Uw zoekacties: Stadsbestuur Harderwijk (1190) 1231 - 1813.

5001 Stadsbestuur Harderwijk (1190) 1231 - 1813. ( Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe )

In onze collectie bevinden zich de archieven van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. De stukken gaan terug tot 1231. Ook kun je via dit venster zoeken in andere archieven die bij ons beheerd worden of overgedragen zijn, zoals kerkelijke archieven, het archief van je sportvereniging of bedrijfsarchieven zoals dat van de Veluvine verffabriek.

 
 

Kom je er niet uit? Kijk dan eens bij onze themapagina’s of de onderzoekstips. Uiteraard kun je ook altijd contact opnemen via het contactformulier. Onze deskundige medewerkers gaan je dan helpen met jouw vraagstuk.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
5001   Stadsbestuur Harderwijk (1190) 1231 - 1813.
Inventaris
Inleiding
Inventaris
1 c. 1190
Otto, graaf van Gelre, geeft aan Zutphen rechten en vrijheden, stelt er een schepenbank in van 12 personen, wier bevoegdheden hij omschrijft en noemt de gevallen waarin de burgers geen tolgeld behoeven te betalen.

Acta sunt heec anno Dominicae incarnationis MC nonagesimo, regnante gloriosissimo imperatore romanorum Henrico, Traject-cathedrae presidente Baldewino venerabili episcopo.
2 1227 (maart 25)
Gerardus, graaf van Gelre, regelt in tegenwoordigheid van Richardis, abdis van Ruremund en Margareta, gravin van Gelre. zijn recht en dat van de bewoners der Veluwe op de goederen van hunne onechte kinderen, bij overlijden of vertrek ten einde zich onder andere heeren te vestigen.

Acta sunt hec millesimo ducentesimo 27 anno Dominica incarnationis, etc.
3 1231 Juni 11
Otto, graaf van Gelre en Zutphen, geeft, op advies van zijn moeder (grootmoeder) Richardis, abdis van Ruremunde en andere verwanten, vrienden, edelen en ministerialen, aan Herderewich: a. een jaar- en weekmarkt; b. dezelfde vrijheden die Zutphen geniet, mits zij geen personen die sub jugo in dienst zijn geweest van hem, zijn edelen of ministerialen, zonder toestemming van hunne voormalige heeren tot burgers aanneemt, den watertol betaalt en wanneer hij 2 of 3 nachten in de stad verblijft, de paarden van hem en zijn gevolg van haver en stroo voorziet.

Datum in Arnhem anno Domini Mo CCXXXo primo, regnante domino Friderico romanorum imperatore, domino Henrico archiepiscopo Coloniense et domino Willebrando episcopo Trajectense, III idus Junii.
4 1266 (Juli 22)
Theodoricus, justitiarius in de Veluwe en andere gemachtigden van Otto, graaf van Gelre en de door het kapittel van Sint Marie te Utrecht aangewezen kanunniken, regelen de geschillen tusschen dit kapittel en de burgers van Herderwich over de possessie van eenige aan het kapittel tijnsplichtige goederen, met name van eene plaats aan de Oude Markt en een kamp land genaamd Burch. Het Hof van Selhorst zal de kwesties die in de toekomst over deze goederen mochten ontstaan, behandelen. De schout Altetus en de schepenen van Herderwich approbeeren deze regeling.

Actum et datum anno Domini M CC LXVI.
5 1280 April (c.24)
Gerardus comes Holsatie et Stormarie et consules et universitas de Hamborch, verklaren op welke wijze de schepenen van Deventer, Swolle en Campen de geschillen bestaande tusschen
Hamborch en Herderwike, hebben beslecht.

Datum anno Domini millesimo ducentesimo octagesimo in septimana paschali.
6 1280 April (c. 24)
Gerhardus comes Holsatiae et Stormariae et consules cum universitate civium in Reynoldisburch, verklaren op welke wijze, op voorspraak van de steden Deventer, Campen en Swolle, de geschillen ontstaan tusschen de burgers van Reynoldusburch en van Harderwike, zijn bijgelegd.

Datum anno Domini Mo CCo LXXXo septimana pascali.
7 1280 Juni 8
Burgemeesters van Hamburg beloven dat, indien de burgers van Stendale die van Harderwijck te Hamburg aanspreken tot vergoeding der schade geleden in de tusschen Hamburg en Harderwijck bestaan hebbende kwesties, de Harderwijkers zich met hun eed mogen ontschuldigen, en dat deze binnen Hamburg vrijgeleide en bescherming zullen genieten tegen ieder die iets tegen hen doet of laat doen.

Datum anno Domini Mo CCo LXXXo in vigilia Pentecostes.
8 1280 Augustus 23
Burgemeesters van Hamburch verklaren, in tegenwoordigheid van Otto de Tuldorpe en Henricus Leonis, proconsules, Theodoricus de Grove en andere Raden, dat de tusschen hunne burgers en de Harderwijkers bestaan hebbende kwesties zijn bijgelegd.

Actum et datum Hamburchge anno Domini Mo CCo LXXXo Xa kalendas Septembris.
9 1281 Februari 23
Rechters, Schepenen, Raden en de burgerij van Ceulen verzekeren, dat zij Reynaldus, graaf van Gelre en zijn onderzaten zullen beschermen wanneer deze in het gebied van Ceulen komen handel drijven.

Datum in vigilia beati Matthiae apostoli anno Domini Mo CCo LXXXIo.
10 1291 Maart 27
Florens, graaf van Hollant, geeft aan de steden Harderwike en Elborch die, wegens Gherard van Egmonde en Clais Persijn verdacht waren, vrijgeleide in zijn gebied totdat hij, na zijn terugkomst uit Engeland, deze vergunning heeft herroepen.

Ghegheven in ons Heren jare dusent twehondert een ende neghentich des Dinxdaghes voer halfvasten.
11 1291 April 27
Schout, Schepenen, Raad en gemeente van Deventer, approbeeren het hierin opgenomen, door bemiddeling van Reinald, graaf van Gelre, overeengekomen tarief van het tolgeld, dat de
schippers van Harderwich te Coten zijn verschuldigd. Zij verzoeken aan Johannes Trajectensis, elect en Goswinus, praeprositus van de kerk te Deventer, dezen brief mede te bezegelen.

Datum anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo primo, feria sext a post diem Pasche.
12 1291 Juni 3
Rudolphus, roomsch koning, vergunt aan Reinald, graaf van Gelre. een stad te stichten bij het vlek Stavera in de Veluwe en haar met privilegiën en rechten te begiftigen.

Datum Maguntia tertio nonas Junii, regni nostro decimo octavo.
Anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo primo.
13 1291 Juni 9
Schepenen en Raad van Deventer verzekeren aan Schout, schepenen en raad van Harderwijc, dat zij de approbatie, (zie nr. 11) zoo spoedig mogelijk door den toekomstigen bisschop zullen laten bezegelen.

Datum anno Domini Mo CCo nonagesimo primo, in vigilia Pentecostes.
14 1298, April 10
Scabini Stavriae, Hoythetus gretmannus coetus Welden zie de Hymeswalt oriundus et sui consules. Ulbodus Folcnathi, gretmannus coetus Waghenbruckghe et sui consules, maken bekend, dat in hunne tegenwoordigheid en door hunne bemiddeling, de schepenen van Hyrderwijch zich met de parochianen van Suthergo hebben verzoend wegens den doodslag aan zekeren Eylenus
begaan.

Datum anno gratiae millesimo ducentesimo nonagesimo octavo, feria quinta proxima post Pascha.
15 1299 Januari 12
Jan, graaf van Henegoue, Hollant en Selant, heer van Vreslant, geeft aan de poorters van Herderwig, vrijgeleide in zijn landen tot 6 weken nadat het wordt opgezegd.

Gegeven int jaer ons Heren dusent th we hondert negen ende neghentich des Manendages na durthiendendage.
16 1303 September 11
Schepenen en Raad nemen aan in oorlogstijd aan de graven van Gelre te velde, wekelijks 3 karren visch en bij hun verblijf in de stad een gerecht van visch te leveren voor het van graaf Reinald verkregen recht van telvisch. Datum anno Domini 1303, 4a feria post nativitatum Mariae.
17 1306 April 10
Willaem, graaf van Henegouwen. Holland etc., verleent aan de poorters van Harderwijck tolvrijheid in West-Friesland tot 4 maanden nadat zij is ingetrokken. Gegeven tot Alebrechtsberghe int jaer onss Heeren duisend drie honderd ende sesse, Sonnendaghes na Paschen.
18 1307 Februari 22
Frater Johannes Toppard. gardiaan van het huis der Minderbroeders te Harderwich, vidimeert den brief van Wilhem, graaf van Henegouwen in dato 1306 April 10. Datum anno Domini Mo CCCo VIIo ipso die festi cathedrae beati Petri apostoli.
19 1307 Augustus 7
Thidemannus Longus. burger te Lubeke en Helmicus. burger te Thoron, machtigen Wissekinus Laurentius filius, Steveldis, Gerlacus Maior en Ghijse Mund, schepenen in Herderwijc. hetgeen de burgers aldaar bezitten van de bij Ammeland gevonden goederen (van de lastgevers), in bewaring te nemen en aan de rechthebbenden uit te keeren.
Datum anno Domini Mo CCCo VIIo feria secunda ante festum beati Laurentii martiris.
20 1310 September 5
Henricus. romanorum rex, verleent. op verzoek van Reinaid, graaf van Gelre, aan diens onderdanen het privilegie, dat zij door niemand voor het hofgericht van den Keizer kunnen
worden gedaagd, tenzij de graaf of zijn rechters aan de klagers of eischers rechtspraak weigeren.

Datum Spyre nonass Septembris anno Domini millesimo tricentesimo decimo, regni vero nostri anno secundo.
21 1315 September 30
Reynaldus. graaf van Gelre, breidt de grenzen der vrijheid van Herderwijck uit met het land genaamd Rumenoge, strekkende van den heuvel en den weg van Tonsel naar het kruis en van
het kruis naar het bosch genaamd Holst. voorbehoudens zijn belasting en tiendrecht van dit land.

Datum anno Domini millesimo trecentesimo quintodecimo. in crastino beati Michaelis archangeli.
22 1315 October 27
Grietmannen en hun conjudicis districtuum Franekerae, Wenbrandiae et Wildinghe in partibus Frisiae, verzekeren aan de burgers van Harderwick binnen genoemde districten, vrij- en
veilig verkeer en verblijf.

Datum anno Domini Mo CCCo XVo in vigilia beatorum apostolorum Symonis et Judae.
23 1316 Januari 25
Judicis ac universi in Horn antwoorden aan den Raad van Herderwic op een brief betreffende het behoud van den vrede, dat zij den wapenstilstand, die tot Johannes baptistendag zou duren, wenschen na te komen en dat zij dus aan de burgers van Herderwic tot dien datum vrijgeleide verleenen en verzoeken dit wederkeerig aan hun burgers te verzekeren. Verder stellen
zij voor een samenkomst te houden om de boete en satisfactie te regelen.

Datum anno Domini Mo CCCo XVIo in conversione beati Pauli.
24 1316 Mei 3
Deken en kapittel van Sint Marie te Utrecht, verzoeken aan den bisschop aldaar,hun voornemen om de vier priesters van de parochie- of Sint Nicolaeskerk te Harderwijck, tot kanunniken te verheffen, waartoe zij, door de vermeerdering hunner bezittingen aldaar, in staat zijn, goed te keuren en te bekrachtigen door canonisatie dier kerk.

Datum sub sigillo nostrae ecclesiae mandatum nostrum praesentibus appenso, anno Domini millesimo trecentesimo decimo sexto, die tertio mensis May.
25 1316 Juni 29
Ericus, Danorum, Sclavorumque rex, neemt, ter wille van den graaf van Gelre, de burgers van Hertherwik, die met schepen en koopwaren in zijn Rijk handel komen drijven, in zijne bijzondere
bescherming, verzekert hun eene billijke rechtspraak en schenkt hun eenige vrijheden die voornamelijk de tolgelden te Skanor, Nijborgh, Thornburgh, Slanlovia en Roskilde betreffen.

Datum Worthingburgh (regest nr. 43 noemt Hortingburgh) anno Domini millesimo, CCC sextadecimo, die beatorum apostolorum Petri et Pauli, in presentia nostra.
26 1316 September 26
Erick, koning der Denen en Wenden, geeft aan de burgers en ingezetenen van Herderwick en hunne nakomelingen op de markt te Skanor eene plaats of fijt ter lengte en breedte als Johan
Kanne, in tegenwoordigheid van burgers van Lundon en Threloborg, haar heeft gemeten, om aldaar op marktdagen te wonen en te doen en te laten hetgeen zjj goedvinden.

Datum in castro nostro Helsingborgh anno Domini Mo CCCo XXI, dominica proxima ante festum Mychaelis archangeli, in presentia nostra.
27 1317 Juli 11
Judicis ac universitas terrae Astringiae (Oost-Friesland), maken het verdrag bekend dat in het geschil tusschen hun kooplieden eener- en de burgers van Harderwic anderzijds, over den verkoop van goederen is tot stand gekomen.

Datum Gevera anno Domini Mo CCCo XVII, secunda ante festum beatae Margaretae virginis ac martyris.
28 1318 Februari 1
Rechters en burgemeesters in het land Emsgonie, verzoeken aan Schout en Schepenen van Herderwick de 4 marken van Henrick Quadiger, die hun bode op Sint Maarten in den winter
j.l. wegens het ongunstige weer niet kon halen, nu te betalen aan Hroddo, burger van Emetha en te bevorderen, dat Quadiger ook de 2 marken, die hij aan hun burger Boliko schuldig is, betaalt.

Datum in vigilia purificationis Sancte Marie virginis anno Domini MCCCo XVIII.
29 1318 December 14
Reynaldus, zoon van den graaf van Gelre, bevestigt de pnvllegiën en vrijheden van Harderwick met toestemming van zijn moeder Margareta, zijn zusters Philippa en Isabella, zijn raden
Peter, heer van Lecke en andere ridders en van Henric de Willch en Gijselbert de Berwen, richters in de Veluwe.

Datum in Rosendale anno incarnationis Domini millesimo trecentesimo decimo octavo in crastino beatae Luciae virginis.
30 1319 Februari 3
Reynaldus, zoon van den graaf van Gelre, verklaart, dat hij van de stad Harderwic ontvangen heeft 189 marken, ten einde er eene schuld van zijn vader aan de stad Colonia mede te betalen.

Datum in crastino purificationis anno Domini Mo CCCo decimo nono.
31 1320 Februari 3
Wibrandus, gretmannus, suique judices coetus in Wildinghe. maken de voorwaarden bekend van den zoen dien zij en andere personen, ten huize van Asekinus, zoon van Theodericus. burger van Stavria, getroffen hebben tusschen de schepenen en burgers van Harderwijck t.e. en de bloedverwanten van 2 gedoode mannen van Wolderkem en Molkemanhusen t.a. zijde.

Datum et actum Stavrie anno Domini Mo CCCo vigesimo die dominico supradicto (dominica proxima post purificatiooem beate Marie virginis.)
32 1320 Februari 3
Schepenen en Raad van Stavrie, oorkonden, dat de veete, ontstaan door het dooden van Johannes de Woulderkem en Gerbrandus de Molkemannahusen door burgers van Herderwic, in
hunne tegenwoordigheid, door Wibrandus. grietman van Wildinghe en zijn mederechters ter eener- en de gemachtigden van Schout en Schepenen van Herderwic ter andere zijde, is verzoend.

Datum anno Domini Mo CCCo XXo in festo sancti Blasii martiris.
33 1320 Februari 3
Folkerus, abt van het Sint Odulphusklooster in Stavria, oorkondt, dat in zijne tegenwoodigheid. door de schepenen en burgers van Harderwijck. aan de erfgenamen van de twee gedoode
mannen de boete betaald is. die hun bij den zoen werd opgelegd.

Datum anno Domini Mo CCCo vigesimo die dominico supradicto (dominica proxima post purificationem beate Marie virginis.)
34 1320 December 13
Schout en Schepenen van Herderwich, oorkonden, dat Wolterus, Stephanus. Thomas, Alardus. Sophia en de gemachtigden van Cunegundis, kinderen van Gerlacus Magnus en Margareta
de Zolen, de nalatenschap van hun ouders hebben gescheiden. Zij noemen de goederen welke daarbij aan genoemden Stephanus en zijn wettige erfgenamen zijn afgestaan.

Datum anno Domini Mo CCCo XXo, ipso die beati Lucie virginis.
35 1321 Maart 12
Ghisebrecht en Herman van Brandenborch, gebroeders, burgers te Utrecht, maken bekend, dat zij, op aanraden van de steden Utrecht en Herderwijc, te Amersforde den zoen bevestigd
hebben van de misdaad aan hun neef Arnout Wouters Olifierszoon te Dordrecht door Goedscalc van Putten van Herderwiic bedreven.

Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert ende enentwintich op Sinte Gregoriusdaghe.
36 1321 Oktober 23
Aylwardus Mensana en Thicardus Ebekana, bieden, ook namens de andere 14 "enunciatores" van Herlingerland (OostFriesland), den poorters van Herderwijck veilig verkeer aan binnen Herlingerland en verzoeken aan den Schout en Raden van Herderwijck dit binnen hun territoir, te verzekeren aan de Herlingers.

Datum Oslinge anno Domini Mo CCCo XXIo ipso die Severini confessoris.
37 1322 Januari 6
Reynout, zoon van den graaf van Gelre, verklaart, op advies van zijn Raden Wolter, heer van Keppel, Jacob van Myrlaer en Otto van Haelt, wat de schepenen van Harderwijck onder woeker moeten verstaan, ten einde zich daarnaar bij hunne betrekkelijke uitspraken, waarboven niemand "seggen noch doen" mag, te kunnen richten.

Ghegeven mit onsen segel int jaer unss Heeren duisent drie hondert twee ende twintygh up derthyendach.
38 1322 Oktober 31
Albert, roomsch koning, hertog van Beieren, regelt de rechten en plichten van hofhorige-, keurmedige- en tijnsplichtige personen en van hunne heeren.

Gegeven tot Ratwijl etc. nae Christi geboorte 1322 jaer aller heil. avont, ons rijcks in 't 4e jaer.
39 1323 April 24
Grietmannen "et eorum conjudices districtuum Franekerae et Berem (Berradeel ?) in partibus Frisiae". deelen aan Schout en Schepenen van Harderwick mede, dat zij niemand voor de misdrijven van anderen zullen vervolgen, doch dat ieder die in genoemde districten handel wil drijven moet zijn "certus et munitus de pretio sibi persolvendo" etc.

Datum anno Domini Mo CCCo XXIIIa, dominica qua Cantatur Cantate.
40 1323 April 24
Grietmannen en hun "conjudices" der districten Wildinghe en Wenbrendie in Friesland, richten een schrijven aan Schout en Schepenen van Herderwick, gelijk aan dat van de grietmannen
c.s. van Franeker en Berem.

Datum anno Domini Mo CCCO XXlIIo, dominica qua Cantatur Cantate.
41 1324 Juni 27
Gherlofus de Revalia en Everardus zijn gezel, verklaren, dat hun heden te Brugge door Pelegrimus, zoon van heer Gossewin van Harderwijc en Nickoley gezegd Leuwe. betaald zijn de 23 ponden en 6 stuivers, die de stad Harderwijc, bij een door haar bezegelden brief, had schuldig erkend.

Datum in villa Brugensi anno Domini Ma CCCo vicesimo quarto, quarta feria post festurn nativitatis beati Johannis baptiste.
42 1326 Juli 13
Grietmannen, rechters en de geheele gemeente slands van Westergho, verleenen aan de burgers van Harderwijck vrijgeleide binnen hun gebied tot 6 weken nadat het wordt ingetrokken.

Datum anno Domini Mo CCCo XXVlo, proxima dominica post octavam apostolorum Petri et Pauli.
43 1326 September 4
Waldemar, koning van Denemarken, neemt de burgers van Hartherwick. die in zijn Rijk handel komen drijven, in bescherming en geeft hun de rechten en vrijheden die zij aldaar reeds tijdens de regeering van zijn grootvader Waldemar hadden en die hierin uitvoerig worden omschreven.

Datum Horthingburgh ab incarnationis Dominicae millesimo ecco vicesimo sexto, quinla feria proxima ante diem nativitatis beatae virginis.
44 1327 September 14
Grietmannen en conjudices (in het district Wiltinge) deelen aan Schout, Schepenen en gemeene burgers van Herderwijc mede, dat zij op eene algemeene bijeenkomst in Hertwert, hebben bevolen, dat niemand de burgers van Herderwiic of hunne goederen mag aantasten op verbeurte van 20 pond.

Datum anno Domini Mo CCCo XXVII in festo extaltationis Sanctae Crucis supradictae.
45 1330 October 23
Grietmannen en mederechters in het district Wagenbrugghe verzoeken aan Schout, Schepenen en Raden van Harderwiek te bevorderen dat de richter van Velua hun onderzaten Hayo en zijn gezel, benevens hun goederen vrij laat of dat, indien hij hunne aanhouding wil vervolgen. daarvoor een dag voorstelt in Campen of SwolL

Datum anno Domini Mo CCCo trecesimo in die beati Severini episcopi.
46 1331 Juli 13
Willaem, graaf van Heynnegouwen, oorkondt. dat de poorters van Harderwijc van de goederen, welke zij uit zee in zijn gebied brengen, slechts den 100en penning verschuldigd zijn, doch van de artikelen die zij er invoeren uit Brabant, Gelre, Utrech en andere landen moeten zij den gewonen tol betalen.

Ghegheven in den Haghe op Sente Margrietendach int jaer ons Heren Mo CCCo een ende dertich.
47 1331 September 26
Reynaut, graaf van Gelre. staat aan de stad Herderwick tot een edel erftijnsgoed af 12 hoeven land, liggende aan de 5 hoeven van Henric Stenekin c.s., tusschen den Elsbroke en het dorp Heyrde, tot aan den Hulst, elke hoeve jaarlijks te vertijnzen met 12 groote conincx tornoysen, welke moeren worden betaald daags na Sint Martensdag in den winter in 's graven hof te Ermelo.

Gegheven int jaer ons Heren dusent dre hondert een endedertich des Donredages na Sent Matheusdach.
48 1332 Augustus 23
Reynout, graaf van Gelre, staat aan Harderwijck af: a. tot een edel eigen goed die Hulst en al het land dat ongeslagen gebleven is van de 12 hoeven tijnsgoed (zie nr. 47) strekkende aan de stad en aan de Meden; b. tot een edel erftijnsgoed 10 hoeven land welke de stad heeft "begraven" van Tunselresteghe westwaarts tot aan de zee en de Meden, benevens al het land dat daar binnen begrepen is, te vertijnzen jaarlijks op Sint Martijnsdag in den winter in 's graven hof te Ermelo met 10 schellingen, een en ander met voorbehoud van 's graven wegen, heerlijkheid en tienden.

Gegheven int iaer ons Heren dusent dri hondert twe endedertich op Sente Bartolomeusavont.
49 1335 October 19
Reynaut, graaf van Ghelre, vergunt, voor een aan hem betaalde som geld, aan de poorters van Herderwijc. hun 40e deel van land in Hyrderwant, te deelen "ende slaen". doch de tienden van dien grond behoudt hij voor zich en zijne nakomelingen.

Ghegheven int jaer ons Heren dusent drie hondert vijff ende dertich des Donredachs nae Sente Gallendach.
50 1336 Maart 15
Reinaid, graaf van Gelre, beslist, als compromissaris, in het geschil tusschen het kapittel van Sint- Marie te Utrecht en de priesters van de parochiekerk te Herderwijck t.e. en de schepenen en burgers van Herderwijck t.a. zijde, dat de voor den dienst in het hospitaal aldaar aangewezen geestelijken zich tot het opdragen van de mis moeten beperken, zonder de priesters van de moederkerk te benadeelen; dat de inkomsten van het altaar in het hospitaal komen ten bate van den priester die het bedient, doch dat hij zich niet mag bemoeien met het opnemen van zieken en het beheer van dit gasthuis.

