Uw zoekacties: Zoeken in Bestanden

Zoeken in Bestanden ( Het Utrechts Archief )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

beacon
5  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1997 Jaarboek 1997.
Titel:
Jaarboek 1997
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1997
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 1997.
Pagina:
33
Volgnummer:
34 van 306
opleveren. Uiteraard dachten de bewoners van die oorden daar heel anders over. 24 Es, Van, e.a ., 1988, kaart op p. 87. Het aantal beschikbare gegevens is sinds die tijd natuurlijk wel uitgebreid, al lijkt het beeld voor de Heuvelrug in essentie niet veel veranderd te zijn. 25Zie Graafstal, 1996 26 Zie voor een recente stand van zaken Es, Van, en Hessing, 1994. 27 Prehistorische bewoning in het veen vond onder meer plaats op Voorne-Putten, in Delfland, Schieland en in de Assendelver Polder; in al deze gevallen bleek bij inventarisatie en onderzoek dat dit onder gunstige omstandigheden populaire vestigingsplaatsen waren. 28 Zie De Zwarte, 1982. Recentelijk zijn er bij verkenningen in het kader van de verbreding van de A2 ook sporen uit de Late Ijzertijd aangetroffen bij Breukelen (mededeling J. P. ter Brugge). 29Mondelinge mededeling S.G. van Dockum. 30 Mondelinge mededeling J. P. ter Brugge. Overigens moet een inventarisatie niet alleen intensief, maar ook volledig zijn om voledige zekerheid te bieden. Zo werd bij de verkenning langs de Oude Rijn niet gekarteerd in het veen buiten de oeverwalzone (mondelin- ge mededeling S.G. van Dockum). Het kaartje suggereert dat men het veen angstvallig meed - wat een vertekend beeld kan zijn. 31 Zie voor de moeilijke herkenbaarheid en datering van (Late) Ijzertijdvindplaatsen Willems, pp. 223-232. 32 Mondelinge mededeling W.A.M. Hessing. 33Informatie uit het Centraal Archeologisch Archief van de ROB, Amersfoort. 34Zie ook Willems, 1986, 96, over vindplaatsen 10-15 bij Rhenen. 35M. Krauwer in: Hegener, 1995, 69. 36Zie Reusink, 1988. 37Roymans, 1992, 84. 38Zie Dockum, Van, en Van Rooijen, 1996. 39 Zie Engen, 1996. Vindplaatsen uit de Ijzertijd lijken zich vooral te bevinden onder engen aan de zuidwestelijke voet van de Rug, bij Leersum en Rhenen. 40Es, Van, en Hessing, 1994, hoofdstukken 2 en 3. 41Tent, Van, 1978. 42Van Es in: Es, Van, en Hessing, 1994, 26. 43 Ibidem, 35. 44 Zie voor deze bewoningsfase van De Horden Van Es in: ibi
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 06-06-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1997 Jaarboek 1997.
Titel:
Jaarboek 1997
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1997
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 1997.
Pagina:
32
Volgnummer:
33 van 306
De auteur bedankt bij deze drs. S.G. van Dockum, drs. W.A.M. Hessing en drs. J. P. ter Brugge, allen werkzaam bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort, en drs. S.L. Wynia, Archeologisch Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam, voor hun bereidwillig gegeven adviezen, informatie en commentaren. ie voor verwijzingen en een gedetailleerd verslag Es, Van, 1981, 35-36. an Es merkte al terecht op: '(47 n.Chr.) suggereert als zo menig jaartal een te grote precisie. In feite is de terugtocht van het leger ( ... ) en de inrichting van de rijksgrens als een defensieve vestinggordel natuurlijk een proces van jaren geweest' (Es, Van, 1981, 94) L.R.P. Ozinga en M. D. de Weerd (Ozinga e.a ., 1989, 41) spreken van een inrichting van het fort te Utrecht 'omstreeks het jaar 50', in verband met Corbulo's terugtocht in 47; Van Dockum (Bechert en Willems, 1995, 85) laat het fort 'rond 47' stichten. Het scheelt maar drie jaar, maar een datering 'rond 47' suggereert toch de te grote precisie waar Van Es op doelde. Wij zouden zeg- gen: 'kort na 47' of 'rond 50'. ergelijk bijvoorbeeld de beschrijving van Vechten in Van Es, pp. 87-89, met die van Polak, pp. 3-7. e bijv. Roymans en Derks, 1994, 17-19. an Es in: Es, Van, en Hessing, 1994, 22. idem, en Dockum, Van, en Van Ginkel, 1993, 28-30. ondelinge mededeling W. Hessing. Tegenwoordig worden de eerste acties van Drusus vanaf Nederlands grondgebied in 14 v.Chr. gedateerd; de Romeinse Tijd begint dus in ons land iets eerder dan de gebruikelijke tijdbalken aangeven. Beschouwingen over de aanwezigheid van Germaanse en Gallische stammen in ons land zijn te vinden in Van Es, 1981, 22-28; Van Es in: Es, Van, en Hessing, 1994, 22; Es, Van, en Hessing, 1997. Veelzeggend over de uiteindelijke ongewisheid van de stamgebieden is een citaat uit dit laatste werk: 'Tot welke stam of stammen de bewoners van de latere provincie Utrecht gerekend worden, ver- telt de overlevering niet. Op basis van Caesars opmerkingen is het m
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 06-06-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1963 Jaarboek 1963.
Titel:
Jaarboek 1963
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1963
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 1963.
Pagina:
88
Volgnummer:
92 van 198
Boslust vertoont nog een zeer onregelmatig oppervlak. Om- gekeerd ziet men, dat de heer van de Haar een deel van zijn vroeger bouwland in parkbos heeft omgezet. Het Vijverbos in de Breudijk bij Harmelen, waarvan het kleicontract van 1717 als bijlage 20 van mijn stencil is opge-nomen ( opgenomen ) en dat na het aftichelen en uitzanden in desolate toe-stand ( toestand ) is achtergelaten en voor zover mogelijk met bos beplant werd, is bos gebleven. De reden is, dat het boezemland is en dus geen profijt had van de verlaging van het polderpeil. Het is in die streek een fraai geheel geworden en enkele jaren geleden aangekocht door het Utrechtse Landschap om als natuurreservaat in stand gehouden te worden. Hierop is met recht van toepassing een uitspraak van Ir. Ter Brugge in een voordracht (opgenomen in het tijdschrift Klei 1954) luidende „Doordat verjaarde tichelputten op de duur transformeren tot natuurgebied, moet „Landbouw“ dan ten tweede male het hoofd in de schoot leggen". Wanneer we echter terug zien op de eeuwenlange bedrijvige tichelindustrie in het Oude Rijnge- bied moeten we constateren, dat er op den duur zeer weinig onland is ontstaan en gebleven. Mens en natuur hebben sa- mengewerkt om de schade te herstellen. Wel is door het aftichelen en andere invloeden het bouwland langs de Oude Rijn vrijwel verdwenen en heeft het plaats gemaakt voor wei-land ( weiland ) en tuinland.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 06-06-2024
 totaal 1 bestand