Uw zoekacties: Landdagsrecessen

Landdagsrecessen ( Gelders Archief )

Landdagsrecessen

De Gelderse landdagen waren de vergaderingen van de Gelderse Staten, de afgevaardigden van de steden en de edelen (ridderschappen en bannerheren) van het gewest. De landdagsrecessen zijn de weergave van de besluiten en handdelingen van de landdagen. Ze vormen een belangrijke bron voor de kennis van en over de Gelderse geschiedenis.
In deze toegang zijn korte samenvattingen (regesten) van besluiten, genomen in 1581, 1582, 1583, 1591 en 1592, te vinden.

Hoe zoekt u door de landdagsrecessen?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Hoe kunt u de originele recessen inzien?

De originele recessen zitten in verschillende archieven. Om deze in te zien noteert u het volgende:
  • Bloknummer (het nummer van het archief waar het reces zich in bevind)
  • Inventarisnummer (het nummer van het stuk waar het reces zich in bevind)
  • Folionummer
Vul vervolgens in de algemene zoekbalk van de website het bloknummer en inventarisnummer in. Bij de zoekresultaten verschijnt het archief met het betreffende bloknummer. Als u hierop klikt, kunt u naar het inventarisnummer in dit archief. Om dit in te zien doet u het volgende:
Met het folionummer kunt u het betreffende reces in het inventarisnummer vinden.

Wilt u meer informatie over de landdagsrecessen? 

In de Onderzoeksgids Landdagsrecessen vindt u meer informatie over de landdagsrecessen. 
beacon
215  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Inventaris
1587
Landdag 7 november - 15 november 1587 te Arnhem
12 november
Landdagreces
084 Instructie voor de delegatie naar de Staten-Generaal: punt 31: De afgevaardigden zullen de klachten steunen van Johan van Gendt van Winssen en de voogden van de minderjarige dochter van de heer van Ubbergen, wegens het platbranden en afbreken van hun adellijke huizen te Winssen respectievelijk Ubbergen door de Nijmegenaren. Zij moeten de Staten-Generaal bewegen tot instemming met de besluiten van het Hof en de Landdag, inhoudende dat het de klagers vrij staat Nijmegen ook na een eventuele vrede voor het gerecht te dagen. Zie Nota bene.
Datering:
1587 november 12
Notabene:
a. Het genoemde decreet van het Hof dateert volgens dit reces van 22 december 1586. Voor de betreffende besluiten van de Landdag, zie de regesten 034 (1587), 040 (1587), 041 (1587), 023 (1588), 071 (1588), 141 (1593), 142 (1593) en 052 (1609).

b. De heer van Ubbergen: Dit is Aerndt van Bonenberch (Boonenburch, Boenenborch) genaamd Honstein (Honsteijn), heer tot Ubbergen, voormalig raadsheer in het Hof, superintendent over het krijgsvolk in en rond Arnhem; zie voor hem onder meer de comparantenlijsten van verscheidene landdagen, bijvoorbeeld in regest 001 (1586).

c. Het huis te Ubbergen was op 23 augustus 1582 door Nijmeegse gewapende burgers in brand gestoken om te voorkomen dat het bezet zou worden door naderende Spaanse troepen. Het huis te Winssen viel in 1584 in Spaanse handen, waarop circa honderd Nijmeegse burgers, aangevoerd door een der burgemeesters, voorzien van drie stukken geschut het versterkte huis heroverden. De nacht daarop werd het echter geplunderd en platgebrand. De voogden van de minderjarige dochter van Aerndt van Boonenburch, heer van Ubbergen, en Johan van Gendt, heer van Winssen, stelden de stad Nijmegen aansprakelijk voor deze vernietiging van het familiebezit.
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
pp. 217 - 218
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1587
Landdag 7 november - 15 november 1587 te Arnhem
12 november
Landdagreces
041 De Landdag ondersteunt het verzoek van de voogden van de minderjarige dochter van de heer van Ubbergen, namelijk om in rechten te mogen procederen tegen de stad Nijmegen, en besluit dit verzoek op te nemen in de eventuele vredesonderhandelingen met Parma en in de instructie voor de afgevaardigden ter Staten-Generaal; voor details, zie Nota bene.
Datering:
1587 november 12
Notabene:
a. "...des heren tot Ubbergen...": Dit is Aerndt van Bonenberch (Boonenburch, Boenenborch) genaamd Honstein (Honsteijn), heer tot Ubbergen, voormalig raadsheer in het Hof, superintendent over het krijgsvolk in en rond Arnhem; zie voor hem onder meer de comparantenlijsten van verscheidene landdagen, bijvoorbeeld in regest 001 (1586).

b. "...die Gedeputierden...": de afgevaardigden ter Staten-Generaal, die daar alle zaken zullen gaan bespreken in verband met eventuele vredesbesprekingen met Parma. Dit waren Johan van Gendt heer tot Oijen en Dieden, Herman van de Hell en Cornelis van Gendt; zie ook regest 015 (1587) en de regesten 022 tot en met 033 (1587).

c. De Landdag bepaalt dat het de genoemde voogden voorbehouden blijft een proces tegen Nijmegen te voeren; dat wil in deze context zeggen dat zij de stad Nijmegen, die op dat moment aan de kant van Spanje staat, alsnog zullen mogen aanklagen, ook indien eventuele vredesbesprekingen gunstig verlopen. Zie voor deze en een soortgelijke zaak de regesten 034 (1587), 040 (1587), 084 (1587), 023 (1588), 071 (1588), 141 (1593), 142 (1593) en 052 (1609). Zie voor een brief aan Leoninus, waarschijnlijk van de onderzoekscommissie voor deze zaken, d.d. 13 november 1587 ook 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4821. Men wil de clausule voor de dochter van Van Ubbergen laten opnemen in het eventuele vredestraktaat.

d. Het huis te Ubbergen was op 23 augustus 1582 door Nijmeegse gewapende burgers in brand gestoken om te voorkomen dat het bezet zou worden door naderende Spaanse troepen. De voogden van de eigenares, de minderjarige dochter van Aerndt van Boonenburch, stelden de stad Nijmegen aansprakelijk.
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
p. 188
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1587
Landdag 7 november - 15 november 1587 te Arnhem
12 november
Landdagreces
040 De commissie tot onderzoek naar de aanklacht van Johan van Gendt van Winssen tegen Nijmegen, wegens het platbranden van zijn huis te Winssen, brengt verslag uit. De Landdag bevestigt datgene wat het Hof op 22 december 1586 in deze zaak heeft gedaan, en brengt de zaak in de Staten-Generaal, in het kader van eventuele vredesbesprekingen; zie Nota bene.
Datering:
1587 november 12
Notabene:
a. Zie voor deze en een soortgelijke zaak de regesten 034 (1587), 041 (1587), 084 (1587), 023 (1588), 071 (1588), 141 (1593), 142 (1593) en 052 (1609).

b. "...die Gedeputierden inder vreedhandlungh...": de afgevaardigden ter Staten-Generaal, die daar alle zaken zullen gaan bespreken in verband met eventuele vredesbesprekingen met Parma. Dit waren Johan van Gendt heer tot Oijen en Dieden, Herman van de Hell en Cornelis van Gendt; zie ook regest 015 (1587) en de regesten 022 tot en met 033 (1587).

c. De Landdag zal zijn afgevaardigden ter Staten-Generaal de goedkeuring van Leicester en de Staten-Generaal laten vragen voor de uitspraak van het Hof, en deze afgevaardigden laten verklaren dat het Van Gendt voorbehouden blijft een proces tegen Nijmegen te mogen voeren; dat wil in deze context zeggen dat hij de stad Nijmegen, die op dat moment aan de kant van Spanje staat, alsnog zal mogen aanklagen, ook indien eventuele vredesbesprekingen gunstig verlopen. Zie voor een brief aan Leoninus, waarschijnlijk van de onderzoekscommissie voor deze zaken, d.d. 13 november 1587 ook 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4821. Men wil de clausule voor Van Gendt laten opnemen in het eventuele vredestraktaat.

d. "" ...die mombaren...": voor 'momber', zie Verklarende woordenlijst.

e. ""S.[ijne] Ex[cellen]tie": hier: Robert Dudley graaf van Leicester, gouverneur-generaal van de Verenigde Nederlanden namens koningin Elisabeth I van Engeland.

f. Het huis te Winssen viel in 1584 in Spaanse handen, waarop circa honderd Nijmeegse burgers, aangevoerd door een der burgemeesters, voorzien van drie stukken geschut het versterkte huis heroverden. De nacht daarop werd het echter geplunderd en platgebrand. De eigenaar van het huis, Johan van Gendt, stelde de stad Nijmegen aansprakelijk.
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
pp. 187 - 188
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1587
Landdag 7 november - 15 november 1587 te Arnhem
vervolg 10 november
Landdagreces
034 Op de klacht van Johan van Gendt van Winssen dat de Nijmegenaren zijn voorvaderlijk stamhuis te Winssen hebben platgebrand, stelt de Landdag een commissie uit zijn midden samen ter afhandeling van het omvangrijke dossier dat de klager heeft ingeleverd. Zie Nota bene.
Datering:
1587 november 10
Notabene:
a. De Landdag schrijft expliciet dat het een omvangrijk dossier met tal van bewijsstukken betreft, en dat behandeling staande de vergadering te veel tijd zou kosten.

b. De commissie voor de zaak Van Gendt van Winssen:
- Goessen (Goossen, Goosen) van Varick (Vaerick, Varyck), rekenmeester in de Gelderse
Rekenkamer (1580-1623);
- Pelgrum (Pelgerum) van (vanden) Gruythuys (Gruithuis), richter van Arnhem en Veluwezoom (1572-1590;
- dr. Reyner (Reiner) van den Sande, raadsheer in het Hof (1578-1601).

c. Zie voor de afhandeling van deze en een soortgelijke zaak de regesten 040 (1587), 041 (1587), 084 (1587), 023 (1588), 071 (1588), 141 (1593), 142 (1593) en 052 (1609).

d. Het huis te Winssen viel in 1584 in Spaanse handen, waarop circa honderd Nijmeegse burgers, aangevoerd door een der burgemeesters, voorzien van drie stukken geschut het versterkte huis heroverden. De nacht daarop werd het echter geplunderd en platgebrand. De eigenaar van het huis, Johan van Gendt, stelde de stad Nijmegen aansprakelijk.
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
p. 185
Organisatie: Gelders Archief