73 Is verschenen Jacob Botter, landschrijver van Veluwe, met recht gebaad ter instantie van Henrick Bentynck als gemachtigde van zijn vader Jan Bentynck, rentmeester van Veluwe, om getuigeniss der waarheid te geven en heeft door dwang des rechten getuigd en bij de eed, die hij Co. Matt., onze alregenedigste heer, en dezer landschap gedaan, gehouden op zekere artikelen, die hem voorgelezen zijn; - eerstelijk op de eerste artikel der vorozegde vraagstukken of interrogatorien tuigt Jacob Botter voorzegd dat Jan Bentynck kort na de laatstgehouden gerichtgdag te Armell gekomen in binnen Arnhem in zijn, deposants, woonstede en aldaar met Geryt Tengnegell, zijn voorspraak, te boek gebracht zijn "bedyngh" en acten, die hij in de voorgemelde gerichte te Ermell mondeling tegen Edele en welgeboren heer to Anholt etc. en vrouw te Batenborch voor doen dragen of doen doen hadde en dat Meester Jan Deyn en Meester Cornelis van den Borch als gemachtigden des opgemelden heer en vrouwe, daarna ook op de 9e dag februari vergangen daar tegen bedyngh en bewijs insgelijken ingelegd hebben; - op de andere en tweede artikel der vorozegde vraagstukken heeft de voorzegde landschrijver getuigd en gezegd ten zelven maal op vlijtig aanhouden des voorzegden meesters Jan Deyn aanstond zijn ingelegde "bedyngh" en bewijs dat dezelve Meester Jan Deyn meestendeel tweemaal had doen schrijven, gecollationeerd of doen colaltioneren heeft en vervolgens door een gezworen bode, die Meester Jan Deijn tot hem, getuige, gezonden, 't proces, gesloten onder ordel, gezonden en, alzo hij, deposant, in het collationeren en sluiten van de bevonden copie van zekere quitantie, met C getekend, waarvan de originele bezegeld was met 3 zegels, heeft hij, deposant, tot Meester Cornelis van der Broch gezegd: "Ick vynde dat meister Jandaer een quytantie inbrengt onder die littere C, die hy in den gerichte nyet ingedyngt heefft", want hij, deposant, maar 2 recessen of sententie van mijne heren de cantzler

10 Merry, nagelaten we van zal. Arnt Lambertss, heeft verlijd en bekend dat zij ter ere Gods almachtig en zaligheid harer ziel dit navolgende testament gemaakt heeft en is haar uiterste wil en mening dat hetzelve testament door haar en haar erven achtervolgd en volvoerd zal worden; - in den eersten heeft zij gegeven en geeft God almachtig haar ziel, die zij geschapen en gemaakt heeft naar zijn godlijke beeld, en haar lichaam geeft zij der heiliger kerken, zo God almachtig over haar gebood te sterven, begeert zij begraven te worden in de moederkerk bij haar man Arnt voorzegd; - des zal dezelve kerk hebben 10 daler; - Item nog geeft zij Sente Anthonyss gasthuis, vóór Arnhem gelegen, 10 rijder gl.; - nog geeft zij de Zieltafel 80 daler, waarvan de provisoren indertijd van de Zieltafel 2 "almyssen" aanleggen, maken en geven zullen alle maandagmorgen in de moederwerk, van welke haar erfgenamen altijd een zeggen hebben zullen om te vergeven wie dat met andere goeder vrienden gewoontelijk is; - Item nog geeft zij haar dochter zal. dochter Merryken 200 daler vooruit [uit] al haar goed voor verdiend loon, want zij in alle hare krankheid zo lange duur en zeer trouwelijk gediend en bijgestaan heeft, zij het - alzo of haar nicht Merryken zonder lijfelijke geboorte na te laten stierf - al zij die 200 daler niet erven op haar erfgenamen, dan men zal die om Gods wil geven waar die alrebest bestaat zullen zijn in gasthuizen of waar de executoren dat goeddunken zal; - Item geeft zij nog Sente Catharinen gasthuis 2 daler; - Item nog zal een vrouw 2 daler hebben, wat haar nicht Merryken wel weet; - Item geeft zij haar biechtvader pater Wolter 2 rijder gl.; zo dat haar uiterste wil en mening is dat dit opgemelde testament achtervolgd, volvoerd en uitgericht zal worden, begeert Merry voorgemeld om Gods wil dat Evert Gaymyss met Evert en Rutger Tolleken daarvan executoren willen zijn; - in tegenwoordigheid van broeder Wolter Honsseler, terminarius en kappellaan, hoewel onwaardig te Arnhem;

983 Geryt van Holt juratus dixit dat hij vanwege Henrick Wyssynck, gemachtigde van Jorien Schroeder van Aldenborch, op de 21e september gepeind heeft aan huis en hofstede van Thonyss Huegen die alde zal., voorts rede en onrede, roerende en onroerende, nihil uitgescheiden, voor 130 gl. brabants tot goeder rekeing cum damnis vermogens des gerichtelijke signaats, voor schepenen bekend;

982 Arnt van Amstell juratus dixit se expandasse op gudestag, de 12e september, vanwege Jan van Ratyngen aan huis en hofstede van Hieronimus van Reness, gelegen in Costerssteeg, voorts rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptus, voor 8 rijder gl., herkomende van bier, cum damnis;