Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
989  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
611 Comparuit de achtbare en vrome Henrick [Hoefft genaamd] Vryssen, ambt Krieckenbecks landschrijver, met recht besat ter instantie van Meester Jan van Dorp, gemachtigde der weduwe van zal. Meester Jan Schenck, om getuigenis der waarheid te geven en heeft door dwang des rechten getuigd et juravit ad S.cta de gerechte waarheid te zijn: - bekent dat hij in de 6 jaar bij Meester Jan Schenck zal. oder wes in zijn dood gewoond en bij hem op de leenkamer geschreven en dat hij, getuige, binnen de tijd en jaren voorzegd, als Meester Jan zal. de leste bouw aan der strate aanving te bouwen, en daarna nog altijd van Meester Johan zal. gehoord dat hij zulks dede uit "ontheysch" des alden en des jongeren heer to Anholt en zulks op conditie als te weten wanneer de proces, zo te Brussel door de Batenborchse partijen tegen Co. en Keizer. Matt., hertog van Gelre, aangevangen, volvoerd en uitfundig gemaakt, dat dan diegenige, die deze Batenborgher hoff toegedeeld [zou worden], Meester Johan zal. voorzegd of zijn erven alle bewijslijk uitgelegde penningen, zo tot de bouw ergangen en verstrekt, zal wedergeven en daartoe nog voor zijns, Meester Johans zal. of de erven voorzegd moeite, last en arbeid, die zij daaraan gedaan en gehad, eens verricht en wel betaald zal worden 500 Carolus gl. eer en te voor dat hij of zijn erven uit den have en huize "zougen" of van alle percelen voorzegd genoegd en vernoegd waren, en hij, getuige, heeft ook naderhand wel gehoord, als de oude heer gestorven was en de jonge bij Meester Jan zal. "ingezoegen" was, dat Meester Jan zal. en zijn Edelheyd der halve disputierlich werden en dat de jonge heer der tijd sprak in effect van deze woorden: "meester Jan, wess euch myn vader z. zugesacht, weet ick well; dasselbe will ick euch oick also halten; daerom bouwet vry op myn woerdt voertaen"; - heeft ook hij, getuige, als hij bij Otto van Wylich, zal. ambtman in der Hetter, gewoond, dikwijls gehoord dat de jonge heer en Ott van Wylich dezenthalve
Datering:
30-10-1564
Folio:
62av
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
399
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
559 Tuigt Warner van Zevener met recht gebaad ter instantie van Joffer Ffye van Broichuysen dat hij op mei verleden Ao. 1565 gezonden is geweest door Neesken [van] Manen bij Meester Jan van Broickhuysen om te vragen of de koe, die zijn zuster nog in de stal staande had, "veyle" waar om die te verkopen en om penninkswaarde geven wilde, waarop Meester Jan Neess en Werner voorzegd bescheiden heeft des anderen daags bij hem te komen en des anderen daags is Neessken met Jan, haar zoon, in de stal gegaan om die koe te bezien en deszelven daags is Warner komen gaan van Gysbert van der Hoevens huis, die Jan van Manen, staande achter in de deur van Broichuysen stal, aangeroepen heeft, zeggende dat de koe niet opstaan wilde, waarop Warner geantwoord waarom hij dan die koe kopen wilde, als die koe niet opstaan wilde; - Is die koe uit de stal gekropen opten dele, die Warner en Jan van Manen opgebeurd hebben en gestaan heeft opten deel, wel te pas wezende, en gezien dat zij wel eten en drinken mocht; - heeft Neess gevraagd wat Jan van Broichusen die koe loofde; heeft Jan [van] Broichhuysen geantwoord: 16 rijder gl., zeggende dat zijn zuster, die koe niet min verkopen wilde, en heeft Warner de koop gemaakt op 16 rijder gl. bij alzo dat Neess zijn zuster dat geld betalen zou als zij wederom thuis kwame; - en zegde Meester Jan dat die koe wel liggen en opstaan zou tussen dit en deze avond en zou die koe dat niet doen, zo zou Neessken hem die koe wederom brengen; en zegt Warner dat op deze [comparitie] door Neessken en haar zoon die koe meegenomen is en [dat zij die] in haar stal geleid hebben en beloofd de penningen op de condities voorzegd te betalen; - en heeft Warner verder [getuigd] dat hij diezelve avond Neess van Manen gevraagd heeft of de koe ook gelegen had en hoe haar die koe aanstond, waarop Neess geantwoord dat de koe wel gelegen en opgestaan had en haar wel aanstond en haar "soppe" gegeten had; - tuigt Jenneken Nordynck dat zij des anderen daags is komen gaan
