Uw zoekacties: Zoeken in Bestanden

Zoeken in Bestanden ( Het Utrechts Archief )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

beacon
141  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2003 Jaarboek 2003.
Titel:
Jaarboek 2003
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
2003
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 2003.
Pagina:
162
Volgnummer:
163 van 250
10. Gysseling en Koch, ed ., 1950, I, nr. 178 (8-7-777). 11. Dekker, 1987, 115. 12. Ibidem, 136, 137. De Monnikewetering werd in de 16e eeuw verbreed en stond sindsdien bekend als Schoonbekergrift. 13. OSU, II, nr. 543 (1200). 14. OSU, II, nr. 947 (28-3-1240). Over de inhoud van de overeenkomst, Dekker, 1987, 133, 134. 15. OSU, Il, nr. 572 (1206), nr. 590 (1209). 16. Filips van Rijningen komt voor het eerst voor in 1235, OSU, II, nr. 883 (19-5-1235), later soms samen met zijn broer Otto, II, nr. 1134 (19-7-1247), ( (197-1247), ) nr. 1174 (8-7-1248), voor het laatst, met zijn zoon Elias en met Otto, IV, nr. 1791 (1270). 17. Deze oorkonde komt niet voor in OSU, maar is afgebeeld met transcriptie in Dekker e.a ., 1992, nr. 24. 18. Jan van Rijningen, OSU, IV, nr. 1794 (26-2-1271), Jan van Woudenberg, OSU, V, nr. 2935 (29-9-1299). Over de familie Van Rijningen/Van Woudenberg Dekker, 1987, 126-130. 19. Muller, ed ., 1917-1922, nr. 728 (14-4-1336). 20. Agnes van den Berge maakte zich toen druk om haar lijftocht, waaruit afgeleid mag worden dat zij weduwe was, NA, Nassause domeinen, Il, nr. 774 (23-6-1339). 21. Schilfgaarde, Van, 1949, Il, regest nr. 128 en nr. 129 (18-6-1341). 22. Voor Zeist Hinsbergen, Van, ed ., 1957, I, 54 (21-2-1359, Jan van Woudenberg), 60 (27-5-1368, Otto van Woudenberg), 65 (10-9-1369, Elias van Woudenberg). Over Otto van Woudenberg, die getrouwd was met Zwaneld van Zijl en op een steenhuis in Langbroek woonde. Dekker, 1981, 71, 72. 23. Rutgers, 1970, 51-54, 60, 76-78. 24. Wij hebben alleen oorkonden over de opdracht van het kasteel van Woudenberg met toebehoren door Jan van Culemborg ten behoeve van Gijsbert van Abcoude, Muller, ed ., 1917-1922, I, nr. 874 en nr. 875 (1-10-1352), maar wij nemen aan dat hij ongeveer tege- lijkertijd ook afstand van zijn andere goederen in Woudenberg heeft gedaan. Gijsbert van Abcoude komt voortaan voor als heer van Woudenberg en van Culemborgs bezit in Woudenberg wordt niets meer vernomen.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2003 Jaarboek 2003.
Titel:
Jaarboek 2003
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
2003
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 2003.
Pagina:
130
Volgnummer:
131 van 250
teel en ander goed een leenverhouding met deze graven aangingen. Ook de Van Rijningens bonden zich op deze wijze zowel aan de graaf van Gelre als aan de graaf van Holland voor hun goederen bij Wijk, in Langbroek en in Zeist 30. Een opdracht van het huis Woudenberg aan de graaf van Kleef past geheel in dit politieke kader. Jan van Rij- ningen maakte tot 1271 deel uit van de Kleefse ministerialiteit en wordt dan bovendien door graaf Dirk van Kleef 'consanguineus', bloedverwant, genoemd 31. Het is verleidelijk de opdracht van het kasteel Woudenberg en het zich begeven in de Kleefse ministeria- liteit door Jan van Rijningen met elkaar in verband te brengen. De opdracht zou dan hebben plaatsgevonden vóór 1271, ongeveer in dezelfde tijd als waarin andere goederen door de Van Rijningens aan de graven van Gelre en Holland werden opgedragen. Dat de aan het kasteel verbonden jurisdictie - lees de jurisdictie over Woudenberg - mede werd opgedragen, wekt bevreemding. De Van Rijningens zullen het overheidsge- zag toch niet als eigen goed ('allodium') hebben bezeten zoals het kasteel, maar als bis- schoppelijk leen. Het kasteel konden zij opdragen aan wie zij wilden, maar voor de rechtsmacht gold dat niet. Dat die mede werd opgedragen, zal echter in de tijd van gro-te ( grote ) zwakte van het bisschoppelijk bestuur niet direct zijn opgemerkt en niet tot tegen- maatregelen van bisschoppelijke zijde hebben geleid. Waar bij de meeste bisschoppelij- ke lenen rechtsmacht en tienden (en tijnzen) hand in hand gingen, betrof het leen dat de heren van Woudenberg van de bisschop hielden, voortaan alleen de tienden en werd de rechtsmacht van de graaf van Kleef gehouden. In de lijst van lenen van de heer van Abcoude uit ca. 1380 komen als bisschoppelijk leen dan ook alleen de tienden 'tot Woudenberch ende in 't Wout' voor (dus rond de nederzetting en in het na 1240 ont- gonnen gebied), maar niet de rechtsmacht. Een latere lijst van lenen van de heer van Abcoude uit 1417 of later, noe
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand