2000 Oud archief Arnhem ( Gelders Archief )
2000
Oud archief Arnhem
Inleiding
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.696 gedigitaliseerd
totaal 340.050 bestanden
Inventaris
1. Stad Arnhem
1.08. Beheer der stedelijke inkomsten en eigendommen
1.08.1. Algemeen
1.08.1.1. Rekeningen met bijlagen
N.B. Behalve de in de onderafdeelingen a en b beschreven rentmeestersrekeningen en secretarie-rekeningen, zijn bij de eigendommen der stad vaak rekeningen van de administratie dier eigendommen aanwezig.
N.B. Behalve de in de onderafdeelingen a en b beschreven rentmeestersrekeningen en secretarie-rekeningen, zijn bij de eigendommen der stad vaak rekeningen van de administratie dier eigendommen aanwezig.
1.08.1.1.1. Rentmeesters- of Ontvangersrekeningen
Rekeningen van de stad Arnhem, 1353-1595. 25 banden
N.B. In deze serie ontbreken de rekeningen over de jaren 1397/1398, 1406/1407, 1442/1443, 1465/1466, 1472/1473, 1576-1580, 1495/1496, 1496/1497, 1497/1498, 1570/1571.
Het boekjaar dezer rekeningen is verschillend; de begindata der rekeningen van 1353 tot en met 1375 varieeren van Januari tot Mei. Vervolgens komt, op een enkele uitzondering na, de dag van St. Walburg (l Mei) als begindatum voor, en wel tot en met de rekening van 1403. Daarna de dag van St. Agatha (5 Februari), totdat van de rekening van 1437 af de dag van St. Paulus' Conversio (25 Januari) als begindatum valt aan te merken. Behoudens een enkele uitzondering, blijft deze dag daarna de aanvangsdatum der rekeningen.
Oorspronkelijk, in ieder geval sedert 1431, werden twee rentmeesters aangesteld, die in den beginne iedere maand rekening moesten afleggen; die twee rentmeesters waren meestal de twee burgemeesters.
Sedert 1453 wordt van één rentmeester gesproken, die echter niet altijd langer dan één jaar in functie blijft. In de jaren 1469/1470 en 1470/1471 komt een tweede rentmeester voor en bovendien tot 1471 vaak een administrateur. Daarna weder één rentmeester over een of meer jaren; soms meer dan één rentmeester, totdat in 1595 gesproken kan worden van een vasten rentmeester, die een aantal jaren achtereen in functie blijft.
Van afhooringen blijkt bij de oudste rekeningen niets; eerst bij de rekening van 1558 kan hiervan gesproken worden. Deze afhooringen geschiedden door commissarissen, daartoe geordonneerd, en ten overstaan van burgemeesters, schepenen, raad met gildemeesters en gemeenslieden.
Aan het hoofd der rekeningen staan in het algemeen de namen der burgemeesters van het betreffende jaar vermeld.
Na de rekening van 1417 is gebonden de rekening der timmermeesters over 1417, en na de rekening van 1418 een dergelijke rekening over 1418.
Van de rekening van 1432 ontbreekt het slot. Aan de rekening van 1488 is gehecht een specificatie van het ontvangen dienstgeld.
N.B. In deze serie ontbreken de rekeningen over de jaren 1397/1398, 1406/1407, 1442/1443, 1465/1466, 1472/1473, 1576-1580, 1495/1496, 1496/1497, 1497/1498, 1570/1571.
Het boekjaar dezer rekeningen is verschillend; de begindata der rekeningen van 1353 tot en met 1375 varieeren van Januari tot Mei. Vervolgens komt, op een enkele uitzondering na, de dag van St. Walburg (l Mei) als begindatum voor, en wel tot en met de rekening van 1403. Daarna de dag van St. Agatha (5 Februari), totdat van de rekening van 1437 af de dag van St. Paulus' Conversio (25 Januari) als begindatum valt aan te merken. Behoudens een enkele uitzondering, blijft deze dag daarna de aanvangsdatum der rekeningen.
