Uw zoekacties: Heren en graven van Culemborg

0370 Heren en graven van Culemborg ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0370   Heren en graven van Culemborg
Inleiding
01. Auteursrechten en andere rechten
02. Openbaarheid en citeren
03. De Heeren en Graven van Culemborg
04. Verwante geslachten
05. Het goederenbezit in het algemeen
06. De vorming en organisatie van het graafschap Culemborg
07. De leenkamer
08. De geestelijke stichtingen in het graafschap Culemborg
09. De andere bezittingen in Gelderland
10. Bezittingen elders
11. Het archief
12. Aanpassingen in de oorspronkelijke versie van de inventaris
laatste wijziging 14-06-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.110 gedigitaliseerd
totaal 588.701 bestanden
Inventaris
1. Het archief van de Heeren en Graven van Culemborg
2. De archieven van geestelijke stichtingen in het Graafschap Culemborg
3. Varia
4. Regesten
4.2.01. 1-100
4.2.02. 101-200
4.2.03. 201-300
4.2.04. 301-400
4.2.05. 401-500
4.2.06. 501-600
4.2.07. 601-700
4.2.08. 701-800
4.2.09. 801-900
801 HenricH, abt van St. Marienweerde geeft vidimus van den brief van 1423 Augustus 31, reg. no. 791.
802 Conradus Hekelman, officiant van de St. Laurentius' kerk te Colonia, bericht, dat hij de excommunicatie, vermeld in den brief van 1423 September 20 (reg. no. 792), waar deze doorgestoken is, heeft gepubliceerd.
803 Constantinus, priester in de St. Columbakerk te Colonia, bericht, dat hij de excommunicatie, vermeld in den brief van 1423 September 20 (reg. no. 792), waar deze doorgestoken is, heeft gepubliceerd.
804 (De pastoor van) de St. Brigidakerk te Colonia bericht, dat de excommunicatie, vermeld in den brief van 1423 September 20 (reg. no. 792), waar deze doorgestoken is, gepubliceerd is.
805 Notarus Isoboldus de Zuemeren verklaart, de in den brief van 1423 September 20 (reg. no. 792), op de keerzijde waarvan deze geschreven is, vermelde excommunicatie in den Dom te Colonia gepubliceerd te hebben.
806 De pastoor van de St. Paulus kerk te Colonia bericht de excommunicatie, vermeld in den brief van 1423 September 20 (reg. no. 792), waar deze doorgestoken is, gepubliceerd te hebben.
807 Gotscalcus de Wartberg, rector van het St. Maternus' altaar, vicaris in de kerk van St. Alaria ad Gradus te Colonia, bericht, dat de excommunicatie, vermeld in den brief van 1423 September 20, waar deze doorgestoken is, aan het huis van heer Carsilius de Palant, waar de vervolgde woont, en in zijn kerk is gepubliceerd. Reg. no. 792.
808 Reynart van Riifferscheit verklaart huwelijksvoorwaarden aan te gaan met Grete, dochter van Johan van den Heysteren, weduwe van Daym van Halle.
809 Wouter van Loenresloot en Jan Philipsz., knapen en leenmannen van den heer van Culenborg, oorkonden, dat Udele en Wouter van Bemmale, gezusters, en Gheryt Pul, man van Wouter vnd., ten behoeve van het kapittel van St. Barbare te Culenborg afstand doen van hun rechten op 10 morgen land in 't Vreedstroo, die hun vader HubertT van Bemmale van den heer van Culenborg in leen had.
810 Gheryt Cesar en Willem Zuermont, schepenen te Culenborg, beoorkonden de handeling, vermeld in den brief van 1424 Maart 1, reg. no. 809.
811 Gheryt Cesar, knaap, sticht een vicarie in de kerk te Culenborg voor zijn ouders, zijn overleden broeder Cesar, zijn vrouw en zijn nakomelingen, verbonden aan het St. Augustiinsaltaar, totdat hij een H. Cruysaltaar gesticht zal hebben, schenkt aan de vicarie eenige renten en reserveert zich de collatie.
812 Johan, heer tot Culenborch etc., bevestigt de stichting van de H. Kruisvicarie.
813 Aernolt, hertog van Gelre etc., beleent heer Dirck van Linden, ridder, heer tot Heymen, met het erfschenkambt van het hertogdom Gelre.
