14.A002C Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.A002C
Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond
Inventaris in PDF-formaat
U treft hier de volledige inventaris in PDF-formaat aan. Daarin zijn de bijlagen I tot en met V opgenomen. De namen van de partijen in de tafels I en II werden in één naamindex opgenomen (bijlage III). Deze verwijst eveneens naar de procesnummers. De namen werden in zekere mate geüniformeerd. Teneinde ook snel processen per plaats te kunnen opsporen werd een plaatsnamenindex (bijlage IV) vervaardigd die gebaseerd is op de woonplaats der partijen of de parochie waaraan het betreffende beneficie was gerelateerd. Bijlage V bevat een trefwoordenindex van de processen in eerste aanleg en in hoger beroep.
laatste wijziging 30-04-2024
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 30-04-2024
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2024
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Regestenlijst
3 1304 september 22
“Anno Domini millesimo trecentesimo quarto decimo kalendas octobris”
Het kapittel te Keulen verhaalt dat het patronaatsrecht te Leuth aan het nieuw gestichte zusterklooster te Grafenthal was geschonken door wijlen Otto, graaf van Gelder, en dat wijlen Sifrid, aartsbisschop van Keulen, op verzoek van Reinald, graaf van Gelder, de wettige zoon en erfgenaam van Otto, aan de proost van de H. Severinus de opdracht gaf om de inkomsten van pastoor die persoonlijk zou resideren, vast te stellen. De overige inkomsten zouden aan het refectorium van het klooster toekomen. De proost bepaalde daarop dat de pastoor de inkomsten zou krijgen die de vicarii van Leuth van oudsher hadden genoten, en voorts onder andere de kleine tienden. Het klooster zou hem jaarlijks veertien malder rogge en veertien malder haver uit de grote tienden uitkeren. Het kapittel bekrachtigt deze regeling zoals die in de akten van de aartsbisschop en proost is vastgelegd.
“Anno Domini millesimo trecentesimo quarto decimo kalendas octobris”
Het kapittel te Keulen verhaalt dat het patronaatsrecht te Leuth aan het nieuw gestichte zusterklooster te Grafenthal was geschonken door wijlen Otto, graaf van Gelder, en dat wijlen Sifrid, aartsbisschop van Keulen, op verzoek van Reinald, graaf van Gelder, de wettige zoon en erfgenaam van Otto, aan de proost van de H. Severinus de opdracht gaf om de inkomsten van pastoor die persoonlijk zou resideren, vast te stellen. De overige inkomsten zouden aan het refectorium van het klooster toekomen. De proost bepaalde daarop dat de pastoor de inkomsten zou krijgen die de vicarii van Leuth van oudsher hadden genoten, en voorts onder andere de kleine tienden. Het klooster zou hem jaarlijks veertien malder rogge en veertien malder haver uit de grote tienden uitkeren. Het kapittel bekrachtigt deze regeling zoals die in de akten van de aartsbisschop en proost is vastgelegd.
14.A002C Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond
Regestenlijst
3
1304 september 22
“Anno Domini millesimo trecentesimo quarto decimo kalendas octobris”
Het kapittel te Keulen verhaalt dat het patronaatsrecht te Leuth aan het nieuw gestichte zusterklooster te Grafenthal was geschonken door wijlen Otto, graaf van Gelder, en dat wijlen Sifrid, aartsbisschop van Keulen, op verzoek van Reinald, graaf van Gelder, de wettige zoon en erfgenaam van Otto, aan de proost van de H. Severinus de opdracht gaf om de inkomsten van pastoor die persoonlijk zou resideren, vast te stellen. De overige inkomsten zouden aan het refectorium van het klooster toekomen. De proost bepaalde daarop dat de pastoor de inkomsten zou krijgen die de vicarii van Leuth van oudsher hadden genoten, en voorts onder andere de kleine tienden. Het klooster zou hem jaarlijks veertien malder rogge en veertien malder haver uit de grote tienden uitkeren. Het kapittel bekrachtigt deze regeling zoals die in de akten van de aartsbisschop en proost is vastgelegd.
“Anno Domini millesimo trecentesimo quarto decimo kalendas octobris”
Het kapittel te Keulen verhaalt dat het patronaatsrecht te Leuth aan het nieuw gestichte zusterklooster te Grafenthal was geschonken door wijlen Otto, graaf van Gelder, en dat wijlen Sifrid, aartsbisschop van Keulen, op verzoek van Reinald, graaf van Gelder, de wettige zoon en erfgenaam van Otto, aan de proost van de H. Severinus de opdracht gaf om de inkomsten van pastoor die persoonlijk zou resideren, vast te stellen. De overige inkomsten zouden aan het refectorium van het klooster toekomen. De proost bepaalde daarop dat de pastoor de inkomsten zou krijgen die de vicarii van Leuth van oudsher hadden genoten, en voorts onder andere de kleine tienden. Het klooster zou hem jaarlijks veertien malder rogge en veertien malder haver uit de grote tienden uitkeren. Het kapittel bekrachtigt deze regeling zoals die in de akten van de aartsbisschop en proost is vastgelegd.
Datering:
1304 september 22
Ontwikkelingsstadium:
Eenvoudig afschrift op papier
Notabene:
zie inv.nr. 124, procesnummer 1482.
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 12-04-2017
laatste wijziging 30-04-2024
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Kenmerken
Datering:
1599-1797
Auteur:
G.H.A. Venner
Uitgave:
Inventarissenreeks RHCL, nr. 4. Maastricht, 2014
Inventaris:
Inventaris van het archief van het officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond
laatste wijziging 30-04-2024
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden