Uw zoekacties: Archiefinventaris Fraters van Utrecht Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II') ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
709   Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inleiding
Inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
laatste wijziging 19-02-2024
9.005 beschreven archiefstukken
3.102 gedigitaliseerd
totaal 30.506 bestanden
Inventaris
1. Archieven van kerkvoogden van de Nederduits Hervormde Gemeente, 1292-1813 (1900)
1.1. Toelichting
1.2. Archief van kerkmeesters van de Buurkerk
1.2.01. Toelichting
1.2.02. Algemeene stukken en stukken betreffende den werkkring van de kerkmeesters en kerkdienaars
1.2.03. Stukken betreffende inrichting, uitrusting en onderhoud van het kerkgebouw
1.2.04. Stukken betreffende de goederen van de kerk
1.2.04.1. Financiën in het algemeen
43-43 Manualen van de inkomsten en uitgaven der kerk, 1420/21, 1487/88-1651/52 (met hiaten), 1790-1794, 1803-1806
44-44 Kladrekeningen van de kerkmeesters, 1541/42-1556/57, 1562/63-1567/68
44-x Kasboekjes van den kerkmeester der Buurkerk, 1790-1794, 1803-1807
45 Manuaal van de onveranderlijke inkomsten en uitgaven der kerk, 1552-1578
46 Manuaal van de oudeigens der kerk, 1590-1594, 1737-1824
47-47 Rekeningen van de kerkmeesters, 1435/36-1564/65 (met hiaten), 1568/69-1686/87, 1688/89-1748/49 (met hiaten), 1750/51-1809
47-47 Rekeningen van de kerkmeesters, dubbele exemplaren, 1489/90-1809 (met hiaten)
48 Rekening betreffende zeker werk, aan het kerkgebouw verricht, 1505
49 Rekening betreffende de vervaardiging van een altaarkleed en enige priesterkleederen, (1533)
50 Restant-lijsten van aan de kerkmeesters verschuldigde gelden, 1443-1453
50-x Akte, waarbij Dirck Aertsz. van Bueren gemachtigd wordt de achterstallige oudeigens, renten etc. van de kerk te innen, 1581
51-51 Acquitten, behoorende bij de rekeningen van de kerkmeesters, 1579-1807
52-52 Quittantie van Ghijsbert Henricssoen en zijn vrouw Dyewer voor de betaling door Baptiste Ziggier en zijn vrouw Clemeynse van de helft en door de Buurkerk en het St. Maria Magdalenaklooster van de wederhelft van een som van 100 Bourgondische schilden, 1461. Met schepenbrief waarbij Baptiste Sgigere en zijn vrouw Clemeys aan Diewer, dochter van Jan Dircssoen van Haerlem, deze 100 Bourgondische schilden vermaken, 1444, 1461
53 Twee quittanties van prioren van het Predikherenklooster voor de voldoening van 13 Arnhemse guldens, door de kerk jaarlijks aan het klooster verschuldigd, 1476. 1480
54 Twee quittanties van de zonen van Jan de Boel voor de voldoening door de kerkmeesters van een verschenen lijfrente, ca. 1490 en 1492
55 Quittantie van de gemeene vicarissen der Buurkerk voor de betaling door de kerkmeesters van de aflossing van eene rente van 3 pond 's jaars, hun verschuldigd voor de memorie van Goesen van der Meer, 1534 okt. 6 i
56 Quittantie van Thomas Coghen voor de ontvangst van 400 Carolusgulden uit handen van een der kerkmeesters, 1628. Hierbij verklaring van een der gerechtsklerken, dat Mechtelt Gosens van Buytendijck wed. Willem Croock in 1611 aan Lenert Kampenaar een huis aan de westzijde van de Choorstraat heeft getransporteerd en dat daarop sedert geen plechten gevestigd zijn, 1628
56-x Request van de kerkmeesters aan het Intermediaire gemeentebestuur, houdende verzoek van 1000 à 1200 gulden ten behoeve der kerk te mogen opnemen, ingewilligd, 1799
57 Rekeningen van den uitmaner van de oudeigens der kerk over 1783-1786
58 Rekening van een der kerkmeesters over het gelijkleggen en verhoogen van den vloer der kerk, 1793 (2 exemplaren)
58-x Kasboekje van den kerkmeester der Buurkerk van de ontvangsten en uitgaven wegens de verhooging der graven in de kerk, 1792/93
59-59 Register van de ontvangsten van den doodgraver wegens het begraven in de kerk en op het kerkhof, 1709-1730, 1735-1748, 1774-1783
