Uw zoekacties: Huis Scheres (familie d'Olne) te Baarlo

16.0521 Huis Scheres (familie d'Olne) te Baarlo ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
16.0521   Huis Scheres (familie d'Olne) te Baarlo
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
laatste wijziging 26-04-2024
2.596 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 40 bestanden
Inventaris
Oude toegang
Kessel
Ray
Comté de Horn
Heerlijkheid Baerlo
Scheres Baerlo
Boschhof
Stockmanshof
Maasveer te Baarlo
Familie Van Merwijck
Huis Oijen
Visserij in de Maas
Pastorie Baarlo
Berckt Baarlo
Bree
Van Brede (familie)
Van Baerle (familie)
De Berckten en Koosdonk
De Berckt en Koosdonk, heerlijkheid Baarlo
Van Hardenraedt (familie)
Ingen Haeff (familie)
Pollart (familie)
Neersdonck en Genneperhof
Middelt (te Oijen)
Dreumel
Wambach
Biessen
Cassel (te Butbergh)
Niet aanwezig
D'Olne
De Rhoe d'Obsinnigh
Van Boedtbergh
1152 Acte, waarbij Didderic van Kudichaven, ten overstaan van Kaerle van Middelar en Gieret van Muerse, schepenen van Gelre, verklaart dat een bepaalde som gelds, die Johan Haderen hem schuldig was, hem is uitbetaald, 1300 op den Myndeldach (april 7)
1153 Acte, waarin Johan, graaf van Kleef ". . als een principael saecwout, Wessel van den Boetselar sanderssoen ridder, Loef van Berenbroeke, Claes van Peelden, Johan van Raede, Herman van Usem, Ocke van der Horst, Reijner van Ghestelen ende Bertolt van Amrade, knapen, als burghen . . " verklaren schuldig te zijn aan Lysbetken van Ossenbroeke, weduwe van Johan van Boitbergh, hun zoon Herman of ". . oeren rechten erven . . " tweehonderd zeventich oude gouden schilden op St. Remeijsdach te betalen. Graaf Johan van Kleef beloofd de "burghen" schadeloos te houden, 1355 des neesten dinsdaechs na Petri et Pauli der apostelen
1154A Acte van Edewart hertog van Gelre en graaf van Zutphen betreffende een geschil tussen Willem van Boytbergh ridder, en Johanne Haghedorne; en verklaring van de schepenen van Gelre, 1365 op den heylighen kersavonde, z.d.
1154B Zie 1154A
1155 Acte waarin Ocke van Bellichaven heren Ockensoen, knape, verklaart dat hij Hennanne van Boijtbergh en diens erfgenamen ". . ghelaift . . " heeft van ". . alre ghelefnissen en borchtochten ". . die Herman voor hem ghedaan had aen hant Heijnr. van Wanchem . . " en hem van alle schade etc. schadeloos te houden, 1367 op sente Urbaensdach des pouwes
1156 Acte van de schepenen van Gelre die verklaren dat voor hun verschenen is Johan Haghendorne, die een financiële kwestie voor hun uiteenzet, waarbij o.a. ook genoemd worden: Willem van Boytbergh, Didderic van Kudichaven, en Sander Diddericssoen van Eyk, 1368 op den heijlighen penxt avonde
1157 Acte, waarin Ocke van Bellinchoven, knape, verklaart Herman van Bodbergh en zijn erfgenamen schadeloos te houden van honderd ". . mothuenen ende vijf mothuen . . ", die Herman "gelaeft" had te betalen voor Ocke, aan Henric van Waneken, 1368, des dinsdaghs nae alre heilgendaghe
1158 Acte van borgstelling door Luef van Yshem voor Herman van Boitbergh, vanwege diens borgstelling voor Luef van Yshen bij Didirich van Pellant en voor al diens vorige borgstelling voor hem, 1373 des neesten dinsdages na jaers daghe
1159 Acte, waarin Engelbrecht Korneken ". . als een principael saecwout, Hezman van Boytbergh ende Johan van Boytbergh gebruderen heer Hohans soene van Buytbergh, als guede burghen . . " verklaren schuldig te zijn aan Geret van Praestinck 28 oude schilden, te betalen op St. Michael. Verder stelt Engelbrecht zich borg voor zijn "burghen", 1374 op sunte Warburghendach der reijne jonfvrouwen
1160 Acte, waarin Willem van Kedickem verklaart 25 ". . guder motkuen" schuldig te zijn aan Herman van Boitbergh, 1374 op sente celyen avende der juncvrouwen
1161 Acte, waarin Jan en Willem van der Asse, gebroeders "Ritter" verklaren en een eed zweren nooit meer iets tegen Herman van Boutberch ". . noch jegen allen die ghene die . . mit hem inden velde waren toen zij gevangen genomen werden te ondersteunen, 1379, des maendaich na St. Mertinsdaich
1162 Acte, waarin Didderic van Spralant verklaart en een eed zweert dat hij nooit meer iets zal ondernemen tegen Harman van Buydbergh of degenen die met Harman in het veld waren toen hij (Didderic) gevangen werd genomen, 1379 des maendags na sente Mertynsdach
1163 Acte, waarin Heynrich van Gudegaven, Ritter, verklaart en een eed zweert, dat hij nooit meer iets zal ondernemen tegen Harman van Boetberch of degenen die met Harman in het veld waren toen hij gevangen werd genomen, 1379 des maendags na sente Mertijnsdach
1164 Acte, waarin Johan van Hoenselar verklaart dat hij Herman en Johan van Boytbergh, gebroeders, heeft kwijtgescholden de 111 oude gouden schilden en 18 placken die Johan van Hoenselar voor hun ". . ghelaift hadde aen hant Gerijts van Boychelt . . ", 1380 op den Druckien?avond
1165 Acte van de schepenen van Gelre, waarbij zij verklaren dat voor hun gekomen zijn Gerijt die Vaecht en diens vrouw Jutte, die verklaard hebben dat zij aan Herman van Boytberghe en zijn erfgenamen verkocht hebben het recht dat zij hadden op het erf van de vrouw van Johan Haderen, 1385 op sente Rykanus aventdes mertelers
1166 Acte, waarin Everart van me Hoeroide verklaart en een eed zweert dat hij nooit meer iets zal ondernemen tegen Herman Johan Heinrich van Boedbergh, Johan Inghen Haghe of Heinrich van Beijnen geheiten Knoep, of degenen die met hen in het veld waren toen hij gevangen werd genomen, 1386 des neesten sundages vur den heiligen Kirsdage