Anno Domini millesimo trisentesimo tricesimo sexto, feria sexta post dominicam qua cantatur Letare.
51 1337 Februari 21
Schout en Schepenen van Harderwijc, oorkonden, dat het geschil tusschen Wenemar Lichtenoit en Tide (Pe) legremeszoon, over de medegave van 114 pond "swarte" aan Wenemarsvrouw,
zoover "gededinghet" is, dat Tide er geen nood meer van zal lijden.

Ghegheven int jaer ons Heren dusent dre hundert seven en dertich an Sinte Petersavond in den lencen.
52 voor 1339
De "goede luyden" van Harderwijck, berichten "den here van Holland" op de klachten tegen hen ingediend a. door die van Ackerslote; b. door Florens Claussoen ; c. door Jan Jacobssoen en d. door Jan Rusenoghe en klagen op hunn beurt die van Ackerslote aan over de willekeur op het zout, door hen gemaakt, welke in strijd is met de rechten en vrijheden van Harderwijck.
53 1339 December 16
Edwardus rex Angliae, verzekert aan de poorters van Herderwijck.dat zij in zjjn Rijk niet voor de schulden en daden van anderen aangesproken of gevangen genomen zullen worden.

Datum apud Andewerpiam XVI die Decembris anno regni nostri tertio decimo.
54 1340 Juli 16
Reynolt. hertog van Gelre, geeft rechten en vrijheden aan zijn werklieden en munters en aan allen die van den sermente van Brabant in zijn landen zijn gekomen.

Anno duysent drie hondert ende veertich, Sondaichs na alle apostelendage.
55 1343 October 17
Walramus, aartsbisschop van Ceulen, geeft aan Nijmegen en andere steden in het hertogdom Gelre vrijgeleide voor personen en goederen, binnen zijn gebied, benevens vrijdom van de tollen bij zijne steden aan den Rijn.

Datum Coloniae anno Domini Ma CCCo XLIIIo crastino beati Galli.
56 1343 December 1
De steden Nijmeghen. Gelre. Zutphen, Ruremunde, Arnhem, Eymerick, Tyle, Zantbomell, Herderwijke, Duesburgh, Gogh, Dotekem, Lochghem, Venle, de Nijerstat, Ghent, Maesbomell,
Wageninge, Eylborg, Hattem en Erckelens en Echt, verbinden zich den nog minderjarigen hertog Reynolt als landsheerte zullen erkennen en elkanders rechten en vrijheden onderling te zullen beschermen.

Gegheven int jaer ons Heren dusent dre hondert drie ende viertich des naesten daghes na Sente Andryesdaghe des apostels.
57 1344 Februari 4
Johannes. bisschop van Utrecht, machtigt het gilde van de zee- en kooplieden te Herderwijc, binnen de grenzen der parochiekerk aldaar een oratorium te stichten waarin de mis kan worden opgedragen.

Datum sub nostri appensione sigilli, anno Domini millesimo ecco quadragesimo quarto. mensis Februarii die quarta.
58 1345 Mei 26
Reynout. hertog van Gelre, verzoekt aan Burgemeesters, Schepenen, Raad en gemeente van Harderwijc, zich borg te stellen voor de nakoming der voorwaarden waarop Otte van Bilant den
ouden, Henric Skots (Sloets), Otte van Haeften en Jacob van Ambe, ridders en Uden van Mekeren, knaap, rentmeestersambten hebben aangenomen en de betrekkelijke brieven, nevens hem,
te bezegelen.

Gegeven te Nijmegen int jar ons Heren dusent dri hondert vive ende viertich des Maendaechs na des heyligen sacramentsdach.
59 1346 Januari 29
Alianora. hertogin van Ghelren en gravin van Sutphenne, quiteert voor de 500 ponden welke Schepenen en Raad en de gemeene stad van Haerderwijc aan haar op Midwinter ll. hadden
moeten betalen.

Gegheven int jaer ons Heren dusent drie hondert sesse ende viertich des Sonnendaeghs nae Sente Pouwels conversio.
60 1346 Juli 31
Schepenen en Raad van Dordrecht maken bekend, dat zij aan de kooplieden van Harderwijc en van de andere steden van Gelre en Zutphen vrijgeleide geven voor hun personen, schepen en goederen welke uit zee komen, durende tot 8 weken nadat zij dezen brief hebben ingetrokken.

Ghegheven int iaer ons Heeren Mo CCco sesendeviertich op Sinte Pietersavond t'ingaende Oeghst.
61 1348 Januari 6
Reynout, hertog van Gelre, geeft aan de stad en de poorters van Harderwijck dezelfde rechten en vrijheden als Zutphen bezit, jaar- en weekmarkten inbegrepen, mits zij niet tot poorters aannemen onvrije lieden en personen die buiten de stadsvrijheid wonen, tenzij deze van ouds poorters geweest zijn of dat het poortrecht hun is aangeboren; dat zij evenals vroeger watertollen betalen en, als hij in de stad komt, gedurende 2 of 3 nachten hooi en stroo leveren voor de paarden van hem en zijn gezin.

Geschiet ende gegeven tott Nijmmegen int jaer ons Heeren duisent drie hondert acht ende veertich op Derthiendach.
62 1348 Februari 14
Reynout, hertog van Gelre, oorkondt, dat hem de 2500 pond "cleynre penninge" waarvoor Harderwijck Zutphensche rechten bekomen heeft, betaald zijn, namelijk door Ude van Meeckeren
1000 pond, door Everarts Vijffpenninck 300 pond, door Servaes van Anlaer 700 pond en door Mr. Claes van der Stege, bontwerker te Nijmegen. 500 pond.

Gegeven int jaer ons Heren duisent drie hondert acht ende veertich op Sente Valentij nsdach.
63 1348 October 6
Deken en kapittel van de kerk te Cleve en de gardiaan, van het Minderbroedersklooster aldaar, regelen hunne wederzijdsche aanspraken op grafrechten en uitvaartdiensten, benevens het recht
van de Minderbroeders om op bepaalde dagen in de parochiekerk te prediken en de biecht te hooren.

Datum, actum, concordatum, approbatum et ratificatum sexta
die Octobris anno Domini Mo CCCo XLVIII.
64 1348 December 27
Reynout. hertog van Gelre, verzoekt aan Burgemeesters, Schepenen en Raad van Herderwijc borg te worden voor de 1227 pond kleine penningen, welk hij op Sint Mertijnsdag in den winter a.s. betalen moet aan heer Arendes van Keppel en den betrekkelijken schuldbrief te bezegelen.

Ghegeven onder onsen seghel int jaer ons Heren dusent dre hundert acht ende vyrtich up Sente Johansdach evanghelisten.
65 1352 Februari 12
Schepenen en Raad van Staveren bekennen, dat zij van Schepenen en Raad van Herderwijc "van wege der gueder lude van Campen" ontvangen hebben 13 pond groot.

Ghegheven int jair onss Heren dusent drie hondert twe ende vijftich des Sondaghes up Sexagesima.
66 1352 Februari 24
De notaris Arnoldus genaamd Pes, geestelijke in het bisdom Utrecht, vidimeert de uitspraak van den graaf van Gelre i.d. 15 Maart 1336.

Acta sunt hec ...... anno Domini millesimo trecentesimo quinquagesimo secundo, indictione quinta, mens is Februarii, die vicesima quarta, hora quasi nona.
67 1356 Maart 28
Reynolt. hertog van Gelre, vergunt aan de geërfden in Putten en Nijkerck een dijk in de Arckemehen te leggen en regelt het bestuur en zijne verkiezing zoomede het onderhoud van dien
dijk en van de wegen en weteringen in genoemde mehen.

Gegeven int jaer ons Heren duysent drie hondert ses ende vijftich des Manendaeehs nae Onser Liever Vrouwendaeghe annunciationis.
68 1356 November 18
Schepenen en Raad maken bekend, dat het erf, gelegen aan Matheus Triscende's huis, vóór het hospitaal, niet mag worden betimmerd, aangezien het voor den kerkweg beschikbaar moet blijven.

Gegeven in't iaer ons Heren 1356 des Vrijdaghs nae Sint Martinsdag in den winter.
69 1360 Maart 17
Richters, Schepenen, Raad en de gemeene burgers van Colne, geven, na den zoen dien zij met hertog Reynolt en zijn broeder Eduwart getroffen hebben over den aan genoemde burgers
te Nijmegen ontnomen wijn, aan de inwoners van Gelre, behalve aan die in Ruiremunde, Venlo en Nijerstadt, die den zoenbrief nog niet hebben onderteekend, vergunning in Keulen handel
te komen drijven.

Gegeven in den jare uns Heeren Ma CCCo ind LX op Sunte Geertrudendach der heyliger jonfrouwen.
70 1361 Mei 18
De gardiaan, de lector en de gemeene broeders in het Minderbroedersklooster te Herderwijc vidimeeren den privilegiebrief van koning Ericus dd. 1316 September 26.

Datum ut supra (anno Domini millesimo trecentesimo sexagesimo primo, feria tertia infra Octavas Penthecostes.
71 1361 Juni 23
Reynout, hertog van Gelre, oorkondt, dat hij afstand gedaan heeft van zijn rechten als landsheer van Gelre en Zutphen ten behoeve van zijn broeder Edwaert en beveelt Herderwiic hem als erfheer te erkennen en te huldigen.

Gegeven in den jare ons Heren dusent dry hondert een ende sestich op Sent Johansavent baptisten.
72 1361 Juni 26
Edwart. hertog van Gelre, bevestigt. aangezien de stad Herderwijc hem tot haren erfheer aangenomen heeft. haar privilegiën, handvesten. brieven enz. en belooft deze niet te zullen verminderen.

Gegeven in den jare ons Heren dusent dry hondert een ende tsestich des anderen dages na Sent Johansdach baptiste.
73 1362 April 8
Edewardt, hertog van Gelre, bevestigt den door zijn broeder, hertog Reynolt, aan de geërfden in de Erckemehen gegeven dijkbrief.

Gegeven int jaer onss Heren duysent drie hondert twee entsestich des Vrijdaeges nae Judica me Domini in den Vasten.
74 1368 April 4
Edwart, hertog van Gelre, oorkondt, dat hij aan Dyric Torenmaker en zijn zwager Heinric van Wessingen, erfelijk verpacht heeft de Luevenummerheek, loopende van Staverman's huis tot in
de zee, met het recht haar te graven, er molens bij of in te zetten en er door zijn land ander water in te leiden, een en ander voor een jaarlijkschen tijns van 12 penningen, te betalen te Ermelo op Sint Martijnsdag in den winter.

Gegeven int jaer ons Heren dusent drye hondert aecht ende tsestich, des vierden dages in den Aprille.
75 1368 Juli 25
Albert, koning der Sweden en Gothen, verleent aan de Burgemeesters, den Raad en de gemeene burgers en ingezetenen van Herderwijc verschillende rechten en vrijheden in Denemarken
en Schonen.

Ghegheven to Valsterboden na Godes buert drutten hondert jare in dem achte unde tsesteghesten jare in Sante Jacopsdaghe des heilighen apostels.
76 1368 November 1
Edwart, hertog van Gelre, verzoekt Burgemeesters, Schepenen en Raad van Herderwijc den open (huwelijks)brief voor zijn neef, hertog Aelbrecht van Beyeren, met zijn ridders, knapen en steden te bezegelen en belooft de stad daarvoor schadeloos te zullen houden.

Gegeven int jaer ons Heren duesent drie hondert acht ende tsestich op Alreheiligendach.
77 (1368) November 8
De hertog van Gelre verzoekt aan Herderwijc den lijftochtsbrief van zijn "gesellynne" jonkvrouwe Kathrijne van Hollant, mede te bezegelen.

Gegeven des anderen dages na Sunte Wilbrordsdach.
78 1369 Maart 4
Schepenen van Herderwijc oorkonden, dat Coep Paeze de oude, aan zijn kinderen Tide en Johan, met toestemming van zijn andere kinderen, heeft overgedragen zijn steenen huis c. a., gelegen aan de Groterstraten en een halven hof, gelegen achter de schipssmederen. voor 40 pond grooten.

Ghegheven int jaer ons Heren dusend drye hondert neghen ende tsestich des Sonnendaghes te midvasten als men zynghet Oculi.
79 1370 Mei 24
Henninck von Pudtbusch en andere raadslieden van Waldemar,koning van Dennemarcken, oorkonden en maken de verzoening bekend welke zij bewerkt hebben tusschen den genoemden koning, zijn rijk en helpers, t. e. en Lubeck en andere verbonden hanzesteden in Pruisen, Lijftand, Holland, Zeeland, Gelre, Groningen, Friesland en Overijsel t. a. zijde. Aan de bedoelde steden worden handels- en strandrechtvrijheden in Denemarken en Schonen zoomede privilegiën voor het verkeer in Skanor en Falsterbo verleend.

Gegeven und geschreven tho dem Stralsunde, na Godes borth druttein hundert jhare und in deme seeventigsten jaere des negesten dages na Godes himmelfaerth.
80 1370 Mei 24
Lubeck en de andere verbonden hanzesteden in Duitschland, Lijfland, Holland, Gelderland, Overijsel, Friesland, Groningen, Zeeland enz., nemen het verdrag met koning Waldemar van Denemarken aan, mits hij het onderteekent en uitreikt vóór Sint Michael (September 29) a.s. en zij Helsingburgh, Malmo, Skanor en Falsterbo gedurende 15 jaren in pand bekomen.

Alsoo gedaen en gegeven tot Straelsund daeghs nae Hemelvaert Christi opt jaer nae Christi geboorte duysent drie hondert en seventigh.
81 1370 Augustus 16
Johannes de Werneburch. bisschop van Utrecht, verleent aande kerkheeren van de parochiekerk te Harderwijck dezelfde privilegiën, rechten en vrijheden als de kanunniken der kerk van
Sint Marie te Utrecht bezitten.

Datum anno Domini millesimo tresentesimo et septuagesimo, die 16 mensis Augusti.
82 1372 September 20
William, hertog van Gulic, bevestigt, als momber van zijn oudsten zoon Willam, hertog van Gelre, de privilegiën, rechten en vrijheden van Harderwijck. vermeerdert deze met vrijheid van watertollen in al zijn zoon's landen, gelijk Zutphen bezit, en verklaart dat de stad, aangezien haar meeste burgers ter zee varen, geen hulp behoeft te bieden indien hij of zijn zoon te velde liggen buiten de Veluwe, doch daarbinnen zal zij hem hulp moeten verleenen indien hij dit verlangt.

Ghegheven ende ghescreven int jaer ons Heren dusent drye hondert twee ende tseventich up sente Matheusavonde.
83 1372 September 20
Willem, hertog van Gulick, belooft, als momber van zijn oudsten zoon Willam, hertog van Gelre, de stad Harderwijck schadeloos te zullen houden van de "lofnisse" der lijftocht aan hertog Aelbert van Beiieren, ten behoeve van zijne dochter Katharina, gegeven.

Gegeeven in't jaer ons Heeren duisend drie bundert twee en tseventigh op Sente Mattheusavond.
84 1372 December 6
Aelbrecht, paltsgraaf "bi den Rijn", hertog van Beijeren, verzekert aan de burgers van Herderwijc met hunne goederen vrij en veilig verkeer in zijn gebied.
85 1372 Juli 2
Mechtelt, hertogin van Gelre, regelt het loon, de rechten en de verplichtingen van haar werklieden en munters van den sermente van Brabant en Hollant, ongeveer op gelijken voet als hertog Reynalt den 16en Juli 1340 voor die van Brabant heeft gedaan.

Gegeven tot Saltbommel .... duysent IIIc LXXIIII op dach Processi et Martiniani der hillige martelaren.
86 1374 Juli 2
Mechtelt, hertogin van Gelre, oorkondt, dat tusschen Herderwijck t.e. en haar en haren "geselle" den hertog van Gelre t.a. zijde eene verzoening tot stand is gekomen, aangezien de stad de boete waarin zij vervallen was door de geweigerde huldiging van- en gehoorzaamheid aan haren gemaal, heeft betaald, doch dat van dien zoen zijn uitgesloten de zes door haar aangewezen burgers die uit de stad moeten worden verwijderd.

