Uw zoekacties: Brief van Jan Pieter Veth aan Anna D. Veth-Dirks, 27-06-1893 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen

0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0001   Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Archief en inventarisatie
4. Verkort aangehaalde literatuur en bronnenuitgaven
5. Genealogisch overzicht
laatste wijziging 15-05-2024
13.415 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
1. Graven van Zutphen
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
3. Rechten en bezittingen
4. Financieel beheer
5. Inventarissen en andere stukken betreffende het beheer van het archief
6. Stukken niet behorend tot dit archief of waarvan het verband met dit archief onduidelijk is
7. Niet bewaard gebleven charters
N.B. In de loop van de tijd zijn zeer veel archiefbescheiden uit de Gelderse landsheerlijke archieven verloren gegaan, deels al tijdens de landsheerlijke periode, deels daarna, tot aan het begin van het moderne archiefwezen in de negentiende eeuw en zelfs ook nog tijdens die periode (vgl. inv.nr. 5270 met regesten).
In de door G. van Hasselt, I.A. Nijhoff en hun opvolgers vervaardigde beschrijving van de Charterverzameling (bekend onder nr. 0243, zie inv.nrs. 5296 e.v.), is een aantal nummers opgenomen behorend tot het archief van de graven en hertogen dat tegenwoordig ontbreekt. Dit betreft vooral charters die ter hand gesteld waren aan P. Bondam, maar niet zijn teruggekeerd. Zij zijn hieronder gespecificeerd.
Daarnaast zijn in het Koninklijk Huisarchief twee inventarissen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren bewaard gebleven. De daarin beschreven stukken zijn over het algemeen verloren gegaan. Voor regesten van deze deperdita zie inv.nr. 5270.
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
8.1. Inventarissen, nadere toegangen en andere beschrijvingen
8.1.01. Algemeen
8.1.02. Oud archiefblok 0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
N.B. Zie ook GldA, 0648 P. Bondam en 1185 I.A. en P. Nijhoff.
H. van Wijn, Rapport van zijn archiefreis door de vroegere Nederlanden (augustus-oktober 1804). Met de bijlagen H-L betreffende Gelderland
N.B. Fotokopieën. Origineel: HaNA, 2.01.12 Binnenlandse Zaken, inv.nr. 498.
5224 Rapport, 1804 1 deel
N.B. Voor het verslag van zijn reis langs de Gelderse archieven zie p. 65-79, 96 en 97. i
5225 Bijlagen H, I en K, 1804 1 deel
N.B. Specificatie:
H. Register op "Dat alste Registre" (inv.nr. 1677).
I. Register op het "Primus Liber Copiarum" (origineel niet bewaard gebleven).
K. Register op "Per Comitem Renoldum..." (inv.nr. 1058).
Het register onder I gaat terug op de beschrijvingen door P. Bondam (zie GldA, 0648, inv.nr. 8). De stukken die alleen bekend zijn uit het Primus Liber Copiarum zijn in onderstaande regestenlijst gespecificeerd, met verwijzing naar Bondam. In de andere gevallen wordt elders naar de afschriften in het Primus Liber Copiarum verwezen. i
5225.01-0001 Hertog Arnold sluit een overeenkomst met zijn onderzaten tot bijlegging van de geschillen over Driel en vanwege het innemen van Lobith en Buren, waarbij onder meer bepaald wordt, dat Driel een jaarmarkt zal hebben en dat de vier banken in de Tieler- en Bommelerwaarden en de bank van Zaltbommel hofvaart op de schepenen van de stad Nijmegen zullen hebben.
5225.01-0002 Oswald, graaf van den Bergh beleent Johan van der Horst met de hofstede Zwemmenpoell en andere goederen onder Aerdt.
5225.01-0003 Alphert Schimmelpenninck, Johan van Steenbergen van Nijenbeek, Johan van Holthusen, Andries en Sander Schimmelpenninck, broers, erkennen aan Maas Morren en Jacob van Silvouden 50 gouden Rijnsgulden schuldig te zijn en verplichten zich tot betaling daarvan, onder verband van vrijwillige inleisting te Arnhem.
5225.01-0004 Hertog Arnold bevestigt de privileges van de stad Grave.
5225.01-0006 Het stadsbestuur van Grave geeft vidimus van een artikel uit de bevestigingsakte van de stedelijke privileges betreffende vrijdom van schatting.
5225.01-0007 Jacob van Amstel van Mijnden, ambtman van Grave, schrijft de heer van Broekhuizen over de vrijdom van schatting voor Grave.
5225.01-0008 Jan Vos, gemachtigde van hertog Karel, neemt ten overstaan van Johan van Keppel, schout van Zutphen, een stuk land in Scollepperweerd onder Wichmond in bezit.
5225.01-0009 Hertog Arnold zegt de ingezetenen van de voogdij Gelre toe de gruit- en bieraccijns die hij aan de stad Gelre had verpand, te zullen inlossen en verleent het recht tot het brouwen van bier en andere dranken, tegen betaling van accijns.
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
8.1. Inventarissen, nadere toegangen en andere beschrijvingen
8.1.02. Oud archiefblok 0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
N.B. Zie ook GldA, 0648 P. Bondam en 1185 I.A. en P. Nijhoff.

H. van Wijn, Rapport van zijn archiefreis door de vroegere Nederlanden (augustus-oktober 1804). Met de bijlagen H-L betreffende Gelderland
N.B. Fotokopieën. Origineel: HaNA, 2.01.12 Binnenlandse Zaken, inv.nr. 498.
5225 Bijlagen H, I en K, 1804 1 deel
N.B. Specificatie:
H. Register op "Dat alste Registre" (inv.nr. 1677).
I. Register op het "Primus Liber Copiarum" (origineel niet bewaard gebleven).
K. Register op "Per Comitem Renoldum..." (inv.nr. 1058).
Het register onder I gaat terug op de beschrijvingen door P. Bondam (zie GldA, 0648, inv.nr. 8). De stukken die alleen bekend zijn uit het Primus Liber Copiarum zijn in onderstaande regestenlijst gespecificeerd, met verwijzing naar Bondam. In de andere gevallen wordt elders naar de afschriften in het Primus Liber Copiarum verwezen.
5225.01-0009
Hertog Arnold zegt de ingezetenen van de voogdij Gelre toe de gruit- en bieraccijns die hij aan de stad Gelre had verpand, te zullen inlossen en verleent het recht tot het brouwen van bier en andere dranken, tegen betaling van accijns.
Datering:
1455 juni 29
NB:
Afschrift in het verloren gegane Primus Liber Copiarum fo. 109 (zie inv.nr. 5225). Vgl. F. Nettesheim, Geschichte der Stadt und des Amtes Geldern mit Berücksichtigung der Landesgeschichte I (Crefeld, 1863) 144.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 16-01-2024
5225.01-0010 Hertog Arnold komt met Johan, heer van Wickrade (Wickrath) overeen dat deze slot en stad Erkelenz gedurende vier jaar zal bewaren.
5225.01-0011 De abt van Werden ontslaat ten behoeve van Albert en Wessel van Ermel, gebroeders, en op verzoek van de domproost van Münster Knechtigen (Krechting, nu onder Rhede) uit het leenverband.
5225.01-0012 Hertog Eduard staat Johan, heer van Wickrade (Wickrath), ambtman, toe om de 200 mottoenen die hij de hertog bij het beleg van Zaltbommel voorgeschoten had, in te houden op de eerste ontvangsten in zijn ambt.
5225.01-0013 Hertog Arnold bevestigt de privileges van de stad Roermond.
5225.01-0014 Karel, hertog van Bourgondië bevestigt op verzoek van hertog Arnold de privileges van de stad Grave.
5225.01-0015 (Otto van Arkel), heer van Heukelom en Willem van Aeswijn verklaren dat hoewel hertog (Karel) hun akten van boedelscheiding had mede bezegeld, daarmee geen afbreuk aan zijn rechten werd gedaan.
5225.01-0016 Hendrik van Hamersvelt verkoopt hertog Karel voor 225 enkele Rijnsgulden een hof en boomgaard bij de hof te Hattem langs de Boochgracht..
5225.01-0017 Hertog Adolf verpandt voor 100 Rijnsgulden het scholtambt van Echt.
5225.01-0018 Hertog Arnold staat zijn zoon Adolf toe om de rente van 1300 gulden die de stad Nijmegen jaarlijks uit de tol van Lobith ontving, in te lossen ten behoeve van zijn echtgenote Catharina (van Bourbon).
5225.01-0019 Hertog Karel verpandt ter voldoening van verschillende vorderingen van de stad Nijmegen voor 6000 Rijnsgulden de tollenaars-en bezienersambten aan die stad.
5225.01-0020 (Hertog Arnold) keurt de wederkoop goed door Peter van Boytberch van een verkocht erf in de Luur, met het hofgericht.
5225.01-0021 Jan Goltsmit en Bate Mackinckx, weduwe van Goossen Momme beloven aan Goossen van Bemmel, landrentmeester van Gelre de akte over te dragen waarbij hertog Karel een rente vestigde op de goederen te Luur, losbaar met 300 gulden.
5225.01-0022 Heer Godert van Wylack bevestigt zijn belening door hertog Karel met Wachtendonk c.a.
5225.01-0023 Taxatie van de goederen die Gerrit en Dirk Middeldorp, gebroeders, overdroegen aan hertog Karel.
5225.01-0024 Hertog Adolf beleent Philips, graaf van Katzenelnbogen en Dietz met het manleen uit de tol te Lobith van 200 Rijnsgulden zoals zijn vader daarmee beleend was door hertog Reinoud (IV), en met het erfelijk manleen te Palen (Pohl, onder Bad Ems-Nassau) zoals zijn voorouders dat bezeten hadden.
5225.01-0025 Evert van Wilp, ridder, koopt een hofstede te Hoog Soeren van Arend Wolters en zijn echtgenote.
5225.01-0026 Hendrik van Steenbergen ruilt het goed Nijenbeek met hertog Karel tegen een ander goed.
5225.01-0027 Mette (Machteld) van den Bergh en (haar zoon) Joost, heer van Bronkhorst en Borculo, verkopen Jacob ten Starte, drost te Bredevoort, hun goed te Oosterhof, onder Dinxperlo in het ambt Bocholt, vrijwel onbelast, zijnde een vrij edel goed.
5225.01-0028 (George Schenk van Toutenburg), stadhouider van Overijssel schrijft de raden (van hertog Karel) om gecommitteerden te zenden naar Deventer om gezamenlijk de hoofden in de IJssel te inspecteren.
5225.01-0029 (Johan I), hertog van Kleef schrijft zijn zuster (Catharina), hertogin van Gelre om te vernemen waarom hertog Arnold gevangen is gezet.
5225.01-0030 (Johan I), hertog van Kleef schrijft zijn zuster (Catharina), hertogin van Gelre over de gevangenschap van hertog Arnold.
5225.01-0031 Hertog Karel bekent Werner Spiegel (zu Peckelsheim) 46 goudgulden schuldig te zijn voor de levering van een paard.
5225.01-0032 Hertog Karel bekent Werner Spiegel (zu Peckelsheim) 44 goudgulden schuldig te zijn voor de levering van een paard.
5225.01-0033 Hertog Karel beveelt om aan de kinderen van Werner Spiegel (zu Peckelsheim) wegens een geleverd paard 30 goudgulden te betalen uit de eerstkomende te ontvangen schuldpenningen.
