Uw zoekacties: Heerlijkheid Nederhemert 1

0417 Heerlijkheid Nederhemert 1 ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0417   Heerlijkheid Nederhemert 1
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
4. Bijlagen
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
313 gedigitaliseerd
totaal 655 bestanden
Inventaris
01. 1217-1399
02. 1400-1420
03. 1421-1435
04. 1437-1460
123 Dirc van Brakel heer Janssoen, als momber van joncfr. Jan, zijne vrouw, dochter van Ghijsbert van Hemert en joncfr. Steesken, doet afstand van al het goed, dat haar aanbesterven mag in de heerlijkheid Hemert, ten behoeve van Jan, Steesken en Peter van Hemert, gebroeders en kinderen van Ghijsbert heer tot Hemert en Steeskens zijn wijf. Ten overstaan van Floris die Maelner Claes Spierincssoen, richter, Wouter Dircssoen, Claes die Blaer, Gherit Janssoen en Dirc Aert Emmensoens soen, heemraden tot Hemert, 1437 mei 21. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van Dirc van Brakel, richter en heemraden.
124 Dirck van Brakell heer Janszoon als momber van zijne vrouw joffrou Jan, dochter van Ghijsbert heer tot Hemert, doet afstand van alle goederen te Amersoyen, die joffrou Jan aanerven mochten bij het overlijden van hare ouders Ghijsbert heer tot Hemert en joffrouw Steesken en Peter, gebroeders en kinderen van Ghijsbert heer tot Hemert. Ten overstaan van Jan Lambertsz en Matheeus Jansz, schepenen te Amersoyen, 1438 januari 26 (sonnendages nae St. Pauwelsdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
125 Gijsbert broeder tot Breroy, enz. domproest te Utrecht beleent Gijsbert van Nijenroy met het huis en hofstede te Bloemenwerde met toebehoren, 1438 april 20. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in rood was van den domproest. i
126 Gotschalk Johans verkoopt aan jr. Gijsbert heer tot Uthemert alzulke erfnisse, husinge en hofstede, als hij liggende heeft in den gerichte van Uthemert. Ten overstaan van Pelegrim ter Bruggen en Johan van Rijssen, schepenen te Deventer, 1438 juli 27 (dinxdag na St. Jacopsdach). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangende zegel in groen was van den eersten schepen aanwezig, het tweede zegel afgevallen.
127 Mechteldis, weduwe Jacobus Uter Oesterwijc, draagt over aan Gerardus de Aa een stenen huis en burcht, gelegen te 's Hertogenbosch in de buurtschap Audenhuls, strekkende van de markt tot aan het water en enige verdere eigendommen in de stad 's Hertogenbosch, allen bezwaard met jaarlijkse erfrenten. Ten overstaan van Wilhelmus Dicbier Henricsz en Wilhelmus Dicbier Jansz, schepenen te 's Hertogenbosch, 1438 augustus 9. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met het uithangende zegel in groen was van den tweeden schepen, het eerste zegel ontbreekt.
