Testament van Henric Schut van Cleef, kanunnik van het kapittel. (Beschadigd.)

Notariëele akte, waarbij Ghijsbertus de Brederoede, kanunnik ten Dom, erkent, dat hij in de twisten na den dood van bisschop Roedolf van Diephout, als Domproost en elect, uit het ten bate van den hertog van Cleef door de drie Staten goedgekeurde, dach nog niet geheel geïnde morgengeld, krachtens procuratie van den hertog gelicht heeft 2000 Rijnsche guldens, - en belooft aan de stad Utrecht authentiek afschrift van deze procuratie te zullen leveren en haar voor het lichten dezer gelden schadeloos te zullen houden.

Willem van Cleef Gijsbertsz. erkent ontvangen te hebben van Geerlof van Meaus en van den rentmeester Jacob van Mambuyge 44 Rijnsche guldens wegens een huis in de Vorderstraet (te Wijck), door hem aan den bisschop verkocht (voor 84 Rijnsche guldens).