01.187A Vrije Rijksheerlijkheid Thorn ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.187A
Vrije Rijksheerlijkheid Thorn
Inleiding
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Regesten
276 1392 juni 14
Rome
In een brief van 28 Mei 1392 door paus Bonifacius IX, tot de bisschop van Doornik en de dekenen van Sint Servaas te Maastricht en van Onze Lieve Vrouw te Aken gericht, wordt gezegd dat de pastorie van Ubach, opengevallen door het overlijden van den pastoor Walther van Hoesen, door den pauselijke stoel is verleend geworden aan heer Paulus Burchardi van Zuilichem. Dat desniettegenstaande de abdij Thorn aldaar zekeren Petrus Vanderic heeft aangesteld, die zich op onwettige wijze van die pastorie heeft meester gemaakt: Qui in eadem ecclesia se intrusit, illam que occupavit et detinuit prout detinet indebite occupatam, fructus percipiendo ex eadem. Van de anderen kant wordt Paulus Burchardi door de abdis, het kapittel en de indringer Petrus van alle kanten vervolgd en teruggedrongen. De paus verlangt nu door tussenkomst der bovengemelde drie scheidsrechters dat Paulus Burchardi in bezit en de rechten van de pastorie geplaatst en Petrus Vanderic er uit verwijderd wordt. De tegenstrevers van dit mandaat zouden, appellatione postposita, door de kerkelijke censuur gedwongen worden. Dienvolgens richten de drie scheidsrechters een openbaar schrijven aan de aartsbisschop van Keulen, de bisschoppen van Luik en Utrecht, aan de inwoners en pachters van Ubach, dat zij onder bedreiging van bovengemelde straf de pauselijke bevelen mogen handhaven en voormelden Paulus in bezit der kerk van Ubach en haar rechten helpen stellen en houden. De abdij en Petrus Vanderic werden daarenboven veroordeeld in een boete van 50 goudgulden voor de belopen kosten en 10 goudgulden voor de executiebrieven. De rebellen in deze zaak zouden zes dagen na een gerechtelijke waarschuwing vervallen in de kerkelijken ban met verbod om de kerk binnen te gaan. Zou zulk interdict meer dan zes dagen zonder goed gevolg duren, dan zal de excommunicatie opnieuw worden gepubliceerd en gevolgd worden door een suspensio a divinis. Deze publicatie moet in alle steden en plaatsen van de bisdommen Luik, Utrecht en Keulen verricht worden. Deze akte werd opgemaakt door Bernardus de Dike, clericus Paderbornensis, notaris te Rome, in tegenwoordigheid van Stephanus de Beesde, kanunnik van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, Joannes Paweter, Joannes Milde en Henricus Spieghel, klerken uit de bisdommen van Luik, Kamerijk en Utrecht, als getuigen. i
Rome
In een brief van 28 Mei 1392 door paus Bonifacius IX, tot de bisschop van Doornik en de dekenen van Sint Servaas te Maastricht en van Onze Lieve Vrouw te Aken gericht, wordt gezegd dat de pastorie van Ubach, opengevallen door het overlijden van den pastoor Walther van Hoesen, door den pauselijke stoel is verleend geworden aan heer Paulus Burchardi van Zuilichem. Dat desniettegenstaande de abdij Thorn aldaar zekeren Petrus Vanderic heeft aangesteld, die zich op onwettige wijze van die pastorie heeft meester gemaakt: Qui in eadem ecclesia se intrusit, illam que occupavit et detinuit prout detinet indebite occupatam, fructus percipiendo ex eadem. Van de anderen kant wordt Paulus Burchardi door de abdis, het kapittel en de indringer Petrus van alle kanten vervolgd en teruggedrongen. De paus verlangt nu door tussenkomst der bovengemelde drie scheidsrechters dat Paulus Burchardi in bezit en de rechten van de pastorie geplaatst en Petrus Vanderic er uit verwijderd wordt. De tegenstrevers van dit mandaat zouden, appellatione postposita, door de kerkelijke censuur gedwongen