1167 Acte, waarbij Sander van Kodichaven Sanderssoen Ritters, verklaart Harman van Boytbergh en Gosen van Adendonck en hun erfgenamen schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die zij voor hem gedaan hebben bij Gerijt des Vaichts Gerijtssoen, 1388 des neijsten satersdaichs na pinxten
1168 Acte, waarbij Johan van Wijenhorst, erfmaarschalk van den Berghe verklaart Hermane van Boijtbergh schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Herman voor hem gedaan had bij Goswijn van Peelden gheheiten Cluet, 1390 die beata Gregorii pape
1169 Acte, waarin Agnes "widuen? witlike huijsvrouwe was heren Hermans van Hoenzeler Ridder . . " en haar zonen Goessen, Arnt en Karlle van Hoenzeler, verklaren Hermen van Boytbergh schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij voor Agnes had gedaan bij Henric van . . ?, 1390 des neysten dinxdaichs na virginis
1170 Acte van Henrich van Oerier en Ludolph van den Spuyck, schepenen te Berk, waarin zij verklaren dat voor hun gekomen is Dederick van den Yseren die heeft verklaart dat Herman van Buytbergh hem 100 oude gouden schilden heeft betaald als aflossing van een schuld, waarvoor hij hem kwijt, 1392, juli 12
1171 Acte van schepenen van Gelre, waarin zij verklaren dat voor hun verschenen is meyster Johan Worchem (Worthem?) Evertssoen die verklaart heeft verkocht te hebben aan Hermen van Boytbergh, zijn vrouw Yde en hun erfgenamen, al het recht dat hij had op een huis en erf, gelegen aan "der steenstraten" dat placht te zijn van Rutger Polems, 1394 des neysten manendage na des heyligen Grucerdage innenco
1172 Acte van schepenen van Gelre, waarin zij verklaren dat voor hun verschenen zijn Derich ten Haeve en diens vrouw Picke die verklaard hebben te hebben verkocht aan Harmen van Boitbergh en diens erfgenamen, een jaarlijkse rente van 2 schillingen die zij hadden uit het huis en erf aan de steenstraat gelegen dat placht te wezen van Rutger Palems, 1395, vigilia nycolai episcopus
1173 Acte, waarbij Sander van Eijle verklaart dat hij Hermanne van Boytbergh en Johanne van Boytbergh, gebroeders, en hun erfgenamen ". . van alre ghelofnissen die sij ghedaen hadden aen hant Gerijts van Boijcholt, mijns wijfs vader was . . " heeft kwijtgescholden, 1395 des sonnendaichs inder vasten als men inder kyrken senct judica
1174 Acte, waarin Johan van Hoenselair geheiten van der Velde, ritter, verklaart dat hij beloofd heeft aan Herman van Buetbergh, ritter; Goessen Speden van Langevelt, nu yn der tijt drossaet to Gelre; Johanne Speden Johanssoen, en Eijllrecht van Eijle Everitssoen, en hun erfgenamen schadeloos te houden i.v.m. de borgstellingen die zij gedaan hebben bij Everts van Wijenhorst zijn zwager, 1400 op sente Valentijns avent
1175 Acte, waarin Sander van Wevelichaven en Alit Mans verklaren dat zij van Herman van Buydbergh 30 "Roefkens Notkuen" hebben gekregen "in afflage des brieff den wij van oern hebben", 1400 des yrsten gunsdages na sente Paulus dach
1176 Acte, waarin "joncfrouwe Fya van den Bergh wilneer heren Sanders dochter van Vossem" verklaart dat zij aan Herman van Boedbergh, ritter, en Rutger van Vloederp en hun erfgenamen, de 450 "Notkuen" heeft gegeven die haar vader haar schuldig bleef, 1400, des yrsten saterdage na sente Matheusdach des heyligen apostels
1177 Acte, waarin Aleyt, Johan Lepelmans dochter, weduwe van Gerijts des Mans van Stralen verklaart van Herman van Boytbergh, ridder, 110 "Roefkens Motkuenen" te hebben ontvangen, 1401 des neesten daichs na onser vrouwendach purificatis alsmen zeecht te lichtmisse
1178 Acte, waarin Arnolt, heer te Wachtendunck verklaart Harman van Boitbergh, ritter, en diens erfgenamen schadeloos te houden i.v.m. "alsulken geloffenissen ende verbunde" die hij voor hem gedaan had bij Rutger Kluten, 1402, op sente Mathijsdach eynsheiligen apostels
1179 Notariële acte in het latijn, betreffende de kapel te Pont, 1542 maart 14
1180 Acte, waarin Frederick van Honsen en diens vrouw Lisbeth van Boidbergh verklaren dat zij "einlich, freundtlich ende eendrechtlich gescheiden sin" met Johan van Asselt Gadertssoen, waarbij eerstgenoemden aan Johan overdragen "dy Coul gelegen in den gericht van Stralen", 16e eeuws afschrift, 1406 des manendags nach den sontagh Judica in der fasten
1181 Acte, waarin Lysken en Ydken van Boytberg, zusters, en "Cloisterjoncvrouwen toe Heynsberg" verklaren afgezien te hebben van al het roerend en onroerend goed waarop zij van vaders en moederskant recht hadden, uitgezonderd hun jaarrenten, 1416 des godenstaigs nae inventionis sancte crucis
1182 Acte, waarin Diederich van Boetberch en Henrich Benthijnck die jonge beloven aan Lambert van Hijen 15 goede Rijnse guldens te betalen, 1420 des manendages na sunte Matheus dach apostels
1183 Acte, waarin Hubrecht van Brueckhuyssen, ritter, verklaart Johan van Boetbergh der alde en Sander van Boetbergh, schadeloos te houden, i.v.m. de borgstelling die zij voor hem gedaan hadden bij Abel van Meerssberch, 1422 des vrydachs na sent Victoirsdach martiris
1184 Acte, waarin Geraert soen toe Reye, ridder, verklaart Sander van Boetbergh schadeloos te houden, i.v.m. de borgstelling die Sander voor hem gedaan had bij Reynart van Hoemen en diens vrouw Anne van den Dorren Walde, 1422, des dinxdages na senteValenti jnsdage
1185 Acte van schepenen van Gelre, waarbij zij verklaren, dat Mecken Heijnkens wijff toe Wegen voor hun heeft verklaart dat Lambert Pennijnck 4 rijnse guldens, die Sander van Buetbergh haar en haar man schuldig was, heeft betaald, 1429 des dinxdags nae den sonnendach exandi
1186 Acte van schepenen van Gelre, waarin zij verklaren dat voor hun gekomen is Henrick die Roede, die verklaart heeft te hebben verkocht aan "jonfrouwe Aleiden van Buetbergh Sanders wijff was" een huis en erf, gelegen "ander Stegen". Verder zijn verschenen zijn twee dochters met hun man en momboir die verklaard hebben af te zien van hun rechten op het verkochte huis en erf, 1432 des manendags nae inventis sancte Crucis
1187 Acte, waarbij Johan van Boitbergh, erfmaarschalk van het land van Gelre, verklaart Elbert van Eijle Elbertssoin schadeloos te houden i.v.m. de borgstellingen die hij voor Johan had gedaan bij Derick van Lymborch, heer te Broeck en diens vrouw Henrike van Wische van Lymborgh, vrouwe te Broeck, 1437, op sente Michaelsdaige
1188 Acte, waarin Johan van Boytbergh, erfmaarschalk van het hertogdom van Gelre en Herman van Boytbergh, zijn zoon, verklaren Elbert van Eyl "indertijt drosset tot Gelre" schadeloos te houden i.v.m. zijn aansprakelijkheid vanwege het medeondertekenen van het huwelijkscontract tussen Ydken van Boytbergh en Emont van Palant, 1441 des donresdage na den sonnedage jubilate
1189 Acte, waarin Herman van Boedbergh verklaart schuldig te zijn aan Peter van Nekenningh Goltsmit 53, 5 overl. rijnse guldens en aan Herman van den Velde 11 rijnse guldens en 8 kromstart, 1441 op den saterdach post beat Mathei apostoli S
1190 Acte, waarin Johan van Boidberch, erfmaarschalk van het land van Gelre verklaart Elbert van Eil "inder tyt drosset van Gelre" schadeloos te houden i.v.m. de borgstellingen die hij voor Johan had gedaan bij Derick van Pellant, 1442 des neesten dinxdaeghs nae onss heren hemelvartsdach
1191 Acte, waarin Johan van Boidberch, erfmaarschalk van het land van Gelre, en diens vrouw Johanne van Apelteren en van Boidberch verklaren "Elbert van Eill Elbertzsoen inder tijt drosset tot Gelre" schadeloos te houden i.v.m. de borgstellingen die hij voor hun gedaan heeft bij Derickz van Eill en diens vrouw joncfer Stynen van joickraem en van Eile, 1444 des dinxdaeghs nae sente Margaretendach virg
1192 Acte, waarin Derick van der Cule en Gherit van Hoeklom verklaren Hermen van Boedtbergh Sanderss schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij gedaan heeft, samen met Arnolden van Goir, Anssem van den Berghe, Ryner Henricxs, Gherit Brouwer, met Andries ten Beemde en met Derick van der Cule voornoemd, bij Lubbertz van Herwenen, 1444 des doonredage opten heylighen kersavont
1193 Acte, waarin Willem van Goer, heer te Vroenbroeck verklaart Eylbert van Eyle "nu ter tijt drossait toe Gelre" schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Eylbert met hem en voor hem gedaan had bij Harman van Boitbergh Sanderssoin, 1447 opp der thiendusent Merteler avont
1194 Acte, waarin Derick Simons verklaart dat Johan van Breempt "als een principail saicwolt", Arndt van Breempt Arndtzsoen diens broer, Frederich van Hulse en Johan van Moirshaven "als samen-saicwolden", hem 100 overl. rijnse guldens schuldig waren, en dat hij die schuldbekentenis heeft overgedragen aan Johan van Boidberg Jannessoen, 1447 des vrijdages nae den sonnendach Judica inder vasten
16.0521 Huis Scheres (familie d'Olne) te Baarlo
Inventaris
Van Boedtbergh
1194
Acte, waarin Derick Simons verklaart dat Johan van Breempt "als een principail saicwolt", Arndt van Breempt Arndtzsoen diens broer, Frederich van Hulse en Johan van Moirshaven "als samen-saicwolden", hem 100 overl. rijnse guldens schuldig waren, en dat hij die schuldbekentenis heeft overgedragen aan Johan van Boidberg Jannessoen, 1447 des vrijdages nae den sonnendach Judica inder vasten
Datering:
1447 des vrijdages nae den sonnendach Judica inder vasten
Omvang:
1 charter
NB:
Bezegeld door Derick van Pellant (zegel licht beschadigd) en Herman van Hoenselair (zegel afgevallen)
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 10-01-2024
1195 Acte, waarin Sander van den Eger verklaart Harman van Boitbergh Sanderssoin schadeloos te houden, i.v.m. de borgstelling die Harman voor hem had gedaan bij "dat convente des cloisters ende joncfferen toe Naezareth binnen Gelre", 1447, smanendaighs na onser liever vrouwendaige visitatio
1196 Schuldbekentenis van Johan van Boidbergh, Derick van Boidbergh diens broer, Johan van Pellant en Herman van Hoenselair Karlessoen voor Gadert van Wyenhorst Wilhemssoen, 1448 des donresdaiges nae sente vichtoirs daghe
1197 Acte, waarin Johan Schynck van Nijdeggen verklaart Harman van Boetbergh Sanderssoen schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Herman voor hem gedaan heeft bij Michiel Duysen, 1448 op sente vijtsdach dess heyligen mertelers
1198 Acte, waarin Arnolt, hertog van Gelre en Gulick en graaf van Zutphen gelast dat omdat "Herman van Boitbergh Sanderssoen en sijn huysfrouwe nu mijt onser liever vrouwen ende dochter der koninghijnnen mede over in Schotlandt treckende werden, en hij dan van des hij bij ons aen peerden verreden, ende andere schade gehadt heefft, derdehalffhondert Rynssche gulden aen ons tachter is" dit geld geleverd zal worden aan Hermen van Boitbergh, voor de helft uit de halve pontschattingen uit de "statkist" van Roermond, en de andere helft uit de pontschattingen die "noch overgegeven sal werden", 1449 op onss heren hemelvaertsdage
1199 Acte, waarin Johan van Eyle en Willam van Eyle "Teilmanssoene", broers, verklaren Eylbert van Eyle Elbertzsoene schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij met en voor hun gedaan heeft bij Derick van Boitberghe, 1449 opp sente Lucien avont virginis