814 Notaris Hubertus Veldwiic instrumenteert, dat Johannes Theodericusz., executeur van het testament van zijn broeder Adam van der Wyerse, priester, en zijn vrouw Nella Hubertusdr. van Sliterhoven overdragen aan het kapittel van St. Barbara en de vicarissen aldaar een rente van 1 gouden nobel 's jaars.
815 Geryt Cesar en Wouter die Bruun, schepenen van Culenborg, oorkonden, dat Herman Scaep belooft te zullen betalen aan Hubert Willemsz. 40 geldersche guldens.
816 Johan, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc., geeft aan heer Jan, heer tot Culenburge etc., een aanwijzing, groot 15000 schilden, op zijn bede in Hollant, in mindering van zijn schuld aan dezen vanwege den hertog van Brabant en wijlen heer Hubrecht van Culenborg.
817 Daniel van Cralingen erkent ontvangen te hebben van Johan, heer tot Culenburch etc. 1000 hollandsche schilden, welke diens overleden broeder hem volgens de rekening van de tresorie van Hollant was schuldig gebleven.
818 De officiaal van het hof te Traiectum oorkondt, dat Thomas Boechamer, pastoor te Eck, verklaard heeft aan Johannes Spronck en Theodericus Spierinc, kanunniken van het kapittel van St. Barbara te Culenborch, geen recht meer te hebben op de tienden te Eck.
819 Sweder van Culenborg, domproost en aartsdiaken te Utrecht, maakt een scheiding tusschen zijn broeders heer Johan, heer te Culenborch etc., ter eenre en Peter en Geryt van Culenborch ter andere zijde.
820 Johan van Eck, richter te Culenborch, Wouter van Overriin Woutersz., Gheryt Cesar, Willem Zuermont en Wouter die Bruune, schepenen aldaar, Oorkonden, dat heer Johan, heer tot Culenborch etc., overdraagt aan heer Johan Spronck, priester, ten behoeve van de vicarie van het H. Kruis in de St. Barbarakerk aldaar, een viertel land in het Vreedstroo.
821 Wenemaer von Heiden en Deryck van Hameren verklaren, de plaats van den overleden Ludolph, heer te Stenvorde, in den brief van 1415 December 21 (reg. no. 619), waar deze doorgestoken is, te zullen innemen.
822 Volquiin Hackert, ambtman in het land van Bueren en Buesinchem, oorkondt, dat, na panding door Herman die Modder aan 4 morgen land van jonker Johan van Bueren onder Buesinchem in de Leghenweert, dit land gerichtelij k wordt verkocht aan Korst Ken Hermansz.
823 Wouter van Overriin Woutersz. en Wouter die Bruun, schepenen te Culenborg, oorkonden, dat Hubert Willemsz. den schepenbrief van 1424 Mei 7 (reg. no. 815) overdraagt aan Jan die Wilde Egbertsz.
824 Guedel, vrouw van Willem van Druieten Heymericsz., erkent van Johan van Bueren, heer tot Ewiic, ontvangen te hebben 1250 gulden oude schilden, die de hertog van Gelre hen schuldig was wegens de helft van het ambt van Maesse en Waelle.
825 Johan, hertog van Brabant, graaf van Hollant etc., belooft aan zijn onderdanen in Hollant, Zeelant en Vrieslant alle schulden van zijn oom Johan van Beteren te zullen betalen, alsmede de 90.000 kronen, die hij schuldig is aan Jacob van GaisbeEck, heer t'Apcoude etc., heer Hubrecht, heer tot Culenborch, heer Florens van Borssel, heer Airnt van Leyenberch en heer Geryt van Heemskerck.
826 Werner van Palant, heer zo Breydenbeynt, en Johan van Hoifsteden oorkonden, dat zij overeengekomen zijn de heerlijkheid Vrechen gezamenlijk te beschermen.
827 Notaris Hubertus Veldwiic instrumenteert, dat Gheertrudis van Laer haar testament maakt, waarbij zij 3 morgen land onder Everdinghen in de Rovershoeve voor J aan het kapittel, ^ aan de kerkfabriek en het gasthuis samen, en | om schoenen te koopen voor de armen, schenkt.
