijn, of de zaak vervolgd wordt acht ik dit toch zeer gewenscht ten einde een voorbeeld te stellen aan de bevolking van het buurtschap Noordeinde of Kampen Nieuwstad die er over het algemeen steeds op uit is strandgoed te ontvreemden.
Naar ik verneem heeft zelfs de sluiswachter van den Groote Gelderschesluis dien, hoewel juist over de gemeentegrens onder Kampen wonend, doch ook uit die buurt afkomstig is, aan sommige (het schip was met turf en hout geladen) verlof gevenen, hetgeen hiervan kwam aandrijven mede te nemen. Ik merk hierbij nog op, dat de turf nagenoeg geen waarde meer heeft doch het hout wel.