60-60 Register van de ontvangsten van den doodgraver wegens het begraven in en het onderhoud van de graven en grafkelders, 1774-1805
61 Register van de ontvangsten van den doodgraver wegens het gebruik der lijklakens, 1712-1721, en wegens het luiden der klok bij begrafenissen, 1715-1720
62 Stukken betreffende een aan de beslissing van den Raad onderworpen geschil tusschen de kerkmeesters en den bidder Jan Janss. van Enschede wegens het verhuren door laatstgenoemde van een lijklaken ten nadeele der kerk en in strijd met de ordonnantie van, 1369, 1586
63 Accoord tusschen de vijf kapittelen en de kerkmeesters der Buurkerk over het recht op de lijklakens der personen, behoorende tot de immuniteiten der kapittelen en begraven in de parochiekerken, 1592. Afschrift
64 Insinuatie van wege de kerkmeesters aan 19 groefbidders, houdende verbod om dooden met het wit en zwart laken te begraven, voordat over den huurprijs van het laken met de kerkmeesters een accoord getroffen is, 1622
65-65 Stadbrief, waarbij Peter Gijsbertssoen en zijn vrouw Mechteld hunne na te laten goederen aan de kerk vermaken, 1467 (2 exemplaren). Hierbij eenige stukken op hunne nalatenschap betrekking hebbende, 1464-1483, 1467
66-66 Stadbrief, waarbij Peter Willemssoen en zijn vrouw Weyndelmoet aan de kerk 1/3 gedeelte van hun na te laten goederen vermaken, 1467. Hierbij eenige stukken op hunne nalatenschap betrekking hebbende, 1452-1524, 1467
67 Stadbrief, waarbij Alijt, weduwe van Hubert van Dorsschen, hare na te laten goederen aan de kerk vermaakt, 1490 jan. 26 i
68 Notarieele akte, waarbij Katherijn Petersdochter, weduwe van Mr. Claes Rutgerss, executeurs aanstelt van haar testament, waarbij zij de Buurkerk tot erfgenaam benoemt, 1494 mrt. 4 i
69 Akte, waarbij Wouter Evertsz. zich tegenover Korstijn, dochter van Dirck Spierinc, verbindt, om de helft van de goederen, haar aangekomen door den dood van haar neef Jan van Hamersteyn maar aan hem overgedragen, na den dood van de vruchtgebruikster, Jan van Hamersteyn's weduwe, wederom aan haar (Korstijn) of bij haar ontstentenis aan de Buurkerk te zullen overdragen, 1498 sept. 25 i
70 Notarieele akte, waarbij Arcka, dochter van Dirc Croll, bepaalt, dat haar nader aan te wijzen executeurs haar op papier geschreven testament moeten uitvoeren, als ware het in de onderhavige akte ingelascht, en dat zij bij gebreke van een dergelijk testament naar hun beste weten over hare goederen moeten beschikken ter bevordering van haar zieleheil, 1507 aug. 17 i
71-71 Testamenten van Dirck Dircssoen van Wamell en zijn vrouw Geertruyt, 1493-1511. Met stadbrief, waarbij het St. Barbara en St. Laurensgasthuis wederom aan Dirck Dircssoen van Wamell de goederen overgeeft, door hem in 1511 aan het gasthuis vermaakt, 1520
72 Stadbrief, waarbij Roeloff Denijssoen van Ortten, vice-cureit der Buurkerk, zijne na te laten goederen aan de kerk vermaakt, 1548 juli 10 i
73 Stadbrief, waarbij Thomas Dircssoen en zijn vrouw Gheertruyt elkander wederkeerig het vruchtgebruik van hunne na te laten goederen vermaken, 1499 sept. 26 i
74 Stadbrief, waarbij de Buurkerk en de Armen-noodhulp zich gerechtelijk in het bezit doen stellen van de goederen, hun door Katrijn, vrouw van Beernt Claessoen, vermaakt, 1513 aug. 31 i
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van 7 pond min 5 schellingen 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis aan de noordzijde van de Boterstraat, 1383, 1498
75-b Eigendomsbewijs van de helft van een rente van 4 stuivers 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis op den westhoek van de Hamsteeg, 1541 juli 12 i
75-c Eigendomsbewijs van een aan de kerk toebehoorende rente van 2 pond 's jaars, gaande uit een huis Onder de Handschoenmakers, 1483 jan. 23 i
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van 2 oude schilden 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis Onder de Handschoenmakers, 1438-1500
75-e Eigendomsbewjis van de helft van een rente van 5 pond en 5 schellingen 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis Onder de Handschoenmakers, 1508 nov. 23 i
75-75 Eigendomsbewijzen van de helft van een rente van 3 gulden 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis Onder de Handschoenmakers, 1513, 1543
75-g Eigendomsbewjis van een rente van 2 pond zwarte tournoisen 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een hofstede aan het St. Jacobsveld, 1343 mei 23 i
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van 1 pond 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis op het St. Jacobsveld aan de Koestraat, 1403, 1423
75-i Eigendomsbewijzen van een rente van 1 oud schild 's jaars, toebehoorende aan de kerk, gaande uit een huis aan de Lijnmarkt op den noordhoek van de Boterstraat, 1506 sept. 28 en 1508 aug. 17 i
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van 6 pond en 2 kapoenen 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit een huis aan de Neude, een van 4 pond en 2 kapoenen 's jaars, gaande uit een huis in de Potterstraat, een van 12 stuivers 's jaars, gaande uit een huis in de Schoutensteeg, een van 12 stuivers 's jaars, gaande uit een huis aan den Springweg, een van 28 stuivers 's jaars, gaande uit een huis in de Bakkersteeg, een van 29 stuivers 's jaars, gaande uit een huis van het convent van Abraham Dole en een van 18 stuivers 's jaars, gaande uit een huis aan het St. Catharijneveld, 1459, 1465, 1557 en 1585
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van 4 grooten en een van 2 pond 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit twee hofsteden in de Oudelle, 1414-1415. Met eenige stukken op deze hofsteden (en erop gebouwde huizen) en de eigenaars ervan betrekking hebbende
75-l Eigendomsbewijzen van een rente van 15 schellingen 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit een huis op den noordhoek van de Stroosteeg aan de Springwijk, 1419 juli 11 en 1419 dec. 24 i
75-m Eigendomsbewijs van een rente van 1 Rijnsgulden 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit het huis Koekelre (aan de Stadsplaats), 1479 april 4 i
75-n Eigendomsbewijs van de helft van een rente van 15 schellingen en ¼ hoen 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit een huis aan den Steenweg bij de Meensteeg, 1430 sept. 28 en 1478 aug. 6 i
75-o Eigendomsbewijs van een rente van 4 pond 4 schellingen en 14 penningen 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit een huis aan de Twijstraat, 1518 mei 20 i
75-75 Eigendomsbewijzen van een rente van van 2½ Reynaldus-gulden 's jaars, behoorende aan de kerk, gaande uit een huis op den hoek van de Vischbrug, 1432 en 1434
76-76 Eigendomsbewijzen van huizen en erven te Utrecht, vermoedelijk belast met renten ten behoeve van de kerk, 1343-1594
77 Akte van verkoop aan de kerk van een rente van 2 pond 's jaars, gaande uit 2 morgen land van de kerk te Asperen, 1441 mei 12 i
78 Akte van verkoop aan de kerk van een rente van 11 lood zilver 's jaars, gaande uit 3½ morgen land van de kerk te Cothen, 1507 sept. 6. Met vroegere eigendomsbewijzen dezer rente, 1416 dec. 15 en 1503 febr. 20 i
79 Akte van overdracht van een rente van 5 gulden 's jaars, gaande uit een huis der kerk aan de Zoutmarkt, 1553 mei 19 i
80 Stadbrief, waarbij het convent der Bekeerde Zusteren erkent van de kerkmeesters ontvangen te hebben de aflossing van een rente van 21 stuivers 's jaars, gaande uit een van de huizen der kerk, 1580 mei 5 i
81 Machtiging van schout en burgemeesters van Utrecht aan de kerkmeesters, om een aantal oudeigens der kerk te verkoopen of te doen aflossen, 1581
82 Akte, waarbij Egbert van Schoonenborch zich verbindt de kerk te vrijwaren voor mogelijke schade wegens een door de kerkmeesters op zijn verzoek aan een zijner medeschuldplichtigen verleende ontheffing van de verplichting tot betaling van zijn aandeel in een aan de kerk verschuldigde losrente van 5½ gulden 's jaars, gevestigd op een brouwerij te Vreeland, 1565 sept. 7 i
83 Akte, waarbij Peter Coeck, schoolmeester der St. Hieronymusschool, ten behoeve van het kapittel van St. Pieter en de kerkmeesters der Buurkerk, ieder voor de helft, een losrente van 11 gulden 15 stuiver vestigt op zijn van hen gekocht huis Achter St. Pieter in den Regenboog, 1595. Afschrift. Met de verkoopconditiën van dit huis
84 Gerechtsbrief, waarbij Jelis Pauwert ten behoeve der kerk een plecht van 400 gulden vestigt op een huis aan den Steenweg, 1613 mrt. 16 i
85 Gerechtsbrief, waarbij Georgius Holthuysen ten behoeve zijner moeder Catarina Hobinghs, weduwe van Johan Holthuysen, een plecht van 1200 gulden vestigt op een huis aan de Oudegracht op den noordhoek van de Romerburgerstraat, 1657 dec. 1 i
86 Stadbrief, waarbij Dirck de Jonge aan verschillende instellingen renten vermaakt, waaronder een van 4 pond aan de Buurkerk, 1462 dec. 31 i
87 Akte, waarbij de Ellendige Zielbroederschap in de Buurkerk zich verbindt uit een aan haar opgedragen rente jaarlijks 1 pond aan de kerk te betalen, 1475 nov. 16 i
88 Stadbrief, waarbij de stad aan de kerk een rente van 17 Rijnsgulden verkoopt, 1482 dec. 20 i
89 Stadbrief, waarbij Aernt Willemss aan het St. Jobsgasthuis vermaakt het 1/3 gedeelte van een rente van 10 pond 's jaars, gaande uit een huis aan de westzijde van de Oudegracht tusschen de Smeebrug en de Reguliersbrug, onder voorwaarde, dat het daarvan jaarlijks ½ Filipsgulden aan de Buurkerk zal uitkeeren, 1514 aug. 17 i
90-90 Stadbrief, waarbij Oeyken, dochter van Herman Creyt, een aan haar verschuldigde losrente van 2½ Rijnsgulden 's jaars onder voorbehoud van vruchtgebruik aan de Buurkerk en het Minrebroedersklooster opdraagt, 1516. Hierbij de stadbrief, waarbij de losrente gevestigd wordt, 1510, 1516
91 Stadbrief, waarbij het Minrebroedersklooster een rente van 3 gouden Franse schilden aan de kerk opdraagt, 1537 febr. 8. Hierbij de akte, waarbij de rente gevestigd wordt, 1448 sept. 13, en twee akten van overdracht der rente, 1460 april 24 en 1518 aug. 10 i
91-91 Gerechtsbrief van Utrecht, waarbij Willem van Hyndersteyn aan de kerkmeesters der Buurkerk ten behoeve der fabriek schenkt de helft van jaarrenten uit huizen in de Potterstraet, de Noede, de Backersteech, de Scoutensteech, de Smeetsteech en nogmaals in de Smeedtstege, 1551. Met akte, waarbij Alidt, Willem van Hyndersteyn's weduwe de door de kerkmeesters gevoerde processen tot invordering der renten uit de huizen in de Potterstraet en de Schoutensteech goedkeurt, 1575, 1551
92 Gerechtsbrief van Mijnden, waarbij de executeurs van het testament van Margriet Jorisdochter aan de fabriek der kerk opdragen 1/3 in een rentebrief van 150 gulden, gehypothekeerd op 4 morgen 2 hont land, toebehoorende aan Dirck Corneliss., met akte van hypotheekstelling, 1576. Afschrift
93 Stadbrief, waarbij Thyman van Cuyck de helft van een losrente van 25 gulden 's jaars aan de kerk opdraagt, 1579 mrt. 21 i
94 Akte, waarbij Jacob van Oproede een losrente van 6 gulden 5 stuivers 's jaars ten behoeve der kerk vestigt, 1582 febr. 1 i
95 Akte, waarbij Cornelis Cornelisz. Hertoch een losrente van 12 gulden 10 stuiver 's jaars ten behoeve der kerk vestigt, 1606 juli 7 i
96 Akte, waarbij Thyman van Galen en Rochus van Galen een losrente van 24 gulden ten behoeve der kerk vestigen, 1626 juni 28 i
97 Schepenbrief, waarbij Jan Lubbertssoen zich verbindt aan de Buurkerk 9 Rijnsgulden en 6½ stuiver te betalen, of in plaats daarvan een oudeigen van 4½ pond 's jaars aan de kerk op te dragen, in welk laatste geval de kerkmeesters hem ter vereffening van het verschil 10 Rijnsgulden en 13½ stuiver zullen geven, 1487 mrt. 13 i
98 Akte, waarbij Jutgen, weduwe van Aert Cuylman, erkent aan de kerk schuldig te zijn 17 gouden Carolusgulden, 1542 dec. 20 i
99 Akte, waarbij Mathias van Oostenrijk zich verbindt, om een som van 413 gulden 5 stuiver, door hem als gouverneur-generaal van de kerkmeesters opgenomen, aan het eind van het jaar terug te betalen uit de beden en belastingen, door de provincie Utrecht op te brengen, 1578 mei 17 i
100-100 Overeenkomst tusschen het Bakkersgild en de St. Barbara-broederschap in de Buurkerk over de samensmelting van de broederschap met het gild, waarbij bepaald wordt, dat de goederen van de broederschap, bij niet-nakoming door het gild van de verplichting tot het doen van verschillende diensten op het mede aan St. Barbara gewijde Heilige Sacramentsaltaar, zullen vervallen aan de fabriek der Buurkerk, 1545. Hierbij een akte, waarbij de St. Barbara-broederschap twee haar geschonken renten, een van 12 pond 6 schellingen en 8 penningen en een van 3 pond 's jaars, bestemt voor verschillende diensten op haar altaar aan de noordzijde der kerk, met bepaling dat bij verzuim in het doen houden dezer diensten de renten zullen komen aan de Buurkerk en bij verzuim ook van de kerkmeesters aan het St. Barbara-gasthuis, 1463, 1545
709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inventaris
1. Archieven van kerkvoogden van de Nederduits Hervormde Gemeente, 1292-1813 (1900)
1.2. Archief van kerkmeesters van de Buurkerk
1.2.04. Stukken betreffende de goederen van de kerk
1.2.04.1. Financiën in het algemeen
100-100
Overeenkomst tusschen het Bakkersgild en de St. Barbara-broederschap in de Buurkerk over de samensmelting van de broederschap met het gild, waarbij bepaald wordt, dat de goederen van de broederschap, bij niet-nakoming door het gild van de verplichting tot het doen van verschillende diensten op het mede aan St. Barbara gewijde Heilige Sacramentsaltaar, zullen vervallen aan de fabriek der Buurkerk, 1545. Hierbij een akte, waarbij de St. Barbara-broederschap twee haar geschonken renten, een van 12 pond 6 schellingen en 8 penningen en een van 3 pond 's jaars, bestemt voor verschillende diensten op haar altaar aan de noordzijde der kerk, met bepaling dat bij verzuim in het doen houden dezer diensten de renten zullen komen aan de Buurkerk en bij verzuim ook van de kerkmeesters aan het St. Barbara-gasthuis, 1463, 1545
Datering:
1545
Omvang:
2 charters
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 30-05-2016
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
101 Akte, waarbij bepaald wordt dat de St. Anna-broederschap in de Buurkerk bij niet-nakoming der verplichtingen, die zij op zich genomen heeft tot het doen van een wekelijksche mis op haar altaar en het doen der memorie van Beatris, dochter van Gerit Louwen, de daartoe vermaakte som van 100 Rijnsgulden ten behoeve der kerk zal verbeuren, 1505 nov. 13 i
102 Akte, waarbij de bewaarders van de Armen-noodhulp zich verbinden, om bij aflossing van een hun door Anthonis van Amerongen en zijn vrouw Belye geschonken losrente van 6 Rijnsgulden 's jaars, de aflossom ten spoedigste weder te beleggen in los- of erfrenten tot het doen van uitkeeringen aan de armen, terwijl bij nalatigheid de som of de rente aan de Buurkerk zal komen, 1508 jan. 3 i
103-103 Lijfrentebrieven, uitgegeven door de kerk, 1544, 1594
104 Notarieele akte, waarbij opperkerkmeesters en kerkmeesters zich tegenover Willem Borchgrave verbinden, een hem door tusschenkomst van de pauselijke curie uit de inkomsten der kerk toegelegde lijfrente van 200 gulden jaarlijks in twee termijnen te doen uitbetalen op enkel vertoon van een met de pauselijke onderteekening voorziene toewijzing dier rente, met vrijstelling van het opmaken van een akte door de pauselijke kanselarij, 1553 mrt. 12 i
105 Stukken betreffende het proces, gevoerd voor het gerecht van Utrecht door de kerkmeesters tegen de weduwe van Bruninck van Cuyck tot betaling van 11 jaar rente, verschuldigd uit haar huis op de Neude, 1568-1581
106 Extract uit de gerechtsrol van Utrecht betreffende het proces, gevoerd voor het gerecht door de kerkmeesters tegen Frans den zadelmaker, ten einde tegen hem executoirverklaring te verkrijgen van het vonnis, gewezen tusschen de kerkmeesters en de weduwe van Bruno van Cuyck, waarbij laatstgenoemde veroordeeld is tot betaling van zekere rente, aan de kerk verschuldigd uit haar huis op de Neude, 1582
107 Stukken betreffende de twee processen, gevoerd voor het gerecht van Utrecht door de kerkmeesters tegen Ruerick de coorncoper tot betaling van 10 jaren rente, verschuldigd uit zijn huis in de Potterstraat, 1572-1581
108 Stukken uit het proces, gevoerd voor het gerecht van Utrecht door de kerkmeesters tegen de executeurs en erfgenamen van Peter Gysbertss. van Heel, tot afgifte van een som van 200 Carolusgulden, door genoemde Van Heel aan de kerk gelegateerd voor het nieuwe hoogaltaar, 1583 i
109 Redenen van preferentie, aan het gerecht van Utrecht overgelegd door de kerkmeesters in hun proces tegen de crediteuren van Adriaen Dircss. Spoor, als voormalig eigenaar van het huis De Hertshoorn op het Oudkerkhof, 1595
110 Stukken betreffende het proces, gevoerd voor het gerecht van Utrecht door de kerkmeesters tegen de crediteuren van Remmert Corneliss. van Cuylenborch, tot erkenning van hun recht van preferentie op de opbrengst van het verkochte huis van laatstgenoemde aan de oostzijde van de Choorstraat, 1671
111 Accoord tusschen Willem Byndop, als voogd van Jan Byndop, en de kerkmeesters over de voldoening van eene losrente van 300 gulden, door laatstgenoemden gevestigd ten behoeve van Wouter Symonss. te Gerverskop en door dezen overgedragen aan Willem Byndop als voogd van Jan Byndop, 1581
112 Schepenbrief, waarbij de kerk geëigend wordt aan de erfpacht van een hofstede in de Koestraat voor den niet betaalden canon, 1435 jan. 30 i
113 Vonnis van het Hof van Utrecht, waarbij Jan Peterss., wonende in 't Gein, veroordeeld wordt tot betaling aan de kerkmeesters van 13 gulden verschenen pacht, 1579
114 Request van Cornelia Jansdochter van Millingen, weduwe van den koster Cornelis Jacobss. van Royenstein, aan de kerkmeesters, houdende verzoek om den nieuwen koster een zelfde som gelds aan haar te doen uitkeeren, als haar overleden man aan zijn voorganger heeft moeten betalen, of haar de uitgekeerde som uit de middelen der kerk terug te geven, met kantbeschikking waarbij het verzoek ontzegd wordt, doch aan requestrante een jaar huishuur wordt kwijtgescholden, 1599
1.2.04.2. Onroerende goederen
1.2.05. Stukken betreffende de armengoederen
1.2.06. Stukken betreffende de memoriegoederen
1.2.07. Stukken betreffende de goederen der cureiten
1.2.08. Stukken betreffende in de kerk gestichte vicarieën en andere officiën
1.2.09. Stukken betreffende andere fundatiën
1.2.10. Varia
1.3. Archief van kerkmeesters van de S. Jacobskerk
1.4. Archief van kerkmeesters van de S. Nicolaaskerk
1.5. Archief van kerkmeesters van de S. Geertruidakerk
1.6. Archief van de Engelse kerk
2. Archieven van regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1863 (1865)
3. Archieven van regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen, 1311-1812 (1885)
4. Archief van regenten van het Krankzinnigengesticht (Dolhuis) (1416) 1461-1859 (1947)
laatste wijziging 19-02-2024
9.005 beschreven archiefstukken
3.102 gedigitaliseerd
totaal 30.506 bestanden
Bijlage
Regesten
laatste wijziging 19-02-2024
9.005 beschreven archiefstukken
3.102 gedigitaliseerd
totaal 30.506 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1289-1863
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorende aan de stad ('Bewaarde Archieven II'), 1289-1863 (1947)
Auteur:
W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting
Datering toegang:
1917
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
79,5 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 19-02-2024
9.005 beschreven archiefstukken
3.102 gedigitaliseerd
totaal 30.506 bestanden