793 WYLHELM hertog tot Gulich vestigt een jaarrente van 60 rijdergld, ten behoeve van JOHAN VAN LYNDEN op den landtol ther Schuyren en verbindt bovendien de tiend Brenae in het ambt Barnefelt voor die rente
....Die gegeven is im jaer unsers Heren duysent vunffhondert drei und veirtich, dem viff und twintichsten dach des maentz Martii

773 WILHELM hertog tot Guilich verzekert ten behoeve van JOHAN VAN LYNDEN, zijn ambtman en bewaarder te Hattem, een jaarrente van 40 rijderguldens op het goed Mullinck en andere goederen en renten te Steenre, alsmede den hof te Oxen, bij Deventer in het kerspel van sent Nicolais, buurschap Oxen, gelegen
Gegeven im jair unss Hern duysent viffhundert und viertich, op den seestenden dagh des monts Septembris

74 REYNOLT hertog van Gulich stelt JOHAN GERITSZOON aan tot beziener van zijn tol te Saltbommel, op welk ambt hij 300 rijnsgld. geschoten heeft
Gegeven in den jaren ons Heeren duysent vierhondert dry ende twintich, des Maendaegs na esto michi

1234 heeft de richter oorkond schepenen Ringenbergh en Li. van der Burch hopman Crispinus huis bezocht, alwaar in der staat bevonden de blote muur, een raam van 4 glazen, waarin een glas, en een buitenvenster; - de achterkamer naast die Pauw twee zolder hoog, een onder- en bovenkamer, waar alles uitgebroken, en niet dan de blote balken bevonden; - in de bovenste zolder heel uitgebroken de glasramen met de glazen, op alle kanten uitgebroken en niet bevonden dan vensters; - de estoricken in de ganse huis in twee [gedost];