Landdagsrecessen ( Gelders Archief )

Landdagsrecessen

De Gelderse landdagen waren de vergaderingen van de Gelderse Staten, de afgevaardigden van de steden en de edelen (ridderschappen en bannerheren) van het gewest. De landdagsrecessen zijn de weergave van de besluiten en handdelingen van de landdagen. Ze vormen een belangrijke bron voor de kennis van en over de Gelderse geschiedenis.
In deze toegang zijn korte samenvattingen (regesten) van besluiten, genomen in 1581, 1582, 1583, 1591 en 1592, te vinden.

Hoe zoekt u door de landdagsrecessen?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Hoe kunt u de originele recessen inzien?

De originele recessen zitten in verschillende archieven. Om deze in te zien noteert u het volgende:
  • Bloknummer (het nummer van het archief waar het reces zich in bevind)
  • Inventarisnummer (het nummer van het stuk waar het reces zich in bevind)
  • Folionummer
Vul vervolgens in de algemene zoekbalk van de website het bloknummer en inventarisnummer in. Bij de zoekresultaten verschijnt het archief met het betreffende bloknummer. Als u hierop klikt, kunt u naar het inventarisnummer in dit archief. Om dit in te zien doet u het volgende:
Met het folionummer kunt u het betreffende reces in het inventarisnummer vinden.

Wilt u meer informatie over de landdagsrecessen? 

In de Onderzoeksgids Landdagsrecessen vindt u meer informatie over de landdagsrecessen. 
beacon
215  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
17 maart
Landdagreces
009 Cornelis van Gendt heer van Meinerswijck geeft een kort verslag van de vergadering der Staten-Generaal, inclusief datgene waarover de gewesten nog moeten besluiten; met verwijzingen naar de correspondentie van de afgevaardigden met het Hof van Gelderland en, voor zover het zaken aangaande de Veluwe betrof, de correspondentie gevoerd met dat kwartier. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 17
Notabene:
a. Deze zitting der Staten-Generaal duurde van 21 maart 1592 tot 19 december 1592 (zie N. Japikse (red.), Resolutiën der Staten Generaal van 1576 tot 1609. Zevende deel. 1590-1592 ( Den Haag 1923) pp. 513- 520.

b. Naar de Staten Generaal waren afgevaardigd: Cornelis van Gendt (Kwartier van Nijmegen), Cosijn van der Hell (Kwartier van Zutphen) en Henrick van Brienen de Oude (Kwartier van Veluwe). In het reces: "...sijner E[delen] und hellen presentie...": toen Van Gendt en Van der Hell in de Staten-Generaal present waren.

c. De correspondentie met het Hof waarnaar Cornelis van Gendt hier verwijst, dateert vanaf 18 maart 1592 (oude stijl), dus 29 maart nieuwe stijl en eindigt met 31 december (nieuwe stijl), dus 20 december oude stijl. Zie 0124 Archief van het Hof van Gelderland, inv. nr. 688, Brieven uit en aan het Hof, 1592 maart 18 (scan 84), regest 6784 (scan 15) ) tot en met het vervolg, inv. nr. 689, Brieven uit en aan het Hof, 1592 december 31 (scan 201-202), regest 6959b (scan 33).

d. De correspondentie met het Kwartier van Veluwe waarnaar Cornelis van Gendt hier verwijst, betreft met name de brief van Henrick van Brienen van 18 maart 1592 in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4825, Brieven ingekomen bij, en minmuten van brieven uitgegaan van de Landschap en het Kwartier van Veluwe (scan 28 tm. 31).




Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
320 v. - 321 r. (scan 620-621)
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
25 maart
Landdagreces
092 Johan van Gendt, heer van Oijen en Dieden, verzoekt een onderhoud met zijn medecomparanten in de Landdag betreffende zijn akte van financiële schadeloosstelling voor schade, door hem geleden bij de uitvoering van taken ten bate het gewest. De Landdag beschikt positief op dit verzoek en geeft orders aan de Rekenkamer om met Van Gendt in gesprek te gaan; zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 25
Notabene:
a. "...des heren van Oijen": Johan (jan) van Gendt (Gent), heer tot Oijen (Oyen, Oyhen) en Dieden (Dyden), comparant voor de Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen.

b. Johan van Gendt heer van Oijen had nog verscheidene geldbedragen te goed van de Landdag, zie ook de regesten 196 (1585), 241 (1585), 090 (1586), 106 (1587), 090 (1588), 091 (1588), 092 (1588) en 012 (1590).

c. "...brieven van Indemniteijt...": het betreft hier een akte van indemniteit, hem eertijds verstrekt door de Landdag, als garantie voor het vergoeden van financiële schade, voortkomend uit zijn ambtsuitoefening.

d. Voor 'indemniteit', zie Verklarende woordenlijst.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
351 r. - 351 v. (scan 681-682)
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1590
Landdag 4 juli 1590 - 12 juli 1590 te Tiel
8 juli
Landdagreces
012 Johan van Gendt brengt naar voren dat hij enkele jaren geleden aan verscheidene bezendingen naar Duitsland, Frankrijk en elders heeft deelgenomen en mede daardoor in grote financiële problemen gekomen is, aangezien de Spaanse vijand beslag op zijn heerlijkheden en goederen gelegd heeft; en hij verzoekt op basis van verscheidene door hem voorgelezen bewijsstukken compensatie voor zijn verlies. Zie Nota bene.
Datering:
1590 juli 8
Notabene:
a. "...der heer van Oijen und Dieden...": Johan van Gent (Gendt), heer tot Oijen en Dieden.

b. Deze bewijsstukken: (1) een akte van inhibitie, uitgegeven door Jacob Garbrants, rentmeester van de door de Spanjaarden geconfiskeerde goederen in het Kwartier van Nijmegen, waarin verboden wordt uit de opbrengst van de heerlijkheid Oijen en Dieden belasting te betalen aan iemand anders dan de rentmeester van de Spaanse koning; (2) een akte van indemniteit, hem eertijds verstrekt door de Landdag, als garantie voor het vergoeden van financiële schade, voortkomend uit zijn ambtsuitoefening.

c. VoorJohans bezit van de heerlijkheid Oijen en Dieden als leengoed, zie regest 119 (1588).

d. Voor de betalingen die hij tegoed heeft, zie de regesten 196 (1585), 241 (1585), 090 (1586), 106 (1587), 090 (1588), 091 (1588), 092 (1588) en 092 (1593). Zie ook 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4822, brief (minuut) van de Landdag aan muntmeester Jacob Diericksz. Halewijn van 4 april 1588 met de klacht dat ondanks brieven van het Hof en de Rekenkamer aan Halewijn deze nog steeds niet de 500 gulden heeft betaald die Johan van Gendt tegoed heeft. Van Gendt had uit eigen zak 500 gulden betaald aan de missie naar Frankrijk in 1584. Sinds 1585 is dit bedrag met rente gegroeid tot 680 gulden, en Halewijn wordt gemaand dit bedrag binnen acht dagen aan Van Gendt te betalen op straffe van ontzetting uit zijn ambt.

e. Muntmeester Halewijn: Jacob Dericksz. Halewijn, muntmeester in de jaren 1569 - 1604.

f. Voor (akten van) inhibitie en indemniteit, zie Verklarende woordenlijst.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
82 r. - 82 v. (scan 161 - 162)
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
1588
Landdag 27 maart - 5 april / 22 mei 1588 te Arnhem
3 april
Landdagreces
092 Op verzoek van Johan van Gendt vernieuwt de Landdag de brief waarin hem schadeloosstelling is toegezegd. Zie Nota bene.
Datering:
1588 april 3
Notabene:
a. "...den heer van Oyen": Johan van Gendt (Gent), heer tot Oijen (Oyen, Oyhen) en Dieden (Dyden), comparant voor de Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen.

b. Johan van Gendt heer van Oijen had nog verscheidene geldbedragen te goed van de Landdag, zie ook de regesten 196 (1585), 241 (1585), 090 (1586), 106 (1587), 090 (1588), 091 (1588), 012 (1590) en 092 (1593).
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
p. 257
Organisatie: Gelders Archief