Gegheven in den jaere on ss Heeren dusent drye hondert vier ende tseventich op den heiligen Kersavonde.
87 1374 December 24
Mechtelt, hertogin van Gelre, oorkondt dat zij, aangezien Herderwijck haar als erfvrouwe aangenomen en gehuldigd heeft, alle privilegiën en rechten van de stad en haar poorters zal nakomen en handhaven.

Gegheven in den jaere ons Heeren dusent drie hondert vier ende tseventich op den heiligen Kersavonde.
88 1375 Januari 2
Mechtelt, hertogin van Gelre, vergunt aan de stad Herderwijck op alle goederen welke gesleten of verkocht en in- en uitgevoerd worden cijns te heffen van heden tot Pinksteren 1376, welken termijn, indien de opbrengst in dien tijd minder bedraagt dan de 14000 oude schilden welke de stad aan haar moet betalen, met één jaar mag worden verlengd.

Gegheven in den jaer onss Heren dusent drye hondert vive ende seventich des Dinxdaechs nae jaersdach.
89 1375 Mei 1
Mechtelt. hertogin van Gelre. quiteert Herderwijck voor de aan haar kapelaan, heer Arnd van Coeln, betaalde 100 oude schilden in mindering van de 800 oude schilden welke de stad haar op Paschen a.s. schuldig is.

In den jaer ons Heren dusent drye hondert vive ende seventich op dach Philippi et Jacobi der heyligen apostelen.
90 1375 Juni 9
Johan van der Eze, quiteert Herderwiic voor de 200 oude schilden en voor de 21 oude schilden die de stad hem gekort heeft voor de 6 poorters die verbannen zijn. Deze bedragen komen in mindering van de som die zij hem op Paschen had moeten voldoen.

Ghegheven int jaer ons Heren dusent drie hondert vijf ende tseventich an Pinxteravond.
91 1375 December 1921
Johan van der Eze verklaart met de schepenen en de gemeente van Herderwijc overeengekomen te zijn, dat het door de stad aan hem schuldig beleden bedrag, in plaats van met gereed geld, door een omslag der poorters, naar de marctalen hunner goederen, zal worden betaald, met dien verstande dat ieders goederen voor zijn aanslag doch niet voor die van anderen verbonden blijven.

Ghegeven int jaer ons Heren dus ent drye hondert vijf ende tseventich up sinte Thomasdach des heylghen apostel.
92 1376 Januari 26
Henric van den Hove van Huessen, kanunnik te Deventer, bekent, dat hij van Schepenen en Raad van Herderwijc ontvangen heeft 22 van de 30 oude schilden die de stad hem schuldig is.

Int jaer ons Heren dusent drie hondert zes ende 't zeventich des Saterdaghes na sente Pauwelsdach conversionis.
93 1376 Augustus 14
(Oloff, koning der Denen, Wenden en Gothen) herhaalt en bevestigt den zoen door zijn grootvader Waldemar met Lubeck en de andere verbonden hanzesteden den 24en Mei 1370 gesloten.

Gegeven und geschreven tho Korszhore, na Godes borth druttein hondert jhare ihnn dem sechs und seventigsten jhare ahm unsre lieve frawenavent als se tho hemel fohre.
94 1376 Augustus 14
Haguinus, koning van Noorwegen en Sweden, oorkondt, dat hij met Lubeck en de andere hierin genoemde duitsche- en nederlandsche hanzesteden vrede gesloten heeft en de burgers dier steden bevestigt in de hun door zijn voorgangers geschonken privilegiën.

Datum et actum in Kallingbergh anno nativitatis Domini Mo CCCo LXX sexto in vigilia assumptionis beatae Mariae virginis gloriosae.
95 1376 Augustus 16
Oloff, koning der Denen, Wenden en Gothen, bevestigt, met toestemming van zijn riiksraad, het door koning Waldemar bezegeld verdrag met de verbonden hanzesteden over de pandgoederen op Schonen, uitgenomen de artikelen van de koningskeuze en de verpanding van het slot te Werdeborge.

Gegeven ind geschreven tho Korszhore in Sehelant na Godes bunt dritteinhondert ihare ihne dem sechs und seventigsten jhare, die negenste na unser Frauendage alse tho himmel faro
96 1377 Januari 21
Johan van der Eze. quiteert de stad Harderwijck voor de 2 X 300 oude schilden, welke de schepenen hem hebben "afgekort" of te kort gekomen zijn aan de kooppenningen van Den Hulst.

Gegeven int iaer ons Heren 1377 op Sint Agnietendach des heiligen jonckvrouwen.
97 1377 Augustus 9
Mechtelt. hertogin van Gelre, oorkondt, dat zij de 2 schuldbekentenissen, elk van 800 oude schilden, ten laste van de stad en de poorters van Herderwijck. heeft overgedragen aan haar neef Johan van Hattem, zoon van wijlen haar lieven boelen Reynout, hertog van Gelre.

Gegeven int jaer ons Heren dusent drie hondert soven ende tsoventich des Sonnendaghes op Sente Laurentiusavont des heiligen mertelers.
98 1378 Juli 22
Broeder Heynric van Honorst, landcommandeur van de duitsche orde, balije van Utrecht, oorkondt, dat hij ten behoeve "onser Vrouwen van Ghelre", van Herderwijke ontvangen heeft 150 oude schilden in mindering van de som die de stad aan haar heeft schuldig beleden.

Gegeven int jaer ons Heren dusent drie hondert achte ende tseventich op Sunte Marie Magdalenendach.
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 800
Records 801 t/m 900
Records 901 t/m 1000
Records 1001 t/m 1100
Records 1101 t/m 1200
Records 1201 t/m 1300
Records 1301 t/m 1400
Records 1401 t/m 1500
Records 1501 t/m 1514
laatste wijziging 01-12-2022
3.647 beschreven archiefstukken
85 gedigitaliseerd
totaal 17.598 bestanden