828 Arnolt, hertog van Gelre etc., beveelt aan zijn ambtliedenen richters, dat hij de bezittingen van den abt van St. Paulus te Utrecht in zijn bescherming genomen heeft, en hij de berechting daaromtrent in eigen hand houdt.
829 Arnolt, hertog van Gelre, erkent van den abt van St. Paulus te Utrecht in pacht genomen te hebben het hooge en lage gericht te Lyenden en Dryel.
829a Daniel van Loenresloet, knaap, belooft dat hij de halve hoeve land te Scalcwiick, die hij van Johan, heer tot Culenborch, ter Lecke, ten Weerde en tot Ackoy, in leen hield, en die deze als eigen goed gegeven heeft aan Hubert Sybrantsz., zal lossen of vervangen door een gelijkwaardig goed.
830 Gheryt van Damassche, abt van St. Pouwels te Utrecht, beleent jonker Jan van Bueren, heer tot Ewiick, met den halven tiend te Kesteren, hem aanbestorven van zijn broeder Otto van Bueren.
831 Arnolt, hertog van Gelre etc., verpandt aan de stad Nimwegen een rente van 200 oude schilden 's jaars uit den tol aldaar.
832 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, verklaart, dat hij met Johan, heer tot Culenborch, een overeenkomst heeft aangegaan ter beslechting van hun geschillen, in overeenstemming met den brief van 1396 Februari 18, reg. no. 382.
832a Willem, heer tot Bueren en Boesinchem, belooft aan zijn neve heer Johan, heer tot Culenborch, ther Lecke, ten Weerde en tot Ackoy, te zullen overdragen zijn rechten op het hooge en lage gericht tusschen de Hont en het land van Culenborch, en doet afstand van zijn rechten op 1/6 deel van het gericht van Lanxmeer en op 1/3 deel van het gericht van den Broick te Culenborch tusschen Lanxmer en de Bisscopsgrave, alsmede van den leenplicht van den heer van Culenborch tegenover de heerlijkheid Bueren.
833 Johan van Bueren en Alienora van Borsel, heer en vrouwe to Ewiick, erkennen in erfpacht gegeven te hebben aan Korstken Hermansz. 1 morgen land in de Legenweert te Buesinchem.
834 Johan van Loen, heer zo Guylch etc., erkent schuldig te zijn aan heer Werner, heer zo Palant en Breydebeynt, 3000 rijnsche guldens, waarvoor heer Werker hem de pandbrieven op slot, stad en ambt van 's Hertzochenroide heeft overgegeven, en geeft hem daarvoor een rente van 150 guldens 's jaars, te betalen uit zijn renten uit de stad Guylche.
835 Goitzschalck Goitzschalksz. van Mertzenhusen erkent in erfpacht ontvangen te hebben van heer Werner van Palant, heer zo Breydenbent, een stuk land, groot 3 morgen, aan de gracht bij de Lyndgyn.
836 Maes Mamme van Lynche erkent in erfpacht ontyangen te hebben van heer Werner, heer zo Palant en Breydenbeynt, een stuk land aan den Valenbergh en 1½ morgen in de Mertzen.
837 Johan, heer te Culenborch etc., geeft voor de ziel van zijn ouders, van zijn vrouw AleydE van Goeterswiick en zijn nakomelingen verschillende voorrechten aan de zusters van de orde van St. Franciscus te Culenborch.
838 Phillips, hertog van Bourgoeng-en etc., belooft aan zijn onderdanen, dat hij alle schulden van zijn neef hertog Johan van Brabant en zijn oom hertog Johan van Beyeren aan hen zal betalen, indien zij hem huldigen, en ook de 90.000 kronen, die de hertog van Brabant schuldig was aan Jacob van Gaesbeec, Hubert, heer tot Culenborg, heer Florens van Borssel, heer Aernt van Leyenberg en heer Geryt van Heemskerke.
839 Sweder, elect van Utrecht, en burgemeesters, schepenen en raad, oud en nieuw, der stad Utrecht, verklaren een verdrag gesloten te hebben betreffende hetgeen er op 21 Augustus 1.1. voorgevallen is, met name den doodslag van Beernt Proeys en Gerbrant Spiker.
