Uw zoekacties: Geluid

Geluid ( Gelders Archief )

beacon
40  opnames
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
40.01 Interview met Hendrik Boghelman
Titel:
Interview met Hendrik Boghelman
Beschrijving:
Hendrik Bogchelman (1928) was pachter op landgoed ’t Medler. Voor hem pachtte zijn vader de boerderij. In 1973 is Hendrik op ’t Medler begonnen als klusjesman, naast zijn eigen bedrijf. Hij woont nog steeds op de boerderij waar hij in de bedstee geboren is. De boerderij is nu huurwoning. Hij vertelt over het werk vroeger (oral history).Thema’s die aan de orde komen zijn:
De grond. Er waren boomgaarden en er waren weilanden met vee, inschaarders werden die genoemd. In 1994 zijn de gronden achter de boerderij beheersgebied geworden. De grond moest verschralen. De vergoeding bracht de baron meer op dan de pacht. Andere boerderijen zijn wel gebleven.
Pacht. Hendrik had ongeveer 7 bunder grond, twintig koeien en twintig stuks jongvee. Daarnaast nog mestkuikens. De relatie met het Huis is altijd goed geweest. Hendrik weet niet hoe het zou zijn om eigen boer in plaats van pachter te zijn.
De jacht. Hendrik deed mee met drijven en hij reed met de wildwagen, een hoge vierwielige kar waar het wild aan werd opgehangen. Er was de ouderen jacht en een jongeren jacht, die nu nog zo heet hoewel ook ‘de jongeren’ ook al in de WAO zitten.
De klusjes. De klusjes die gedaan moesten worden regelde Hendrik zelf. Er was geen rentmeester en de baron bemoeide zich er niet mee. Hij had er ook weinig verstand van. Nadat de baron overleden was, mevrouw op de Tusseler Hof zat en de kinderen altijd in het buitenland zaten, verzorgde Hendrik de hele boel.
Personeel. Het huis schoonhouden werd gedaan door een paar getrouwde vrouwen die dan een halve dag kwamen. De oude barones had een eigen dienstbode. Je moest beleefd zijn maar je hoefde niet onderdanig te zijn.
Feesten. Met kerstmis gingen de kinderen naar het kasteel waar ze chocolademelk en een cadeautje kregen. Hendrik en zijn vrouw zijn verschillende keren naar feesten van ’t Medler geweest. Die werden gevierd bij Eikelkamp, het plaatselijk café. Alles werd altijd prima verzorgd.
Datering:
17-05-2008
Interviewer:
Margreet Gründemann
Auteursrechthebbende:
Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
41.01 Interview met Marietje Huitink
Titel:
Interview met Marietje Huitink
Beschrijving:
Werken op kasteel 't Medler. In 1952 kwam Marietje Huitink (1932) als 19-jarige bij de familie Van Dorth tot Medler op kasteel ’t Medler te werken als kinder- en kamermeisje. Daarvoor had ze verschillende andere baantjes. Ze heeft op het landgoed gewoond en heeft daar haar man leren kennen. Ze vertelt over haar tijd op ’t Medler (oral history).Thema’s die aan de orde komen:
Kamer- en kindermeisje. Via een advertentie kwam Marietje op ’t Medler te werken voor de jonge barones. Ze sliep op de kinderkamer bij twee van de kinderen. ’s Avonds na het warm eten en de afwas was ze vrij. Door de week had ze een halve dag vrij en ’s zondags om de week. De meisjes kregen 3 gulden in de week en daarvan moesten ze ook hun broodbeleg kopen. Overdag had ze een blauwe jurk aan met een wit schort, ’s avonds moest ze in het zwart.
Het werk. Alles gebeurde nog op de hand, wassen en afwassen. Kamers werden gepoetst met zwabber, stoffer en blik. Op maandagmiddag poetste ze het zilver of koper. Verder hielp ze de kinderen met aankleden en streek ze de was. Jurkjes met smokjes, dat was veel werk. Ze deed ook de werkkamer van de baron, dan moest ze om half zes opstaan. Hij was lastig, maar ze gehoorzaamde. Dat was toen nog, je was een beetje onderdanig. In maart, de vastentijd, was de grote schoonmaak en moest iedereen meehelpen. Alles werd dan met de hand afgewassen. De laatste drie jaar werkte Marietje in de keuken. Ze kookte nog op een kolenfornuis.
Weck en slacht. Er was een moestuin met bessen waar in een sapketel sap van gemaakt werd. Ook boontjes werden geweckt. Met de slacht kwam de vrouw van de jachtopziener helpen met vlees wecken.
Twee generaties in één huis. Toen was dat gewoon. Ze hadden het niet krap, maar ze deden ook niet luxe. Als de jonge barones geld nodig had, moest ze dat eerst vragen bij de baron en de oude barones. Op vakantie gingen ze naar familie in Duitsland. De kinderen bleven dan thuis.
Datering:
13-04-2008
Interviewer:
Margreet Gründemann
Auteursrechthebbende:
Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
Ga naar dit stuk:
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
36.01 Interview met mevrouw Lanser-Luik
Titel:
Interview met mevrouw Lanser-Luik
Beschrijving:
In 1947 kwam mevrouw Lanser-Luik (1925) met haar man die opzichter was, op de boerderij op landgoed Nederhemert wonen. In 1953, toen de jonge baron trouwde en in de boerderij ging wonen, verhuisden ze naar de dienstwoning. Ze vertelt over haar leven op het landgoed (oral history).Thema’s die aan de orde komen:
Primitief leven. Water kwam uit de pomp en gewassen werd op het wasbord; de kookwas zat in een diepe kookpan met brandende takkenbossen eronder. Gestreken ging met kachelboutjes. Licht kwam van petroleumlampen en een gaslampje in de keuken. Toen de baron een motor in zijn huis plaatste, kregen meneer en mevrouw Lanser een draadje.
De oude baron. Voor de oorlog sliepen de meisjes boven in het kasteel waar ze ’s winters met de rijp op de dekens wakker werden. De knechts namen hun pet af.
Eén grote familie. De kinderen trokken allemaal met elkaar op, het was een grote familie. Voor de kinderen waren de volwassenen allemaal oom en tante.
Gesloten beurzen. Het salaris was niet hoog, maar van alles was vrij: woning, melk, hout etc. Er was een klein winkeltje voor het hoognodige. Voor de rest moest men op de fiets naar Heusden.
Knechts. ’s Winters was er een vaste kern en ’s zomers werden knechts aangenomen. De vaste knechten woonden in een huis van de baron.
Bezit. Bijna het hele eiland was van de baron: de hoeve, de huizen, het pontje. Later ging het pontje naar de gemeente. Op het land groeiden granen, bieten en erwten, er was een appelboomgaard en er waren zwarte bessenstruiken. Bomen werden gekapt voor de opbrengst, waarna er weer nieuwe werden geplant. De bomen moesten met de hand bewerkt worden omdat ze vol granaatscherven uit de oorlog zaten; de zagen gingen er kapot aan. Op den duur werd telkens een stuk grond verkocht. Omdat de baron niet bij machte was het kasteel na de plunderingen en de brand in de oorlog weer op te bouwen en in te richten, is ook het kasteel verkocht.
Datering:
23-09-2011
Interviewer:
Joke v.d. Bogaard
Auteursrechthebbende:
Gelders ArchiefGelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
37.01 Interview mevrouw v.d. Anker-de Weerd
Titel:
Interview mevrouw v.d. Anker-de Weerd
Beschrijving:
De vader van mevrouw Van de Anker (1921) volgde zijn vader op als boswachter-jachtopziener op landgoed Nederhemert. Het gezin woonde in de dienstwoning op het eiland. Mevrouw Van de Anker vertelt over het wonen en werken op het landgoed (oral history).Thema’s die aan de orde komen:
Wonen. De luiken van de dienstwoning hadden de kleur van het kasteel: rood-wit. In het begin was er geen gas en geen licht. Het regenwater werd opgevangen en er werd water gepompt. Het gezin had zelf groente, aardappels, fruit en een paar koeien. Na het overlijden van vader mocht moeder zolang ze leefde in de dienstwoning blijven wonen.
Oorlog. Tijdens de oorlog ging het leven op het eiland nog gewoon door; er waren maar weinig soldaten. Na de oorlog en na de evacuatie bleek alles kapot, opgestookt door de Duitsers. Het gezin kreeg toen ledikanten in plaats van bedsteden.
Werk vader. Behalve boswachter was vader ook onbezoldigd rijksveldwachter. Hij moest stropers verhinderen te stropen. Voor de baron deed vader op de fiets boodschappen in Heusden. Vroeger reed hij als tweede palfrenier, koetsier, mee in een rijtuig naar de kerk. Bij de jacht was vader hoofdjager, hij organiseerde de drijvers. Na afloop kreeg hij hazen en fazanten en moest hij een haas op het kasteel en bij de burgemeester brengen.
Jeugd op het eiland. Als kind ging mevrouw Van de Anker naar het kleine schooltje op het eiland. Klompen met zwarte kousen aan en een schortje voor. Op woensdagmiddag kregen de meisjes breiles. Er was de zondagschool, een zangvereniging, een toneelclubje en een reizende bibliotheek.
Contact met de baron en barones. De oudste zus van mevrouw Van de Anker heeft lang bij de oude barones gewerkt. Toen de zus trouwde kwam de barones haar kleden en maakte ze het bruidsboeket. Bij het trouwen van de laatste baron werd het hele eiland verzocht om naar de kerk te komen. Daarna was er feest en werd het hele eiland getrakteerd.
Datering:
23-09-2011
Interviewer:
Joke v.d. Bogaard
Auteursrechthebbende:
Gelders ArchiefGelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
Organisatie: Gelders Archief