Uw zoekacties: Familie Schaepkens (van Riempst), 1365-1945

21.305A Familie Schaepkens (van Riempst), 1365-1945 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
21.305A   Familie Schaepkens (van Riempst), 1365-1945
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
laatste wijziging 08-06-2016
84 beschreven archiefstukken
Regesten
6.1.1. A
Charters die mogelijk deel hebben uitgemaakt van het familiearchief Van Riempst. De charters bevatten aan de achterkant in een eind 18e, begin 19e eeuwse hand de aantekening ' nr. 289 Van Riempst' in rode inkt. Aan de voorkant staat 'Van Riempst num. 73'
42 1464, december 28 Johan Barnier en Gielis van der Sargien, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Art van Riempst en zijn zoon Gerart (geboren uit zijn huwelijk met Luten, dochter van Gerart van den Lare, roededrager van het kapittel van Sint Servaas), mede namens hun onmondige zoon en broer, Gielis, beloofd hebben te zullen zorg dragen dat, indien zij of hun erfgenamen het huis 'Int Cleyne Hemelrich' gelegen aan het Vrijthof willen verkopen, en waarvan voornoemde Art van zijn schoonvader de ongedeelde helft heeft gekregen, het huis weer aan Gerart van den Lare of zijn erfgenamen zal terugvallen.
43 1465, mei 23 Notaris Godefridus Scatz van Canne verklaart dat voor hem verschenen zijn Geraert van der Loer, roededrager van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht, weduwnaar van Even Kelleneers, weduwe uit het eerste huwelijk van Gielis van Riempst, enerzijds en Arnt van Riempst en Gielis van Riempst, kinderen uit het huwelijk van Arnt van Riempst en Eva voornoemd, anderzijds; Dat Gerart van den Lare verklaart dat er een huwelijkse voorwaarde tussen hem en Eva Kelleneers bestond, die bepaalde dat er van de roerende goederen welke Eva inbracht, er 600 grijpen erfgoederen aan hun kinderen zouden komen. Indien er geen kinderen kwamen zouden de 600 grijpen toevallen aan Arnt en Gielis voornoemd, kinderen uit het eerste huwelijk van Eva. Omdat dit nu het geval is, wil Gerart van den Loer reeds bij zijn leven genoemde som aan de kinderen van Eva Kelleneers doen toekomen en verzoekt hen voor de bank van Houthem bij Meerssen en voor de andere banken, waar de erfgoederen liggen, te verschijnen
. Arnt van Riempst stemt hierin toe, maar Gielis weigert dit.
44 14(73), september 14 (heyligen cruys exaltationis) Mathijs van Heerderen, meier, en Johan Schat, Peter Lap, Johan Zeth, Cloes indie Meie, Vrancke van Aelst en Johan Vrancken, laten van de cijnshof van Sint Jan te Luik, gelegen te Heerderen, oorkonden dat Gerrit vanden Loere, burger van Maastricht, in korting van vierhonderd Rijnse gulden in gevolge de huwelijkse voorwaarden van 12 juni 1439 gesloten tussen zijn dochter Luijten en Arnolt van Riemst, aan genoemde Arnolt en zijn broer Gielis 44 grote en twee kleine roeden akkerland heeft toegewezen, waarvan de jaarlijkse pacht 32 vaten rogge opbrengt. Dit akkerkland bestaat uit twee percelen. Het eerste is gelegen bij de Galgewech te Riemst, het tweede bevindt zich 'op dat Lansener Peecken (?)'.
21.305A Familie Schaepkens (van Riempst), 1365-1945
Regesten
6.1.1. A
44
14(73), september 14 (heyligen cruys exaltationis) Mathijs van Heerderen, meier, en Johan Schat, Peter Lap, Johan Zeth, Cloes indie Meie, Vrancke van Aelst en Johan Vrancken, laten van de cijnshof van Sint Jan te Luik, gelegen te Heerderen, oorkonden dat Gerrit vanden Loere, burger van Maastricht, in korting van vierhonderd Rijnse gulden in gevolge de huwelijkse voorwaarden van 12 juni 1439 gesloten tussen zijn dochter Luijten en Arnolt van Riemst, aan genoemde Arnolt en zijn broer Gielis 44 grote en twee kleine roeden akkerland heeft toegewezen, waarvan de jaarlijkse pacht 32 vaten rogge opbrengt. Dit akkerkland bestaat uit twee percelen. Het eerste is gelegen bij de Galgewech te Riemst, het tweede bevindt zich 'op dat Lansener Peecken (?)'.
