Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
410  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
226 Joffer Annen van Broickhuesen potentiavit Cornelis van den Borch alle alzulke zaken en vorderingen als zij alhier binnen Arnhem voor de raden penderende en met Kaerll van Steenbergen te doen heeft, met recht daarom te spreken;
Datering:
03-07-1550
Folio:
36r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
394
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
385 Voor Henrick van Poelwick en Jacob van Tuyll zijn gekomen Herman Lenss en Herman Thell en tuigen dat hun wittig en kondig is dat zij gestaan hebben graven omtrent Victoris lestleden in Sent Peters gasthuis bouwland een middelgraaf, gelegen in de Elderweyde, waar zij in den alden bodem gevonden hebben een eind “gedreyden draidts”, niet wetende wat het was; Alzo hebben zij dat eind draads gedaan Sent Peters gasthuis dienaar, genaamd Vrederick Janss, om te Arnhem te brengen en te bezien laten wat het was, hetwelk bezichtigd is geworden door Mr. Wylhem Goltsmyt; dat hij zei en vermeende dat het geen goud was; alzo heeft Vrederick voorzegd de provisor laten zien met de gravers, waarop de provisor geantwoord heeft: geeft denzelve draad de gravers voor alhetgeen het Sente Petersgasthuis daaraan had om Gods wil, gemerkt dat het Sente Peters land gevonden en uitgegraven was; zo is Vrederick Janss voorzegd gegaan tot Nijmegen vanwege de provisor aan de muntmeester met een brief; zo zijn Herman en Herman voorzegd gekomen en Vrederick voorzegd gebeden: hij zou doch denzelve draad nemen te Nijmegen en laten die bezichtigen wat het waar; datzelve heeft Vrederick voorzegd ter bede van hen gedaan; zo dan is Vrederick voorzegd gekomen bij de muntmeester en hem zulks gezegd en te kennen gegeven dat hij de draad bezien en waarderen zou; zo zei de muntmeester: hij wilde daar een stuk afsnijden en werpen in het vuur en wilde het alzo proberen; datzelve Vrederick niet toelaten wilde en heeft dezelve draad de gravers weder gebracht; welke gravers de draad weder ontvangen en gebracht binnen Arnhem en hebben de ene helft verkocht Henrick Poill voor 12 gl. brab. lopens gelds en de andere helft Wynant van Ratyngen ook voor 12 gl. voorzegd en 12 stuiver en dat de partes even groot en zwaar geweest zijn; - hetzelve tuigen Henrick Poill en Wynant van Ratyngen alzo geschied is; - tuigen en zeggen Herman Lenss en Herman Teell, gravers, en Vrederick voorzegd verder dat zij niewerlts Arnt Thonyss,
Datering:
17-11-1550
Folio:
tussen 58v-59r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
394
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
347 Heeft de Erentfeste Caerll van Velbruggen, een besate gedaan door kentlijke nood aan zijn oom Lutgen van Wynckelhusen, nu heer zu Merll, welke besate door tussenspreken der navolgende vrienden van de gerichte is genome en een vriendelijke bijkomst beraamd en gehouden is te Arnhem in Sunt Johansklooster in tegenwoordigheid aan de zijde van gemelde Caerl van Velbruggen van Jochgum van Boichholt, Gossen van Bemmell, Caerl van den Bus en Michgell van Holt en aan de zijde van Lutgen van Wynckelhusen, nu heer zu Merll, van Lulloiff van Velbruggen, Henrick van Poelwick en Wylhem van Eyll, wezende beiden burgemeesters der eerzame stad Arnhem, - Alzo dat door tussenspreken der voorgeroerde vriendschap ondervangen is geworden, dewijl de twist der voorgeroerte partijen der tijd anders niet betreffende was dan dat Caerll van Velbruggen van zijn vrome L. [weten] wilde woe de Nije tienden der heerlijkheid van Merll aan gedachte Carlls vader en moeder gekomen waren en woe zij wederom tot de heerlijkheid van Merll gekomen zijn na dodelijke afgang van Cairls voorzegd moeder en aan wie de los geschied is en aan wie de penningen der los ten handen gesteld zijn geworden, - waarop Lutgen van Wynckelhuysen, nu heer zu Merll, Caerll van Velbruggen een bericht heeft leten doen door de E. Henrick van Poelwyck en Wyllem van Eyll voorzegd dat Caerll van Velbruggens vader de Nyen tienden der heerlijkheid van Merll te los stonden en dat de gebroeders van Wynckelhuysen, welke nu heer toe Merll zich aannemen te zijn, van Caerlen voorzegd vader na dodelijke afgang zijner moeder [deze] gekregen hebben voor een summe van 63 rijder gl. en 10 malder rogge ’s jaars, zolang Caerll van Velbruggens vader leefde, is nu in den lesten de “afgescheid” tussen partijen geweest dat Lutgen van Wynckelhuysen, nu heer zu Merll, der Nije tienden betreffende, tot de heerlijkheid van Merll had, zal overschicken aan gemelde Caerll van Velbruggens woning binnen Arnhem, waarin Caerll klaarlijk te speuren had woe
Datering:
03-10-1549
Folio:
tussen 52v-53r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
394
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
338 Coram Tuyll en Camphuesen testificatus est dat hij uit gezinnen en bevel van Daem van Delens huisvrouw naar Eenschoeten gereisd om Willem Gaerts aan te zeggen dat hij zou komen pachten; en dan: Jacop Esselinck te vragen of hij niet bij bede van Daem van Delen zal. niet gezonden is naar Eenschaeten [met] zijn broer, nadat hij de pachters zou doen komen pachten [van] hun nieuwe landheer, en of zijn broer en hij zulks Willem Gaertss niet hebben gezegd dat hij zou komen pachten en wat Willem Gaertss daar op antwoordde en of Willem Gaertss zo niet naar Arnhem kwam? - Goesen van Waemel: of hij niet dukmaal van zal. Daem van Deelen gehoord heeft gehad lang eer hij krank werd dat hij Gerit van Ulfft al zijn goed tot Eenschaeten wilde overgeven, en of hij van hem niet heeft gehoord dat hij het gaarne gerichtelijk overgegeven had en hem wel bewaard had? - voorts of hij niet gehoord heeft van Willem Gaertss, pachter, dat hij van zijn nieuwe landheer gehuurd had en geld daarop gegeven? - Egbert de Gelaesemaecker: of hij niet gehoord heeft hoe hij zijn goed tot Eenschaeten Gerrit van Ulfft gerichtelijk had overgegeven en daarop vertegen en of hij hem zelver niet zond naar de landschrijver Mulecum om de brief te halen en hem zijn gerechtigdheid te geven en of hij niet zei dat hij Gerrit wel bewaard had naar landrecht en zelf niet aan het goed behouden had of gelijke woorden? [N.B. in dorso:] kondschappen voor vrouwe van Delens zoons zoon van het goed Daem van Delen hem opgedragen; die laten leiden heeft Cranevelt, ’s deels geexamineerd en ’s deels niet; [tussen fol. 52v-52r]: Gerritken Hensen, nagelaten weduwe van zal. Daem van Delen, af te vragen of zij met haar voorzegde man samenderhand hunluider beider goed als te weten de kamer en de erfkens, te Eenschoten gelegen, met hun toebehoren niet goedwilliglijk en gunstelijk Gerrit van Ulfft, hun neef, overgegeven en getransporteerd heeft vermogens des drossarts overdrachtsbrief, hier tegenwoordig, van dato 20 maart Ao. 1549
Datering:
24-10-1550
Folio:
tussen 51v-52r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
394
Organisatie: Gelders Archief