128 Aernt die Koc van Opijnen, als momber van zijne vrouw joncfrouwe Katheline, dochter van Ghiisbert heer tot Hemert, doet afstand van alle goederen te Tuel, die joncfr. Katheline aanerven mochten bij het overlijden van hare ouders Ghijsbert heer tot Hemert en joncfr. Steesken, ten behoeve van Jan, Steesken en Peter, kinderen van Ghijsbert heer tot Hemert. Ten overstaan van Aernt die Koc van Opijnen en Jan van Schonauwen, schepenen in Tuel, 1438 augustus 26 (dinxdag na St. Bartholomeusdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
129 Aernt die Koc van Opijnen, als momber van zijne vrouw joncfrouwe Katherine, dochter van Ghijsbert heer tot Hemert, doet afstand van alle goederen te Zulichem, die joncfr. Katherine aanerven mochten bij het overlijden van hare ouders Ghijsbert heer tot Hemert en joncfrouwe Steesken, ten behoeve van Jan, Steesken en Peter, kinderen van Ghijsbert heer tot Hemert. Ten overstaan van Aernt van Herler van Zulichem en Dirijc van Brakel heer Janszoon, schepenen te Zulichem, 1438 augustus 26 (dinxdag na St. Bartholomeusdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
130 Arnt die Koc van Opijnen belooft te zullen betalen aan Ghijsbert heer tot Hemert 3000 gouden Gelressche gulden, indien zijne vrouw joncfrouwe Kathelijn, dochter van Ghijsbert heer tot Hemert, zonder kinderen kwam te overlijden. Als borgen treden op Alfert die Koc, zijn broeder, joncfrouwe Corstijn, zijne moeder, Jan van der Stege, Gherijt Marcelissoen en Jan van Ghissen. Ten overstaan van Arnt die Koc van Opijnen en Wouter Hacke, schepenen te Tuel, 1438 september 1 (maindages nae St. Jansdach decollacio). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
130A Aernt die Kock van Opinen, als momber van joffrou Katerine, zijne vrouw, dochter van Ghijsbert heer tot Hemert en joffrouw Steeskens, doet afstand van goed en erfenis te Amersoyen en Well, die haar mochten aanbesterven bij doode van hare ouders, ten behoeve van Jan, Steesken en Peter, gebroeders en kinderen van Ghijsbert heer tot Hemert en joffrou Steeskens. Ten overstaan van Lambert Heynrics en Bertout Michilensoen schepenen in Amersoyen, 1438 september 9 (des anderen daghes nae onser lieven vrouwendach nativitas). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was der schepenen.
131 Gijelis van Pul en Peter Boen, als capelle meijsters van Hemert hebben opgedragen aan Ghijsbert heer tot Hemert een goeden gouden Wilhelmus Gelresche gulden erfthijns, gaande uit een hofstad waar Mette Wijnkens op woont, gelegen binnendijks in die steghe, te betalen jaarlijks op St. Mertensdach in den winter. Ten overstaan van Floris die Maelner Spierincssoen, richter, Jan Ansemssoen, Goedert Salomonssoen en Dirc Aertssoen, heemraden tot Hemert, 1438 oktober 5 (sonnendach na St. Bavendach). 1 charter
N.B. Op perkament, van de vier uithangende zegels zijn nog aanwezig die van den richter en van Goedert Salomonssoen in groen was.
132 Roelof van Tuswijc en Dirc Aert Emmensoens soen, als kerkmeesters tot Hemert, dragen op aan Ghijsbert heer tot Hemert een erfthijns van 1½ Aernoldus gouden Aernemsche gulden, gaande uit een huis en hofstad, toebehorende aan Aert Ghijs Aertssoens soen, gelegen in de heerlijkheid Hemert, betaalbaar op Paeschedach. Ten overstaan van Floris die Maelner Claes Spierincssoen, richter, Wouter Dircssoen, Jan die Man en Pauwels Peterssoen, heemraden van Hemert, 1439 juni 5 (St. Bonifaesdach). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels in groen was van den richter en de twee eerste heemraden aanwezig, het vierde zegel afgevallen.
133 Jacob heer van Huerne, tot Altena, enz. beleent Gijsbrecht heer tot Hemerden met het dorp van Hemerdt en toebehoren, waaronder een rijswaard genaamd de Schundeweerdt, 1439 augustus 9 (St. Laurensavondt). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van Jacob, heer tot Heurne en Altena. i
134 Dirck die Rover van Tuijl verklaart aan den hertog van Gelre te zullen opdragen, zodra Ghijsbert heer van Hemert zulks verlangt, een bloc tijenden, dat gelegen is in het gericht van Welle, naast Dirc, die bastaard van Hemert. Welke tienden Ghijsbert heer van Hemert gekocht heeft en leenroerig zijn aan den hertog van Gelre, 1440 juli 20 (woensdags voer sente Marien Magdalenen dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in bruin was van den verkoper. i
135 Deriic die Rover van Tuel bekent verpacht en verhuurd te hebben aan Ghijsbert heer van Hemert en zijne nakomelingen een tiende, gelegen in het gericht van Amerzoijen in Welschebroeck, voor 150 jaar. Ten overstaan van Willem van Haaften en Gherit Scoeck, schepenen in Tuel, 1440 juli 26 (anderen daegs na St. Jacopsdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
136 Dirc van Tuijl verhuert voor 100 jaar aan Ghijsbert heer tot Hemert een tijende gelegen in het Welschebroek. Ten overstaan van Roeloff Rijcquinssoen en Aernt Claesoen, schepenen in Amersoyen, 1440 augustus 27 (dordedaghes nae sunte Bartholomeusdach des heylichs apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
137 Johan van Rossen belooft zijn zwager Johan van Bilant schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling. Johan van Rossem is aan Johan heer tot Homoet en tot Wissch 1032 gouden overlentsche Rijnss gulden schuldig, waarvoor Johan van Bilant borg is, 1440 oktober 22 (anderen dach na Elf dusent meechden dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van Johan van Rossem. i
138 Peter van Hemert belooft te betalen aan Jan van Hemert, zijn broeder, een half jaar na den dood van Ghijsbert heer tot Hemert hun vader, 50 gouden overlentsche Rijns gulden en 50 jaar lang elk jaar 50 van dezelfde guldens, zomede hetzelfde te betalen na den dood van joncfrou Steesken, zijne moeder. Ten overstaan van Dirijc van Brakel heer Jansz en Ghijsbert van Ghiessen, schepenen te Zulichem, 1441 november 9. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels ontbreken. i
143 Gherit Peterssoen heeft opgedragen aan Katherine zijne dochter enig land, gelegen in de heerlijkheid Hemert binnendijks. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Lambert van Oesterwijc, richter .... ter Dircssoen, Herman Aertssoen en Jan van Wel, heemraden van Hemert, 1442 augustus 12 (sondach na St. Laurensdach). 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen.
140 Gheraert heer tot Broechuijsen tot Weerdenberch en tot Amersoien, erfhovemeister der lande van Ghelre, belooft Ghijsbrecht heer tot Hemert schadeloos te zullen houden voor de 1500 alde Vrancriicsche scilde, die laatstgenoemde zich verbonden heeft te betalen aan Vrederic van Rutenburch, 1443 november 1 (Alre Heilighen dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van Gheraert heer tot Broechuijsen. i
141 Her Henrich Offerman, priester, van wegen Henrix van Nijmegen en her Herman Menijen, priester, van wegen Grieten Lubbertsdochter van Langen, als gekoren hilixslieden, verklaren dat Henrix van Nijmegen en Griete elkander tuchtigen mogen in al hunne wederzijdse goederen. Ten overstaan van Evert Witinch en Henrich Uppen Brincke, schepenen te Wesel, 1444 mei 24 (sonnendagh na ons heren Hemelvaertsdach). 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels ontbreken.
142 Henrich van Nijmege tuchtigt zijne vrouw Griete Lubbertsdochter van Langen in al zijne goederen, overeenkomstig hun beider huwelijksbrief. Ten overstaan van Derick Doeys van den Gruuthuijs en Johan Mijnschart, schepenen van Arnhem, 1444 juni 3 (wonsdaige na den heiligen pinxterdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
143 Die jonghe Jan die Noede draagt op aan Dirc Loekert een hofstad, gelegen in de heerlijkheid van Hemert binnendijks en vervolgens draagt Dirc voorzegt op aan Jan voorzegt dezelfde hofstad voor een erfthijns van 5½ Overlandsche Rijnsche guldens, jaarlijks op O.L.V. Purificatio te betalen. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Lambert van Oesterwijc, richter, en Jan Wouterssoen, Dirc Claessoen en Claes Wis, heemraden te Hemert, 1446 februari 5 (St. Aghatendach). 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen. i
143 Barthout Michielszoen heeft opgedragen en overgegeven aan Peter den Borchgreve, heylighe gheestmeijster tot Hemert, 2½ hont land gelegen in het gericht van Hemert in den Molenkamp bij Peters Joeden moelenkamp - en Peter voorzegt draagt weder op aan Barthout voorzegt dit land voor een erfthijns van 2 overlantsche rinsche gulden, jaarlijks te betalen op heijlighen Paeschdach. Ten overstaan van Ghiisbert heer tot Hemert, knaep, Heinrick Janszoen, richter, Wouter Dircszoen, Pauwel Peterszoen en Everaet Spiering, heemraden van Hemert, 1448 juli 13 (St. Magrietendach). 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen.