5225.01-0034 Willem van Huemen en Michel van (Igstadt genaamd) Hattsteyn schrijven Simon Philips en Johan Mauritius Spiegel over hetgeen hertog Karel de kinderen van Werner Spiegel (zu Peckelsheim) verschuldigd is.
5225.01-0035 Hertog Karel stelt Johan van Kaelis (Kalis) (Haernismaickers) aan tot tollenaar en tolschrijver van de Lobithse tol te Zutphen.
5225.01-0036 Hertog Karel verzoent zich met de stad Bremen en sluit daarmee een vredesverdrag.
5225.01-0037 Hertog Karel roept Zweder van Voorst op om te verschijnen op een kwartiersdag te Zutphen.
5225.01-0038 Hertog Karel staat nog gedurende drie jaar de accijnzen te Groenlo af aan die stad ten behoeve van het aanleggen van versterkingen.
5225.01-0039 De stad Zutphen schrijft hertog Karel over de bewaking van de stadspoorten.
5225.01-0040 Hertog Karel schrijft de drost van Lingen met de opdracht de aartsbisschop van Keulen te bedanken voor zijn bemiddeling en hem mede te delen dat de geschillen tussen de steden en hem ter beslissing zullen worden voorgelegd aan bannerheren en ridderschappen.
5225.01-0041 De stad Zutphen beveelt de hertogelijke raden te Arnhem aan om degenen die geld op enig ambt hebben geleend aan de hertog, de opbrengst daarvan te laten genieten of de gelden terug te betalen.
5225.01-0042 De stad Doetinchem schrijft de landdrost van Zutphen, Zweder van Voorst over de bewaking van haar stadspoorten.
5225.01-0043 De stad Venlo schrijft de drost van Kriekenbeek over het bewaken van haar stadspoorten.
5225.01-0044 De drost van Kriekenbeek stuurt hertog Karel het van de stad Venlo ontvangen schrijven en verzoekt om een nadere opdracht.
5225.01-0045 Loef van Egeren, drost van Kriekenbeek, schrijft hertog Karel dat ridderschap en stad Gelre diens zijde houden en over de kwartiersdag die daar onlangs is gehouden.
5225.01-0046 De ridderschap van het Overkwartier en de raad van de stad Gelre beloven hertog Karel trouw en vragen toestemming om op de aanstaande landdag niet te verschijnen.
5225.01-0047 De stad Straelen belooft hertog Karel trouw te blijven.
5225.01-0048 Dirk (van der Lippe genaamd) Hoen schrijft hertog Karel over de bewaring van het huis Arcen en belooft hem trouw.
5225.01-0049 Ridderschap en steden van het Overkwartier te Roermond bijeen gekomen, weigeren de bezegeling van het verdrag van hertog Karel met de koning van Frankrijk.
5225.01-0050 Zweder van Voorst, landdrost (van Zutphen) schrijft aan hertog Karel over de opschudding te Doetinchem en meldt dat de stad hem trouw belooft.
5225.01-0051 De stad Zutphen meldt hertog Karel dat zij het verdrag met Frankrijk weigert mede te bezegelen.
5225.01-0052 De stad Zutphen doet bij de hertogelijke raden te Arnhem een aanbeveling voor degenen die gelden op ambten hadden staan.
5225.01-0053 De stad Groenlo meldt hertog Karel dat zij de bewaring van de sleutels van hun stad op zich zullen nemen en verzoekt hem te vergoeden wat zij aan ruiters en knechten hadden uitgegeven.
5225.01-0054 De Kleefse raden verzoeken Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz om het antwoord van de stad Nijmegen op de toegezonden artikelen bekend te maken.
5225.01-0055 De stad Tiel schrijft hertog Karel over het schrijvers- en bodeambt.
5225.01-0056 De stad Zutphen beveelt hertog Karel aan om Sander Schimmelpenninck aan te stellen tot scholt aldaar en om Matthijs van Aecken, burger der stad, voor de stedelijke rechtbank te recht te laten staan en deze niet daarvan uit te zonderen.
5225.01-0057 Burgemeesters, schepenen, raad en twaalf gedeputeerden van de stad Elburg verzoeken hertog Karel om na zijn dood de verdedigingswerken, poorten en sleutels van de stad in handen te krijgen.
5225.01-0058 De stad Zutphen vraagt hertogelijke raden waarom zij tot nu toe sommige verbandbrieven en registers op de ambten niet hadden overhandigd aan de Kleefse raden en verzoekt opnieuw om Sander Schimmelpenninck aan te stellen tot scholt.
5225.01-0059 De stad Gelre verzoekt de afgevaardigden te Emmerik bijeen, om de bussen en slangen (vuurwapens) waarvoor de haar burgers hun ketels, potten en ander gereedschap hadden gegeven en die op het huis en in de burcht waren geplaatst, terug te laten keren in de stad, om zo het gemor onder de burgerij te beëindigen.
5225.01-0060 Christoffel, (graaf van Meurs) en Zweder van Kervenhem doen aan hertog Karel verslag van hun onderhandelingen met de Kleefse raden, waarbij dezen voorstellen deden voor het beëindigen van alle onenigheden en twisten die tussen beide hertogen of tussen een van beide en het land zouden ontstaan.
5225.01-0061 Hertog Karel draagt Zweder van Voorst, landdrost van Zutphen op om terstond zijn rekening te overleggen.
5225.01-0062 Hertog Karel draagt Zweder, landdrost van Zutphen op om met de andere ambtlieden de eed af te leggen ten overstaan van (Willem II), hertog van Kleef als beschermheer van Gelre.
5225.01-0063 Hertog Karel beveelt Zweder van Voorst, landdrost van Zutphen om met Berend van Hackfort, drost (van Esens), te rijden naar waar de hertog bevolen had.
5225.01-0064 Hertog Karel beveelt Zweder van Voorst, landdrost van Zutphen om het gerecht van Dokkum naar elders te verplaatsen.
5225.01-0065 (Joost), graaf van Bronkhorst laat de drost van Zutphen weten dat de dader van een doodslag, mits gescheiden van zijn vrienden, landwinning mag genieten op voorwaarde dat hij bij de hertogelijke inkomste onder de lijn is geweest.
5225.01-0066 (Joost), graaf van Bronkhorst draagt de landdrost (van Zutphen) op om enige riddermatigen op te roepen om de hertog van Brunswijk-Lüneburg van Groenlo naar Arnherm te begeleiden.
5225.01-0067 Hertog Willem II draagt (Joost), graaf van Bronkhorst op om de hertog van Brunswijk-Lüneburg door enige heren van Groenlo naar Arnhem te laten begeleiden.
5225.01-0068 Hertog Willem II beveelt de landdrost van Zutphen om degenen die de hertog van Brunswijk-Lüneburg begeleidden hun verteringen te betalen en deze kosten in rekening te brengen.
5225.01-0069 (Karel van Gelre), stadhouder van Groningen doet met gecommitteerde raden rechtelijke uitspraak waarbij zij aan Gerrit van Yrt te Rolde in zijn zaak tegen pastoor en vicarieën te Havelte op grond van een door deze ingebrachte akte van Floris van Wevelinkhoven, bisschop van Utrecht van 7 juni 1392, diens recht erkennen.
5225.01-0070 (Karel van Gelre, stadhouder van Groningen) doet met gecommitteerde raden in Drenthe uitspraak tussen Goort van Erp en Wolter van Bosch betreffende de koop van 10 pot turf van de ingezetenen van Kolderveen en Nijeveen.
5225.01-0071 (Karel van Gelre), stadhouder (van Groningen), verwijst met gecommitteerde raden de zaak tussen heer (Frederik) van Twickelo en de ingezetenen van Meppel van de lotting te Rolde naar het gewone landrecht.
5225.01-0072 N.N. Oisterhoff, wonend te Sinderen schrijft aan de hertogelijke raden over het repareren van de hoofden en kribben te Sinderen.
5225.01-0073 (Christoffel), graaf van Meurs draagt de commissarissen die te Vianen zijn voor onderhandelingen op om de zaak van de ingezetenen van Haaften meer te bevorderen.
5225.01-0074 (Keizer Karel V) zendt (hertog Karel) geloofsbrieven voor de keizewrlijke gecommitteerden die te Vianen zullen onderhandelen met de afgevaardigden van de hertog.
5225.01-0075 Hertog Karel staat de burgers van Zaltbommel toe om koren uit te voeren voor zover dit geen inlands koren betreft.
5225.01-0076 De stad Tiel verzoekt om vrijgeleide voor de buitenlandse kooplieden, in het bijzonder uit 's-Hertogenbosch, ten behoeve van bezoek aan haar jaarmarkt.
5225.01-0077 Maarten van Rossem doet aan hertog Karel verslag van het beleg van Coevorden.
5225.01-0078 Joost van Zwieten vraagt hertog Karel om nadere orders voor de gedeputeerden te Grave.
5225.01-0079 Hertog Karel draagt Hendrik die Groiff, (erfvoogd van Erkelenz) op om hem zo speodig mogelijk al wat hij weet te melden.
5225.01-0080 Hertogelijke gecommitteerden brengen aan hertog Karel verslag uit van de besprekingen met de keizerlijke afgevaardigde te Grave.
5225.01-0081 De gecommitteerden ter dagvaart te Emmerik antwoorden op een brief (van de stad Zutphen) dat de stad moet bewijzen over een privilege te beschikken op grond waarvan alleen burgers van de stad tot schout benoemd mogen worden en dat vooralsnog Sander Schimmelpenninck dit ambt zal waarnemen.
5225.01-0082 (Christiaan III, koning van Denemarken meldt Meinhard van Hamm dat hij wegens diens gevangenschap Maria (van Hongarije, regentes) heeft aangeschreven.
5225.01-0083 Balthasar, heer van Esens, Wittmund en Stedesdorf vraagt hertog Karel hoe verder te handelen nu die van Embden door afgevaardigden hadden laten weten dat zij zich onder bescherming van keizer (Karel V) zouden plaatsen.
5225.01-0084 Maarten van Rossem schrijft hertog Karel over het bezet houden van de Dam (Appingedam) en meldt dat de Bourgondiërs 500 paarden binnen Oldenzaal en Enschede gebracht hebben.
5225.01-0085 Hertog Karel schrijft (Maarten van Rossem) ter begeleiding van de som gelds die hij hem verschuldigd is voor de krijgsknechten te Dam (Appingedam).
5225.01-0086 Hertog Karel meldt (de hoofdmannen van het garnizoen binnen Dam (Appingedam) ) dat hun geld gereed ligt in Lingen.
5225.01-0087 George Schenk van Toutenburg, keizerlijk stadhouder, laat de hoplieden en krijgslieden gelegerd te Den Ham weten dat zij geen dienstverband hebben bij hertog Karel en dat zij dan ook niet als wettige krijgsknechten behandeld zullen worden en raadt aan in keizerlijke dienst te treden.
5225.01-0088 Willem Bentinck meldt zijn vader, drost te Hattem onder meer dat die van de Kinkhorst (onder Meppel) uiterlijk binnen zes werken ontzet moeten worden en van voedsel voorzien moeten zijn.
5225.01-0089 De gevolmachtigden (van hertog Karel) berichten dat het vredesverdrag dat zij te Grave hebben gesloten met de keizerlijke raden, door beide zijden is ondertekend en verzoeken om publicatie.
5225.01-0090 Floris, graaf van Egmond beklaagt zich bij (Christoffel), graaf van Meurs dat die van Bredevoort aan Peter van Gemert twee paarden en geld ontnomen hebben, hoewel een bestand geldt en verzoekt om genoegdoening.