1200 Acte, waarin Herman van Boidberg Sanderssoen verklaart Elbert van Eile Elbertzsoen "inder tyt drosset tot Gelre" schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert met en voor hem gedaan heeft bij Gadertz van Wyenhorst, 1450 des sonnendaighs nae sente vichtoirs dach
1201 Acte, waarin Harman van Buedbergh Sanderssoene, en diens vrouw Aleit Hackfoirtz in de van Buedberghe verklaren Aleijden Hoens inde van Buedberghe "onse lieve moeder" schadeloos te houden i.v.m. enigerlei borgstelling die zij voor hun gedaan had bij iemand "dat sij binnen brieven off buten brieven", 1451 opp sente Albyns avont
1202 Acte, waarin Johan van Eile Telmanssoen verklaart Elbert van Eile Elbertzsoen "nu ter tijt drosset tot Gelre" schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert voor hem gedaan heeft bij Johan van Boidberg Jannessoen, 1452, des sonnendaiges post visitationis Marie
1203 Acte, waarin "Johan van Aerendaill, heer toe Well, ritter, verklaart Elbert van Eijle Elbertzsoen schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert met en voor hem gedaan heeft bij Johan van Buedbergh Johannessoen, 1454 op sente Laurenciusdach martiris
1204 Acte, waarin Harman van Buedberghe verklaart Elbert van Eyll Elbertzsoen schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert met hem en voor hem heeft gedaan bij Heinrick van Langell, 1456 des neisten manendaighs nae sente Remeijsdach
1205 Acte, waarin Jan en Hedwich van Boidberch, echtgenoten, verklaren Gaert van Wienhorst en Eylbert van Eyll Eylbertssoen schadeloos te houden i. v. m, de borgstelling die Gaert en Eylbert voor hen en met hen gedaan hebben bij Sweder Baldericks, 1456 des saterdaigs nae onser liever vrouwendach visitationis
1206 Acte, waarin Harman van Buedberge, erfmaarschalk van het land van Gelre, en Johanna van Aepelteren en van Buedberge, diens moeder, verklaren Elbert van Eyll Elbertzsoin schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert voor en met Harman gedaan heeft bij Wenemers van Heiden, 1457 op sente Philippus ind sente Jacops avont apostolorum
1207 Acte, waarin Harman van Buedberghe, erfmaarschalk van het land van Gelre en diens moeder Johanna van Aepelteren en van Buedberghe verklaren Elbert van Eyll Elbertzsoin schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij voor hun en met Harman heeft gedaan bij Johan van Buedberghe Janressoin, 1458 op sente Anthonius avont des heiligen confessoirs
1208 Acte, waarin Johan van Eyll en Wilhem van Eyll Tilmanssoene, broers, verklaren Elbert van Eyll Elbertzson schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die voor hun en met hun gedaan is bij Peter van Buedberghe, 1459 des neisten dinxdaighs na sente Bonifaciusdach
1209 Acte, waarin Johan van Buedberghe Jannesson verklaart Elbert van Eyll Elbertzson schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert voor hem en met hem gedaan heeft bij Werner Herincks, 1459 des neisten manendaighs na sente panthaleonisdach des heiligen merklers
1210 Acte, waarin "Johan van Buedberge Erffmarschalck der lande van Gelre ind Johanna van Apelteren ende van Buedberge seligen Johans huisfrouwe was van Buedberge Erffmarschalcks der lande van Gelre "verklaren Elbert van Eyll Elbertzson schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert voor hen met hen gedaan heeft bij Arndtz van Oij, heer te Obbergen, 1460 des anderen dages na den heiligen jairsdach
1211 Acte van scheiding en deling tussen Johanna van Aepelteren en van Buedberghe Erffmarschalckynne der lande van Gelre, en Alyt Huens en van Buedberghe, weduwen van resp. Johan en Sander van Buedberge, broers, 1460 des neesten dinxsdaighs na den heiligen pinxstdage
1212 Acte, waarin Johan van Boidberch, erffmaarschalk van het land van Gelre, en Johanna van Boidberch en van Apeltaern, weduwe van Johan van Boidberch verklaren Elbert van Eyll Elbertssoen schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert met Johan en Johan Janssoin voornoemde gedaan heeft bij Engelbrecht van Eyll, 1461 des neisten maenendages nae des heiligen Sacramentzdage
1213 Acte, waarin "Baetzken Spede ende van Wyenhorst zelige Johans huisvrouwe van Wyenhorst" en hun zoon Johan van Wyenhorst, verklaren Eylbert van Eyll "onsen neve" schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij voor hun en met hun gedaan heeft bij Willem van Boidberch, 1462 des neisten saterdaigs nae sente Pouwelsdaige conversionis
1214 Acte, waarin Alet van Gronsfelt verklaart dat zij aan haar "swergers" Olette van dem Broch genannt van Budeburch jaarlijks 34 mud rogge zal leveren, 1465 mei 6
1215 Acte van schepenen van Capellen, waarin zij verklaren dat voor hun verschenen is Johan van Boedbergh, ritter, erfmaarschalk van het land van Gelre, die verklaart heeft af te zien van het kindsdeel "als hem joncfrouwe Elisabeth van Boedbergh syne lieve alde maeije, ind priorijsse des gaitshuys ind der joncfrouwen cloester tot Heynsbergh gerichtelick overgegeven end opgedragen hefft" ten voordele van heer Frederick van Hulse, ritter, en diens vrouw Johanna van Boedbergh ende van Hulse, 1469 des neesten manendaighz nae sente Johans daghe nativitatis te mydzomer
1216 Acte, waarin Johan Pyeck verklaart Elbert van Eyll, ritter, schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Elbert met hem en voor hem heeft gedaan bij heer Johan van Boedbergh, erfmaarschalk van het land van Gelre, 1481 des neesten manendage na synte Luciendach der heiliger jonfferen
1217 "Toch brieff" tussen wijlen Frederich van Hulss en diens vrouw Johanna van Boedbergh (notariële acte), 1483 april 15
