01.187A Vrije Rijksheerlijkheid Thorn ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.187A
Vrije Rijksheerlijkheid Thorn
Inleiding
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Regesten
58 1283 januari 6
Willelmus, investitus van de kerk van Sint Geertruidenberg, verklaart dat, ter gelegenheid en ter oorzaak van zekeren twist en onenigheid tussen hem enerzijds en de abdis met het klooster van Thorn anderzijds, wijlen Johannes (van Enghien), bisschop van Luik, hem met de kerkelijke ban en andere straffen had vervolgd, en, dewijl hij in verstokten gemoede aan die vonnissen niet had gehoorzaamd, hem in de gevangenis had geworpen; doch dat nu, tot inkeer gekomen en op vrije voeten gesteld, hij uit eigen beweging, ter liefde van den vrede, en zich bij eede verbindende, afziet van allen onwil, tegenkanting en vorderingen die hij tegen de abdis en haar klooster gehad heeft of zou kunnen hebben, belovende tevens ter oorzake van gemelde twist of van zijn gevangenschap, geen wraak te nemen op, noch enige vijandschap te houden tegen de abdis en haar klooster, of de kerken van Luik en van Thorn, of de personen behorende aan die kerken of aan het bisdom van Luik. Verder verklaart hij insgelijks af te zien van de borgschap of verplichting die jegens hem, bij een vroeger tussen hem en de abdis gesloten overeenkomst, was aangegaan namens deze laatste door de ridders Henricus van Pytersheim en Michael van Rothem, en stemt toe dat, indien hij te eniger tijd tegen deze onderwerping handelt, de abdis onmiddellijk, zijn beneficie als vacant beschouwende, een anderen in zijne plaats benoemen en de bisschop hem als meinedige en trouwverbreker straffe, terwijl hij in dat geval zich buitendien verplicht tot een boete van 200 Luikse marken, voor welke som hij als borgen stelt de ridders Willelmus van Horne, Gossuinus van Borne, Osto dezes zoon, Willelmus van Cranendunc en de schildknapen Arnold van Steyn en Daniël van Ghoyre, die zich verbinden, bij wanbetaling, op eerste aanmaning van de abdis of van de bisschop, te Maastricht of andere plaats in een hun aan te wijzen herberg, op hun eigen kosten te liggen zolang tot gemelde som zal zijn voldaan. Alle deze bepalingen worden goedgekeurd door bisschop Johannes (van Vlaanderen) en Gerardus van Nassove (Nassau), aartsdiaken van Luik, welke laatste tevens verklaart de investitus te zullen instellen, dien de abdis, in geval Wilhelmus aan de gestelde voorwaarden niet voldoet, zou benoemen.
Willelmus, investitus van de kerk van Sint Geertruidenberg, verklaart dat, ter gelegenheid en ter oorzaak van zekeren twist en onenigheid tussen hem enerzijds en de abdis met het klooster van Thorn anderzijds, wijlen Johannes (van Enghien), bisschop van Luik, hem met de kerkelijke ban en andere straffen had vervolgd, en, dewijl hij in verstokten gemoede aan die vonnissen niet had gehoorzaamd, hem in de gevangenis had geworpen; doch dat nu, tot inkeer gekomen en op vrije voeten gesteld, hij uit eigen beweging, ter liefde van den vrede, en zich bij eede verbindende, afziet van allen onwil, tegenkanting en vorderingen die hij tegen de abdis en haar klooster gehad heeft of zou kunnen hebben, belovende tevens ter oorzake van gemelde twist of van zijn gevangenschap, geen wraak te nemen op, noch enige vijandschap te houden tegen de abdis en haar klooster, of de kerken van Luik en van Thorn, of de personen behorende aan die kerken of aan het bisdom van Luik. Verder verklaart hij insgelijks af te zien van de borgschap of verplichting die jegens hem, bij een vroeger tussen hem en de abdis gesloten overeenkomst, was aangegaan namens deze laatste door de ridders Henricus van Pytersheim en Michael van Rothem, en stemt toe dat, indien hij te eniger tijd tegen deze onderwerping handelt, de abdis onmiddellijk, zijn beneficie als vacant beschouwende, een anderen in zijne plaats benoemen en de bisschop hem als meinedige en trouwverbreker straffe, terwijl hij in dat geval zich buitendien verplicht tot een boete van 200 Luikse marken, voor welke som hij als borgen stelt de ridders Willelmus van Horne, Gossuinus van Borne, Osto dezes zoon, Willelmus van Cranendunc en de schildknapen Arnold van Steyn en Daniël van Ghoyre, die zich verbinden, bij wanbetaling, op eerste aanmaning van de abdis of van de bisschop, te Maastricht of andere plaats in een hun aan te wijzen herberg, op hun eigen kosten te liggen zolang tot gemelde som zal zijn voldaan. Alle deze bepalingen worden goedgekeurd door bisschop Johannes (van Vlaanderen) en Gerardus van Nassove (Nassau), aartsdiaken van Luik, welke laatste tevens verklaart de investitus te zullen instellen, dien de abdis, in geval Wilhelmus aan de gestelde voorwaarden niet voldoet, zou benoemen.