840 Johan van Enscheringen en zijn vrouw Maria erkennen, dat hun goed te Sevecalre een leen van de heerlijkheid Clerve is.
841 Johan van Bueren, heer, en Alienora van Berzel, vrouwe toe Ewiick, verklaren verkocht te hebben aan Korstken Hermansz. 1 morgen en 29 roeden land in de Legenweert onder Buesinchem.
842 Henrick die Swarte, richter in Nederbetuwe, oorkondt, dat Jan van Leyenbarch heer Arntsz., ridder, overdraagt aan Jan van Bueren, heer tot Ewiick, een aantal landerijen bij Soelen en Avensaet.
843 Jan van Eck Woutersz., richter te Culenborg, Willem Zuermont, Jacob Coppier, Sweder van Doedenborch en Goessen van Tiel, schepenen aldaar, oorkonden, dat Lambert Key Jansz. overdraagt aan Geryt Krolle 4 morgen land op Lanxmervelt.
844 Philips, hertog van Borgoengen etc., en Zweder van Culenborch, bisschop van Utrecht, verklaren, met elkander een verbond gesloten te hebben.
845 Notaris Wilhelmus Buer Laurentiusz. instrumenteert, dat Arnoldus de Culenborch, geestelijke, door het kapittel van St. Salvator te Traiectum, op verzoek van zijn broeder heer Johannes de Culenborch, met een kanonikaat en prebende in die kerk begiftigd wordt.
846 Danyel van Loenresloet belooft Peter, jonker van Culenborch, schadeloos te zullen houden voor diens borgtocht tegenover Gheryt van Zulen van Natewissche.
847 Jan van Eck, richter te Culenborch, Lambert van der Weteringe, Sweder van Doedenborch, Goessen van Tlel en Jacob Coppier, schepenen aldaar, oorkonden, dat Geryt Aelbertsz. overdraagt aan het kapittel en de kerk van St. Barbara te Culenborch een rente van 1 oud schild 's jaars uit een huis en hofstad in de Muelenstrate.
848 Arnolt, hertog van Gelre etc., en Sweder, bisschop van Utricht, gaan een verbond aan tegen heer Roloff van Dyepholt, proost van Osenbrugge.
849 Jan van Eck Woutersz., richter te Culenborch, Wouter van Overriin, Sweder van Doedenborch, Lambert van Derwetringe en Willem Zuermont, schepenen aldaar, oorkonden, dat Dirc Coppier overdraagt aan het kapittel van Culenborch een rente van 1 pond 1 groot 's jaars, gaande uit een huis en hofstad naast het stadhuis.
850 Jan van Eck Woutersz., Lambert van der Weteringe, Goessen van Tiel, Willem Zuermont en Sweder van Doedenborch, schepenen van (Culenborch), oorkonden, dat Aliit Mouwers overdraagt aan haar zoon Willem Mouwer 4½ morgen land op Pariis.
850a Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent Geryt Cesar met 8 morgen land in Culenborgerbroick, geheeten Smeedscamp, welke zijn overleden broeder heer Alert, zoon tot Bueren, had bezeten.
851 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent Geryt Cesar met een hoeve land in Culenborgerbroick, geheeten de Rollhoeve, waarmede zijn overleden broeder heer Alert, zoon tot Bueren, beleend was.
852 Melis Melisz. en zijn vrouw Liisbeth stichten in de kerk te Culenborch een vicarie ter eere van St. Jacob den Meerdere en St. Nicolaas, en schenken daaraan verschillende landerijen.
852a Gherit van Rossum, richter en dijkgraaf in de kerspelen Everdingen en Zydervelt en te Goedtberdingen namens den heer van Culenbourch, Ghiisbert die Leuwe, Dirck de Manne, Willem Henricxz. en Henrick Gellisz., hooge heemraden te Goedbertingen, stellen een omslag vast voor het opmaken van een onbeheerden dijk te Goedbertingen.
853 Johannes Offerman te Vrechen, zijn vrouw Metze en hun zoon Johan erkennen gepacht te hebben voor hun leven van Bele Vamme Mommersloche, meesteres, Nese van Hasselt, priores, en het convent te Wyer bij Coelne den hof te Vrechen, op nader omschreven voorwaarden.
854 Deken en kapittel van St. Barbara te Culembourch verklaren een ruil aangegaan te hebben met Herman van den Velden Henricksz., waarbij zij dezen afstaan een rente van 2 oude schilden behoorende aan het St. Nicolaas' altaar te Buesinchem, gaande uit de Middelweert te Ravenswaede, tegen 1 oud "muerken" 's jaars uit dit land.
855 Sweder, bisschop tot Utricht, verpandt aan hertog Arnt van Gelre etc. het slot ter Horst, aangezien de stad Amersfoirt, die bij den brief van 1426 Juli 16 aan hem verpand was (reg. no. 848), ingenomen is.
856 Sweder, bisschop van Utricht, sluit tegen de stad Utricht en den ruwaard heer Roloff van Dyepholt een verdrag met hertog Arnt van Gelre en Gulich, graaf van Zutphen, waarbij zijn rentambten in het land van Utrecht, het richterambt te Renen en het huis ter Horst onder het ambtmanschap van den Hertog geplaatst worden.
857 Arnolt, hertog van Gelre etc., belooft, dat hij, als aan de voorwaarden, vermeld in de brieven van 1427 Februari 14, hier geinsereerd, voldaan is, het slot ter Horst weder zal overgeven. Reg. nos. 855 en 856
858 Phillips, hertog van Bourgondië etc., en Zweder, bisschop van Utrecht, sluiten een verbond tot onderlingen bijstand tegen hun vijanden.
859 Richter en schepenen van den Koninklijken Stoel te Aichen oorkonden, dat Johan van Palant, met toestemming van zijn broeder heer Reynart, verkoopt aan Wilhem van Lyntzenich, voogd en meier te Aichen, de helft van een huis c.a. op de Sursen.
860 Jan van Eck Woutersz., richter te Culenborch, Willem Zuermont, Jan van Kuuc, Heinrich die Haen en Giisbert Petersz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Melis Melisz. en zijn vrouw Liisbet verkoopen aan heer Engbert Craft, kameraar van het kapittel van Culenborch, ten behoeve van de vicarieën van St. Jacob den meerdere en St. Nicolaas, 2 morgen land op Lanxmerveld, 1 morgen aldaar, 1½ morgen daarbij, 2 morgen in de Geren bij den Roscamp en een huis en hofstad, op voorwaarde, dat het kapittel deze goederen terug zal geven na ontvangst van een rente van 20 oude schilden 's jaars.
861 Jan Trant, richter te Culenborch, Jacob Coppier, Willem Zuermont, Heinric die Haen en Lambert van de Wetringe, schepenen aldaar, oorkonden, dat Geryt Cesar overdraagt aan heer Engbert Craft, kameraar van het kapittel van Culenborch, ten behoeve van de vicarieën van St. Jacob den meerdere en St. Nicolaas, de helft van een halve hoeve land op Lanxmerveld.
862 Sweder, bisschop tUtrecht, geeft aan de ingezetenen van Culenborch tolvrijheid in het bisdom Utrecht aan beide zijden van den Yssel, te water en te land.
863 Sweder van Culenborch, bisschop van Utrecht, Johan, heer tot Egmont en Iselsteyne, Otte van Haiften, ridder, en Gosen van Rossem, heer te Leyenberch, oorkonden, dat heer Johan, heer te Culenborch, ter Leck en ten Weerde, met Johan van Bueren, heer tot Ewiick, een verbond sluit tegen Willem, heer tot Bueren en Bosynckhem, en diens broeder, den proost van Aken.
864 Notaris Hubertus Veldwiick instrumenteert, dat Yda, weduwe van Symon Haen, woonachtig te Culenborg, haar testament maakt, waarbij zij voor het zieleheil van haar gezin aan de kerkfabrieken van St. Barbara en St. Jan vermaakt 2 morgen land op Bolgri, en 2 morgen op Sydervelt aan het gasthuis te Culenborch.
865 Swederus, bisschop van Traiectum, bepaalt, in verband met den mislukten aanval van heer Wilhelmus, heer van Bueren, en Johannes de Bueren, zijn broeder, proost van St. Marie te Traiectum en van de koninklijke Mariakapel te Aquae, met Wilhelmus de Montfoirde en Teodericus de Merwede, ridders, eenige burgers van Traiectum en eenige Hollanders, gend. de HoEckspartye, op de stad Culenborg, dat voortaan de dag van St. Emerentia (23 Januari) aldaar plechtig gevierd zal worden.
866 Johan Slabbart van Kentzwylre de jonge maakt huwelijksvoorwaarden met Ruelant van Hoekirchen en Guytgyn van den Buncgart namen hun dochter Greytgyn van Hoekirchen en van den Buncgart.
867 Johan, heer te Culenborch etc., verklaart met, het kapittel van Culenborch een ruil van landerijen en renten aangegaan te hebben, waarbij hij \ hoeve land te Mouderick, gend. de Lyestkamp, en renten uit land onder Riiswiick en Ravenswade verkrijgt, en 4 strepen land te Goedbertingen, en voor de choralen een hofstad te Lanxmer met 4 morgen land, afstaat.
868 Richter en schepenen van den Koninklijken Stoel van Aichen oorkonden, dat Wilhem van Lyntzenich, voogd en meier te Aichen, verkoopt aan Johan, oudsten zoon van Wythem, drost te Valkenburg, de helft van het huis, vermeld in den brief van 1427 Maart 16 (reg. no. 859), belast met een vruchtgebruik.
869 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, en Johan van Bueren, heer tot Ewiick, gaan, door tusschenkomst van de jonkers van Moirse en van den Berge, een overeenkomst aan, waarbij bepaald wordt, dat gemachtigden van beide partijen de wederzijdsche aanspraken op het huis Ewiick en in de stad Bueren zullen onderzoeken.
870 Swederus, bisschop van Traiectum, geeft een aflaat van 40 dagen aan hen, die op bepaalde feestdagen den dienst in de St. Barbarakerk te Culenborch bijwonen, of die goud of zilver schenken aan de kerkfabriek voor de reparatie der ornamenten of voor aankoop van boeken.
871 Johan Trant van Eck, richter te Culenborg, Willam Zuermont, Alaert van Yngen, Jacob Coppier en Gosen van Tiel, schepenen aldaar, oorkonden, dat heer Johan van Zegen, priester, overdraagt aan heer Claes Pawe, priester, ten behoeve van het kapittel van St. Barbara te Culenborch, een rente van 4½ £ 's jaars uit een huis en hofstad naast het gasthuis.
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.09. 801-900
871
Johan Trant van Eck, richter te Culenborg, Willam Zuermont, Alaert van Yngen, Jacob Coppier en Gosen van Tiel, schepenen aldaar, oorkonden, dat heer Johan van Zegen, priester, overdraagt aan heer Claes Pawe, priester, ten behoeve van het kapittel van St. Barbara te Culenborch, een rente van 4½ £ 's jaars uit een huis en hofstad naast het gasthuis.
Datering:
1428 October 14 [des Donredages na sente Victorsdach]
NB:
Oorspr. (Inv. no. 7824), met het geschonden zegel van Willam Zuermont en fragmenten van de zegels der andere oorkonders.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 23-12-2010
872 Johan Trant, richter te Culenborg, Willam Zuermont, Jacob Coppier, Alaert van Yngen en Dirck die Manne, schepenen aldaar, oorkonden, dat Liisbet, weduwe van Gosen Keymp, en haar zoon Heinrick die Keymp overdragen aan Johan van Kuyck 1/3 deel van 2 morgen land op Redinchem.
873 Heynrich, abt van Prume, erkent de door zijn voorganger Friederich van der Sleyden aan heer Werker, heer zu Palant en Breydenbeynt, ridder, verkochte renten en goederen met heerlijkheid en gericht, te Bacheym bij Colne, van dezen weder terugontvangen te hebben, en doet daarvoor afstand van een rente van 10 mud koren uit heer WernerS bezittingen onder Vrechen en Bacheym.
874 Burgemeesters, schout, schepenen en raad der stad Culenborch oorkonden, dat, ter herinnering aan den mislukten aanval op de stad door den proost Johan van Bueren, in de kerk een dubbel feest op St. Emerentiadag gevierd zal worden, waarvoor zij aan het kapittel een rente van ½ schild 's jaars uit hun biercijns geven.