1218 Kwitantie van Johan van Bellynckhaven en diens vrouw Alit van Eyll en van Bellynckhaven, voor Eylbert van Eyll, ritter, 1486 des neesten dynstdage na den sondach oculy inden vasten
1219 Notariële acte betreffende een scheiding en overdracht tussen Johanna van Bodberch, vrouwe te Huls, en haar zoon jor. Fredrich van Huls, 1489 november 4
1220 Acte van schuldbekentenis van Ariaen en Herman van Boedbergh, broers, voor Goesswyn Bosshuys van Venroide, 1493 juni 8
1221 Acte, waarin Ariaen en Herman van Boetbergh, broers, en hun vader Johan van Boetbergh, erfmaarschalk etc., verklaren verkocht te hebben aan Arnt Keyser, "vierthien enckell golden Rynssche gulden dess jairs", 1494 op sunte Katherynen avont der heyligen joncffrouwen
1222 Kwitantie van Adryaen van Buedberghen voor Johan op Boeckweit, secretaris der stad Gelre, 1497 op synte Johansavent Baptiste
1223 Acte van Adrijaen van Buedberghen met betrekking op Johan op Boickweit, 1497 op synte Johans avent Baptiste
1224 Acte van Adrijaen van Buedberghen en diens vrouw Adryana van Eyll i.v.m. een rente ten laste van Johan opten Rade en diens vrouw Sthijn op hun huis in Gelre, 1498 op synte Laurentiusdach des heiligen Mertelers
1225 Acte van schuldbekentenis voor 50 "bescheidende ynckell koerfurster Rynsche gulden" van Adrijaen van Boedberch en Sweder van Paerl voor Wilhem Balderix, eigentijds afschrift, 1498 opten vrijdaegh allreneest den sonnedaegh quadimodo gênant
1226 Acte, waarin Roelman Schynck van Nydeggen verklaart Adrijaen van Boidberch schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die Adrijaen voor hem en met hem heeft gedaan bij Johan van Wijenhorst, 1500 opten sonnendach invocavit inder vasten
1227 Notariële acte betreffende weduwe Johanna van Bodberghen, vrouwe te Hulsz, en haar zoon Frederich, heer te Hulsz, 1500 sept. 28
1228 Kwitantie van broeder Johan Pater ac, voor Adrijaen van Boidberg, 1500 op goedesdage post petri ad vincula
1229 Acte, waarin Sweer van Paerlo en Adriana van Eyll, weduwe van Boidberch, verklaren elkaar schadeloos te houden i.v.m. de borgstellingen die zij voor elkaar hebben gedaan, (15)09 op sondach post Franciscus
1230 Acte van schuldbekentenis voor 200 rijnse guldens van Adrijaen van Boedberch en Adrijana van Eijll, diens vrouw, voor Hartman Moer "keilener zo Lijnne", 1501 op sente Servaciusdach des heilligen bisschops
1231 Acte van verkoop van "sess bescheieren golden ynckel averlensche Rinsche gulden erfflicher rinten ind jaerlix thinss" door Adriaen van Boidbergh en diens vrouw Adriana van Eijll aan de priester Wynant Kayck, 1502 up sint Urbaens dach pape et martiris
1232 Acte van schuldbekentenis van drie "hoernssgulden", van Johan van Boedberghen, ritter, erfmaarschalk van het land van Gelre, voor Lysbet Heijster, 1503 op sinte Agathen dach
1233 Acte, waarin Engelbert van Breempt, drost te Stralen, aan Adriaen van Boidberch en diens vrouw Adriaen van Eyll vierentwintig enkele gouden overlandse Rijnse erfelijke jaarrenten teruggeeft die zij van hem uit hun hof te Voshem onder het gericht van Stralen veronderpand hebben, 1503 op satersdachpost nativitas Marie in septembris
1234 Acte van de schepenen van Stralen waarin zij verklaren dat voor hun verschenen zijn Adriaen van Boidberch en diens vrouw Adriaen van Eyll die verklaart hebben schuldig te zijn aan Engelbert van Breempt, drost te Stralen, 400 enkele overlandse rijnse guldens, waarvoor zij jaarlijks uit hun hof te Voshem 24 enkele gouden rijnse guldens betalen moesten, 1503 op onser liever vrouwendach nativitatis in septembris
1235 Acte van de schepenen van Pont, waarin zij verklaren dat Adriaen van Boidbergen en diens vrouw Adriaen van Eyll een jaarlijkse rente uit hun hof en goed op Langendonck, in het gericht van Pont gelegen verkopen aan Katrijnen van Beeck, 1505 ipso die epiphanie
1236 Acte, waarin Evart van Brempt, drost te Stralen, verklaart Adriaen van Boidbergen schadeloos te houden van een hoofdsom van 300 "golden enckel gulden" die Adriaen "geloofd" had aan Johan Fincken, burger te Venlo, 1506 op maendach post palmar
1237 Schuldbekentenis van Adriaen van Bodberch, "marschalck" voor Johan Vincke, burger te Venlo, 1506 op sent Thomas avont des heligen apostels
1238 Acte, waarin Adriaen van Boidbergen jongmaarschalk van het land van Gelre, verklaart Gadert van Drakenfeltz, heer te Fronenbroick, schadeloos te houden i.v.m. de borgstelling die hij voor Adriaen heeft gedaan bij de gebroeders Wilhem en Frans Vellen, 1507, dess anderen dachs na dertthien dach
1239 Acte van schuldbekentenis van Adriaen van Boedberch, maarschalk van het land van Gelre, en Scheiffart vam Meraide, heer te Hemmersberch, amptman te Lidberch, voor Dederich Wetzell, burger te Nuijsse, 1507, op dinxtage neist na des heiligen Cruitz dage Inventionis
1240 Acte, waarin Adriana van Eyll en van Boedbech, weduwe, en Cornelis van Boedberch, haar zoon, verklaren hun zwager en oom Herman van Boedberch schadeloos te houden i.v.m. diens borgstelling voor hun en hun onmondige kinderen en broeders en zusters bij de verkoop van hun hof en goed "to Zwaeffen" in het kerspel van Emerick aan de eersame Derich Wetzell, 1510, op Sinte Andreasdach apostoli
1241 Acte, waarin Johan van Asselt, scholtet te Stralen en Jan Jaicken en Neude Backhuyss als "lathen" verklaren dat Adryaen van Boidberch en diens vrouw Adryana van Eyll, een jaarrente verkocht hebben uit hun hof te Voshem in het drostambt van Stralen gelegen, aan heer Ludolf op ten Grave, priester, en pastoor te Nyerkercken, 1502?, april 12