Datering:
14(73), september 14 (heyligen cruys exaltationis)
Notabene:
Zegels van de oorkonders zijn verloren.
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 08-06-2016
45 1502, juni 8 Meier en gezworen laten van de cijnshof van het Kapittel van Sint Jan Evangelist-ên-Isle, gelegen in het dorp 'Malle-sur-Gerre' (Mall), oorkonden dat Wylhelm Awerck, als momber van zijn echtgenote Boeche aan Jacob van Riemst, burger van Maastricht en Mette, zijn vrouw, negen grote roeden bouwland verkocht en overgedragen heeft, welke gelegen zijn aan de weg naar Eymael.
46 1503, november 23 Laurens Meys de jonge, schout, en Heynrick van Gellick ten aldenmoer, Lambrecht van Lynde, Dierick Broetz, Reyner Proenen, Laurens Calabers, Johan van der Blockerien en Laurens Meys, schepenen van Maastricht, oorkonden op verzoek van Jacop van Rymptz, als eiser in een geschil met Heynrick Kemerlinx, na hoor en wederhoor der partijen, dat zij op 10 november 1503 een vonnis hebben uitgesproken, waarbij aan genoemde Jacop toegestaan wordt om binnen vijftien dagen zijn vordering onder ede te bevestigen, namelijk dat Heynrick Kemerlinx hem op goederen te Maastricht een som van 48 gulden verschuldigd is, na welke eedsaflegging Kemerlinx tot betaling van deze som veroordeeld wordt
47 1516, mei 29 Notaris Michiel van Kasen verklaart dat voor hem verschenen zijn de Minderbroeders Jaspaar, vice-gardiaan, Willem Collaert, Baertolomeus van Bunde en Bonaventura. Dat zij een geschil hadden met Mechtelt van Ryemst over een erflating door Elisabeth van Luyck ten gunste van de Maastrichtse Minderbroeders en ten laste van genoemde Mechtelt. Haar zoon Johan van Ryemst, treft in deze een minnelijke schikking.
48a 1521, november 10 Servaas van der Heyden en Peter van Oirsbeicke, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Michiel Melic en Katrijnen, zijn echtgenote, aan Mathijs Pasmans en zijn ega Luijten overgedragen hebben de halve eigendom van een huis in de Witmakerstraat, gelegen tussen dat van 'jufferen Rut der Hecke en dat van Houb Lombartz, voor een rente van twaalf mark en zeseneenhalve schelling. Hiervan zal hij acht mark vijftien schelling en vier penningen onmiddellijk aflossen.
48b 1521, november 11 Servaas van der Heyden en Peter van Oersbeicke, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Michiel Melic aan Mathijs Pasmans en Luijten, zijn vrouw, overgedragen heeft een rente van acht mark, vijftien schelling en vier penning in mindering van de rente, nader omschreven in de oorkonde van 1521, november 10, waardoor deze gestoken is (zie 48a).
48c 1522, september 19 Peter van Oersbeecke en Henrich van Schulenberch, schepenen te Maastricht, orrkonden dat Michiel Melic en Kartijnen, zijn vrouw, verklaard hebben dat Jan van Riempst hen, namens Mathijs Pasmans, de financiële verplichtingen ten aanzien van het 'halve huis' zal voldoen, zoals dat omschreven is in de oorkonde van 1521, november 10, waardoor deze gestoken is (zie 48a).
49 1529, september 29 Herman van Overbunde en Henrick van Sculenborch, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Mathijs Pasmans, bakker, en Luijten zijn vrouw, aan Johan van Riempst, schepen en zijn erfgenamen hebben overgedragen een huis gelegen in de Witmakerstraat en wel op voorwaarde zoals Mathijs dit ontvangen heeft van Michiel Melis en Bernaert Scheversteyndecker. Verder heeft Jacop van Riempst, zoon van Johan, erin toegestemd dat, indien zijn vader, die thans weduwnaar is, mocht hertrouwen, kinderen uit dat huwelijk ook in rechten zullen delen in bovengenoemd huis.
50 1545, december 4 Dirick Braets en Adriaan Beelken, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Jan van Valkenborch en Henrich Bleus, kannuniken en gedeputeerden van het kapittel van Onze Lieve Vrouw ten behoeve van Johan van Riempst, schepen van Maastricht, afstand hebben gedaan van een jaarlijkse rente van drie mark, staande op zijn huis in de Witmakerstraat, en welke rente eerst ten goede kwam aan de Sint-Nicolaaskerk.
51 1549, juni 27 Johan Leersemeeckers, schout, Peter Schats, Wyrick Lieffsoens, Kerst van der Hercken, Evert Heckeleers, Henrick Flooren, Willem van Hesveldt en Adam van Castart, schepenen van de heerlijkheid Herderen, oorkonden dat Willem van Boelre der jonge, aan Jan van Riemst, schepenen van Maastricht, heeft overgedragen een mud rogge erfpacht uit het huis en hof te Riemst, waar genoemde Willem zelf in woont. Verder uit drie roeden land, gelegen bij genoemd huis, uit de helft van zeven roeden land achter de Lochter hoeve, uit een aantal roeden gelegen 'Op die Meerestraat' en verder nog uit vijfeneenhalve roeden land gelegen 'aen den Weerart'.
52 1550, juli 18 Christiaan van Eelen en Goert Sam, schepenen van Maastricht, oorkonden dat broeder Jan van Kermpt, pater van het Bogaardenklooster, broeder Aert Hanen, priester en procurator van dit klooster, broeder Merten van Kan en broeder Steven Brochelet in naam van het gehele convent en met toestemming van hun overste Peter Goeyens, generaal minister van de derde orde van Sint Franciscus, aan Johan van Riempst, schepen van Maastricht, hebben overgedragen twee jaarlijkse rente van 24 schellingen en van vijf schellingen, staande op diens huis in de Witmakerstraat, in ruil voor een jaarlijkse rente van twee marken, welke Johan van Riempst heeft uit het huis genaamd 'Die Douve' gelegen op de 'Kersmerckt'.
53 1551, juni 15 Gijsbrecht Bruewers, meier en schepen, Kerst van der Hercken, Jan Pluck, Thomas Mouwen, Henrick van der Heyden, Ardt Lappen en peter Smeetz, schepenen van Munsterbilzen, oorkonden dat Houb van Wyrdt aan Jacob van Ryempst en Elisabeth Coex, zijn vrouw, een jaarlijkse erfpacht van een vat rogge en een jaarlijkse erfrente van een Hornse gulden heeft overgedragen. Deze rente was gevestigd op een huis en hof te Munsterbilzen, gelegen aan de 'Symerstraat'.
54 1553, april 15 Wyrick Livesoens, meier en laat, Peter Scats, Henrich Hanen, Herman Tels Christiaen van der Heyden, Henrick Livesoens, gezworen laten van de cijnshof te Millen, toebehorende aan het kapittel van Sint Martinus te Luik, oorkonden dat Lambrecht van den Boss van Millen aan Jacob van Ryempst voor 450 Maastrichtse guldens verkocht heeft een jaarrente van een Trichter mud rugge, staande op een huis en hof te Millen, gelegen achter de kerk en bewoond door Lambrecht voorschreven en op elf roeden land, gelegen aan de 'Falre weech'.
55 1559, juni 14 Gerardt van Schalouyn, Luikse hoogschout, Johan van Riempst, Servaes van Anst, Reyner Pruenen, Arnt van Genck, Laurens Meys, Gylis Witten en Henrick Schillinck, schepenen van Maastricht, oorkonden dat zij het huis van Aelken Driessen, gelegen op de Grote Gracht, voor een jaar en dag in eigendom hebben toegewezen aan Jacob van Riemst, schepen, wegens het niet betalen van de verschuldigde cijns.
56 1614, december 29 Octrooibrief van Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, waarbij zij, gezien het request van mr. Lenaert Tisius, ridder van Sint Pieter binnen Rome en gehuwd met de enige dochter van wijlen Jan Rempst, burger en schepen van Maastricht en die nu ongeveer twee jaar geleden is overleden en aanzienlijke schulden heeft nagelaten, welke alle ten laste komen van genoemde Tisius, en hem machtigen om alle goederen uit het sterfhuis van zijn schoonvader te aanvaarden om daarmee alle schulden te betalen, ondcer voorwaarde nochtans dat hij binnen veertig dagen een inventaris zal maken van de gehele boedel.
6.1.2. B
6.1.3. C
6.1.4. D
laatste wijziging 08-06-2016
84 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1365-1945
Inventaris:
Inventaris
Opmerking:
Bevat voor het grootste deel documentatie in de vorm van manuscripten en gedrukte publicaties van de hand van leden van de familie Schaepkens (van Riempst) en een collectie charters, 1365-1715 en andere verzamelde stukken, 1793-1795, 1820-1823
Categorie:
laatste wijziging 08-06-2016
84 beschreven archiefstukken