Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
464  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
448 Tuigt Peterken van Rueremunde dat zij gezien heeft kort vóór Ott van Hoickelomss dood dat Ott in de zaal zat en "schotte" zijn geld van de ander in 5 of 6 hopen, des een groot deel was; tuigt Claess Pelser dat dezelve nacht, als Ott van Hoickelom gestorven was, Gysbert van Wybe een jongen geschickt heeft aan het Raadhuis aan de waakmeesters om 2 wakers te hebben om zal. Ott te waken; waar Claess voorzegd en Herman Horstman gekomen zijn; heeft Gysbert van Wybe begeerd dat zij de nacht blijven zouden, wat zij gaarne gedaan; zei Gysbert voorzegd dat hij hun eten en drinkens genoeg wilde doen hebben; zijn Claess en Herman voorzegd bij het vuur gaan zitten; zo is de basterdzoon Marten in het huis gekomen en zich aangesteld als een verdacht man, zodat zij genoeg te doen hadden dat zij hem sturen en houden konden onder hun beiden; daarna zijn Gysbert van Wyhe en zijn zuster in de kamer gegaan en aldaar verbleven een lange tijd en, als Marten zich hoe langer hoe meer "quellicken "aanstelde, zo dat zij "verzorgden" dat hij hun zelfs kwaad doen zou, hebben zij naar de kamer geklopt, waar niemand uitgekomen is, dan verbleven in de kamer; en Herman en Claess voorzegd zeiden tot de ander dat zij die "heyden uytt die kersten schoeten"; et juraverunt ad Sancta; tuigt Peterken mede dat vóór in het huis haar kist stond, vol linnenwerks; tuigt Evert Vermaet dat hij 5 of 6 dagen vóór Ott van Hoickelomss dood in Blesen huis heeft zitten drinken met Ott van Hoickelom, waar Ott van Hoickelom vroeg en zei tot Evert: hij wilde zijn huisvrouw een gouden ketten doen maken en wat geld dat hij daartoe nemen zou; of hij nutter nam engelotten of ducaten? waarop Evert geantwoord dat engelotten of ducaten daartoe goed goud waar; waarop Ott gezegd dat veel "boeverien" daarin geschiedde, waarop Evert geantwoord dat hij dat goud bij een smelten zou en nemen een proeve daarvan; zo kon geen"boeverie" daarin geschieden;
Datering:
Op zaterdag post Conceptionis Marie 1539
Folio:
tussen 83v-84r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
388
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
404 Zo twist en gebreken zich erholden tusserr Aloff van Golssum en Dericken, Aloffss voorzegd huisvrouw, eens-en Wilhem Maessen en Geryt Lonyss als man en momber zijner huisvrouw, Wilhems voorzegd zuster, anderdeels, herkomende van het versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, geenrehande goed daarin uitgescheiden, als hun aanbestorven is overmits dode van Wilhem en Geryts voorzegd huisvrouwen vader zal., welke twist en gebreken beide partijen verbleven en geschaten aan richter, burgemeesters en raad der stad Arnhem om een uitspraak den rechten naast daarvan te doen binnen 6 weken, nl. tussen alle heiligen en Sente Catharina, dat beide partijen beliefd en overgegeven en verpeend hebben bij alzulke penen als richter, burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem daarop zetten zullen, waarop wij, [richter], burgemeesters, schepenen en raad de pene uitspreken, nl. 200 gouden frankrijkse schilden, waarin vervallen zal dezelve, die deze navolgende uitspraak niet achtervolgde en naging en die pene te delen in 3 partes, nl onze genedige lieve heer één deel, dat andere deel der stad Arnhem en het derde deel der houdende partij, en spreken uit en klaren dat Aloff en Dericken voorzegd de huwelijks voorwaarden, tussen Wilhem Maessen en Beeltgen, zijn huisvrouw, gemaakt, volvoeren en voltrekken zullen, die vermelden dat Aloff en Dericken voorzegde versterf, erf en goed van Wilhems vader zal., rede en onrede, roerende en onroerende, geenrehande goed daarin uitgescheiden, Wilhem voorzegd uitrichten en betalen zullen; welk versterf voorzegd wij, richter, burgemeesters, schepenen en raad voorzegd "overslagen" en naar recht en reden overwegen zo dat Aloff en Dericken voorzegd Wilhem en zijn huisvrouw uitrichten en betalen zullen de naaste 13 jaren naastvolgende na deze uitspraak jaarlijks 20 goud gl., te weten 7 gelrese rijder gl. voor 6 goud gl. of de gerechte waarde daarvan in tijd der betaling, en na omgang en teindens die 13 jaar zal Wilhem
Datering:
Op zondag post Lucie 1539
Folio:
tussen 77v-78r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
388
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
376 Wij, burgemeesters, schepenen en raad met de gildemeesters en meesters van de ampten der stad Arnhem doen kond alle degenen, die deze onze brief zullen zien of horen lezen, voor de rechte waarheid certificerende, dat de Eerbare en vrome Wilhem Hynckert, richter te Arnhem, voor ons openlijk bekend en belyet heeft woe dezelve A.o 1538 in de winter van de landdagvaart van Zutphen komende omtrent kerstmis naastleden uit zonderling bevel en vanwege ons genedige lieve heer hertog van Gelre etc. en zijn vorstelijke genade raden schriftelijk verboden en voorgehouden heeft Meester Arnt Leyendecker, canonick en scholaster Sente Walburgen te Arnhem, ter eenre- en Reyner van Broickhuysen en Elisabeth, zijn huisvrouw, ter andere zijde op alzulke geschelen en twist, tussen de partijen voorzegd wezende van ettelijke huisraad, door zal. Meester Johan van der Weyden nagelaten en van Meester Jan van Blytterswyck oorspronkelijk herkomende, waaraan diezelve Reyner en Elisabeth voor en eerst te Colne en de voorgemelde Meester Arnt om zich te verweren te Utrecht een geestelijke rechtsvordering aangeheven en gepleegd hebben, om dat af te stellen, zo men des bannens alhier nog nergens in zijn vorstelijke genaden landen gehengen noch gestaden wilde, welk bevel en verbod de voorzegde scholaster [als wij ook vernemen] gehoorzaam en gevolgig geweest en zijn zaken aan ons genedige lieve heren raden of ons, zijn kapittel of iemand goeders te verblijven oerbodich geweest is; - voorts tuigen wij, burgemeesters, schepenen en raad woe voorzegd, dat voor ons en in tegenwoordigheid ettelijke ons genedige lieve heren raden gekomen is Meester Arnt voorzegd, zich beklagende dat boven dit bevel en verbod door Reyner en zijn huisvrouw te Colne met de geeslijke rechten geprocedeerd en hij gebannen is geworden, deshalve wij beide deze partijen meer dan eens voor ons gehad en ten laatsten na veel woorden en reden, tussen beiden gevallen, vanwege ons genedige lieve heer voorzegd en
Datering:
Des vrijdags post Lamberti 1539
Folio:
tussen 73v-74r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
388
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
320 Wij, burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem, tuigen met deze open brief dat voor ons in onze tegenwoordigheid en schependom gekomen zijn de Eerbare Wilhem Hynckert, richter te Arnhem, Henrick van Poelwyck, onze mederaadsvriend, Michell van Holt, onze medeburger en Joffer Johanna van Delen, weduwe van zal. Herman Tengnegell, en haar knecht Marten met recht gebaad om een getuig der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd als nabeschreven: - In den eersten tuigt Michell van Holt dat Lubbert Turchss knecht, Wilhemken geheten, in deze zomer lestleden op een tijd binnen Arnhem gekomen is en in Jacob van Tuylss huis zijn paard ingezet en in Michelss voorzegd huis gegaan bij Jelyss van Ryemsdyck en alleen met de ander gesproken; heeft Jelyss van Ryemsdyck Michell aangesproken of hij niet wist een paard te lenen, vwaarop Michell geantwoord dat hij des niet wel wist; dan de burgemeester Herman Tengnegell had een "clopper"; hij wilde gaarne verhoren of hij die krijgen mocht; des Herman niet gaarne gedaan en zei dat hij zelf rijden moest; niettemin heeft hij Michell dat paard gedaan en Michell zei, of dat paard een dag 2 of 3 uitwezen moest, zo had Rymsdyck in Michelss huis een "klopper" staan laten, die Tengnagel wederom nemen mocht; en dat paard is uitgebleven 3 of 4 dagen ongeveerlijk; dan wanneer zulks "eynthaftich" geschied zij, de "eyntafftigen" dag wist hij niet; - nog tuigt Michell dat daar tevoren ener met één oog of met een scheel oog, die Rimsdick "schalt"zijn neef te zijn en die men noemt Mangelman, tot zijn huis gekomen is en heeft naar Rymsdyck gevraagd en gezegd dat hij in Maas en Waal naar Rymsdyck gewacht; dan hem niet kunnen vernemen; en heeft toen van Michell begeerd dat hij hem een bode krijgen wilde, die met hem en hem bij Rymsdyck brengen mocht; hij wilde die wel lonen;toen heeft Michell Geryt die baede gekregen dat dezelve met hem naar Renckum rijden
Datering:
Op Sente Michielsavond 1539
Folio:
tussen 63v-64r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
388
Organisatie: Gelders Archief