1242 Acte met betrekking tot de acte onder nr. 1241, van Adriyaen van Boidberch en diens vrouw Adryana van Eyll. Met "indorso" d. a, 1531, 1502 april 12
1243 Acte, waarin Bernt van Tuyell en Roloff van Oever Gerritzen, schepenen in Tuyll verklaren dat Elbert van Boetbergen, Meyryt Artz dochter, negenhonderd Keyser Carolus guldens "heefft geloifft", 1542 maart 16
1244 Acte van verpachting van ". . den eijerwerdt mytten ryswerdt met visscherye, voegelgerye en met alle sijnen toebehoeren zoo die dair gelegen is beneden die stadt Tiell . . " door Elbert van Boetberch, aan Johan van Tellicht en Mattheus Marcelisz, 1543 des vridachs voir santé Martijnsdach in den winter
1245 Acte voor schepenen van Pont, waarbij zij verklaren dat Thyes Laemertz en diens vrouw Heesz +/- 2 morgen land in Boumanshof te Pont, gelegen tussen het land van Elberts van Boedberghen en Jans van Egheren, hebben verkocht aan Elberts van Boedberghen en diens vrouw Anna van Balveren, 1545 op manendach post Martini
1246 Acte, waarin Gaert van Boecholt verklaart 412 goltgulden ontvangen te hebben van Elbert van Boedberghen, en waarin hij Elbert ook verder kwiteert van alle zaken die zij tezamen hebben gehad tot op deze dag, 1545 op sondach vor Frauwen Lijchmijs
1247 Acte van schepenen van Tiel, waarbij zij verklaren dat Johan die Roever verklaart schuldig te zijn aan Derich Reintgentz, "tot behoeff" Elbert van Boedtbergen, 160 Carolus gulden, 1553 mrt. 30
1248 Acte van schepenen van Tiel waarin zij verklaren dat Steven van den Steenhuijs verklaart schuldig te zijn aan Derick Reintgentz "tot behoeff" Elbert van Boetbergen, 160 Carolusgulden, 1553 mrt. 30
1249 Acte van schepenen van Pont, waarbij zij verklaren dat Peter Horstman, Frederick Horstman, zijn zoon, en Peters andere kinderen, verkocht hebben +/- 2 morgen "baendtz", gelegen te Pont tussen Slyerbeeck en Kluijmppenbaendt, aan Elbert van Boidbergen en diens vrouw Anna van Balveren, 1554 op manendach nae des heilligen sacramente daegh
1250 Acte voor schepenen van Gelre, betreffende de nalatenschap van wijlen Johanna van Boidbergen, natuurlijke dochter van wijlen Johan van Boidbergen Adriaenssoen en van Mary, tegenwoordige huisvrouw van Symon Harttichs, burger te Straelen, 1559 mei 6
1251 Acte voor schepenen van Maasbommel, waarin Anna Stempels, met haar momber Jacop van Riemsdick en haar oudste zoon Peter Stempels verklaart een bepaalde som geld schuldig te zijn aan Elbert van Boitbergen, 1560 aug. 6
1252 Acte voor schepenen van Maasbommel, waarin Anna, weduwe van Jacop Stempel, met haar momber Jacop van Riemsdick en haar oudste zoon Peter Stempel verklaart een bepaalde som geld schuldig te zijn aan Elbert van Boitbergen, 1560 aug.
1253 Acte van schepenen van Maasbommel, waarin zij verklaren dat Johan van Hemert 60 Carolusgulden schuldig is aan Elbert van Boitbergen, 1561 april 27
1254 Acte van schepenen van Maasbommel, waarin zij verklaren dat Ein Huben en haar zoon Gerit hebben verklaart 108 Carolusgulden schuldig te zijn aan Elbert van Boetbergen, 1561 nov. 2
1255 Acte van schepenen van Maasbommel waarin zij verklaren dat Johan van Hemert 22, 5 Carolusgulden schuldig is aan Elbert van Boittbergen, 1561 april 27
1256 Acte van schepenen in Dryll, die getuigen dat voor hun gekomen is Claes Wylhemss die 360 gulden heeft "geloefft" aan joffer Anna van Balfferen, weduwe van Elbert van Boetbergen, 1562 april 28
1257 Verklaring van Henderich van Boedbergen, zoon van wijlen Elbrecht van Boedbergen op gen Rhaij, waarin hij zegt zich tevreden te zullen stellen met de goederen die hem zullen worden toebedeeld bij acte van magescheid, 1571
1258 "Quitantz Seghers van Boidberg ontfangender brieven ind bescheitz", 1571
1259 "Quitantz Johan van Boidberg ontfangener brieven ind bescheitz"
1260 "Quitantz Henricks van Boidberg ontfangener brieven ind bescheitz", 1571
1261 "Quitantz Jacobs van Boidberg ontfangener brieven ind bescheitz", 1574
1262 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gerhart van Palant, heer te Rulant en Johanna van Boidbergen, vrouwe te Huls, 1479, uff der Hilger dryger konynck dach
1263 Testament van Johanna van Buydbergh, vrouwe van Huls, eind 15e en begin 16 eeuwse afschriften, z.d. (eind 15 eeuw?)
1264 Overeenkomst tussen Adryaen van Buetberghen en diens vrouw Adryana van Eell, en hun broer en schoonbroer Hermen van Boeberch, ten overstaan van hun vader en schoonvader Johan van Boidberghen, ritter, erfmaarschalk van het land van Gelre, 1501 up onser Liever Vrouwen Avent Annunciacion Marie Virginis
1265 Acte van schepenen van Capellen die getuigen dat voor hun verschenen zijn Adriaen van Boidbergen en diens vrouw Adriana van Eyll, die hebben verklaart een levenslange jaarlijkse pacht en rente te hebben overgedragen aan hun dochter Wernere van Boidbergen en van Eyll, die ingetreden is in Nyhencloister te Sgrevendail, 1504 op sent Andreis avent
1266 Acte van overdracht van het huis "Inghen Haeg" etc. bij Gelre, door Johan van Boedberghen, ritter, erfmaarschalk van het land van Gelre, aan diens oudste zoon Adrean van Boedberghen, 1507 op Onser Liever Vrouwen dach Purificationis
1267 Overeenkomst, partijen onduidelijk, 1515 op goensdach post Ephic
1268 Acte, waarin Johan van Boedberch verklaart dat hij zijn rechten op het huis "opgen Rayde" zal overdragen aan zijn broer Eylnert vann Boedberch, als die gaat trouwen, 1532 op sente Marien Magdalenen dach
1269A Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Elbert van Boedberch en Anna van Balveren.
