701 Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577 ( Het Utrechts Archief )
701
Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577
Inleiding
laatste wijziging 02-02-2024
3.873 beschreven archiefstukken
1.785 gedigitaliseerd
totaal 147.715 bestanden
Inventaris
2. Archief van de kameraars
De kameraars tot wie men ook de schutmeesters rekenen moet, waren de voornaamste ambtenaars der stad. Zij werden gekozen door de vier oversten (Van de Water, Placaatboek III p. 71), later door den raad uit eene nominatie der vier oversten (Placaatboek p. 73), tijdelijk ook wel door de oudermannen der gilden (Placaatboek p. 84, 86, 90, 136), na de translatie der temporaliteit door den stadhouder (Placaatboek p. 318, 323, 340). Hun getal wisselde: tot 1430 vindt men twee kameraars, en naast hen twee schutmeesters voor het beheer der publieke werken, in 1430-1442 vergenoegde men zich met twee kameraars, waarvan de eene, de ‘onder-’ of ‘lege cameraer’, als schutmeester fungeerde-in 1442 werd de oude toestand hersteld, doch in 1449 stelde men opnieuw één kameraar en één schutmeester aan, die echter beiden den naam kameraars droegen (Placaatboek p. 110 vergelijk, 73). De gildebrief van 1455 bepaalde, dat er twee kameraars en één schutmeester zouden zijn (Placaatboek p. 84, 86) en dit werd (met uitzondering der jaren 1470-1480), toen men slechts twee kameraars had. Placaatboek p. 128, 131) voortgezet totdat Karel V in 1528 bepaalde, dat de tweede kameraar het werk zou doen, dat vroeger de tweede en de derde kameraar of schutmeester gedaan hadden (Placaatboek p. 318, 323, 340).
De kameraars werden gekozen uit den raad of uit de burgerij (Placaatboek p. 73, 90) of wel buiten de raad (Placaatboek p. 79, 84, 86, 136); sedert 1528 maakten zij deel uit van den raad en ‘representeerden mit hem dat lichaam van de stad’ (Placaatboek p. 318, 323, 340). Hun ambtstijd wisselde: gewoonlijk was hij één jaar (Placaatboek p. 73, 90), doch tijdelijk werd wel eens een ambtsduur van vier of drie jaar bepaald (Placaatboek p. 79, 84). Zij waren rekenplichtig aan den raad, die van ouds vier personen aanwees tot het onderzoek der rekeningen (Placaatboek p. 71), tijdelijk ook wel aan de oudermannen der gilden (Placaatboek p. 89 cf. p. 79) of de meentemannen (Placaatboek p. 89), sedert Karel V aan den stadhouder en den raad (Placaatboek p. 318, 340).
2.1. Rekeningen van de eerste kameraar
587-587 Gecombineerde rekeningen van den eerste en tweede kameraar, 1380/81-1441/42
701 Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577
Inventaris
2. Archief van de kameraars
2.1. Rekeningen van de eerste kameraar
587-587
Gecombineerde rekeningen van den eerste en tweede kameraar, 1380/81-1441/42
Datering:
1380/81-1441/42
NB:
De rekeningen van 1380-1430 zijn afgelegd door de eerste en tweede kameraars gezamenlijk; sedert 1430 vindt men slechts éénen kameraar, die de functiën der beide eersten waarneemt, en naast wien alleen een schutmeester staat voor het beheer der publieke werken. Sedert 1442 treden wel nu en dan twee kameraars op, maar de werkzaamheden van de tweede kameraar, nu en dan met het schutmeesterschap gecombineerd, zijn nooit weder met die van de eerste kameraar vereenigd.
Omvang:
10 delen
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 25-02-2020
10 gedigitaliseerd
totaal 1.198 bestanden
laatste wijziging 02-02-2024
3.873 beschreven archiefstukken
1.785 gedigitaliseerd
totaal 147.715 bestanden
Bijlage
laatste wijziging 02-02-2024
3.873 beschreven archiefstukken
1.785 gedigitaliseerd
totaal 147.715 bestanden
Kenmerken
Datering:
1122-1577
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het stadsbestuur van Utrecht 1122-1577
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1893
Datering bewerking:
1993, 2006, 2015, 2019
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Rechtstitels voor 1962, passen niet direct in de Archiefwet van 1962 of 1995
Omvang:
40 m (stukken) en 11 m (charters)
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 02-02-2024
3.873 beschreven archiefstukken
1.785 gedigitaliseerd
totaal 147.715 bestanden