Oorspronkelijk, in ieder geval sedert 1431, werden twee rentmeesters aangesteld, die in den beginne iedere maand rekening moesten afleggen; die twee rentmeesters waren meestal de twee burgemeesters.
Sedert 1453 wordt van één rentmeester gesproken, die echter niet altijd langer dan één jaar in functie blijft. In de jaren 1469/1470 en 1470/1471 komt een tweede rentmeester voor en bovendien tot 1471 vaak een administrateur. Daarna weder één rentmeester over een of meer jaren; soms meer dan één rentmeester, totdat in 1595 gesproken kan worden van een vasten rentmeester, die een aantal jaren achtereen in functie blijft.
Van afhooringen blijkt bij de oudste rekeningen niets; eerst bij de rekening van 1558 kan hiervan gesproken worden. Deze afhooringen geschiedden door commissarissen, daartoe geordonneerd, en ten overstaan van burgemeesters, schepenen, raad met gildemeesters en gemeenslieden.
Aan het hoofd der rekeningen staan in het algemeen de namen der burgemeesters van het betreffende jaar vermeld.
Na de rekening van 1417 is gebonden de rekening der timmermeesters over 1417, en na de rekening van 1418 een dergelijke rekening over 1418.
Van de rekening van 1432 ontbreekt het slot. Aan de rekening van 1488 is gehecht een specificatie van het ontvangen dienstgeld.
Na de rekening van 1493 komt voor een rekening van de stadsaccijnsen over 1493 Februari—1494 Februari. Het opmaken dezer rekening was opgedragen aan vier burgemeesters, die daartoe een afzonderlijke rekening zouden afleggen. Ook na de rekening over 1541 komt een rekening van de stadsaccijnsen over 1542 Januari—Mei voor.
Na de rekening over 1565 volgt nog een afzonderlijke rekening over 1565 Januari—September, afgelegd door de erfgenamen van één der beide in den loop van het rekeningjaar overleden rentmeesters.
De rekeningen zijn tot banden vereenigd. De oudste banden, welke van leer zijn, zijn in de jaren 1929 en 1930 hersteld.
De oudste rekeningen zijn op perkament geschreven. Van een aantal rekeningen zijn duplicaten aanwezig.
Na de rekening over 1565 volgt nog een afzonderlijke rekening over 1565 Januari—September, afgelegd door de erfgenamen van één der beide in den loop van het rekeningjaar overleden rentmeesters.
De rekeningen zijn tot banden vereenigd. De oudste banden, welke van leer zijn, zijn in de jaren 1929 en 1930 hersteld.
De oudste rekeningen zijn op perkament geschreven. Van een aantal rekeningen zijn duplicaten aanwezig.
1263 1581-1591 i
2000 Oud archief Arnhem
Inventaris
1. Stad Arnhem
1.08. Beheer der stedelijke inkomsten en eigendommen
1.08.1. Algemeen
1.08.1.1. Rekeningen met bijlagen
N.B. Behalve de in de onderafdeelingen a en b beschreven rentmeestersrekeningen en secretarie-rekeningen, zijn bij de eigendommen der stad vaak rekeningen van de administratie dier eigendommen aanwezig.
N.B. Behalve de in de onderafdeelingen a en b beschreven rentmeestersrekeningen en secretarie-rekeningen, zijn bij de eigendommen der stad vaak rekeningen van de administratie dier eigendommen aanwezig.
1.08.1.1.1. Rentmeesters- of Ontvangersrekeningen
Rekeningen van de stad Arnhem, 1353-1595. 25 banden
N.B. In deze serie ontbreken de rekeningen over de jaren 1397/1398, 1406/1407, 1442/1443, 1465/1466, 1472/1473, 1576-1580, 1495/1496, 1496/1497, 1497/1498, 1570/1571.
