Uw zoekacties: Zoeken in Bestanden

Zoeken in Bestanden ( Het Utrechts Archief )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

beacon
14  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Organisatie: Het Utrechts Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1988 Maandblad 1988.
Titel:
Maandblad 1988
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1988
Ga naar dit stuk:
Pagina:
72
Volgnummer:
94 van 312
Op 2 juli zullen wij onze schreden richten naar het westen van de provincie Noord-Brabant. Aan de oevers van de Oosterschelde ligt de stad Bergen op Zoom, in de middeleeuwen als voorhaven van Ant-werpen ( Antwerpen ) een centrum van wol- en lakenhandel. Door haar strategische ligging was Bergen op Zoom ook een vestingstad. Hoewel een Franse beschieting in 1747 grote ver- woestingen aanrichtte, zijn er nog vele monumenten uit eerdere perioden bewaard gebleven. Het programma voor deze dag ziet er in grote lijnen als volgt uit: 10.00 uur: verzamelen voor het station van Bergen op Zoom (voor diegenen die het openbaar vervoer verkiezen: wij vertrekken om 8.17 uur naar Rotter-dam, ( Rotterdam, ) overstap 9.02 uur aldaar, aankomst Bergen op Zoom 9.53 uur). De ochtend besteden wij aan een stadswandeling, die ons onder meer zal voeren langs het laat-middel- eeuwse raadhuis, de 15e eeuwse stadspoort annex gevangenpoort en 18e eeuwse militaire bouwwer- ken. Tegen de middag worden wij verwacht in de Gertru- diskerk, een bouwwerk dat tot stand gekomen is o.l.v. Antonis Keldermans. Daarna gebruiken wij de koffietafel in een sfeervolle ambiance: in een van de oudste „,steenhuizen“ van Bergen op Zoom - nu ingericht als restaurant - staat de lunch voor ons gereed. Na deze versterking van de inwendige mens zullen we de unieke laat-15e eeuwse Markiezenhof bezichti- gen, het stadspaleis van de latere markiezen van Ber-gen ( Bergen ) op Zoom. Het gebouw is nu in gebruik als ge- meentemuseum. Tegen 17.00 uur zullen wij de stad weer verlaten, zo- dat we om ca. 18.30 uur in Utrecht arriveren. Aanmelding: vanaf 20 mei 1988 door het toezenden van een briefkaart aan mevrouw I. van den Broek, Herderlaan 10 II, 3533 BJ Utrecht, onder gelijktijdige overmaking van een bedrag van f 26, - op giroreke- ning 56066 van de penningmeester van Oud-Utrecht te Utrecht. In dit bedrag zijn begrepen: de toe- gangsprijzen voor de diverse gebouwen, de lunch en een consumptie 's morgens e
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1985 Maandblad 1985.
Titel:
Maandblad 1985
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1985
Ga naar dit stuk:
Pagina:
237
Volgnummer:
243 van 314
bleef men meestal in de nederzetting zelf wonen en vindt men in het gunstigste geval verspreide boerderij- en in de ontginningseenheden. Sommige eenheden blijven de gehele middeleeuwen door onbewoond. Vergroting van het landbouwareaal en bevolkingsuit- breiding hebben met elkaar te maken en zijn oorzaak en gevolg zoals de kip en het ei. Voor wat bestaande dor-pen ( dorpen ) betreft is het niet mogelijk de uitbreiding van de bevolking te meten, wel is het aantal parochies in de ontginningsperiode vermeerderd. In de 12e eeuw ont- staan er parochies in Schalkwijk, Nederlangbroek en waarschijnlijk in Tull en in de 13e eeuw in Leersum, Bunnik, Odijk en 't Waal. Vechten en 't Goy moeten het met een kapel blijven doen. Wij mogen aannemen dat de welvaart van de bevolking door de ontginning is toegenomen. Vergroting van de bedrijfseenheden in de kleinschalige ontginningen zal hebben bijgedragen tot verhoging van de sociale status van de bewoners van de oude nederzettingen. De toevloed van de vrije kolo- nisten in de onmiddellijke omgeving heeft de evolutie van de juridische status van onvrijen naar vrijen onge- twijfeld beïnvloed. En wat de kolonisten zelf aangaat, zoals altijd en overal zal de één beter hebben geboerd dan de ander, maar de bouw van de steenhuizen in de vorm van woontorens in de Langbroekse ontginning, meestal vlak naast de oorspronkelijke boerenwoning, duidt op een meer dan gewone welvaart. In de tweede helft van de 13e eeuw is men daarmee begonnen en hoewel onder de initiatiefnemers daartoe zich ministe- rialen hebben bevonden, betreft het in de 14e eeuw toch in de meeste gevallen oorspronkelijke boerenfa- milies, die de huizen in bezit hebben. Een indirekt gevolg van de ontginningen is de dijkaan- leg geweest of liever de verhoging van de voorkaden van de ontginningseenheden langs de Lek tot een slui- tende dijk, die het achterliggende land beschermde. Zolang alleen de stroomruggen bewoond waren, was
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1981 Jaarboek 1981.
Titel:
Jaarboek 1981
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1981
Ga naar dit stuk:
Pagina:
67
Volgnummer:
68 van 388
ren bemiddeld. In 1330 blijkt de bisschop van Utrecht een bedrag van ruim 335 pond geleend te hebben van Pontiaan van den Zijl. Gerrit van den Zijl is hiervoor één der borgen van de bisschop. Daarnaast is hij ook borg voor een schuld, die de bisschop heeft aan Jan van Hamert 25). De basis van de maat- schappelijke status van de familie werd gevormd door het grondbezit, waar- van wij de omvang niet kennen, doch dat gekoncentreerd was in Langbroek en in mindere mate in Cothen. Tot de bezittingen behoorden ook lenen, voor- namelijk van de domproost en de heer van Abcoude. Op het eind van de eeuw en vermoedelijk al eerder waren drie woontorens aan de Langbroeker- wetering in handen van de Van Zijlen: Lunenburg, Noordwijk en Sandenburg en ook de families Van Hardenbroek, Pawe en Van Woudenberg, waarmee zij verwant waren, bezaten zulke steenhuizen. De juridische status van de Van Zijlen is, zoals van zovele geslachten, die in de late 13e en 14e eeuw in de bronnen verschijnen, ondoorzichtig. Naar feodaal criterium mogen zij als rid- dermatigen worden gekwalificeerd. Arend van Lunenburg jr. behoort tot de leden van de ridderschap, die de zg. Stichtse Landbrief van 1375 van bisschop Arnoud van Horn bezegelen 26). Verschillende leden van het geslacht worden aangeduid als schildknaap (knape, famulus), Arend van Lunenburg sr. zelfs als ridder (miles) 27). Met oude geslachten van edelen en ministerialen als Uten Goye, Van Wulven, Van Vechten, Van Overdevecht, Van Schalkwijk en ande- re kunnen zij zich in aanzien en afkomst niet meten, en in tegenstelling met huns gelijken als de Van Hardenbroeks, de Van Hindersteins en andere fami-lies, ( families, ) die in de loop der volgende eeuwen gerekend kunnen worden tot de dan meer en meer omlijnde stand der Stichtse ridderschap, vervallen de Van Zij- len in de loop van de 15e eeuw vrij snel tot gewone boeren en poorters van de steden Utrecht en Wijk bij Duurstede 28). De funkties, die de Van Zijlen in de 14e eeuw bekleden, zijn
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief