3 brieven
sorteren op:
83 Verzameling kerkelijke historie 1706-1739
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk III (fol. 2282r-2287r)
De Lacose, 14 juni 1728
Datering:
14 juni 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
De Lacose
Incipit:
Je suis très mortifié
Inhoud:
Hij verontschuldigt zich niet eerder aan het verzoek van de aartsbisschop omtrent Van Espen voldaan te hebben. Hij heeft de brief van de aartsbisschop aan Van Espen overhandigd. Daarna is hij naar de deken gegaan om ook hem de brief te overhandigen. Hij trof daar Cinq en Vereels om van Espen een rekest, gericht aan de keizer, te laten tekenen. Zij verwachten daar veel van. De briefschrijver meent dat, zonder die stap en die valse hoop, het niet moeilijk zou zijn geweest Van Espen over te halen om naar Holland te komen. De deken zou zich daar niet tegen verzetten, maar hem er ook niet toe aanzetten om niet de schijn te wekken de last op een ander te schuiven. De briefschrijver heeft verschillende gesprekken met Van Espen gehad over de rentekwestie. Van Espen schijnt de mening van de Leuvense doctoren te volgen, dat het om een zeer penibele zaak gaat die zeer dikwijls misdadig is. De schrijver meent dan ook, dat de aartsbisschop Van Espen voor zijn standpunt kan winnen, als hij eenmaal in Holland is (2284r).
Geadresseerde:
C.J. Barchman Wuytiers
Ontwikkelingsstadium:
origineel
Ga naar dit stuk:
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 12-07-2010
83 Verzameling kerkelijke historie 1706-1739
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk XV (fol. 2365v-2377)
Z.B. van Espen, 19 mei 1728
Datering:
19 mei 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
Z.B. van Espen
Incipit:
Plures personae
Inhoud:
Over de rechten van het Utrechtse kapittel sede vacante (2371r).
Geadresseerde:
Van Erckel
Ontwikkelingsstadium:
afschrift door Viaixnes
Ga naar dit stuk:
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 12-07-2010
83 Verzameling kerkelijke historie 1706-1739
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk III (fol. 2282r-2287r)
Z.B. van Espen, 10 april 1728
Datering:
10 april 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
Z.B. van Espen
Incipit:
Quanto me affectu prosequatur
Inhoud:
Van Espen betreurt het, dat de controverse tussen Barchman en de clerus aangaande de reditus utrimque redimibiles seu cambia sicca nog niet geluwd is. Hij is van mening, dat men in deze kwestie zeer omzichtig te werk dient te gaan, vooral in Holland, waar de handel een hoge vlucht heeft genomen en de praktijk van de rente algemeen is en door de overheid schijnt te zijn goedgekeurd. Ongeveer twintig jaar geleden was er door de bisschop en anderen van de clerus in deze kwestie om raad gevraagd aan de Leuvense doctoren Van Vianen, Huygens, Steyaert, Opstraet en Van Espen zelf. Hij herinnert zich, dat men toen tot de conclusie kwam dat de rentepraktijk, vooral onder handelslui, tegenwoordig niet als woeker kan worden aangemerkt en gedoogd kan worden. Dit houden de Leuvenaren nu nog en Van Espen is het daar mee eens. Hij verzoekt Barchman dan ook dringend in deze kwestie niets definitiefs te beslissen en zeker niet tegen het kapittel in te gaan. Indien er echter, na vriendschappelijk overleg tussen de aartsbisschop en de clerus, nog moeilijkheden resten, zal hij zijn eigen mening openbaar maken. Hij meent nu reeds gemakkelijk te kunnen aantonen, dat die rentecontracten niets anders zijn dan afspraken zoals die voor hypotheken voor huizen e.d. (2285r).
Geadresseerde:
C.J. Barchman Wuytiers
Ontwikkelingsstadium:
origineel
Ga naar dit stuk:
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 12-07-2010