Uw zoekacties: Gelderse Rekenkamer

0012 Gelderse Rekenkamer ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. De geschiedenis van de Rekenkamer
4. De geschiedenis van het archief van 1543 tot 1915
5. De ordening en beschrijving van het archief
6. Afkortingen
Inventaris
Eerste afdeeling. Algemeen
C. Verpanding, bezwaring en vervreemding van domeinen en de inlossing van verpande en bezwaarde domeinen
II. Lossing van verpande domeinen en van hypotheken, op domeinen gevestigd
N.B. In 1547 is door de vier kwartieren een bede toegestaan, waarvan de opbrengst grootendeels gestrekt heeft tot aflossing van de door de hertogen verpande domeinen. (Zie de bederekeningen van GRAMAYE, nos. 2071-2074.) Onder PHILIPS II zijn vele van die domeinen opnieuw verpand en bezwaard. Hoewel er toen en in lateren tijd nu en dan wel schuld afgelost werd, is toch de geregelde inlossing van domeinen eerst in het laatst van de 17de eeuw, in verband met het "redres" van de domeinen, aangevangen, met het gevolg, dat in de laatste jaren van het bestaan der Rekenkamer nog slechts enkele domeinen verpand of met hypotheken bezwaard waren. Deze aflossingen werden in den regel door den landrentmeester-generaal betaald, in sommige gevallen door andere rentmeesters. Dientengevolge vindt men onder de bijlagen bij de rekeningen van die rentmeesters tal van pand-en rentebrieven, die ongeldig zijn gemaakt. De Rekenkamer bewaarde deze ten deele in liassen bij de rekeningen, ten deele onder de eigendomsbewijzen. Zij zijn thans alle onder de bijlagen bij de rekeningen beschreven. Voorzoover nu de stukken betreffende de lossing van domeinen niet als dergelijke bijlagen konden worden aangemerkt, is er deze afdeeling voor ingericht.
0012 Gelderse Rekenkamer
Inventaris
Eerste afdeeling. Algemeen
C. Verpanding, bezwaring en vervreemding van domeinen en de inlossing van verpande en bezwaarde domeinen
II.
Lossing van verpande domeinen en van hypotheken, op domeinen gevestigd
N.B. In 1547 is door de vier kwartieren een bede toegestaan, waarvan de opbrengst grootendeels gestrekt heeft tot aflossing van de door de hertogen verpande domeinen. (Zie de bederekeningen van GRAMAYE, nos. 2071-2074.) Onder PHILIPS II zijn vele van die domeinen opnieuw verpand en bezwaard. Hoewel er toen en in lateren tijd nu en dan wel schuld afgelost werd, is toch de geregelde inlossing van domeinen eerst in het laatst van de 17de eeuw, in verband met het "redres" van de domeinen, aangevangen, met het gevolg, dat in de laatste jaren van het bestaan der Rekenkamer nog slechts enkele domeinen verpand of met hypotheken bezwaard waren. Deze aflossingen werden in den regel door den landrentmeester-generaal betaald, in sommige gevallen door andere rentmeesters. Dientengevolge vindt men onder de bijlagen bij de rekeningen van die rentmeesters tal van pand-en rentebrieven, die ongeldig zijn gemaakt. De Rekenkamer bewaarde deze ten deele in liassen bij de rekeningen, ten deele onder de eigendomsbewijzen. Zij zijn thans alle onder de bijlagen bij de rekeningen beschreven. Voorzoover nu de stukken betreffende de lossing van domeinen niet als dergelijke bijlagen konden worden aangemerkt, is er deze afdeeling voor ingericht.
Organisatie: Gelders Archief
Lossing van de aan de rechtverkregenhebbenden van ALPHERT SCHIMMELPENNINCK verpande domeinen van Zutphen en de terugbetaling van hun nog verschuldigde gelden uit de in 1496 van hen geloste korenrenten van Veluwe
N.B. ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, van 1460-1466 landrentmeester-generaal, had als zoodanig aan hertog ARNOLD 24000 rijnsgld. voorgeschoten en daarvoor in 1463 pandrechten verkregen op alle nog niet verpande domeinen onder het rentambt Zutphen, tegen inlossing van de som, die de rentmeester JOHAN VAN HOLTHUYSEN daarop had staan. In hetzelfde jaar had hij de korenrenten van Veluwe (t.w. tienden en andere inkomsten, die in rogge en haver betaald werden) in pand ontvangen. Aan zijn broeders SANDER en ANDRIES, alsmede aan JOHAN VAN STEENBERGEN, JOHAN VAN HOLTHUYSEN en JOHAN GRUYTER, die voor hem borg waren gebleven, droeg hertog ADOLF in 1466 al die pandrechten over, behoudens dat de laatstgenoemde alleen in het bezit van de Veluwsche korenrenten deelde. KAREL DE STOUTE trok deze domeinen weer aan zich, doch daar de schuld aan de pandhouders niet kon worden afbetaald, werden dezen door MAXIMILIAAN in hun bezit hersteld. In 1496 maakte KAREL VAN EGMOND een einde aan de verpanding der Veluwsche korenrenten, waarbij hij zich verbond, een aantal daarop gevestigde schuldbrieven, meerendeels ten behoeve van Arnhemsche burgers en reeds dateerende uit den tijd van ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, over te nemen van de pandhouders. Aangezien hij aan zijn verplichtingen slechts ten deele had voldaan, waren bij het optreden van het Oostenrijksche bestuur in 1543 de toenmalige pandhouders van de Zutphensche domeinen nog met enkele schulden op het z.g. korenambt van VELUWE bezwaard, waarvan zij de rente uit die domeinen plachten te betalen. Ook deze domeinen waren hun wederrechtelijk door hertog KAREL ontnomen, in 1533, doch nadat deze ze ruim 4 jaren had laten beheeren door den Zutphenschen proost SWEDER VAN KERVENHEM (die in dien tijd kans gezien heeft, den pandhouders verschillende stukken afhandig te maken), waren ze hun in 1537 teruggegeven.

Kenmerken

Datering:
1543-1795
Auteur:
A.H. Martens van Sevenhoven
Categorie: