6483 Missive van B. S. en R. van Doetinchem aan het Hof naar aanleiding van het arresteeren te Arnhem van de personen en goederen van Doetinchemsche burgers. Zij geven te kennen nooit de handen te hebben geslagen aan de Kloostergoederen dan alleen aan den Loekamp, daar de "koer" altijd uit des Heeren ontvangst zijn betaling heeft genoten. Bernt Slichtkamp zegt eens de rekening zijns broeders gepresenteerd te hebben, maar dat die toen niet is aangenomen, terwijl Willem van der Elburch bereid is te compareeren.
Zie brief No. 6484 en antwoord van 15 september No. 6486

6484 Missive van Evert van Haeghen aan het Hof. De Magistraat van Doetinchem heeft nooit de handen geslagen aan de Lousche en Schaersche goederen en zich bereid verklaard hem geen hinder aan te doen bij het ontvangen van de pachtpenningen der Bethlehemsche, met welke belofte hij tevreden is. Zie antwoord van 15 september No. 6485

6485 Missive van het Hof aan Evert van Haeghen in antwoord op die van 10 en 15 september No. 6485. Hem word gelast ook van den Loerkamp te pachtpenningen te beuren, daar het Hof aan die van Doetinchem geschreven heeft over de bezoldiging van den "koer" te willen onderhandelen, nadat zij hunne handen van alle geestelijke goederen hebben getrokken.
Het Hof wenscht nader bericht aangaande de zaak tusschen hem en Willem van der Elburch. Zie antwoord van 20 september No. 6488

6486 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Doetinchem in antwoord op die van 14 september No. 6483. Aan de arresten zal geen einde komen, voordat zij een bezegelde acte overzenden, waarin zij beloven de handen van alle geestelijke goederen -ook den Loerkamp- te zullen aftrekken. Den pachters van de niet op behoorlijke wijze gepachte Zionsche goederen moet gelast worden hun pacht aan Ever van Haeghen te betalen.
Hierbij gaat een schrijven van de Rekenkamer aan Slichtkamp. De momber verwacht Willem van der Elburch op den bepaalden dag.
Zie antwoord van 25 september No. 6497