84 1537 november 19
"den 19e dach novembris anno etc. 37".

Karel, hertog van Gelder en Gulik, graaf van Zutphen, heer te Groningen, de Overlanden, Coevorden en Drenthe, verklaart, dat hij op verzoek van Hendrick die (Groiff), erfvoogd te Erkelenz en drost te Hattem, Sweder van Kervenhem, proost te Zutphen, Werner van Boedbergen, doctor, Herman van Bronckhorst, heer te Batenburg, Johan van Rossem, heer te Broekhuizen, Johan van Wytenhorst, heer te Horst, ambtman van het land van Kessel, en Diderich van der Lip genoemd Hoen, heer te Grubbenvorst en Afferden, na twist met Nijmegen en andere steden enige eisen heeft ingewilligd

83 1537 augustus 29
Arnhem
"Gegeven in unser stadt Arnhem den 29en dach augusti anno 37".

Karel, hertog van Gelder en Gulik, graaf van Zutphen, heer van Groningen en de Ommelanden, Coevorden en Drenthe, geeft aan Dederick, heer te Millendonck, Drachenfels en Meyrick, drost te Montfort opdracht om op te treden tegen degenen, die zich niet houden aan het vonnis gewezen in het geschil tussen de graaf van den Bergh en de inwoners van Stevensweert door hem, de hertog, en zijn raad

82 1537 juli 1
"Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".

Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt:
a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen,
b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren,
c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft,
d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten,
e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo.
Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck

81 1529 november 30
"op sint Andriesdach apostoli anno etc. 29".

Wilhelm van Flodrop, heer te Goer, verklaart, dat hij van Franchois de Marque het huis en ambt Montfort ontvangen heeft voor zijn heer, Karel, hertog van Gelder