875 Willem, heer ten Berge, en Giisbert van Vianen, heer tot Beverwerde, doen uitspraak in de geschillen tusschen Willem, heer tot Bueren, en zijn oom Johan van Bueren, heer tot Ewick.
876 Jan Trant van Eck, richter te Culenborch, Willam Zuermont, Alaert van Yngen, Jacob Coppier en Dirck die Manne Aerntsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat, na executie door Lambert van der Weteringe, een huis en hofstad c.a. van Hubert van den Vliet verkocht wordt aan de zusters van het huis van St. Marie van de Franciscanerorde.
877 Hubert van Sliterhoven en Jan die Meyer, schepenen van Everdingen en Zydervelt, oorkonden, dat Jan Gelisz. belooft aan Lambert Zuermont en Melis Scavaert 10 oude schilden te zullen betalen.
878 Gerart van Petersheim van Bacheym gend. Schoultisse en zijn vrouw Katherine bezweren, dat de brief over de heerlijkheid Bacheim, dien zij bezitten, thans niet onder hun berusting is, doch dat zij hem zullen overgeven aan Wernher van Pallant.
879 Johan Trant van Eck, richter te Culenborg, Willam Zuermont, Neude van Spiic, Jacob Coppier en Alaert van Yngen, schepenen aldaar, oorkonden, dat Willam Zuermont overdraagt aan heer Claes Pawe, priester, ten behoeve van het kapittel van Culenborg, een rente van 80 schellingen 's jaars uit een huis en hofstad, welke rente hij ontvangen heeft van heer Engbert Kraft, priester.
880 Airnt van Bueren, richter te Bueren, Erinchem en Assche, oorkondt, dat heer Wyllem, heer tot Bueren en Buesinchem, overdraagt aan heer Johan van Oerde, priester, een kamp land in Buerenrebroick, genaamd Shinkerscamp, groot 6 morgen.
881 Wyllem, heer tot Bueren en Buesinchem, verklaart verkocht te hebben aan heer Johan van Noerde, priester, den Shynkerscamp in Buerenrebroeck, groot 6 morgen.
882 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Griethusen erkennen in erfpacht genomen te hebben van heer Johan, heer to Culenborch etc., zijn waarden in het land van Cleve, genaamd Schenden- en Tolhuusweert, voor 200 schilden 's jaars.
883 Wyllem, heer tot Bueren en Buesinchem, verklaart verkocht te hebben aan heer Johan van Noorde, priester, kanunnik van St. Pieter te Utrecht, 3 ½ morgen 2 hont land in Buerenrebroeck, genaamd de Crommencamp.
884 Airnt van Bueren, richter te Bueren, Erinchem en Assch, oorkondt, dat heer Wyllem, heer tot Bueren en Buesinchem., overdraagt aan heer Johan van Noerde, priester, kanunnik van St. Pieter te Utrecht, 3½ morgen 2 hont land in Buerenrebroeck, genaamd de Crommencamp.
885 Jacob Koel Alaersz., richter te Zoelmond, oorkondt, dat Biken, vrouw van Gheryt Heyen, overdraagt aan Lambert Gherytsz. een hofstad.
886 Swederus, bisschop van Traiectum, prelaten en kapittels van de 5 Utrechtsche kerken, te Aernhemum resideerende, geeft aan alle Vorsten etc. kennis van den toestand van de kerk, en beklaagt zich over zijn kanunniken.
887 Heer Sweder, bisschop van Utrecht, sluit een verdrag met heer Willem, heer tot Bueren en Bosynckhem, waarin o.m. bepaald wordt, dat heer Johan, heer tot Culenborch, over hun geschillen zal beslissen.
888 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent Johan, heer tot Gemen, met de hofstad Caetshage met 10 morgen land, en met de tienden in het Vreedstroe en op Rietvelt.
889 Willem, heer toe Bueren en Boesinchem, verklaart, dat hij, zoo hij de hofstad van Caetshaghe niet binnen 1 jaar en 13 dagen van Johan, heer to Gemen, lost, er geen rechten meer op zal hebben.
