3204 Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, 1950-1979 ( Gelders Archief )
3204
Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, 1950-1979
Inleiding
laatste wijziging 12-08-2024
32.971 beschreven archiefstukken
20.844 gedigitaliseerd
totaal 22.021 bestanden
Inventaris
2. Taken
2.06. Waterstaat
2.06.5. Bodempeil
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
2.06.5.3. Verlening van vergunningen krachtens de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
2.06.5.3.082. Ruurlo
6129 Sectie B, nrs. 2546 en 2611, Eigenaar: J.H. Langenberg, Ruurlo, Ontgronder: Fa. H. Kempers, Ruurlo; nr. 42, 1972-1973.
3204 Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, 1950-1979
Inventaris
2. Taken
2.06. Waterstaat
2.06.5. Bodempeil
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
2.06.5.3. Verlening van vergunningen krachtens de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
2.06.5.3.082. Ruurlo
6129
Sectie B, nrs. 2546 en 2611, Eigenaar: J.H. Langenberg, Ruurlo, Ontgronder: Fa. H. Kempers, Ruurlo; nr. 42, 1972-1973.
laatste wijziging 12-08-2024
32.971 beschreven archiefstukken
20.844 gedigitaliseerd
totaal 22.021 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1550) 1950-1979 (2006)
Auteur:
J. Prins (Provincie Gelderland), Doxis Informatiemanagers, J.H.G. Harder
Categorie:
laatste wijziging 12-08-2024
32.971 beschreven archiefstukken
20.844 gedigitaliseerd
totaal 22.021 bestanden