143 Willem Jan Scenckelszoen heeft opgedragen en overgegeven aan Jan Coppenzoen, als heijlige geestmeijster de schepenbrief van 12 augustus 1442. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Heinrick Janszoon, richter, Wouter Dircszoen, en Aernt Wis, heemraden tot Hemert, 1449 maart 5. 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen.
146 Jacop Jacopsz verkoopt voor 100 gulden aan Jan van Hemert 5 morgen land, gelegen in het gericht van Delwijnen. Ten overstaan van Aernt die Cock van Delwijnen en Jan die Groet, schepenen te Zulichem, 1449 april 28. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
146A Theodoricus, Henricus, Wilhelmus en Godefridus, gebroeders, zoons van wijlen Gerardus de Aa, dragen over aan Aleijdis weduwe Johannes Oem, ridder, heer van Buchoven, een stenen huis en hof, gelegen te 's Hertogenbosch, in de buurtschap Audehuls, strekkende van de gemeene markt tot het daarachter stromende water, zomede enige erfrenten gevestigd op huizen in 's Hertogenbosch. Ten overstaan van Martinus de Rodo en Henricus van der Merendonc, schepenen te 's Hertogenbosch, 145. maart 31. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, jaartal gedeeltelijk onleesbaar, de uithangende zegels ontbreken.
146B Aernt van Ghent, ridder, heer van Ghiessenborch en Merten van Haerlair heer tot Poederoeyen staan af aan Reyner van Hemert gedurende 10 jaar de dyckgraefscap van Alblasserwaert met allen haren recht ende toebehoren, die vrij te gebruken, te bedienen ende te bewaren ende te regieren, tot ons ghenadichs heren ende tlans voirscreven eer ende oirbair, als een goet dijckgraeff ende een goet man sculdich is te doen, ingaande op 29 january 1450, onder voorwaarde dat zij zullen betalen de 20 ponden Hollants die zij jaarlijks onsen genadighe heer van Burgoenge geloeft hebben, 1450 januari 29. 1 charter
N.B. Op perkament, zegels ontbreken.
147 Jan Hemert, ridder, verklaart, dat zijn vader Ghijsbert heer tot Hemert, hem in huwelijkse voorwaarden heeft afgestaan de heerlijkheid Hemert, Delwijnen en half Kerkwijk, tegen een jaarrente levenslang van 400 Wilhelmus Hollantssche schild en 80 cappoen. Gedaan ten overstaan van Peter van Hemert, abt van Beern, oom, Johan van Rossum heer tot Zoelen, neef en Dirc van Brakel Janszoen, zwager van Jan van Hemert, 1451 mei 3. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels van Jan van Hemert en der drie getuigen zijn afgevallen.
148 Jacob greve to Hoerne, heer to Altena enz. bevestigt dat Ghijsbrecht heer to Hemerden, Heijlwich van Nijenrode huisvrouw van Jan van Hemerden, zijn zoon, bij huwelijksvoorwaarden getuchtigd heeft in 200 Philippus schilden, uit de lenen, die hij houdt van den huize van Altena, 1452 februari 23. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van den graaf van Huerne. i
149 Johan die Krene en Mechtelt, eertijds weduwe van Henric Egberts, echtelieden verkopen aan de vicarie in de kerk te Opvoirst, daar Johan van Gelre van Sinderen collatoir van is, 1½ morgen land tijnsgoed gelegen in den Olden Meden. Ten overstaan van Gerijt die Gruen, pastoor tot Opvoirst als getuige, 1452 juni 23 (St. Johansavont Baptiste te midsomer). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van den verkoper, het zegel van den getuige ontbreekt.