890 Willem, heer tot Bueren en Boesinchem, belooft het bezit van de hofstad van Katshage aan Johan, heer tot Gemen, te waarborgen.
891 Godart van Des Grevenbroich Ctt Zijn Vtouw Cathryne Zoem Nap erkennen een rente van 6 malder Rogge 's jaars, gaande uit het goed te Endelstorp, verkocht te hebben aan jonker Wilhem van Hasewert.
892 Hubrecht van Culenborch, heer tot Meer, belooft aan heer Jan, heer tot Culenborch, dat hij, indien hij na de lossing van den veerstad te Huesden aan den Riin, de landerijen, vermeld in den brief van 1415 April 9 (reg. no. 600), niet aan dezen overdraagt, een rente van 40 oude schilden 's jaars zal betalen.
893 Neude van Spiic, richter te Culenborg, Lambert van der Weteringe, Wouter van Overriin, Alaert van Yngen en Willam Zuermont Willamsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Gerit Ceser overdraagt aan heer Johan van Pothuysen, priester, ten behoeve van het H. Kruisaltaar in de St. Barbarakerk aldaar, 10 morgen land op Lanxmervelt.
894 Gosen van Tiel en Willam Zuermont Willamsz., schepenen te Culenborg, oorkonden, dat Dirc Hoep Willamsz. belooft aan Jan van der Kerke 5 arnoldus' guldens te zullen betalen.
895 Johan van Rossem geeft kwijtschelding aan Johan van Bueren, heer tot Ewick, van een schuld van 150 wilhelmus' schilden aan zijn overleden vader Gosen van Rossem, waarvan de brief niet te vinden is.
896 Friderich, graaf zo Moirse en Sarwerden, verklaart in pacht genomen te hebben van Symon van Birgel en diens vrouw Fritze van Turre, voor den duur van hun leven, hun lijftocht op een deel van de heerlijkheid Dalen, zooals heer Dederich van Endelstorp deze bezat, en die erkend is door heer Wernher van Palant en diens vrouw Alverait van Endelstorp.
897 Balthazar van Bueren, knaap, erkent verkocht te hebben aan heer Johan, heer to Culenborch etc., zijn huis Vredesteyn, leenroerig aan Gelre, en eenige andere landerijen; leenroerig aan Mariënweerd en Bueren.
897 Johan, heer tot Culenborch, en Balthazar van Bueren gaan een overeenkomst aan betreffende den verkoop aan eerstgenoemde van het huis Vredesteyn.
898 Henne van Dem Bussche en zijn vrouw Heilke erkennen in erfpacht genomen te hebben van heer Werner, heer zo Palant en Breydenbeynt, al diens goederen te Roitham.
899 Elisabeth van Gorlitz, hertogin in Beyeren etc., vrouwe van Voerne en Arkel, geeft aan de geërfden van het land van Culenborch en Vyanen toestemming om den Zeric in het land van Arkel weder voor waterafvoer te gebruiken.
900 Ghyesbert Hack van Waegenyngen en zijn vrouw Mechtelt van Wely erkennen in erfpacht uitgegeven te hebben aan Willem van der Bullick en diens vrouw Aeleyt 4½ morgen land onder Kesteren.
4.2.10. 901-1000
4.2.11. 1001-1100
4.2.12. 1101-1200a
4.2.13. 1201-1300
4.2.14. 1301-1400
4.2.15. 1401-1500
4.2.16. 1501-1600
4.2.17. 1601-1700
4.2.18. 1701-1800
4.2.19. 1801-1900
4.2.20. 1901-2000
4.2.21. 2001-2100
4.2.22. 2101-2200
4.2.23. 2201-2300
4.2.24. 2301-2400
4.2.25. 2401-2500
4.2.26. 2501-2600
4.2.27. 2601-2700
4.2.28. 2701-2804
4.2.29. S1-S100
4.2.30. S101-S131
laatste wijziging 14-06-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.110 gedigitaliseerd
totaal 588.701 bestanden

Kenmerken

Datering:
1241-1810
Auteur:
A.P. van Schilfgaarde, K.J.W. Peeneman, W.F.M. Ahoud
Categorie:
laatste wijziging 14-06-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.110 gedigitaliseerd
totaal 588.701 bestanden