Het boekjaar dezer rekeningen is verschillend; de begindata der rekeningen van 1353 tot en met 1375 varieeren van Januari tot Mei. Vervolgens komt, op een enkele uitzondering na, de dag van St. Walburg (l Mei) als begindatum voor, en wel tot en met de rekening van 1403. Daarna de dag van St. Agatha (5 Februari), totdat van de rekening van 1437 af de dag van St. Paulus' Conversio (25 Januari) als begindatum valt aan te merken. Behoudens een enkele uitzondering, blijft deze dag daarna de aanvangsdatum der rekeningen.
Oorspronkelijk, in ieder geval sedert 1431, werden twee rentmeesters aangesteld, die in den beginne iedere maand rekening moesten afleggen; die twee rentmeesters waren meestal de twee burgemeesters.
Sedert 1453 wordt van één rentmeester gesproken, die echter niet altijd langer dan één jaar in functie blijft. In de jaren 1469/1470 en 1470/1471 komt een tweede rentmeester voor en bovendien tot 1471 vaak een administrateur. Daarna weder één rentmeester over een of meer jaren; soms meer dan één rentmeester, totdat in 1595 gesproken kan worden van een vasten rentmeester, die een aantal jaren achtereen in functie blijft.
Van afhooringen blijkt bij de oudste rekeningen niets; eerst bij de rekening van 1558 kan hiervan gesproken worden. Deze afhooringen geschiedden door commissarissen, daartoe geordonneerd, en ten overstaan van burgemeesters, schepenen, raad met gildemeesters en gemeenslieden.
Aan het hoofd der rekeningen staan in het algemeen de namen der burgemeesters van het betreffende jaar vermeld.
Na de rekening van 1417 is gebonden de rekening der timmermeesters over 1417, en na de rekening van 1418 een dergelijke rekening over 1418.
Van de rekening van 1432 ontbreekt het slot. Aan de rekening v
Rekeningen van de stad Arnhem, 1353-1595. 25 banden
N.B. In deze serie ontbreken de rekeningen over de jaren 1397/1398, 1406/1407, 1442/1443, 1465/1466, 1472/1473, 1576-1580, 1495/1496, 1496/1497, 1497/1498, 1570/1571.
Het boekjaar dezer rekeningen is verschillend; de begindata der rekeningen van 1353 tot en met 1375 varieeren van Januari tot Mei. Vervolgens komt, op een enkele uitzondering na, de dag van St. Walburg (l Mei) als begindatum voor, en wel tot en met de rekening van 1403. Daarna de dag van St. Agatha (5 Februari), totdat van de rekening van 1437 af de dag van St. Paulus' Conversio (25 Januari) als begindatum valt aan te merken. Behoudens een enkele uitzondering, blijft deze dag daarna de aanvangsdatum der rekeningen.
Oorspronkelijk, in ieder geval sedert 1431, werden twee rentmeesters aangesteld, die in den beginne iedere maand rekening moesten afleggen; die twee rentmeesters waren meestal de twee burgemeesters.
Sedert 1453 wordt van één rentmeester gesproken, die echter niet altijd langer dan één jaar in functie blijft. In de jaren 1469/1470 en 1470/1471 komt een tweede rentmeester voor en bovendien tot 1471 vaak een administrateur. Daarna weder één rentmeester over een of meer jaren; soms meer dan één rentmeester, totdat in 1595 gesproken kan worden van een vasten rentmeester, die een aantal jaren achtereen in functie blijft.
Van afhooringen blijkt bij de oudste rekeningen niets; eerst bij de rekening van 1558 kan hiervan gesproken worden. Deze afhooringen geschiedden door commissarissen, daartoe geordonneerd, en ten overstaan van burgemeesters, schepenen, raad met gildemeesters en gemeenslieden.
Aan het hoofd der rekeningen staan in het algemeen de namen der burgemeesters van het betreffende jaar vermeld.
Na de rekening van 1417 is gebonden de rekening der timmermeesters over 1417, en na de rekening van 1418 een dergelijke rekening over 1418.
Van de rekening van 1432 ontbreekt het slot. Aan de rekening v
1263
1581-1591
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 30-07-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 1.370 bestanden
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.696 gedigitaliseerd
totaal 340.050 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.696 gedigitaliseerd
totaal 340.050 bestanden