0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem ( Gelders Archief )
0314
Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inleiding
laatste wijziging 06-07-2024
2.020 beschreven archiefstukken
256 gedigitaliseerd
totaal 9.989 bestanden
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.08. 1476-1500
660x Gerit van Trier en Gerit Gruter, schepenen te Doisborch, geven vidimus van de brief d.d. 1488 juli 1 (des Dinxdages post Conversion is Sancti Pauli apostoli), waarvan de inhoud hierin is opgenomen.
De inhoud luidt: Wilhelmus Haestricht, priester, commandeur en cureit van de moederkerk binnen Doisborch, en Gerit Gruter, burgemeester dier stad, scheidslieden vanwege Johan opten Oirde en Derick Smyt, kerkmeesters van de moederkerk, eenerzijds, en Warner Lerinck en Johan Goltsmit, burgemeesters, scheidslieden vanwege Arnt Daveneit en Otte, Arnts echtgenote, eerder weduwe van Roloff Sprenger anderzijds, uitspraak doende over de nalatenschap van Roloff Sprenger, bepalen, dat de kerkmeesters voor een bedrag van 225 Rijnsguldens afstand zullen doen van deze erfenis, welke door hen gekocht was van de stad Scoenhaven als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Johan Sprenger, zusterszoon van de erflater, en waartoe onder meer zeker hertogelijk leen behoort, 1491 januari 22 (altera die post Agnetis virginis).
N.B. In het leenactenboek F van de Geldersche leenkamer over 1492-1513, fol. 150, staat onder de beleningsacte van 1500 voor Henrick van Beeck met het goed ter Borch bij Doesburg een aanteekening, inhoudende, dat Otta van Beeck, vrouw van Arnt Davenyet, met het klooster Bethlehem, waarin Arnts zoon geestelijke was, overeengekomen was, dat zij en haar erven het leengoed zullen behouden. Na Otta's dood werd haar broeder Henrick van Beeck ermede beleend. Deze zoon van Arnt Davenyet moet zijn geweest Johan Daveniet, pastoor van Steenderen en conventuaal van Bethlehem.
Vergelijk: Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het Kwartier van Zutphen, uitg. Ver. "Gelre" 1917, no. 61. Goed ter Borch te Beynhem onder Doesburg:
Arnt Daveniet bij cope van den fabricquen voorn. anno 1492 (kerkfabriek Doesburg).
Otte van Beeck, erve hares mans Arnts, beleent, anno 1498.
Henrick van Beeck, erve sijner suster Otte uut crachte eens maechgescheyts, mits Arnts soon geestlick is, anno 1500.
De inhoud luidt: Wilhelmus Haestricht, priester, commandeur en cureit van de moederkerk binnen Doisborch, en Gerit Gruter, burgemeester dier stad, scheidslieden vanwege Johan opten Oirde en Derick Smyt, kerkmeesters van de moederkerk, eenerzijds, en Warner Lerinck en Johan Goltsmit, burgemeesters, scheidslieden vanwege Arnt Daveneit en Otte, Arnts echtgenote, eerder weduwe van Roloff Sprenger anderzijds, uitspraak doende over de nalatenschap van Roloff Sprenger, bepalen, dat de kerkmeesters voor een bedrag van 225 Rijnsguldens afstand zullen doen van deze erfenis, welke door hen gekocht was van de stad Scoenhaven als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Johan Sprenger, zusterszoon van de erflater, en waartoe onder meer zeker hertogelijk leen behoort, 1491 januari 22 (altera die post Agnetis virginis).
N.B. In het leenactenboek F van de Geldersche leenkamer over 1492-1513, fol. 150, staat onder de beleningsacte van 1500 voor Henrick van Beeck met het goed ter Borch bij Doesburg een aanteekening, inhoudende, dat Otta van Beeck, vrouw van Arnt Davenyet, met het klooster Bethlehem, waarin Arnts zoon geestelijke was, overeengekomen was, dat zij en haar erven het leengoed zullen behouden. Na Otta's dood werd haar broeder Henrick van Beeck ermede beleend. Deze zoon van Arnt Davenyet moet zijn geweest Johan Daveniet, pastoor van Steenderen en conventuaal van Bethlehem.
Vergelijk: Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het Kwartier van Zutphen, uitg. Ver. "Gelre" 1917, no. 61. Goed ter Borch te Beynhem onder Doesburg:
Arnt Daveniet bij cope van den fabricquen voorn. anno 1492 (kerkfabriek Doesburg).
Otte van Beeck, erve hares mans Arnts, beleent, anno 1498.
Henrick van Beeck, erve sijner suster Otte uut crachte eens maechgescheyts, mits Arnts soon geestlick is, anno 1500.
0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.08. 1476-1500
660x
Gerit van Trier en Gerit Gruter, schepenen te Doisborch, geven vidimus van de brief d.d. 1488 juli 1 (des Dinxdages post Conversion is Sancti Pauli apostoli), waarvan de inhoud hierin is opgenomen.
De inhoud luidt: Wilhelmus Haestricht, priester, commandeur en cureit van de moederkerk binnen Doisborch, en Gerit Gruter, burgemeester dier stad, scheidslieden vanwege Johan opten Oirde en Derick Smyt, kerkmeesters van de moederkerk, eenerzijds, en Warner Lerinck en Johan Goltsmit, burgemeesters, scheidslieden vanwege Arnt Daveneit en Otte, Arnts echtgenote, eerder weduwe van Roloff Sprenger anderzijds, uitspraak doende over de nalatenschap van Roloff Sprenger, bepalen, dat de kerkmeesters voor een bedrag van 225 Rijnsguldens afstand zullen doen van deze erfenis, welke door hen gekocht was van de stad Scoenhaven als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Johan Sprenger, zusterszoon van de erflater, en waartoe onder meer zeker hertogelijk leen behoort, 1491 januari 22 (altera die post Agnetis virginis).
N.B. In het leenactenboek F van de Geldersche leenkamer over 1492-1513, fol. 150, staat onder de beleningsacte van 1500 voor Henrick van Beeck met het goed ter Borch bij Doesburg een aanteekening, inhoudende, dat Otta van Beeck, vrouw van Arnt Davenyet, met het klooster Bethlehem, waarin Arnts zoon geestelijke was, overeengekomen was, dat zij en haar erven het leengoed zullen behouden. Na Otta's dood werd haar broeder Henrick van Beeck ermede beleend. Deze zoon van Arnt Davenyet moet zijn geweest Johan Daveniet, pastoor van Steenderen en conventuaal van Bethlehem.
Vergelijk: Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het Kwartier van Zutphen, uitg. Ver. "Gelre" 1917, no. 61. Goed ter Borch te Beynhem onder Doesburg:
Arnt Daveniet bij cope van den fabricquen voorn. anno 1492 (kerkfabriek Doesburg).
Otte van Beeck, erve hares mans Arnts, beleent, anno 1498.
Henrick van Beeck, erve sijner suster Otte uut crachte eens maechgescheyts, mits Arnts soon geestlick is, anno 1500.
De inhoud luidt: Wilhelmus Haestricht, priester, commandeur en cureit van de moederkerk binnen Doisborch, en Gerit Gruter, burgemeester dier stad, scheidslieden vanwege Johan opten Oirde en Derick Smyt, kerkmeesters van de moederkerk, eenerzijds, en Warner Lerinck en Johan Goltsmit, burgemeesters, scheidslieden vanwege Arnt Daveneit en Otte, Arnts echtgenote, eerder weduwe van Roloff Sprenger anderzijds, uitspraak doende over de nalatenschap van Roloff Sprenger, bepalen, dat de kerkmeesters voor een bedrag van 225 Rijnsguldens afstand zullen doen van deze erfenis, welke door hen gekocht was van de stad Scoenhaven als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Johan Sprenger, zusterszoon van de erflater, en waartoe onder meer zeker hertogelijk leen behoort, 1491 januari 22 (altera die post Agnetis virginis).
N.B. In het leenactenboek F van de Geldersche leenkamer over 1492-1513, fol. 150, staat onder de beleningsacte van 1500 voor Henrick van Beeck met het goed ter Borch bij Doesburg een aanteekening, inhoudende, dat Otta van Beeck, vrouw van Arnt Davenyet, met het klooster Bethlehem, waarin Arnts zoon geestelijke was, overeengekomen was, dat zij en haar erven het leengoed zullen behouden. Na Otta's dood werd haar broeder Henrick van Beeck ermede beleend. Deze zoon van Arnt Davenyet moet zijn geweest Johan Daveniet, pastoor van Steenderen en conventuaal van Bethlehem.
Vergelijk: Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het Kwartier van Zutphen, uitg. Ver. "Gelre" 1917, no. 61. Goed ter Borch te Beynhem onder Doesburg:
Arnt Daveniet bij cope van den fabricquen voorn. anno 1492 (kerkfabriek Doesburg).
Otte van Beeck, erve hares mans Arnts, beleent, anno 1498.
Henrick van Beeck, erve sijner suster Otte uut crachte eens maechgescheyts, mits Arnts soon geestlick is, anno 1500.
Datering:
1491 januari 22 (altera die post Agnetis virginis)
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 06-06-2024
laatste wijziging 06-07-2024
2.020 beschreven archiefstukken
256 gedigitaliseerd
totaal 9.989 bestanden
Kenmerken
Datering:
1200-1611
Auteur:
I.A. Nijhof, J.J.S. Sloet, P.J.J. Moors, K.J.W. Peeneman
Categorie:
laatste wijziging 06-07-2024
2.020 beschreven archiefstukken
256 gedigitaliseerd
totaal 9.989 bestanden