Uw zoekacties: Familie Hoff

0465 Familie Hoff ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0465   Familie Hoff
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Archiefvormer en archief
laatste wijziging 21-01-2021
219 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 146 bestanden
Inventaris
1. Persoonlijke stukken
2. Goederenbezit
2.1. Goederen in het scholtambt van Ede
2.1.1. Buurschap Bethenem
N.B. Zie voor de ligging van deze buurschap: Mr. A.C. van Daalen, 'Een dijkbrief van Arnold van Gelre enz.', in: Bijdragen en Mededeelingen der vereeniging "Gelre", X, blz. 1 vlg.
2.1.2. Buurschap Maanen
36 Eigendomsbewijs voor H. van Eck en diens vrouw R. van Hattum, van een goed te Maanen, afkomstig van H. Geerlichs, weduwe van A. de Man (1643). Met akte, waarbij de verkoopster als zekerheid een huis te Culemborg stelt d.d. 1642, alsmede met oudere eigendomsbewijzen, 1643; met retroacta van 1642, 1470, 1475, 1484, 1487, 1496, 1530 en 1595. 9 charters
N.B. Zie reg.nrs. 61, 58, 9, 10, 12, 14, 17, 22 en 40. i
37 Rentebrief groot 1 mud rogge 's jaars, gaande uit een erf te Maanen, ten behoeve van Johan van Amstel, 1487. 1 charter
N.B. Zie reg.nr. 13.
38 Stukken betreffende het erf de Heetcamp te Maanen, in het bijzonder aangaande het graven van wallen bij dat erf. Met bijbehorende tekeningen, 1645-1660. 1 omslag
39 Akte, waarbij de Rekenkamer in Gelderland aan H. van Eck gedurende 25 jaren vrijdom van tiendplicht toestaat van 3 morgen land te Maanen, aangezien hij wegens afgraving aan dat land grote kosten heeft, 1652. 1 stuk
N.B. Zie reg.nrs. 66 en 67.
40 Eigendomsbewijzen voor Henrick van Eck en zijne vrouw Roelandina van Hattum van drie 1/3 delen van het Raetsgoed te Maanen, afkomstig van verschillende leden van het geslacht Everwijn (1631, 1640 en 1650). Met oudere overdrachtsbrieven, d.d. 1400, 1439, 1441, 1455, 1497, 1567, 1576, 1578 en 1587, en verkoopcedulle d.d. 1650 alsmede machtiging, om een dier overdrachten te doen bevestigen, d.d. 1578, 1631, 1640 en 1650; met retroacta van 1400, 1439, 1441, 1455, 1497, 1567, 1576, 1578 en 1587 en een bijlage van 1650. 17 charters en 1 stuk
N.B. Zie reg.nrs. 50, 53, 63, 1 5, 7, 8, 19, 27, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 62, 64 en 33. i
50 Dr. Gijsbert van Brienen, burgemeester van Arnhem, en zijne vrouw Geertgen Everwijn, dr. Jan Everwijn, eveneens burgemeester van Arnhem, Reyner van Brienen als gevolmachtigde zowel van Wilhelmina van Lauwick, weduwe van den raadsheer Winand Everwijn, mede optredende voor haar dochter Judith Wilhelmina, als van dr. Laurens de Sille, fiscaal van de Generaliteit, en diens vrouw Walburch Everwijn, als van Dirck van der Haegen, bewindhebber van de West-Indische Compagnie, en diens vrouw Geertruyt Everwijn, alsnog van Willem Everwijn, eveneens bewindhebber dier Compagnie, Naleke Kreyvenger, weduwe van Reyner Everwijn, Evert Everwijn met diens vrouw Zara Suittens, erkennen verkocht te hebben aan Reyner Everwijn, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Ermgard Tulleken, Henrick van Eck, burgemeester van Arnhem, ten behoeve van diens zoon Gijsbert, en aan Engel Engelen Jans zoon, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Willemke Wyntgens ieder 1/3 van hun aandeel in het Raethsgoeth te Maenen in het kerspel van Eede, waarvan de kopers de overige delen reeds bezitten, onder gehoudenheid van jaarlijks aan den koster te Ede 3 spint rogge en aan den roededrager te Wageningen ½ schepel rogge te zullen uitkeren.