Kenmerken

Inventaristitel:
Inventaris van het Oud-archief der stad Harderwijk (1190) 1231-1813. (deel I)
Omvang:
70 m
Auteur inventaris:
P. Berends
Inventarisatiedatum:
1935
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Openbaarheid:
Openbaar
Vestiging:
Harderwijk
Categorie:
laatste wijziging 01-12-2022
3.647 beschreven archiefstukken
85 gedigitaliseerd
totaal 17.598 bestanden
Gevonden archiefstukken
130 Brieven over het ontslag en de vervolging van den Drost, 1577-1580.
132-134 Stukken over een geschil tusschen den Magistraat en kapitein Werner Du Bois, (Noot: Werner van den Houte, genaamd Du Bois, was adjudant van prins Maurits in den slag bij Nieuwpoort, (zie Bosscha, Nederl. heldendaden te land. I 281, noot 2), 1586. 3 omslagen.
137 Ingekomen- en verzonden brieven over het door onbevoegden visschen in de Zuiderzee op het territoir van Harderwijk. Met bijlagen, 1556-1700.
140-143 Stukken betreffende het geschil met Henrick van Zevener en andere in de Bruggestraat wonende burgers over het recht van Schepenen en Raad tot verpachting van den vischafslag, 1575. 4 omslagen.
174 Weete aan den Magistraat van den rentmeester en tijnsrechter van Veluwe en Veluwenzoom, 1606 September 3.
473 , 1416-1516.
476 Conditien van verpachtingen. Met index, 1696-1794.
482 Verpachtingen van tienden der abdij van Sint Pauwei te Utrecht in Tellicht, Ermel en Horst. kladden, 1663-1670. 6 stukken.
501-510 Stukken betreffende de aan de stad verpande provinciale domeinen, 1399-1791. 10 omslagen.
511-524 Rekeningen van de stadsrentmeesters, als collecteurs van de gemeene landsmiddelen in de stad en de stadsvrijheid, 1582/84-1598/99. 14 obl. bandjes.
525-529 Stukken betreffende de verponding in de stad en de stadsvrijheid, 1750-1794.
1.2.7. Stadswerken
613-614 Stukken betreffende de Leuvenummer- of Hierderbeek. 2 omslagen.
615-617 Stukken betreffende het vóórkomen van zandverstuivingen te Hierden en elders in het rechtsgebied der stad. 3 omslagen.
1.2.9. De straten en de beek binnen de stadspoorten
650 Resolutie van Schepenen en Raad, waarbij zij de bibliotheek van de stad en de kerk aan den schoolraad in bruikleen geven. Concept, (1608 Augustus 8).
1.2.12. Ambachtsgilden
1.2.13. Markten, Neringen en Bedrijven
1.2.14. Bank van leening
728 Naamlijst van de krijgshelden die eertijds gediend hebben onder overste Hegheman, (c. 1640). Hs. 1 stuk.
730-746 Brieven en andere stukken over het garnizoen, 1536-1794. 1 bandje en 17 omslagen.
760 Staten, nota's, acquitten en restantlijsten van de door de stad te betalen contributien en brandschattingen, 1672 en 1673.
771 Lijst van de zwitsersche officieren die van Maastricht naar Harderwijk zijn overgebracht, 1706 Juni 5.
795-797 Stukken betreffende de stadswachtmeesters en -majoors, 1585, 1682 en 1689. 3 omslagen.
798 "Dat Kerckenboeck", 1437-1597. Hs. 15e en 16e eeuw. 1 band.
1.2.16.2. Kerk en Kerkhervorming
1.2.16.3. Kerkfabriek
1.2.16.4. Kerkeraad
1.2.16.5. Kerk te Hierden
1.2.16.6. Vicarieën en Vicariegoederen
1.2.16.7. Burger-weeshuis en voogdijzaken
1.2.16.9. Proveniershuis
1018-1020 Stukken betreffende weduwenhuisjes in het Sint-Catharinastraatje.
1021-1029 Stukken betreffende de weduwenhuisjes in het straatje van Sevenhuizen.
1033-1035 Stukken betreffende weduwenhuisjes achter of naast de Onze Lieve Vrouwe-kerk.
1036 Ordonnantie van het weduwenhuisje in de Onze Lieve Vrouwestraat, 1596 Juli 20. Auth. extract dd. 5 November 1661. 1 stuk.
1037-1040 Rekeningen en andere bescheiden betreffende weduwen-huisjes aan de Hoogstraat bij de Grootepoort.
1041 Fondatiebrief van weduwenhuisjes aan de Markt bij de Lagebrug- of Vischpoort, 1604 September 12. 1 charter.
1042-1051 Stukken betreffende het Minderbroedersklooster. 10 omslagen.
1060-1063 Stukken betreffende het Sint Catharinakloosler. 4 omslagen.
1064-1092 Stukken en rekeningen van het Grauwe Zusters-klooster genaamd Clarendale. (Noot: Inv. nr. 798 fol. 67. Regest nr. 468).
1.2.17. Armenzorg
1120-1125 Stukken betreffende het Pesthuis. 6 omslagen.
1149 Wederzijdsche voorstellen gedaan door de gezanten van de hanzesteden en van de engelsche gecommitteerden. Afschriften, (1560 Augustus 5 en 6.).
1150 Zoen- en privilegiebrieven van Denemarken, Noorwegen en Zweden aan Harderwijk. Afschriften, 1370-(1471).
1307 Stukken over het proces, gevoerd door den momber van Gelderland, voor het Hof, tegen Bernard Cock, provisioneel richter en het stadgericht van Tiel, wegens het laten ontvluchten van een misdadiger (Noot: Isaac Steven van Delen, doodde zijn schoonvader Diderick Louis van Brakel, richter van Tiel). Afschriften, 1761 en 1762. 1 band.
1310-1314 Stukken betreffende het geschil tusschen Doesburg, Doe-tinchem, Lochem en Groenlo. t. e., en de stad Zutphen t. a. zijde, 1631-1654. 5 portefeuilles.
1375 Rekening van reis-, verblijf- en verplegingskosten van Rotger van Haersolte, gecommitteerde in de Staten-Generaal, overleden te 's-Gravenhage 6 Februari 1586 en van het vervoer van zijn lijk naar Harderwijk, 1585 en 1586.
1.2.20.2.6. Muntslag te Harderwijk
1438-1441 Verbalen van de uitzettingen der schildschatting en verponding in de ambten Nijkerk, Putten en Ermelo, 1582-1794. 4 portefeuilles.
1522 (Noot: De onder dit nummer vermelde rekeningen zijn in manuaalvorm opgemaakt. Zij zijn op den band getiteld "Corpus juris". Aan het slot van elke rekening werd evenwel de oorspronkelijke verklaring geschreven, dat zij onderzocht en de rendanten bedankt werden. Hieruit en uit de aanwezigheid van de manualen nrs. 1532-1535 volgt, dat van 1796 tot 1802 geen rekeningen, in den gewonen vorm opgemaakt, hebben bestaan) 1796 Februari 6-1797 Januari 21. 1797 Januari 22-1799 Januari 1.
1799 Januari 1-1800 Februari 1.
1800 Februari 1-1801 Januari 1.
1801 Januari 1-1802 Januari 1.
1802 Januari 2-1803 Januari 25.
2.2.10. Kerkelijke zaken, godshuizen en gestichten van liefdadigheid
1578 Rollen der verpachting van de gemeene middelen en het hoofden haardstedengeld te Harderwijk en de onder deze gemeente ressorteerende pachtdistricten, 1795/96-1799/1800, 1801/2-1805/6. 10 katernen.
1579 Rollen der verpachting van de kwartierstienden in het schependom van Harderwijk, 1795-1798 en 1801-1810. 14 stukken.
1601-1602 Handelingen van de Burgercommissie en (van of met) de stemgerechtigde burgers, 1795-1798. 2 banden.
1605 Gewijzigd ontwerp van een regeeringsreglement. Gedrukt, 1795 Juni 23.
1608 Brieven aan de Commissie van Binnenlandsche Correspondentie, 1799 Februari 21-September 30. 8 stukken.
1640-1642 Resolutien van de curatoren en den schoolraad, 1636-1878. 3 folio banden.
1655 Inventarissen van de meubelen en andere voorwerpen van het Fraterhuis en rollen van de daar wonende studenten, (c. 1745)-1751.
1660 Rekeningen van ontvangsten en uitgaven van de scholarchen, 1732-1815 en van curatoren, 1816-1878.
1663 Staat van ontvangsten en uitgaven in 1814. Klad.
1685-1687 Archivalia van de regenten van de school der godshuizen en der diaconie.
1697 1663/64-1712/13, afgehoord 1664 December 6-1713 December 6.
1733-1749 Archief van het Sint Jorisgilde of de Sint Joris-broederschap.
1888 Rentebrieven van het Sint Quirijns- of Meigilde, 1519 Februari 14 en 1618 April 28. 2 charters.
1890-1898 Archief van het Sint Annagilde.
1899-1902 Archief van het H. Kruisgilde.
1903-1908 Archief van het H. Sacramentsgilde.
1929 Naamlijsten van gildebroeders, 1565-1672 en van gildemeesters, 1600-1671.
1934-1935 Archivalia van het Minderbroedersklooster.
1936-1938 Archivalia van het Sint Agnieten-klooster.
1939 Oorkonde der wijding van het altaar en het kerkhof van het Fraterhuis, 1459 April 6. 1 charter.
1940-1949 Archivalia van de Commanderij Sint Jansdal of 's Heerenloo.
1980 "Beschrievinghe van Harderwijck bij Dr. Arent van Slightenhorst opgesteld.".
1987 Instructie van dijkgraaf en heemraden van de Arkemehen. Auth. afschrift, 1688 April 27.
1993 "Gereformeerde willekeuren ende stadtrechten van Harderwijck", Zonder datum en van 1539 tot 1734. 1 band, folio.
1995-1996 Handschriften afkomstig van Mr. H. van Westervelt. 2 banden.
1997 Een band in 4° formaat, bevattende afschriften, vervaardigd (c. 1760) van de volgende stukken :
a. willekeuren met additioneele artikelen en aanteekeningen van 1593 tot 1702 (fol. 1-54), (zie nrs. 161-163, 2000, 2002 en 2003); b. brieven betreffende kwesties over het erfhuisrecht, 1469-1686 (fol. 57-80. (zie nrs. 96-100 en reg. nrs. 533, 1007, 1011, 1015 en 1033); c. reglementen en instructiën van stedelijke instellingen en officianten, 1556-1764 (fol. 80-253 en 308), (reg. nr. 976), (zie inv. nrs. 38 en 39); d. ampliatie van den gildebrief der schippers, dragers en bootschuivers, 1643 Februari 1 (fol. 176 -180), (zie nrs. 1718, 1721 en 1725); e. gildebrief van de wagen- en karrevoerders, 1620 September 4, herzien en verbeterd 1708 Juli 4 (fol. 192-200), (zie nr. 1724); f. resolutie waarbij de schippers-, voerlieden- en burgergilden bevoegd worden verklaard gemeenslieden te nomineeren, 1706 Januari 15 (fol. 200 en 201), (zie de noot bij nr. 1724 en nr. 2001); g. leges et statuta illustris academiae ducatus. Gelriae et comitatis Zutphaniae, 1648. Gedrukt 1727. (tusschen fol. 254 en 255), (zie nr. 656); h. verdrag en aanteekeningen rakende de geschillen van den Magistraat met de professoren van de academie, 1709-1734 (fol. 255-259), (zie nr 667); i. "scholastica": (resolutien betreffende de school, 1612-1708 (fol. 285), (zie nr. 642); j. conditiën der verpachtingen van de stadslanderijen, imposten, tienden, cijnzen en andere renten, 1699-1760 (fol. 292-305 en 308-311), (zie nr. 476); k. conditiën der aanbestedingen van werken aan wallen, slooten, wegen, grachten en plantagiën, 1699, 1765 (fol. 306-308, 311 en 312), (zie nrs. 476 en 537-543).
2003 Willekeuren en statuten, beginnende den 11en Juni 1602. Hs. 17e eeuw.
2004 "Willekeuren und statuten der stadt van Harderwijck die men alle jaren met den vuyrspraecke (Noot: Vuyrspraecke = stadsprocureur) afleest, ute voorgaande mitte daarin gelegene additiën ende correctiën gecolligeert ende in meerdere capitibus gesubdividiert". Hs, 1700.
2007 Leen- en pachtbrieven van den Ruitenborgertiend in de buurtschap Hoorn onder Heerde, 1643, 1649 en 1713.
2012 Album amicorum van Hermanus Winhoff, 1571-1585. 1 bandje, 12°.
2013-2061 Adversaria van Dr. Ernst Brinck. 46 banden
2082 Privilegiebrieven, keuren en andere acten in hoofdzaak betreffende Amsterdam, Hs. 16e eeuw. 1 kl. folio band geb. in perkament, 126 en 144.).
16 1303 September 11
Schepenen en Raad nemen aan in oorlogstijd aan de graven van Gelre te velde, wekelijks 3 karren visch en bij hun verblijf in de stad een gerecht van visch te leveren voor het van graaf Reinald verkregen recht van telvisch. Datum anno Domini 1303, 4a feria post nativitatum Mariae.
107 1386 April 2
Schepenen en Raad maken bekend, dat zij in de kerspelkerk een nieuw altaar hebben gesticht ter eere van Sint Made, Sint Johannes baptist, Sint Johannes evangelist, Sint Maria Magdalena en Sint Katharina, waaraan zij, het gilde van de zeevarende kooplieden, Nenneke Cloets en andere met name genoemde personen de achter hunne namen vermelde renten hebben geschonken. Zij verzoeken Florens, bisschop van Utrecht, deze stichting te bevestigen.

