Mijn Studiezaal (inloggen) 1 brievenboeken
sorteren op:
| Nummer | Onderwerp | Plaats | Datering | |
|---|---|---|---|---|
 | 18a | Proces Verbaal | Oosterwolde | den 25 January 1824 Op heden den vijf en twintigsten January een duizend acht honderd vier en twintig des avonds ten zes uren hebben wij Egbert van der Maten, lid van het Bestuur des ambts Doornspijk en bij indispositie van den Schout , waarnemende de functien van Commissaris van politie, ons op het daarvan ontvangen berigt, dat een drenkeling aan het strand dezes schout-ambts, kerspel Oosterwolde, was aangedreven, ons vergezeld van den ambtsbode Jacobus Kuipers en van den herbergier Jan Andries van den Heuvel, mede te Oosterwolde woonachtig, en van den Heuvel, mede te Oosterwolde woonachtig, en van den Ambts Heelmeester Albertus van Sassenberg ons begeven naar het zeestrand ter aangewezener, aldaar gevonden een drenkeling van het mannelijk geslacht, naar zijn voorkomen dertig jaren, lang ruim een el, vijf palm, zes duim, van middelbare dikte, hebbende bruin haar, terwijl de kleur van oogen, wenkbrauwen en baard niet meer merkbaar waren, gekleed met een blaauw duffels buis, eene witte gebraaide borstrok, een linnen hembd, een oude linnen bovenbroek, daaronder een bombazijne broek en eene linnen onderbroek, oude klompen, en een roode das, zijnde op geene dezer kledingstukken eenig merk meer te erkennen. En hebben wij den ambts-heelmeester gelast, der schouwing van het lijk te doen waarop dezelve na gedaan onderzoek heeft verklaard, aan hetzelve geene teekenen van eenen gewelddadigen dood te kunnen ontdekken, noch eenige uitwendige wonden daarbij te kunnen opmerken, als alleen, dat de regtervoet, schuin ontwricht geweest te zijn te zijn, en nog met windselen voorzien was, dat overigens het ligchaam aan een geruimen tijd scheen in het water gelegen te hebben, als zijnde op sommige plaatsen vooral in het aangezigt de verrrotting reeds merkbaar begonnen. Van al het welk wij dit Proces Verbaal hebben opgemaakt te Oosterwolde ten huize van Jan Andries van den Heuvel voornoemd en hetzelve na gedane voorleezing met bovengenoemden ambtsbode, ambtsheelmeeste |