01.187A Vrije Rijksheerlijkheid Thorn
Regesten
58
1283 januari 6
Willelmus, investitus van de kerk van Sint Geertruidenberg, verklaart dat, ter gelegenheid en ter oorzaak van zekeren twist en onenigheid tussen hem enerzijds en de abdis met het klooster van Thorn anderzijds, wijlen Johannes (van Enghien), bisschop van Luik, hem met de kerkelijke ban en andere straffen had vervolgd, en, dewijl hij in verstokten gemoede aan die vonnissen niet had gehoorzaamd, hem in de gevangenis had geworpen; doch dat nu, tot inkeer gekomen en op vrije voeten gesteld, hij uit eigen beweging, ter liefde van den vrede, en zich bij eede verbindende, afziet van allen onwil, tegenkanting en vorderingen die hij tegen de abdis en haar klooster gehad heeft of zou kunnen hebben, belovende tevens ter oorzake van gemelde twist of van zijn gevangenschap, geen wraak te nemen op, noch enige vijandschap te houden tegen de abdis en haar klooster, of de kerken van Luik en van Thorn, of de personen behorende aan die kerken of aan het bisdom van Luik. Verder verklaart hij insgelijks af te zien van de borgschap of verplichting die jegens hem, bij een vroeger tussen hem en de abdis gesloten overeenkomst, was aangegaan namens deze laatste door de ridders Henricus van Pytersheim en Michael van Rothem, en stemt toe dat, indien hij te eniger tijd tegen deze onderwerping handelt, de abdis onmiddellijk, zijn beneficie als vacant beschouwende, een anderen in zijne plaats benoemen en de bisschop hem als meinedige en trouwverbreker straffe, terwijl hij in dat geval zich buitendien verplicht tot een boete van 200 Luikse marken, voor welke som hij als borgen stelt de ridders Willelmus van Horne, Gossuinus van Borne, Osto dezes zoon, Willelmus van Cranendunc en de schildknapen Arnold van Steyn en Daniël van Ghoyre, die zich verbinden, bij wanbetaling, op eerste aanmaning van de abdis of van de bisschop, te Maastricht of andere plaats in een hun aan te wijzen herberg, op hun eigen kosten te liggen zolang tot gemelde som zal zijn voldaan. Alle deze bepalingen worden goedgekeurd door bisschop Johannes (van Vlaanderen) en Gerardus van Nassove (Nassau), aartsdiaken van Luik, welke laatste tevens verklaart de investitus te zullen instellen, dien de abdis, in geval Wilhelmus aan de gestelde voorwaarden niet voldoet, zou benoemen.
Willelmus, investitus van de kerk van Sint Geertruidenberg, verklaart dat, ter gelegenheid en ter oorzaak van zekeren twist en onenigheid tussen hem enerzijds en de abdis met het klooster van Thorn anderzijds, wijlen Johannes (van Enghien), bisschop van Luik, hem met de kerkelijke ban en andere straffen had vervolgd, en, dewijl hij in verstokten gemoede aan die vonnissen niet had gehoorzaamd, hem in de gevangenis had geworpen; doch dat nu, tot inkeer gekomen en op vrije voeten gesteld, hij uit eigen beweging, ter liefde van den vrede, en zich bij eede verbindende, afziet van allen onwil, tegenkanting en vorderingen die hij tegen de abdis en haar klooster gehad heeft of zou kunnen hebben, belovende tevens ter oorzake van gemelde twist of van zijn gevangenschap, geen wraak te nemen op, noch enige vijandschap te houden tegen de abdis en haar klooster, of de kerken van Luik en van Thorn, of de personen behorende aan die kerken of aan het bisdom van Luik. Verder verklaart hij insgelijks af te zien van de borgschap of verplichting die jegens hem, bij een vroeger tussen hem en de abdis gesloten overeenkomst, was aangegaan namens deze laatste door de ridders Henricus van Pytersheim en Michael van Rothem, en stemt toe dat, indien hij te eniger tijd tegen deze onderwerping handelt, de abdis onmiddellijk, zijn beneficie als vacant beschouwende, een anderen in zijne plaats benoemen en de bisschop hem als meinedige en trouwverbreker straffe, terwijl hij in dat geval zich buitendien verplicht tot een boete van 200 Luikse marken, voor welke som hij als borgen stelt de ridders Willelmus van Horne, Gossuinus van Borne, Osto dezes zoon, Willelmus van Cranendunc en de schildknapen Arnold van Steyn en Daniël van Ghoyre, die zich verbinden, bij wanbetaling, op eerste aanmaning van de abdis of van de bisschop, te Maastricht of andere plaats in een hun aan te wijzen herberg, op hun eigen kosten te liggen zolang tot gemelde som zal zijn voldaan. Alle deze bepalingen worden goedgekeurd door bisschop Johannes (van Vlaanderen) en Gerardus van Nassove (Nassau), aartsdiaken van Luik, welke laatste tevens verklaart de investitus te zullen instellen, dien de abdis, in geval Wilhelmus aan de gestelde voorwaarden niet voldoet, zou benoemen.
Datering:
1283 januari 6
Datum onopgelost:
Datum anno domini Millesimo. ducentesimo octuagesimo secundo.
Ontwikkelingsstadium:
origineel
Materiaal:
perkament h. 50; b. 35 cm
Opmerking:
De zegels van de aartsdiaken Gerard van Nassau, van Goswijn van Bom, van Walram, heer van Hontjoie en Valkenburg, die voor Arnold van Steyn en van Johannes van Haf kendale (Haasdal), die voor Daniël van Goor zegelde, verloren.
Er is een tweede origineel op perkament h. 35; b. 37 cm is aanwezig. Het draagt de dagtekening: In die epiphanie Domini — Zegels verloren.
Er is een tweede origineel op perkament h. 35; b. 37 cm is aanwezig. Het draagt de dagtekening: In die epiphanie Domini — Zegels verloren.
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 09-12-2020
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Zegelbeschrijvingen
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden
Kenmerken
Datering:
10e eeuw-1550
Auteur:
J. Habets en A.J.A. Flament, aangepast en verbeterd door Peter Bakker (2020-2021)
Inventaris:
De archieven van het kapittel van de Hoogadelijke Abdij Thorn ('s-Gravenhage 1889)
Omvang m1:
0,3
Bijzonderheden:
Sinds juni 2021 wordt u de eerste 300 inventarisnummers van het archief in deze online toegang aangeboden. De inventaris wordt in de komende tijd verder opgemaakt en tevens zullen de resterende 185 inventarisnummers, regesten en zegelbeschrijvingen opgenomen worden. Het archief is in bewerking. Hetgeen ook kan betekenen dat beschrijvingen nog incorrect zijn en/of in een later stadium gewijzigd worden. Voor meer informatie verwijs ik u door naar de Inleiding.
Opmerking:
Bestaat uit 2 delen, deel 1 is de zgn nummering Habets.
460 charters.
460 charters.
Categorie:
laatste wijziging 03-05-2024
1.203 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 252 bestanden