143 Dirck Lokant heeft opgedragen en overgegeven aan Dirck de bastairt van Hemert, heylige geest meijster, tot behoef des heylichs geests te Hemert, de schepenbrief van 5 februari 1446. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Heinrick Jansz, richter, Dirck Aerntszoon, Claes Wis en Dirck Boen, heemraden tot Hemert, 1453 december 8 (Onze Lieve vrouwendach Conceptio). 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen.
151 Gijsbert van Nijenrode verkoopt aan Jan van Hemert, ridder, en diens vrouw Heijlwich, zijne dochter, die ambachtsheerlicheyt tot Slidrecht uit de visscherijen en verdere toebehoren, 1454 februari 9 (St. Scolastikenavont). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van Gijsbert van Nijenrode.
152 Henrick Aernt Noyenzoenszoon draagt op aan Dirck, de bastaard van Hemert, als heijlige geestmeijster te Hemert, een geest met timmering, gelegen in het dorp Hemert. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Henrick Jansz, richter, Dirck Aerntsz, Dirck Boon en Jan Liefman, heemraden te Hemert, 1454 april 20. 1 charter
N.B. Op perkament, van de vijf uithangende zegels zijn nog aanwezig in groen was dat van den richter, van den tweeden heemraad en van den heer van Hemert.
99B Willem Janszoon draagt deze erftijns over aan Dirck de bastairt van Hemert. Ten overstaan van Ghijsbert, heer tot Hemert, knaep, Heinric Janszoon richter, Dirck Aerntsz, Dirck Boen en Claes Wis, heemraden van Hemert, 1453 december 31 (Sinte Silvestersdach); getransfigeerd aan de akten van 14 mei 1424 en 8 oktober 1431. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Ghijsbert, heer tot Hemert.
143 Claes Wit en Dirck Lokant hebben opgedragen en overgegeven aan Dirck, de bastairt van Hemert, als heylige geestmeijster, 7½ hont land gelegen in de heerlijkheid van Hemert binnendijks. Ten overstaan van Ghijsbert heer tot Hemert, knaep, Heinrick Jansz, richter, Dircks Aerntsz, Johanes de Jode Peterszoon en Jan Liefman, heemraden tot Hemert, 1454 april 24 (des anderen dages na St. Georgiusdach). 1 charter
N.B. Op perkament, door uithangende zegels getransfigeerd aan zes andere brieven, de meeste zegels zijn geschonden of afgevallen.
154 Ghijsbrecht heer tot Hemert schenkt heer Jan van Andel, priester, canonick te 's Hertogenbosch enige gelden, die men hem schuldig is in de stad en het land van Heusden. Ten overstaan van Aernt Spiering van Aelborch en Henrick van der Beeck, schepenen te Heusden, 1455 oktober 13. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
155 Johan heer van Lannoy, enz. stedehouder generaal van Hollant, Zeelant en Vrieslant, verzekert Johan heer tot Hemert, dat de privilegies van zijne heerlijkheid voor hem en zijne nakomelingen gehandhaafd zullen worden, 1455 december 15. 1 charter
N.B. Op perkament, met het opgedrukte zegel in rood was.
156 Korstijn Gerijt Janszoon dochter verklaart, dat zij terstond ruijminge zal doen van een huis met hofstad en 20 voet erf daar achter, gelegen aan de Pelserstraat te Heusden, zodra Jannen van Hemert, ridder, haar betaalt 50 scilden, à 14 zilveren bourgondische stuiver. Ten overstaan van Hacke van Outhuesden Aerntsz en Wouter Boekeler, schepenen te Heusden, 1456 augustus 18. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels verdwenen.
