Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II') ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
2. Archieven van regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1863 (1865)
2.4. Archief van de Bank van Lening
2.4.6. Aanhangsel tot het archief van de Bank van leening
2.4.6.1. Toelichting
709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inventaris
2. Archieven van regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1863 (1865)
2.4. Archief van de Bank van Lening
2.4.6. Aanhangsel tot het archief van de Bank van leening
2.4.6.1.
Toelichting
Organisatie: Het Utrechts Archief
In het archief der bank van leening bevinden zich in tal van octrooien en andere stukken betreffende de banken te Utrecht en elders. Blijkbaar is door de bankhouders de gewoonte gevolgd om dergelijke stukken aan hunne opvolgers over te geven. Zoo zullen deze octrooien enz. in 1719 aan het weeshuis zijn aangekomen, toen dit het octrooi tot het houden der bank ontving.
Tal van stukken dragen een dorsalen titel van eenzelfde hand; zij zijn dus alle in het bezit van één persoon. Wie dit was is niet bekend, zoodat zij niet kunnen worden gebracht op zijn naam. Wellicht was het een bankhouder uit de tweede helft der zeventiende eeuw, die door relatie de stukken had ontvangen, of een familielid van een Utrechtsen bankhouder (b.v. mr. Justus Kriex). Doch de mogelijkheid is evenmin uitgesloten, dat het een der Utrechtse theologische professoren was, die zich in het midden der zeventiende eeuw warm maakte over de banken van leening in het algemeen en over de toelating der aan banken verbonden tot het Avondmaal in het bizonder.
De in deze afdeeling aanwezige stukken zijn door mij gesplitst in drie rubrieken: a. Stukken betreffende de bank van leening te Utrecht vóór 1719 en stukken afkomstig van houders dier bank, b. Stukken afkomstig van houders der banken van leening in Nederland buiten Utrecht vóór 1719, en c. Stukken betreffende de banken van leening in het algemeen, waarbij een paar stukken betreffende buitenlandsche banken zijn opgenomen. Waarschijnlijk zijn de stukken, vermeld sub b. en c. door Utrechtse bankhouders in het archief van het weeshuis gekomen.
De stukken in de rubriek Stukken betreffende de Bank van Leening te Utrecht vóór 1719 en stukken afkomstig van houders dier bank zijn zoveel mogelijk verdeeld over de bankhouders, van wie wij zeker of waarschijnlijk afkomstig zijn. Zij betreffen echter niet alleen de Utrechtse bank doch ook andere banken, wanneer n.l. de octrooien tot het houden dier banken waren verleend aan Utrechtse bankhouders of hunne familieleden, of wanneer dezen anderen waren opgevolgd in dergelijke octrooien. Het vermoeden is dan toch gewettigd, dat deze octrooien en andere stukken in het Weeshuis-archief zijn gekomen door vroegere Utrechtse bankhouders.
De rubriek Stukken afkomstig van houders van banken van leening in Nederland buiten Utrecht vóór 1719 bevat de stukken betreffende banken van leening in Nederland buiten Utrecht, waarvan niet met eenige waarschijnlijkheid is te vermoeden, door wien zij in het archief zijn gedeponeerd. Dezelfde onzekerheid bestaat ten opzichte van de stukken in de rubriek Stukken betreffende de banken van leening in het algemeen.
Hoe gaarne ik nu de bovengenoemde stukken met dorsale titels van den ongenoemde zou hebben vereenigd tot een afzonderlijke rubriek, practisch scheen dit niet uitvoerbaar. Het is toch absoluut onzeker, of hij niet wellicht meerdere stukken (misschien reeds door anderen of wel geheel niet betiteld) in zijn bezit heeft gehad; een onzekerheid te grooter, omdat zijn naam onbekend is. Was het een Utrechtse bankhouder, dan zou een dergelijke afsplitsing ook onjuist zijn, omdat dan toch de indeeling over de verschillende bankhouders zou moeten worden gevold, waarnaar ik thans de stukken indeelde. Daarom is volstaan met aanwijzing der stukken, die van dergelijken rugtitel zijn voorzien.
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1289-1863
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorende aan de stad ('Bewaarde Archieven II'), 1289-1863 (1947)
Auteur:
W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting
Datering toegang:
1917
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
79,5 m