0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem ( Gelders Archief )
0314
Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inleiding
laatste wijziging 13-06-2024
2.020 beschreven archiefstukken
252 gedigitaliseerd
totaal 9.932 bestanden
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.02. 1301-1350
151 Wolter, heer van Keppel, ridder, doet uitspraak tusschen den proost en het kapittel van Bethlehem ter eenre en Eibrecht van Bruchusen ter andere zijde, ter zake van een tiend, bepalende dat de laatstgenoemde dien levenslang van het Godshuis in pacht zou hebben voor tuelf malder achte madere koren en vier madere haver. Getuigen zijn Dirk van Keppel, heer Wolters broeder, Everard van Ulft, Everard de Rode, Diderik van der Hape, 1324 april 21 (Int iaer ons Heren dusent drehondert ende vierentwintich, des saterdaghes na Paesghen, dat is saterdaghes voer Georgii).
N.B. Zie ook Cartularium (inv.nr. 976) 23 en 47. i
N.B. Zie ook Cartularium (inv.nr. 976) 23 en 47. i
0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.02. 1301-1350
151
Wolter, heer van Keppel, ridder, doet uitspraak tusschen den proost en het kapittel van Bethlehem ter eenre en Eibrecht van Bruchusen ter andere zijde, ter zake van een tiend, bepalende dat de laatstgenoemde dien levenslang van het Godshuis in pacht zou hebben voor tuelf malder achte madere koren en vier madere haver. Getuigen zijn Dirk van Keppel, heer Wolters broeder, Everard van Ulft, Everard de Rode, Diderik van der Hape, 1324 april 21 (Int iaer ons Heren dusent drehondert ende vierentwintich, des saterdaghes na Paesghen, dat is saterdaghes voer Georgii).
N.B. Zie ook Cartularium (inv.nr. 976) 23 en 47.
N.B. Zie ook Cartularium (inv.nr. 976) 23 en 47.
laatste wijziging 13-06-2024
2.020 beschreven archiefstukken
252 gedigitaliseerd
totaal 9.932 bestanden
Kenmerken
Datering:
1200-1611
Auteur:
I.A. Nijhof, J.J.S. Sloet, P.J.J. Moors, K.J.W. Peeneman
Categorie:
laatste wijziging 13-06-2024
2.020 beschreven archiefstukken
252 gedigitaliseerd
totaal 9.932 bestanden