Gegeven den XVIIIen Augusti anno XVIc eenendertich
53 Geertruyt Everwijn, weduwe van Gisbert van Brienen, burgemeester van Arnhem, erkent verkocht te hebben aan Henrick van Eck, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Roelandina van Hattum 1/3 van het Raethsgoet te Manen in het ambt van Ede, haar aangekomen van haar oom Engel Engelen Jans zoon, burgemeester van Arnhem, onder gehoudenheid van jaarlijks 1/3 van 3 spint rogge aan den koster te Ede en 1/3 van ½ schepel rogge aan den roededrager van Wageningen te zullen uitkeren.
Gegeven den XXIIIIen Augusti anno XVIc veertich
63 Abraham Tulleken, burgemeester van Arnhem, en zijne vrouw Gerardina Everwijn erkennen verkocht te hebben aan Henrick van Eck, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Roelandina van Hattum 1/3 van het Raedtsgoet, gelegen in het ambt van Ede te Maenen, waarvan het andere 2/3 deel hun reeds behoort, onder gehoudenheid van jaarlijks 1/3 van 3 spint rogge aan den koster te Ede en 1/3 van ½ schepel rogge aan den roededrager van Wageningen te zullen uitkeren.
Geschiet den XXVIIIen Martii anno XVIc vijfftich
0465 Familie Hoff
Inventaris
2. Goederenbezit
2.1. Goederen in het scholtambt van Ede
2.1.2. Buurschap Maanen
40 Eigendomsbewijzen voor Henrick van Eck en zijne vrouw Roelandina van Hattum van drie 1/3 delen van het Raetsgoed te Maanen, afkomstig van verschillende leden van het geslacht Everwijn (1631, 1640 en 1650). Met oudere overdrachtsbrieven, d.d. 1400, 1439, 1441, 1455, 1497, 1567, 1576, 1578 en 1587, en verkoopcedulle d.d. 1650 alsmede machtiging, om een dier overdrachten te doen bevestigen, d.d. 1578, 1631, 1640 en 1650; met retroacta van 1400, 1439, 1441, 1455, 1497, 1567, 1576, 1578 en 1587 en een bijlage van 1650. 17 charters en 1 stuk
N.B. Zie reg.nrs. 50, 53, 63, 1 5, 7, 8, 19, 27, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 62, 64 en 33.
63
Abraham Tulleken, burgemeester van Arnhem, en zijne vrouw Gerardina Everwijn erkennen verkocht te hebben aan Henrick van Eck, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Roelandina van Hattum 1/3 van het Raedtsgoet, gelegen in het ambt van Ede te Maenen, waarvan het andere 2/3 deel hun reeds behoort, onder gehoudenheid van jaarlijks 1/3 van 3 spint rogge aan den koster te Ede en 1/3 van ½ schepel rogge aan den roededrager van Wageningen te zullen uitkeren.
Geschiet den XXVIIIen Martii anno XVIc vijfftich
Datering:
1650 maart 28
NB:
Oorspr. (inv.nr. 40), met de ondertekeningen der oorkonders en met hunne geschonden zegels in groene was, alsmede met de ondertekening en het geschonden zegel in groene was van Everhard Everwijn, burgemeester van Arnhem, en de ondertekening van Jan van de Poel, wiens zegel is verloren.
Toegangsnummer:
0465 Familie Hoff
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 17-10-2012
1 Diederic, heer van Lienden, verpandt het Raetsgoet, gelegen te Manen, aan Hertgher van Manen of diens zoon Herman voor een schuld van 300 geldersche guldens, welke goed, indien het niet binnen 6 jaren zal zijn ingelost, aan bovengenoemdem Hertgher of diens zoon zal vervallen.