157 Dirck die Stout Jansz verkoopt aan Jan heer tot Hemert voor 300 gouden guldens 4½ morgen land, gelegen in het gericht van Rossem. Ten overstaan van Wouter Heijmericx en Bauke die Sterck, schepenen in Driel, 1456 november 11 (St. Mertensdach in winter). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
158 Jacob graaf tot Huerne, heer tot Althena enz. beleent Johan, ridder, heer tot Hemert met het dorp van Hemert, met de heerlijkheid en een rijswaard, de Schundewerdt geheten, 1457 juli 25 (St. Jacobsdag). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangend zegel in groen was van den leenheer. i
159 Jacob, greve to Huerne, heer tot Altena, enz. beleent heer Johan heer tot Hemert, ritter, na dode zijns vaders met het dorp van Hemert met de heerlijkheid en een rijswaard, de Schundewerdt geheten, 1458 juni 21. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in rood was van den leenheer. i
0417 Heerlijkheid Nederhemert 1
Inventaris
04. 1437-1460
159
Jacob, greve to Huerne, heer tot Altena, enz. beleent heer Johan heer tot Hemert, ritter, na dode zijns vaders met het dorp van Hemert met de heerlijkheid en een rijswaard, de Schundewerdt geheten, 1458 juni 21. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in rood was van den leenheer.
Datering:
1458 juni 21
Omvang:
1 charter

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 12-07-2012
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
160 Joncffrouwe Hadewich van Sijnderen, weduwe Johan van Gelre, heeft opgedragen aan Johan van Hemert, ridder, tot behoef van zijn zoon Joissten, 7 morgen land, genaamd den Haige, gelegen in het schependom Wageningen. Ten overstaan van Johan van Dolre, richter, Gerijt Ruyssche van Dolre en Aelbert van Lewen, schepenen te Wageningen, 1458 juli 22 (saterdag na St. Magarietendach hilig joncffr.). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende stadszegel in groen was.
161 Johan van Hemert, ridder, bekent schuldig te zijn aan Arnoldus van Goer, overste rentmeester der lande van Gelre, 700 koirforster Rijnsche gulden, waarvoor hij verbindt zijne goederen te Sijnderen. Ten overstaan van Peter van Egmont, richter van Veluwen, en Evert van Wilp, ridder, Garselis van den Gruijthuijs, richter te Arnhem, en Bertolt van Zallant, 1458 juli 22 (St. Maria Magdalenen dach). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangende zegel in groen was van Peter van Egmont. i
162 Arnoldus Henricsz Colen draagt over aan Goeswinus Toelinc een erf, gelegen te 's Hertogenbosch in de buurtschap Orthen, tussen de erven van den koper en van Egidius Screijnmeker, belast met ¼ ener erfrente van 20 oude ponden ten bate van de heilige geesttafel in 's Hertogenbosch. Ten overstaan van Nicolaus Spierinc en Wolterus de Vucht, schepenen in 's Hertogenbosch, 1459 maart 29 (vrijdag na Paschen). 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, de zegels ontbreken. i
163 Johannes de Hemert, ridder, heer van Hemert en als zodanig collator der na te noemen vicarij, draagt aan den proost van Arnhem, aartsdiaken der Utrechtse kerk voor tot rector en matricularius van het altaar der heilige Petrus, Cornelius en Anthonius in de parochiekerk van Hemert, den geestelijke Nicolaas Henricss, in de plaats van Gijsbertus Loy, die vrijwillig afstand heeft gedaan, 1459 mei 5. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met het uithangende zegel in groen was van den heer van Hemert.
163A De officiaal van Arnhem draagt op aan de geestelijkheid in Zanthemert afkondiging te doen, dat de geestelijke Nicolaas Henricssoon door Johannes de Hemert, ridder, heer van Hemert is aanbevolen voor de vicarij gevestigd in de parochiekerk van Zanthemert ter ere van de heilige Petrus, apostel, Cornelius, martelaar en Anthonius, belijder en ook tot matriculiarius in de plaats van heer Gijsbertus Loij, die bedankt heeft, 1459 mei 6; getransfigeerd aan de akte van 15 mei 1459. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met een onbeduidend overblijfsel van het uithangende zegel van den officiaal in groen was.
163A Bericht van Robbertus de Keent, pastoor der kerk te Zanthemert, aan den officiaal proost van Arnhem, dat de drie bevolen uitroepingen van Nicolaas Henricssoon zijn geschied en dat geen verzet heeft plaats gehad, 1459 mei 15; getransfigeerd aan de akte van 6 mei 1459. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met het uithangende zegel van R. de Keent in groen was.
164 De officiales perpetuae van Arnhem en aartsdiakenen der Utrechtsche Kerk melden aan de priesters en geestelijken in Zanthemert dat de geestelijke Nicolaas Henriccs door den zeer edelen heer Johannes de Hemert, ridder, heer van Zanthemert is voorgedragen voor het altaar der H.H. Petrus, Cornelius en Anthonius in de parochiekerk van Zanthemert en voor de daaraan verbonden matricula, thans openstaande door vrijwillige afstand van heer Ghijsbertus Loy den laatsten bezitter. Zij bevelen, dat hiervan de gewone afkondiging zal geschieden en dat, zo geen verzet volgt, de voorgedragene te zijnen tijde behoort in het bezit gesteld te worden van zijne vicarie, 1459 mei 23. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met een gedeelte van het uithangende zegel in groen was van officiales en aartsdiakenen.
165 Wijnant van Arnhem en Johan Mijnschart bekennen schuldig te zijn aan Ott Pijman 250 Rijns gulden, welke som zij beloven te betalen op St. Petersavont ad cadhedram naastkomende te Nijmegen of te Zutphen, 1459 september 10 (manendaigs na ons vrouwen geboorte). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangende zegel in groen was van Johan Mijnschart nog aanwezig.
166 Notaris Johannes Odzerssoon en getuigen te Egmond verklaren, dat Ghijsbert van de Huijl, schout van het dorp Egmond, vertoond heeft een bevel van den hertog Philips van Bourgondië d.d. 28 oktober 1459, uitgegeven op verzoek van Floris van Rijswijk, raad des hertogs over Holland, Zeeland en Friesland, houdende
dat het baljuwschap van Kennemerland en Friesland een verbandbrief heeft ten laste van Jan van Alkemade, welke zou betaald worden, zodra deze iets ontving van dat baljuwschap.
dat nu onlangs de heer van Egmond volgens een uitspraak is gelast een dergelijke betaling aan Van Alkemade te doen. Waarom de eerste deurwaarder der raadkamer van Holland bevolen wordt bij den heer van Egmond, bij zijn rentmeester of bij den schout Ghijsbert van de Huijl beslag te leggen op hetgeen aan Van Alkemade moet worden betaald, 1459 oktober 31. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, getekend door den notaris, zeer geschonden.
167 Robbertus de Keent, pastoor der kerk van St. Servasius in Zanthemert, verklaart Nicolaus Henricssoon, geestelijke uit het Utrechtsche bisdom, ingeleid te hebben als rector en matricularius van het altaar van St. Peter, Cornelius en Anthonius in bovengenoemde kerk, 1459 december 14 (St. Nicasiusdag). 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met het uithangende zegel in bruin was van Robbertus de Keent, priester.
168 Willem Jan Coude Nonenss verkoopt aan Jan Segherssoen, voor 40 pont ghever penningen, een erfrente van 2 overlandsche Rijnsche gulden, jaarlijks op St. Maarten in den winter te betalen, uit een hofstad, gelegen in de heerlijkheid van Hemert binnendijks. Ten overstaan van Jan heer tot Hemert, richter, en Jan die Joede Peterss en Adriaen Jan Hughensoen, schepenen te Hemert, 1460 november 2 (Aller sijlendach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den richter en schepenen.
05. 1461-1480
06. 1481-1530
07. 1531-1550
08. 1551-1575
09. 1576-1610
10. 1611-1630
11. 1631-1690
12. 1691-1789
13. Album - plakboek
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
313 gedigitaliseerd
totaal 655 bestanden

Kenmerken

Datering:
1217-1997
Auteur:
P.N. van Doorninck
Categorie:
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
313 gedigitaliseerd
totaal 655 bestanden