worden. Dienvolgens richten de drie scheidsrechters een openbaar schrijven aan de aartsbisschop van Keulen, de bisschoppen van Luik en Utrecht, aan de inwoners en pachters van Ubach, dat zij onder bedreiging van bovengemelde straf de pauselijke bevelen mogen handhaven en voormelden Paulus in bezit der kerk van Ubach en haar rechten helpen stellen en houden. De abdij en Petrus Vanderic werden daarenboven veroordeeld in een boete van 50 goudgulden voor de belopen kosten en 10 goudgulden voor de executiebrieven. De rebellen in deze zaak zouden zes dagen na een gerechtelijke waarschuwing vervallen in de kerkelijken ban met verbod om de kerk binnen te gaan. Zou zulk interdict meer dan zes dagen zonder goed gevolg duren, dan zal de excommunicatie opnieuw worden gepubliceerd en gevolgd worden door een suspensio a divinis. Deze publicatie moet in alle steden en plaatsen van de bisdommen Luik, Utrecht en Keulen verricht worden. Deze akte werd opgemaakt door Bernardus de Dike, clericus Paderbornensis, notaris te Rome, in tegenwoordigheid van Stephanus de Beesde, kanunnik van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, Joannes Paweter, Joannes Milde en Henricus Spieghel, klerken uit de bisdommen van Luik, Kamerijk en Utrecht, als getuigen. i
01.187A Vrije Rijksheerlijkheid Thorn
Regesten
276
1392 juni 14
Rome
In een brief van 28 Mei 1392 door paus Bonifacius IX, tot de bisschop van Doornik en de dekenen van Sint Servaas te Maastricht en van Onze Lieve Vrouw te Aken gericht, wordt gezegd dat de pastorie van Ubach, opengevallen door het overlijden van den pastoor Walther van Hoesen, door den pauselijke stoel is verleend geworden aan heer Paulus Burchardi van Zuilichem. Dat desniettegenstaande de abdij Thorn aldaar zekeren Petrus Vanderic heeft aangesteld, die zich op onwettige wijze van die pastorie heeft meester gemaakt: Qui in eadem ecclesia se intrusit, illam que occupavit et detinuit prout detinet indebite occupatam, fructus percipiendo ex eadem. Van de anderen kant wordt Paulus Burchardi door de abdis, het kapittel en de indringer Petrus van alle kanten vervolgd en teruggedrongen. De paus verlangt nu door tussenkomst der bovengemelde drie scheidsrechters dat Paulus Burchardi in bezit en de rechten van de pastorie geplaatst en Petrus Vanderic er uit verwijderd wordt. De tegenstrevers van dit mandaat zouden, appellatione postposita, door de kerkelijke censuur gedwongen worden. Dienvolgens richten de drie scheidsrechters een openbaar schrijven aan de aartsbisschop van Keulen, de bisschoppen van Luik en Utrecht, aan de inwoners en pachters van Ubach, dat zij onder bedreiging van bovengemelde straf de pauselijke bevelen mogen handhaven en voormelden Paulus in bezit der kerk van Ubach en haar rechten helpen stellen en houden. De abdij en Petrus Vanderic werden daarenboven veroordeeld in een boete van 50 goudgulden voor de belopen kosten en 10 goudgulden voor de executiebrieven. De rebellen in deze zaak zouden zes dagen na een gerechtelijke waarschuwing vervallen in de kerkelijken ban met verbod om de kerk binnen te gaan. Zou zulk interdict meer dan zes dagen zonder goed gevolg duren, dan zal de excommunicatie opnieuw worden gepubliceerd en gevolgd worden door een suspensio a divinis. Deze publicatie moet in alle steden en plaatsen van de bisdommen Luik, Utrecht en Keulen verricht worden. Deze akte werd opgemaakt door Bernardus de Dike, clericus Paderbornensis, notaris te Rome, in tegenwoordigheid van Stephanus de Beesde, kanunnik van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, Joannes Paweter, Joannes Milde en Henricus Spieghel, klerken uit de bisdommen van Luik, Kamerijk en Utrecht, als getuigen.