Gegeven int jair ons Heren dusent ende vierhondert op Sente Ponciaens dach
5 Walraven van Moirse, geconformeerd elect tUtrecht, heer tot Bair, Lede en Lyenden, erkent verkocht te hebben aan Ceelman van Hall het Raetsguet, gelegen te Manen in het kerspel van Ede, op voorwaarde, dat hij het goed binnen de eerstkomende 12 jaren niet zal inlossen.
Gegeven int jair onss Heren duesent vyerhondert ende negen ende dertich opten Sonnendach in der vasten als men in der Heiliger kircken singt Letare Iherusalem
7 Casijn van Oldenbernevelt, richter van Veluwen, oorkondt, dat Derick Hermans zoon overdraagt aan Selman van Halle een akte betreffende het Raydsguyt in het panderambt van Ede, welke akte wijlen jonker Derick van Lyenden etc. afgegeven had en op bovengenoemden Derick Hermans zoon van diens vader Herman Hertegers zoon vererfd was.
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende eyn ende viertich des Manendaigs post Viti et Modesti martirum
8 Walraven van Moirse, geconfirmeerd elect te Monster, heer tot Bair enz., verklaart in verband met den verkoop, vermeld in den brief d.d. 1439 maart 15 (zie reg.nr. 5), waardoor deze gestoken is, dat hij het daarin vermelde Raitsguet te Manen in het kerspel van Ede binnen de eerstkomende 25 jaren niet zal inlossen, waarvoor hij van den koper een opslag van 25 rijnsche guldens heeft ontvangen.
Gegeven int jair unss Heren dusent vierhondert ind vijff ind vijfftich des Donrestages na Sunte Pauwels dage conversionis
19 Johan en Arndt van Tuyll ter eenre en Ceelman van Hall en Goessen van den Berge ter andere zijde, maken huwelijke voorwaarden tussen Henrick van Tuyll en Geertruit van Hall, waarbij onder andere bepaald wordt, dat Geertruit zal aanbrengen alle goederen afkomstig van haar vader Henrick, te weten de "beterscap" van het Raitzguet in het kerspel van Ede in de buurschap van Manen, alsmede een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit het goed To Veen in de buurschap van Doesborch in hetzelfde kerspel, terwijl Henrick onder andere zal aanbrengen 1/3 van een erf in den Loe, afkomstig van wijlen Gijsbert van Tuyll.
Gegeven int jair ons Hern dusent vierhondert soven ende tnegentich des andere daiges post Willebrordi episcopi
27 Herman, graaf tot Nuenar en Moerss, heer tot Bedbur en Rodemach enz., schenkt Carl von Nuenar het losrecht van enige goederen te Maenen in het ambt van Ede, door zijn vader aan verschillende personen verpand.
Inn denn jaeren unsers Hern end Seligmachers Jhesu Christi thausent funffhondert sexig siben den irsten tag des monats Martii
29 Caerll van Nuenar schenkt, met toestemming van zijn schoonvader Peter van Beringen als voogd zijner kinderen, aan Henrick Wyntgis, Everth, Gijsbrecht en Wynandt Everwijn en hun zusters Geerttgen, Beertgen en Hendersken het losrecht van een erf in het ambt van Eede in de buurschap van Maenenn, met dien verstande, dat zij de helft van het goed, welke zij van hun ouders geërfd hebben, van nu af als onlosbaar goed zullen bezitten, terwijl het deel, dat hun neef Engelbertt Engelen geërfd had, door hen ten allen tijde kan worden ingelost.
In den jare unsers Heeren und eenighen Heylantz Iesu Christi des minderen talls vijfftienhondert sess unde tsoeventich up den derden dach des maentz Junii
30 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem geven vidimus van den brief d.d. 1567 maart 1 (zie reg.nr. 27).