Ghegheven int jaer ons Heren dusent drie hundert soesse ende tachtentich des Mandaghes naest den Soendage Letare Jherusalem.
461 1492 januari 13
Schepenen en Raad oorkonden, dat Evert Doop, een dienst van wekelijks 3 missen heeft gesticht op het Vier gecroenden en Sint Thomasaltaar in den toren van de O.L. V rouwe-kerk en dat zij daarvoor eenige renten heeft geschonken o.a. uit den Fraterskamp aan den Hierderweg, onder voorwaarde dat haar erfgenamen en de gildemeesters van de vicarie collaters zullen zijn en dat de missen worden opgedragen door een van haar bloedverwanten, door een daartoe bekwaam kind van een gildebroeder of, bij ontstentenis, door iemand anders, mits hij geen bastaard, voleur, dobbelaar of drinker is.

Gegeven in den jaere ons Heren dusent vier hondert twe ende tnegentich in profesto Pontiani.
482 1497 April 28
Evert Dop heeft, ten overstaan van (de schepenen) Goessen van Vanevelt en Jacop van Harderwijck, vermaakt: a. renten o.a. uit het huis genaamd die Roese in de Hogestraat voor eene wekelijksche mis op het altaar de vier gecroenden ; b. eene rente uit het huis genaamd Onder den wijngaart voor haar jaarlijksche memorie; c. aan Katharina Oloffs het kamertje waarin zij woont, dat de vier pastoors later aan eene eerbare juffer of weduwe tot woning zullen begeven en d. aan haar nicht Griete Witzems te Zwolle 50 gouden rijnsche guldens gevestigd op het door testatrice bewoonde huis in de Donckerstraat.

Actum dess Vridages post Merci evangeliste anno etc. XCVII.
533 1513 Mei 4
Burgemeesters, Schepenen en Raad verzoeken aan hunne ambtgenooten te Zutphen, te bevorderen, dat het erfhuis van wijlen Goessen Rijcksen en zijn kind, waarover zij ook aan den drost van de Veluwe Gerrit van Scherpenzeel genaamd Palinck hebben geschreven, door den Hertog, in het belang van Harderwijck en haren burger Wouter Putten, wordt verklaard te zijn gevallen binnen deze stad.

Geschreven in profesto assencionis Domini anno 1513.
976 1556 November 26
Burgemeesters, Schepenen en Raad bekrachtigen een reglement, waarnaar de weesmeesters, regenten of curatoren zich in het beheer van het weeshuis moeten gedragen.

In den jaere onses Heeren vijftienhondert ind ses ind viftich postridie D. Catarine virginis et martyris.
1007 1561 Januari 18
Burgemeesters, Schepenen en Raad waarschuwen Joachim Berents de nalatenschap van zijne te Harderwijck overleden moeder niet te aanvaarden of te gebruiken, vóórdat hij aan het stadserfhuisrecht heeft voldaan en met zijne mede-erfgenamen een verdrag heeft gesloten.

Geschreven den 18 Januarij anno 1561.
1011 1561 April 28
Kanselier en Raden dragen aan Willem van Scherpenzeel, drost van Veluwe, op, aan Burgemeesters, Schepenen en Raad van Harderwijck kennis te geven, dat het goed Boeschoten, dat Joachim Berents van der Nijkerck zich aanmatigt te gebruiken, leengoed is en dat zij, die hem de possessie ervan willen betwisten, dit volgens het leenrecht moeten doen.

Geschreven tot Arnhem den XXVIIIen Aprilis XVc LXI.
1015 1561 October 7
Kanselier en Raden gelasten nogmaals aan Willem van Scherpenzeel, drost van Veluwe, te beletten, dat Joachim Berents van der Nijkerck de nalatenschap zijner moeder en Griete Pesel, weduwe van Gerrit Otten, de goederen van haren man aanvaarden, vóór dat zij aan het erfhuis- of "voorvancksrecht” te Harderwijck hebben voldaan.

Geschreven ‘t Arnhem den 7 October 1561.
1033 1562 October 6
Kanselier en Raden bevelen aan den drost in de Veluwe de goederen van Joachim Berntsioon in "toeslach” te leggen en te houden, totdat hij te Harderwijck een "vurfanck” gesteld heeft of blijkt, dat hij van de nalatenschap zijner moeder alleen leengoederen bezit en gebruikt.

Geschreven tho Arnhem den VIen October XVc LXII.