Rome
In een brief van 28 Mei 1392 door paus Bonifacius IX, tot de bisschop van Doornik en de dekenen van Sint Servaas te Maastricht en van Onze Lieve Vrouw te Aken gericht, wordt gezegd dat de pastorie van Ubach, opengevallen door het overlijden van den pastoor Walther van Hoesen, door den pauselijke stoel is verleend geworden aan heer Paulus Burchardi van Zuilichem. Dat desniettegenstaande de abdij Thorn aldaar zekeren Petrus Vanderic heeft aangesteld, die zich op onwettige wijze van die pastorie heeft meester gemaakt: Qui in eadem ecclesia se intrusit, illam que occupavit et detinuit prout detinet indebite occupatam, fructus percipiendo ex eadem. Van de anderen kant wordt Paulus Burchardi door de abdis, het kapittel en de indringer Petrus van alle kanten vervolgd en teruggedrongen. De paus verlangt nu door tussenkomst der bovengemelde drie scheidsrechters dat Paulus Burchardi in bezit en de rechten van de pastorie geplaatst en Petrus Vanderic er uit verwijderd wordt. De tegenstrevers van dit mandaat zouden, appellatione postposita, door de kerkelijke censuur gedwongen worden. Dienvolgens richten de drie scheidsrechters een openbaar schrijven aan de aartsbisschop van Keulen, de bisschoppen van Luik en Utrecht, aan de inwoners en pachters van Ubach, dat zij onder bedreiging van bovengemelde straf de pauselijke bevelen mogen handhaven en voormelden Paulus in bezit der kerk van Ubach en haar rechten helpen stellen en houden. De abdij en Petrus Vanderic werden daarenboven veroordeeld in een boete van 50 goudgulden voor de belopen kosten en 10 goudgulden voor de executiebrieven. De rebellen in deze zaak zouden zes dagen na een gerechtelijke waarschuwing vervallen in de kerkelijken ban met verbod om de kerk binnen te gaan. Zou zulk interdict meer dan zes dagen zonder goed gevolg duren, dan zal de excommunicatie opnieuw worden gepubliceerd en gevolgd worden door een suspensio a divinis. Deze publicatie moet in alle steden en plaatsen van de bisdommen Luik, Utrecht en Keulen verricht worden. Deze akte werd opgemaakt door Bernardus de Dike, clericus Paderbornensis, notaris te Rome, in tegenwoordigheid van Stephanus de Beesde, kanunnik van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, Joannes Paweter, Joannes Milde en Henricus Spieghel, klerken uit de bisdommen van Luik, Kamerijk en Utrecht, als getuigen.
Datering:
1392 juni 14
Datum onopgelost:
Datum et actum Rome in palacio apostolico domini nostri pape sub anno a nativitate domini millesimo trecentesimo nonagesimo secundo die veneris quartadecima mensis junii.
Ontwikkelingsstadium:
afschrift
Materiaal:
papier
Plaats:
Rome
Zie folionummer:
inv. nr. 1629: 101v-107 (pp.194-206) en inv. nr. 1629: pp. 243-249
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 24-12-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 10 bestanden
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Zegelbeschrijvingen
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Kenmerken
Datering:
10e eeuw-1550
Auteur:
J. Habets en A.J.A. Flament, aangepast en verbeterd door Peter Bakker (2020-2021)
Inventaris:
De archieven van het kapittel van de Hoogadelijke Abdij Thorn ('s-Gravenhage 1889)
Omvang m1:
0,3
Bijzonderheden:
Sinds juni 2021 wordt u de eerste 300 inventarisnummers van het archief in deze online toegang aangeboden. De inventaris wordt in de komende tijd verder opgemaakt en tevens zullen de resterende 185 inventarisnummers, regesten en zegelbeschrijvingen opgenomen worden. Het archief is in bewerking. Hetgeen ook kan betekenen dat beschrijvingen nog incorrect zijn en/of in een later stadium gewijzigd worden. Voor meer informatie verwijs ik u door naar de Inleiding.
Opmerking:
Bestaat uit 2 delen, deel 1 is de zgn nummering Habets.
460 charters.
460 charters.
Categorie:
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden