Uw zoekacties: Stadsbestuur van Utrecht 1577-1795

702 Stadsbestuur van Utrecht 1577-1795 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Inventaris
2. Archief van de financiekamer, 1577-1795
N.B. De Financiekamer (Gecommitteerden tot directie van stadsfinancie) werd opgericht bij besluit van de Vroedschap d.d. 22 oktober 1655 (Van de Water, Placaatboek III, p. 232) 'tot redres van voorgaende abusen,' denkelijk naar aanleiding van den slechten staat van stadskas, waarover 21 maart 1655 een ampel rapport aan de Vroedschap werd ingediend. Zij werden jaarlijks door Burgemeesteren uit de Vroedschap gekozen, het getal leden was aanvankelijk op vijf, sedert 20 oktober 1656 op drie, later op vier bepaald. De thesaurier en de kameraar hadden zitting in de commissie, als secretaris stond haar bij de tweede secretaris van politie, vandaar secretaris van finantiën genoemd. De commissie vergaderde aanvankelijk eenmaal 's maands, doch hare werkzaamheden namen zoo toe, dat zij blijkens Vroedschapsresolutie d.d. 18 oktober 1723 alle weekdagen voormiddags en bovendien driemaal 's weeks des namiddags vergaderde, in 1758 vergaderde zij tweemaal 's weeks (Tegenwoordige Staat van Utrecht I, p. 439). De gecommitteerden hielden in het algemeen toezicht op het beheer van stadsfinantiën en op de ambtenaren der stad, zij sloten de wekelijksche rollen van den kameraar, onderzochten de specificatiën van leverantiën en arbeidsloon, voordat de Vroedschap die goedkeurde, zij kochten het brandhout en andere huishoudelijke behoeften, zij onderteekenden mede alle ordonnantiën van betaling en adviseerden over remissie, aan pachters van stadsmiddelen te verleenen, zij maakten lijsten der verkochte stadsgoederen en collationneerden de los- en lijfrenteboeken der stad. Blijkens de Vroedschapsresolutie van 28 november 1681 berustte bij de kamer ook de ontvangst van het huis- en familiegeld. Den 15 september 1721 werd aan gecommitteerden met de Gecommitteerden tot de stadsbermen en singels opgedragen, de stadsbuitengrachten en singels tweemaal 's jaars te schouwen.
Den 14 januari 1760 stelde de Vroedschap een reglement vast, waarbij de werkzaamheden der kamer meer in bijzonderheden geregeld werden.
2.9. Archief van de kameraar
702 Stadsbestuur van Utrecht 1577-1795
Inventaris
2. Archief van de financiekamer, 1577-1795
2.9.
Archief van de kameraar
NB:
De tweede of 'anderde' kameraar (sedert 1 oktober 1659 eenvoudig: kameraar) werd gekozen op dezelfde wijze als de thesaurier. Hij had het opzicht over alle stadstimmeringen en reparatiën, over alle leverantiën en over de stadswerklieden (Instructie van 1 oktober 1629, bij: Van de Water, Placaatboek III, p. 222). In 1631 en 1632 werd hem nog het opzicht over het in orde houden der stadsbuitengrachten, van de Oudegracht en van de stadssingels opgedragen (Van de Water, Placaatboek, p. 223, 224). Bij Vroedschapsresolutie van 1 oktober 1631 en 22 april 1667 werd hij nog belast met het beheer van het zandpad van de Nieuwersluis naar den Hinderdam en van het Leidse jaagpad, tegen ontvangst der daar gehevene tollen. De opvolgende instructiën van den kameraar d.d. 23 januari 1632, 27 september 1641, ca. 1670, 11 mei 1716 en 14 januari 1760 (alle behalve de laatste bij: Van de Water, Placaatboek) behelzen over deze verplichtingen verschillende bijzonderheden zonder veel belang. Ook het beheer van het straat- en lantaarngeld, in die instructiën niet vermeld, was den kameraar opgedragen (Zie de notabene bij inv.nr. 1261). In juli 1630 werd een onderkameraar aangesteld: zie zijne instructie bij: Van de Water, Placaatboek III, p. 223. Hij had onder den kameraar meer onmiddellijk het toezicht op de stadswerklieden en het beheer van het stadsmagazijn van materialen en van stadsturf. Deze post werd 26 september 1659 afgeschaft (Vroedschapsresoluties d.d. 26 september, 1 oktober 1659) en opgedragen aan den fabriekmeester, vroeger stadstimmerman genoemd (Instructie d.d. 20 december 1630, 21 maart 1659, bij: Van de Water, Placaatboek, p. 228, 229).
Organisatie: Het Utrechts Archief
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1577-1795
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het stadsbestuur van Utrecht 1577-1795
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1890
Datering bewerking:
1993, 2016
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Rechtstitels voor 1962, passen niet direct in de Archiefwet van 1962 of 1995
Omvang:
342 m