Datering:
ongedateerd
Folio:
56er, tussen 56v-56dr
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
399
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
556 Ommeren en Kempynck: - tuigt Jenneken Peterss dat het zich begeven heeft dat zij gezeten heeft in Wilhem van Rueremundes wijfs huis, waar hij Jenneken gekomen zijn Barnyer Loeff en Arnt, zijn zoon; - heeft Barnyer Loeff Jenneken aangezegd dat Wilhem voorzegd, die stond opten dam, begeerde dat Jenneken voorzegd bij hem komen wilde: hij wilde haar gaarne schicken te Nijmegen bij Jan Cremer des schips halve, die Jan Cremer van hem gekocht had voor een pennink, op termijnen te betalen, waartoe zij metten eersten onwillig en met de beloning desweges hij haar bood niet tevreden was; doch zijn Wilhem en Jenneken ten laatsten verdragen dat zij te Nijmegen gereisd is bij Jan Cremer en denzelve aangezegd dat Wilhem van Rueremunde dat schip leveren wilde; hij en Jenneken, zijn huisvrouw, waren des schips halve nu eens geworden; waarop Jan Cremer gezegd: hij wilde dat schip nu niet hebben; - Hierna is Jenneken wederom gegaan bij Jan Cremer in een herberg, waar hij zat en dronk, en hem wederom aangezegd van de koop dezes schips voorzegd; - dat hij alles afgeslagen heeft, doch wilde hij zich de nacht daarop bedenken en des anderen dages des morgens haar een antwoord geven; - Is Jenneken des anderen dages des morgens gegaan tot Jan Cremers huis; heeft de huisvrouw van Jan Cremer Jenneken aangezegd dat zij Wilhem van Rueremunde zeggen zou dat hij dat schip te Nijmegen leveren zou; wes dat koste, wilde zij betalen; zij wilde dat schip en dat verdrag, daarop gemaakt waar, nagaan en voldoen; - datzelve heeft Jenneken, wederom te Arnhem komende, Wilhem voorzegd aangezegd die dat afgeslagen en dat schip te Nijmegen niet heeft willen leveren; - tuigen Barnyer Loeff en Arnt, zijn zoon, dat het waar dat zij Jenneken uit den huize voorzegd gehaald en bij Wilhem gebracht waar hij opten dam stond en die verdragen zijn des loons, dat zij hebben zou om te Nijmegen te reizen en dit voorzegd aan Jan Cremer te verboodschappen gelijk geschied is;
Datering:
13-06-1564
Folio:
56dr, tussen 56v-56dr
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
399
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
470 Zijn verschenen Andriss, Wynant Hackforts zal. Schut, Geryt Lackey, Gysbert Claess, Jacob Glasemaicker, Geryt Brouwer en Jan Dass met recht gebaad ter instantie van Kaerll Stoffoet om een getuigenis der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd en met opgerichte vingeren gestaafds eeds lijflijk Gode ten hilligen gezworen dat het zich begeven heeft een zondag verleden tussen 4 en 5 uren namiddags dat David, Joest Truwanten zoon, bij hen in het gelag gezeten heeft in Kaerll Stoffoets huis; - heeft diezelve David woorden gehad eerst met Geryt Glasemaicker zo dat Geryt zeide dat hij David geleend had 2½ st., waarop David hem wedergegeven 2 st.; - zeide David tot Geryt dat hij zijn gelag betalen zoude, dat Geryt gaarne gedaan heeft, en zeide tot David dat hij zijn gelag betaald had tot 5 bier toe, waarop David geantwoord dat het meer waar dan een vaan; - zegde Geryt tot David of hij hem des zo "quellijck" vertrouwde dat hij meer zeggen zou dan het waar; "soe en will ick Uwe gelach nyet betalen" en zeide dat hij zelf zijn gelag betalen zou; en zeide Geryt mede: "woldt gy nu my dat gelach myssaicken; wat soldt gy dan morgen doen"; - zeide David: "well borst, ist dan soe"? waarop Geryt geantwoord: "Ja"; waarop David gezegd dat het Geryt "loege", waarmede Geryt David een pot biers onder de ogen gegoten en daarna de pot naar het hoofd geworpen, waarmyt Geryt opgestaan en uit de kamer gegaan; - Is David over de tafel gesprongen, die Jacob Glasemaicker in de arm genomen om te scheiden, waarover Jacob voorzegd van David gewond is geworden "in der nosen" en hebben verder getuigd en gezegd dat daarna David getegen heeft tot de waard, die David gaarne gehouden had, opdat verder ongeluk verhinderd blijven zou; - zei David tot de waard en meer anderen: hij zou zo lief met de waard vechten als met anderen;
Datering:
30-11-1563
Folio:
tussen 45v-46r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
399
Organisatie: Gelders Archief