5270.1-0442 Hertog Arnold sluit een overeenkomst met Hubert de Wolff, zijn raad, over betaling van aan deze verschuldigde vier maal 1200 oude Franse schilden.

247 De luitenant V.C. de Wolff en Elisabeth de Blij e.l. verklaren oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan en ten behoeve van Laurentius van Thuijl en Hendrina Maria Tapper e.l. een kapitale somma van 600 Caroli gl., herkomende wegens geleende en in klinkende gelde verstrekte penningen, belovende de comparanten e.l. het gemelde kapitaal jaarlijks te zullen verrenten met 4 gl. van ieder honderd gl. vrij geld [enz.], tot securiteit van welk kapitaal en daarop te lopen renten de comparanten mits dezen zijn verbindende hun personen, erfgenamen, gerede en ongerede goederen en bovendien tot een speciaal hypotheek en onderpand stellen hunlieder huis en erf, staande en gelegen alhier in de Bakkerstraat tegenover de Pastoorsteeg, in voege het bij magescheid d.d. 30-12-1741 aan comparanten is toegedeeld [enz.];

241 Gerhard Reijnders en Geertruijd Reijers e.l. verklaren te cederen, te transporteren en in volle eigendom over te geven aan en ten behoeve van de heer Fijdt Christoffel de Wolff en vrouwe Elisabeth de Blij e.l. een huisje, staande alhier achter St. Janspoortsmuur, dat, door de comparanten aan Philip van Heuven getransporteerd, ter eenre- en dat van Gerhard Olthoff ter andere zijde [enz.], bekennende van de volle kooppenningen ad 243 gl. tot genoegen te zijn voldaan [enz.];

69 De heer en Mr R. Ketjen, wonende te Doesburg, in kwaliteit van gemachtigde van Jacob Otten Huslij en Angenis Margaretha de Wolff e.l., mitsgaders als gesubstitueerde gemachtigde van Jacob Otten Huslij en die als gemachtigde van Johanna Alijde Wolfsen, weduwe, boedelhouderse en tuchtenaarse van Reyndert Christoffel Willem de Wolff van Westeroorde, volgens procuratie, op 19-11-1777 voor burgemeesters, schepenen en raden der stad Harderwijk gepasseerd, luid acte van volmacht, 04-05-1779 voor burgemeesters en regeerders der stad Amsterdam gepasseerd, zijnde gemelde vrouwe A.W. Wolfsen, weduwe de Wolff van Westeroode, mede namens haar minderjarige kinderen, met name: Fredrick Christoffel Hermanus, Geertruijd Arnolda Jacoba, Arnold Reykert, Evert Anthonij, Hendrick Willem, Pelgrom Dirck en Hendrick Gerhardus de Wolff van Westeroode bij successieve appoinctmenten zo van de magistraat der stad Harderwijk als van de magistraat dezer stad mede ten nagenoemde einde speciaal geauthoriseerd, [---] alsmede de heer Jan Fredrick Gulden voor zich zelf en als gemachtigde van Francois Issendorp, Paulus Justus Determeijer Wesling en Hendrick Grunelius als voogden over de 3 minderjarige kinderen van wijlen Assuerus Issendorp, in huwelijk verwekt bij Geertruijd Roos, ingevolge volmacht, op 05-05-1779 voor burgemeesters en regeerders der stad Amsterdam gepasseerd [enz.], [---] verklaren verkocht te hebben en mitsdien bij dezen in een vaste, stedige en onverbrekelijke eigendom te cederen, te transporteren en op te dragen aan en ten erfelijke behoeve van Hendrick Brinckhoff en Johanna Elisabeth van Diermen e.l. een huis en erf, staande alhier in de Bakkerstraat tegenover de Pastoorsteeg, met een klein huisje daarachter, in de Muntsteeg uitkomende, thans aan malkander getrokken en zoals dat een en ander door de e.l. getransporteerdens bewoond en gebruikt wordt, en zulks voor een summa van 3479 gl. Hollands,