2. Acte, aan de vorige acte bevestigd, waarin Johan van Boidbergh Ariensoen verklaart met de acte van huwelijksvoorwaarden in te stemmen, 1534 oct. 23, 1537 op dynxdach na synt Vytz dach martiris
1269B Zie 1269A
1270 Acte van deling van nalatenschap tussen Jacop Pieck, als momber van diens vrouw Maria van Balveren, en Elbert van Boedtbergen, mede als momber van zijn vrouw Anna van Balveren, eigentijds afschrift, 1535 juli 11
1271 Overeenkomst tussen Gaedt van Boeckholt en Adriana van Eyll, gehuwden, en Elbert van Boedberch, hun zoon en stiefzoon, betreffende het huis Op gen Ray, concept, 1535 op donredach post purificationis Marie
1272 Acte van deling van de nalatenschap van wijlen Johan van Boidbergh, door Gaert van Boickholt met diens vrouw Adriana van Eyll, weduwe van Adriaen van Boidbergh en moeder van de overledene, Cornelis van Boidbergh, erfmaarschalk van het land van Gelre, en Eilbert van Boidbergh, de laatste twee broers van Johan, 1538 op dynxdach post Nathie Apli
1273 Acte van deling van nalatenschap van wijlen Adriana van Eyll, in leven huisvrouw van Gaert van Boickholt en weduwe van Adriaen van Boidbergh, door Gaert van Boickholt voornoemd, en door Cornelijs van Boidbergh, erfmaarschalk van het land van Gelre, en Elbert van Boidbergh, beiden zoons van Adriaen van Boidbergh en Adriana van Eyll, 1543 juli 12
1274 Acte van deling van nalatenschap tussen Cornelys van Bodbergh, erfmaarschalk van het land van Gelre, en diens broer Elberth van Bodbergh, 1543 op aller Hilgen avent
1275 Verklaring van Diderich von Westerem zur Langendonck en Johan von Damme betreffende de dood van Adriaen van Bodbergen in Denemarken, (15)66 am abende Pamarium
1276 Acte van deling tussen Segher, Johan, Henryck, Elbert, Jacob en Ariaen van Boidbergen, broers en zuster. Met 2 afschriften waarvan een authentiek, eigentijdse afschriften, 1571 april 3
1277 Testament van Maria Margaretha de Croisilles, weduwe van Elbert van Boudberghen Ingen Rhaeij, eigentijds afschrift, 1613 nov. 8
1278 Overeenkomst tussen Jor. Wilhelm van Ruyschenbergh en Jor. Louff van Egeren als momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jor. Elbert van Boedtbergen en wijlen diens vrouw Maria Margaretha de Croisilles, en Vrouwe Barbara de Tornon, vrouw van Jor. Samuel Pitzen, en weduwe van Jor. Lambert de Croisilles, 1617
1279 Kwitantie van Elbert van Boetberch, mede namens Seger, Jan en joffer . . . van Boedtbergen, voor Seger en Arnolt van Boedtbergen, minderjarige kinderen van wijlen Elbert van Boedtbergen Ingen Rhaij en wijlen Maria Margaretha de Croisilles, diens vrouw, concept, 1614
1280 Stukken betreffende de minderjarige kinderen van wijlen Elbert van Boidtberghe en diens vrouw, wijlen Maria Margaretha de Croisilles, 1618-1625
1281 Paspoort voor Reinhardt von Budtberg, van Christoff Bernardt, Bischop zu Munster, 1666
1282 Testament van baron Lutger van Boedtberg ingen Ray, burggraaf van Bavay, etc., eind 17e/begin 18e eeuws afschrift, 1684
1283 Schuldbekentenis van D. C. Baron van Metternich zu Niederberg en zijn vrouw M. M. geboren Barones von Boedbergh van gen Raij, voor haar zwager Baron Johan Rhoe, eind 17e/begin 18e eeuws afschrift, 1686
1284 Testament van Anna Maria de Mopertingen Borchgravinne der stad Bavai, weduwe van Baron de Bodbergen, eigentijds afschrift, 1696
1285 Acte van scheiding en deling van de Boedbergse goederen, eigentijdse afschriften, 1609
1286 Brief van Frederijch van Huyls aan zijn zwager Johan van Buydberch, (14)93 des duynnersdaegs nae der suynnendaeg ynvocaevyt
1287 Kwitanties voor de familie van Boedbergh, 15e-16e eeuw
1288 Kwitantie van Evert van Brempt, drost te Stralen, voor de fam. van Boedberch, (15)33
1289 Schuldbekentenis van Johan van Bellinchaeven en diens vrouw Alyt van Eyll, voor Elbert van Eyll, (14)68
1290 Kwitantie van Johan van Bellynchaeven Janssoen voor zijn oom Elbert van Eyll, 1484 des maenendaeges nae onsser lyever vrouwendach Assom
1291 Overeenkomst tussen enerzijds Gerart van Palant en Frederich Hulss, en anderzijds Claes Hone, here tzo dem Broich en de gebroeders Werner Huyne en Gerart Huyne van Anxtenrade, eigentijds afschrift, 1489 op den Hilligen Druytzeyn avent
1292 Stukken betreffende een geldlening aan graaf Adolf van Nassau, 1487, 1518
1293 Acte, waarin Gaert van Boeckholt en diens vrouw Adriana van Eyll verklaren 3 morgen land en een klein "bentken . . to leyffgewyn" te hebben, 1514 op sint Servatiusdach confessovis
1294 Schuldbekentenis en kwitanties, betreffende de familie van Boedberch, 1534-1546
1295 Uittreksel uit testament van Ywen van Wijenhorst, eigentijds afschrift, 1555
1296 Acte, waarin Wernera van Boedberch "joffer tot Nyenkloyster" verklaart wat zij heeft geërfd van wijlen haar nicht Katerina van Huls, over te dragen aan haar neef Seger van Boedberch en zijn broers, (15)65
1297 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedberch (o.a. kwitanties, brief van de hertog van Gulik, oproep van bijeenkomst ridderschap), (15)55-(15)97
1298 Brief van Wilhelm von Ruischenbergh aan zijn neef Elbert von Bodbergen in gen Ray, 1602
1299 Brief van Arnoldt van Egeren aan zijn neef Ellort van Boedbergen, 1605
1300 Stukken betreffende Elbert van Boedtbergh, 1604-1608
1301 Stukken betreffende de aankoop van een stuk "gemeijnte" te Pondt, door Elbert van Boedtbergen Ingen Ray, 1608-1609
1302 Volmacht van Elbert van Boedtbergh Ingen Ray voor zijn rentmeester Frans ingen Siep, 1609
1303 Brieven van Wilhelm van Ruischenbergh en J. van Asselt aan Elbert van Boedtbergh, 1609
1304 Brieven van Theodorus Stijns aan Elbert van Boedtberch, 1609-1610
1305 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedtbergh, 1610-1674
1306 Brief van Maria van Holtmolen, weduwe Brempt, aan haar nicht, weduwe van Elbert van Boidtberch, 1612
1307 Brief van Jacob van Wyttenhorst aan zijn nicht Marie Margerite de Croisilles, weduwe van Boedtbergh ingen Raey, 1612
1308 Brief van Elbert van Boetberch aan zijn neef Elbert van Boetberch ingen Raeij, 1612
1309 Condoléancebrief van Arnoldt Huijn von Anstenraedt aan "madame de Boedtberghen Ingen Raije", met concept van antwoord, 1612
1310 Brief van Arnoldt Huijn van Anstenraedt aan "madame de Boedtberghen Ingen Raije", waarin hij schrijft dat hij bij de begrafenis van haar man aanwezig zal zijn, 1612
1311 Brieven van Wilhelm von Ruischenbergh aan Elbert von Bodtbergh up den Rhaij, zijn neef, betreffende familieomstandigheden, 1611-1612
1312 Brief van Johan van Asselt zur Koul aan Lambert Corsylins, 1611
1313 Brief van Arn. von Boedtbergh aan zijn neef Elbert von Boedtbergh Ingen Rhaij, waarin hij hem geluk wenst met de geboorte van een zoon, 1611
1314 Brieven van J. Quaedt aan zijn neef "monsieur de Boedtbergh", 1611
1315 Brief van Joannes Flaraeus, pastoor in Viert aan Elbert van Boedtberg, waarin hij hem vraagt bij te dragen in de kosten van de klok, die hij heeft doen gieten, 1611
1316 Brieven aan Elbert van Boedtbergh en monsieur de Croisilles, 1610, 1612
1317 Brieven aan jor. Elbert van Bodtbergen ingen Raij, en concept van een kwitantie, 1608, 1611, z.d.
1318 Brieven aan Elbert van Boedtbergh, 1611-1612
1319 Stuk m.b.t. de binding tussen de familie Stael von Holstein, en de familie von Budberg, z.d. +/- 1600
1320 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedtberg (o.a. kwitanties, rekening, volmacht), 1594-1611
1321 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedtberg (o.a. kwitanties, rekeningen, brieven), 1504, 1561-1589
1322 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedberg (o.a. kwitanties, rekening, schuldbekentenis, overeenkomsten), 1504-1578
1323 Rekeningen en kwitanties betreffende de families van Boedtberg en Ruijschenberg als erfgenamen van Lt. Stael von Holstein, Waldgraaf van Nergenaw, eind 16e-begin 17e eeuw
1324 Stukken betreffende Elbert van Boetberch (o.a. rekening en brief), 1603-1610
1325 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedberg (o.a. erfpacht, rekeningen, brief, volmacht), 1601-1612
1326 Registertje met aantekeningen over de reizen die Frans ingen Sijp gen. Stals gemaakt heeft in opdracht van jonker van Boetberg, en enkele rekeningen, 1605, 1610-1611
1327 Rekening, bewijs en religua van de ontvangsten van het huis Ingen Raij, met bijlagen, 1613-1615
1328 Rekening, bewijs en religua van Seger Heestermans, als rentmeester aangesteld door vrouwe Barbera de Tournon, met bijlagen, 1614-1615
1329 Rekening, bewijs en religua van Seger Heestermans, als aangestelde rentmeester van vrouwe Barbera de Tournon, 1615-1616
1330 Rekening, bewijs en religua van Seger Heestermans, rentmeester, met bijlagen, 1616-1617
1331 Rekening, bewijs en religua van rentmeester Seger Heestermans, met bijlagen en een aantal losse 16e en 17e eeuwse stukken, 1620-1621
1332 Rekening, bewijs en religua, met bijlagen, door rentmeester Hendrik Engelberchs, aangesteld door de jonkers Seger en Arnoldt van Boedbergen, van het huis Raij, 1632-1633
1333 Rekening van inkomsten en uitgaven, en stukken betreffende goederen die aan Stael van Holsteijn toebehoorden, 16e - 17e eeuw
1334 Brieven van familie Staell aan Elbert van Boedtberg, en stukken betr. proces voor het gericht van Gennep betreffende een pachter, 1605-1610
1335 Brieven aan jor. Elbert van Boedtberg, z.d., 1604-1610
1336 Verscheidene stukken m.b.t. de familie van Boedtberg, z.d. (16 eeuw)-1615
1337 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedtberg, 1539-1609
1338 Overeenkomst tussen Johanna von Hulsse en Friderich von Hulse, haar zoon, 1488 uf des heilg, newen jarstag, 16 eeuws afschrift
1339 Acte van overeenkomst tussen Sander van Boytbergh en Wilhelm heer te Wachtendonck, met goedkeuring van de hertog van Gelre, graaf van Zutphen. Hierin wordt o.a. verklaard dat Wilhelm aan Sander "dat Slot ind herlicheit ter Knypen mit allen oeren toebehoeren ingedaen ind bevoelen heeft, so dat ich syn Amptman dair af sijn sal", 1424, op sente Cunibertusdagh 's Heilgen Bisschops
1340 "Dit is die rekeninge ende bewijsinge van uutgeven Alairt Geritss, rentmeijster der lande van Bueren ende van Buesinchem van wegen Johans van Boitbergen erfmairschalcs toe Gelre ende Casteleijns ende Amptmans der selver lande", 1435-1436
1341 Pachtcontracten betreffende hoeven van de familie van Boedberg (o.a. te Linne), 1512-1543, 16 eeuwse afschriften, 1 origineel,
1342 "Dit is die rekeninge ende bewijsinge van opbueren ende ontfanck Alerts Gerijtss, rentmeijster der lande van Buren ende van Buesinchem van wegen Johans van Boitbergen", ; 1435-1436
1343 Rekeningen van inkomsten en uitgaven van rentmeesters van de families van Boedtberg en van Huls, 1429-1526
1344 Stukken betreffende barones van Mopertingh, douarière van Boedtberg (o.a. processen, overeenkomsten, brief), 1675-1696
1345 Verscheidene stukken betreffende de familie van Boedberg (o.a. een proces over de contributie) aan het kerspel Capellen, Pont en Vierst, en stukken betreffende geldswaarde), z.d., 1556-1655
1346 Ordonnantie van de hertog van Alva aan de stadhouder en "die luiden van Sconincx Raede in Gelderlandt", waarin hij beveelt aan diegenen die zich vòòr de supplicatie van 5 april 1566 hebben betoond, en niet zijn verbannen of gevlucht, om binnen 30 dagen voor hem te verschijnen en te bekennen, om daarna gratie te krijgen, 1568, eigentijds afschrift
Van Eijll
Croisilles, van
Stichtingen door de families van Eijll en Boedbergh gedaan
Boedberg-Eijllse goederen
D'Olne. B
D'Olne-St. Hadlein
D'Olne-Correspondentie
Fam. van Efferen
Succession de la Neufville
Familie von Francken
Varia
Scheres "Ongeordend"
laatste wijziging 26-04-2024
2.596 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 40 bestanden

Kenmerken

Datering:
13e-19e eeuw
Auteur:
P.H.M. Boselie
Omvang m1:
14,4 - 808 charters
Inventaris:
Inventaris van familiearchief Scheres-d'Olne te Baarlo 1300-1880, Maastricht 1984
Opmerking:
Exacte naam volgen de inleiding: het archief van de familie d'Olne te Baarlo
Categorie:
laatste wijziging 26-04-2024
2.596 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 40 bestanden