Gegeven int jaer onsers Hern dusent vijffhondert und soeven ende tsoeventich opten vierthienden dach Julii
31 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem geven vidimus van den brief d.d. 1567 maart 1 (zie reg.nr. 27).
Gegeven int jaer onsers Hern dusent vijffhondert und soeven und tsoeventich opten achtienden dach Julii
32 Herman, graaf tot Nuenar en Mörsz, heer tot Bedbur en Rodemach, erfhofmeester van het aartssticht Collen enz., schenkt aan Henrich Wintgens, Everhardt en Gijsbertt Everwijn alsmede aan hun zusters, het losrecht van het Rathsguett, gelegen in de buurschap van Maenen in het kerspel van Ede, door heer Walrave vonn Mörsz, postulaat te Munster en bisschop te Utrecht, verpand aan Zeelman von Hall in het jaar 1439.
Gebenn zu Arnheim im jar unsers Herren unnd Salichmeisters thausent funffhondertt acht unnd siebentzigch am sechsten tagch Septembris
34 Fred(erick) van Zuylen van Nievelt, drost van de Neder-Veluwen, oorkondt, dat mr. Engelbert van der Borch namens graaf Herman van Nuenar en Moers aan Henrick Wyntgens, Everd en Ghijsberd Everwijn en hunne zusters het losrecht van het Raedtsgoeth, gelegen in het ambt van Ede in de buurschap van Manen, overdraagt.
Actum Arnhem datum ut supra (op huyden den vier ende twintichsten Septembris acht ende tzoeventich)
35 Johan van Scherpenzeel, drost en richter van Veluwen, legt een verklaring af, dat ten overstaan van zijn oom Frederick van Zuylen van Nyevelt, drost van der Neder-Veluwen, mr. Engelbert van der Burch namens Herman, graaf tot Nuwenair en Moers enz., aan Henrick Wyntgensz, burgemeester van Arnhem, Evert en Ghyesbert Everwijn en hunnen zusters overgedragen heeft het losrecht van het Raedtsguedt, gelegen in het ambt van Eede in de buurschap van Maenen, waarvan de schenking vermeld is in den brief d.d. 1578 septemerb 6 (zie reg.nr. 32), waardoor deze gestoken is.
Gegeven int jair ons Heren duysent vijffhondert soeven ende tachtentich den elfften Novembris
36 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem geven vidimus van den brief d.d. 1578 september 6 (zie reg.nr. 32).
Actum indt jhar unnsers Hern duisendt vijffhondert seven unnd tachtentich denn ilfftenn dach der maendt Novembris
37 De raden van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen verklaren, dat het origineel van den brief d.d. 1578 september 24 (zie reg.nr. 34) geschreven is door Frederick van Zuylen van Nyevellt, eertijds drost van Neder-Veluwen.
Actum Arnhem den XVI-en Novembris XVc LXXXVII
62 Abraham Tulleken, burgemeester van Arnhem, en zijne vrouw Gerardina Everwijn verkopen aan Henrick van Eck, burgemeester van Arnhem, en diens vrouw Roelandina van Hattum hun aandeel in het ambt van Eede, tegen een som van 3000 Carolus gulden.
Aldus gedan te jaer ende dage als boven (op heden den achtentwyntichsten Martii sesteenhondert vijftich)
64 A(braham) Tulleken erkent de koopsom, vermeld in den brief d.d. 1650 maart 28 (zie reg.nr. 62), op welks rugzijde deze is geschreven, te hebben ontvangen.
In Aernhem den 29en Martii 1650
33 Herman, graaf tot Nuenar en Mörsz, heer tot Bedbur en Rodemach, erfhofmeester van het aartssticht Collen enz., draagt Engelbert van der Borch, licentiaat in de rechten, op, om voor den drost opt Velauwen de overdracht te doen bevestigen van het losrecht van het Rathsguett in het kerspel van Ede in de buurschap van Maenen aan Henrick Wintgens, Evertt en Gijsbertt Everwijn en hunne zusters.
Gebenn zu Arnheim im jar thausent funffhondertt acht unnd siebentzigch denn achten Septembris
41 Rentebrief, groot 12 mud rogge 's jaars, gaande uit het Raetsgoed te Maanen, ten behoeve van Alloff van Uchelen, 1506. 1 charter
N.B. Zie reg.nr. 20.
42 Akte van verpachting door Henrick Zeelmans zoon van een erf te Maanen aan Elys van Stoppellenborch, 1492. Met oudere pachtcedulle d.d. 1440, 1492; met retroactum van 1440. 2 stukken
N.B. Zie reg.nrs. 16 en 6.
43 Aantekeningen betreffende verschillende goederen onder Ede, in eigendom gekomen aan leden van het geslacht van Eck, ongedateerd (midden der 17de eeuw). 1 omslag
N.B. In het bijzonder worden genoemd het Raetsgoed en het goed Ten Veen (vergelijk inv.nrs. 34 en 35).
44 Eigendomsbewijs voor Henrick van Eck, zijne vrouw Roelandina van Hattum en hun zoon Gisbert van 1 morgen land te Maanen in den Rietcamp en de Horst, afkomstig van Gijsbert Dircks en Dirck Janssen en hunne echtgenoten, 1651. 1 charter
N.B. Zie reg.nr. 65.
45 Eigendomsbewijs voor Gijsbert Op ten Noort, secretaris van Arnhem, en zijne vrouw van 2 stukken land in de Rietcampen en de Schutscampen te Maanen, afkomstig van Gerritjen van Maenen, weduwe van Antony van Setten, 1729. 1 stuk
46 Eigendomsbewijs voor Hendrick Jansen en zijne vrouw Adriaentje Jansen van de Beurmanshof, gelegen te Maanen, afkomstig van Gerrit Rutgersen en diens vrouw Hendrickjen Berentsen, 1716. 1 charter
47 Eigendomsbewijs voor Gijsbert Op ten Noort, secretaris van Arnhem, en zijne vrouw van 5 schepel bouwland te Maanen, genaamd Custersland, afkomstig van de erfgenamen van Gerrit Petersen en van Martje Ebben, weduwe van Reyer Arissen, 1727. 1 stuk
48 Eigendomsbewijs voor A. Op ten Noort van 3 schepel land op het Hoefje en Lysenland in de buurschap van Maanen, afkomstig van Brand Jansen en diens vrouw Gerritjes Veenbrinck, 1757. Met oudere overdrachtsbrieven d.d. 1749 en 1750 en koopcontract d.d. 1756, 1757; met retroacta van 1749, 1750 en 1756. 1 omslag
49 Akte van belening onder uitstel van horigheid (oprukking) door de Rekenkamer in Gelderland van mr. B.J. Hoff en diens vrouw M. van Boven met een erf en goed te Maanen, genaamd Jan Gerrit Dercx goed, met de daartoe behorende landerijen, 1781. Met oudere akten van belening, 1781; met retroacta van 1606, 1617, 1677, 1685, 1695, 1698, 1703, 1708, 1714, 1722, 1729, 1743, 1749 en 1781. 9 charters
N.B. Zie reg.nrs. 44, 46 en 47.
50 Akte, waarbij E.W., A.M.R. en G.L. Op ten Noort mr. Johan Schrassert machtigen, om namens hen bevestiging te vragen bij de Rekenkamer in Gelderland van een magescheid d.d. 1769, in het bijzonder voor wat betreft de overdracht van een goed te Maanen aan mr. B.J. Hoff, afkomstig van A.C. Op ten Noort, weduwe van R. van Brienen, 1781. 1 stuk i
51 Machtigingen van Johan van Brienen, rentmeester van de abdij van St. Paul te Utrecht, en van zijne zuster Johanna van Brienen voor respectievelijk Frederik de Ridder en mr. Johan Schrassert, om namens hen de op hunne moeder vererfde goederen van mr. Arnold Op ten Noort over te dragen aan mr. B.J. Hoff, 1780 en 1781. 1 omslag
52 Akte, waarbij Geertruyd van Maenen, weduwe van Abram van Veen, voor een termijn van 12 jaren een erf te Maanen, groot 2/9 van 2 stukken land, verpandt aan Gijsbert Op ten Noort, secretaris van Arnhem, 1721. Met akte, waarbij de Rekenkamer in Gelderland deze transactie goedkeurt d.d. 1724, 1721; met bijlage van 1724. 1 charter en 1 stuk
53 Akte van verkoop door Gerritjen van Maenen, weduwe van Antony van Setten, burgemeester van Wageningen, aan Gijsbert Op ten Noort en diens vrouw van een huis cum annexis en 2/9 van de bijbehorende landerijen, waarvan de kopers reeds 3/9 in pand hebben, genaamd Johan Gerrit Derks goed, gelegen te Maanen. Afschrift van de tweede helft der 18de eeuw, bestemd voor J. van Brienen te Utrecht, 1729; afschrift van tweede helft 18de eeuw. 1 stuk
54 Akte van verkoop door Marritgen Gerrits, weduwe van Derk Derksen, aan Gijsbert Op ten Noort, secretaris van Arnhem, en diens vrouw van 4/9 van een erf en goed te Maanen, 1730. 1 stuk
N.B. Dit land behoort bij het Johan Gerrit Dercx goed te Maanen.
55 Akte, waarbij de erven Van Beeck voor een tijd van 8 jaren in pand geven aan Gijsbert Op ten Noort en diens vrouw 2/3 van 1/9 van een goed te Maanen, genaamd Gerrit Jan Derx goed, 1725. 1 stuk
56 Akte, waarbij de Rekenkamer toestemming verleent aan Derck Jans om zijne vrouw het vruchtgebruik te vermaken van het Johan Gerrit Dercx goed te Maanen, 1622. 1 charter
N.B. Zie reg.nrs. 48 en 49.
57 Akte van verpachting door Johan van Brienen en zijne zuster Johanna Elisabeth van Brienen van een erf te Maanen aan Gerrit Janssen en Dirkje Dirkse, 1779. 1 stuk
58 Eigendomsbewijs voor mr. B.J. Hoff en zijne vrouw M. van Boven van 2 schepel land op de Dwarsbree, afkomstig van Geurtje Haalboom, 1781. 1 stuk
59 Akte van verpachting door en rentmeester van de domeinen van het huis Kernheim van 2½ schepel land op de Bree voor een tijd van 9 jaren aan den substituut-holtrichter en gecommitteerde malen van het Ederbosch. Met oudere verhuurcedulle, 1799; met retroactum van 1774. 2 stukken
60 Eigendomsbewijs voor mr. B.J. Hoff en zijne vrouw M. van Boven van 4 schepel zaadland cum annexis in de Maanderbuurt en ½ morgen land in Maanderbroek, afkomstig van de kinderen van Hendrikje Gerrits, weduwe van Jacob Hendriksen. Met oudere eigendomsbewijs, alsmede machtiging om over te dragen, 1784, met retroacta van 1747. 3 stukken
61 Eigendomsbewijs voor mr. B.J. Hoff en zijne vrouw M. van Boven van ½ mud land cum annexis te Maanen, afkomstig van de erfgenamen van Debora Cornelissen, 1787. 1 stuk
62 Akte van belening door den prins van Oranje als heer van Buren van mr. B.J. Hoff en diens vrouw M. van Boven met een hofstede cum annexis te Maanen. Met oudere akten van belening, 1791; met retroacta van 1789 en 1791. 3 charters
63 Deductie van mr. B.J. Hoff en zijne vrouw M. van Boven, gericht tot de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, inzake hun aanspraken op 1/8 van het Hoendertiend en ½ van het Heukelomsche tiend te Ede, ongedateerde minuut (einde der 18de eeuw); met bijlage. 1 katern en 1 stuk
N.B. Vergelijk inv.nr. 72.
64 Register van stukken betreffende panding en ontruiming van de Heukelomsche tienden te Maanen, ongedateerd (laatste der 17de eeuw). 1 katern
N.B. De opgenomen stukken zijn van de jaren 1678 en 1679.
65 Akte van bevestiging door den proost en aartsdiaken van het kapittel van St. Jan te Utrecht van het testament van Casijn van der Hell, waarbij het bovenste blok van de Heukelomsche tienden te Maanen vermaakt wordt aan Casijns nicht Florentina Anna Gerharda van Till, terwijl Casijns zuster, douarière van Till daarvan het vruchtgebruik zal hebben. Met ouder eigendomsbewijs d.d. 1592 en verkoopcedullen d.d. 1641 en 1642, 1758; met retroacta van 1592, 1641 en 1642. 2 charters en 2 stukken
N.B. Zie reg.nrs. 38, 54, 55, 57 en 59.
66 Akte, waarbij de proost en aartsdiaken van het kapittel van St. Jan te Utrecht toestemming verleent aan Gerhard Casijn van der Hell tot de Wildbaan om vrij over zijn leengoederen te mogen beschikken, 1736. Met gelijkluidende akte voor Johan Antonis' zoon d.d. 1632, 1736; met retroacta van 1632. 2 charters
N.B. Zie reg.nr. 51.
67 Akte van belening door het kapittel van St. Jan te Utrecht van Gerhard Casijn baron van Till met de helft van de Heukelomsche tienden te Maanen. Met oudere beleenbrieven, 1784; met retroacta van 1530, 1558, 1574, 1592, 1600, 1615, 1642, 1643, 1659, 1723 en 1758. 14 charters
N.B. Zie reg.nrs. 21, 24, 26, 28, 39, 41, 42, 45, 52, 56, 60, 68 en 69.
Op 4 oktober 1784 wordt door mr. B.J. Hoff door het kapittel van St. Jan te Utrecht met deze tienden beleend (zie de deductie onder inv.nr. 63). i
68 Akte, waarbij Anna Elisabeth Margaretha van Till aan Derck Brouwer verpacht het tiendgewas van het eerste blok van het Heukelomsche of Maanensche tiend voor een termijn van 6 jaren, 1759. Met verlenging dier pacht d.d. 1765, 1771, 1777 en 1783, alsmede met oudere pachtcontracten d.d. 1747 en 1753, 1759; met bijlagen van 1765, 1771, 1777 en 1783, en retroacta van 1747 en 1753. 3 stukken
69 Voorwaarden van verpachting van de Heukelomsche of Maanensche tienden te Maanen, 1680, 1686-1691, 1698-1746. 1 lias
N.B. In de katernen bevinden zich enkele bijlagen tot deze voorwaarden. Vergelijk ook inv.nr. 70.
70 Bijlagen tot de voorwaarden van verpachting van de Heukelomsche of Maanensche tienden te Maanen, 1747-1756. 1 omslag
N.B. Vergelijk inv.nr. 69.
71 Vidimus van een rentebrief d.d. 1677, groot 380 gulden 's jaars, gaande uit 2 tienden te Maanen, alsmede van de bevestiging dier rente door den leenheer, den proost en aartsdiaken van het kapittel van St. Jan te Utrecht, d.d. 1677, 1681. 1 katern
2.1.3. Buurschap Veldhuizen
2.1.4. Ederbosch
2.1.5. Niet nader aangeduid
2.2. Goederen in het schependom van Wageningen
3. Stukken, waarvan het verband met de voorgaande afdelingen niet gebleken is
4. Regesten
laatste wijziging 21-01-2021
219 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 146 bestanden

Kenmerken

Datering:
1400-1834
Auteur:
D.P.M. Graswinckel
Categorie:
laatste wijziging 21-01-2021
219 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 146 bestanden