5225.01-0091 Reinhard van Hederstorff, Melchior van Berch en Lanns Gerdt, hoofdlieden, met 500 man te Lingen en 300 te Koborch gelegerd, verzoeken (hertog Karel) om orders waarheen te trekken, omdat een deel van hun troepen naar Holstein wil gaan, een ander deel naar elders..
5225.01-0092 Johan Selbach bericht hertog Karel dat de vijand Wedde belegert en vraagt hoe zich op te stellen, nu er een bestand geldt.
5225.01-0093 Maarten van Rossem schrijft (Zweder van Kervenhem), proost van Zutphen over de oosterse krijgsknechten en wat daarover de hertog te adviseren.
5225.01-0094 Maarten van Rossem schrijft hertog Karel over de oosterse krijgsknechten die voor een maand zijn aangenomen.
5225.01-0095 Maarten van Rossem meldt hertog Karel dat overste (Reinhard van) Heydensdorff (Hederstorff) zich met zijn krijgsknechten, teruggekeerd uit Denemarken, voor krijgsdienst aanbiedt.
5225.01-0096 Maarten van Rossem verzoekt de hoofdmannen met spoed om commissiebrieven voor de aangenomen knechten tot een totaal van 6 à 700, aan wie hij ieder een gulden moest geven.
5225.01-0097 Maarten van Rossem schrijft Zweder van Kervenhem, proost van Zutphen over het in dienst houden van overste (Reinhard van) Heydensdorff (Hederstorff).
5225.01-0098 Maarten van Rossem verzoekt hertog Karel om een bevelsman te zenden naar Wedde met 20 à 30 krijgsknechten, alsmede 100 tot 150 gravers om een vak van de wal of gracht dat nog moest worden opgetrokken, op te bouwen.
5225.01-0099 Hertog Karel antwoordt Maarten van Rossem op diens schrijven van 10 augustus dat hij met spoed Berend Ketel naar Wedde zal sturen.
5225.01-0100 Maarten van Rossem antwoordt hertog Karel op diens schrijven van 17 augustus 1536 en meldt bovendien dat de vijand Ruinen belegert en dat Farmsum is ingenomen.
5225.01-0101 Maarten van Rossem verzoekt hertog Karel om met spoed een bevelsman te zenden naar Wedde en schrijft over de versterking van Bredevoort.
5225.01-0102 Maarten van Rossem schrijft hertog Karel over het zenden van een gezantschap naar de koning van Denemarken en over het sturen van enig krijgsvolk naar Lochem en Coevorden en over het beleg van Wedde.
5225.01-0103 Maarten van Rossem meldt hertog Karel dat hij twee vendels krijgsknechten en enige ruiters naar Wedde heeft gezonden om die van het Oldambt die afvallig waren te straffen.
5225.01-0104 Volmacht verleend door het garnizoen van Dam (Appingedam) aan afgevaardigden naar de hertog, voornamelijk betreffende de betaling van soldij.
5225.01-0105 Het garnizoen van Dam (Appingedam) meldt hertog Karel dat zij gebrek aan proviand hebben en dat wanneer ondersteuning uitblijft, dit tot muiterij zal leiden.
5225.01-0106 Hertog Karel verzoekt (Christiaan III), koning van Denemarken om met spoed 8 of meer schepen naar de Oostereems te zenden om Dam (Appingedam) te ontzetten.
5225.01-0107 Maarten van Rossem ontraadt de hertog om schepen uit Denemarken te laten komen omdat deze te laat zullen arriveren om Dam (Appingedam) te ontzetten en er bij gevolg geld zal worden verspild.
5225.01-0108 (Christiaan III), koning van Denemarken zendt hertog Karel een geloofsbrief voor Caspar Fuxen (Fuchs), zijn secretaris.
5225.01-0109 Maarten van Rossem schrijft hertog Karel over het versterken van Wedde (waarvoor hij om 300 gravers vraagt) en over de betaling van bezoldiging van krijgsknechten.
5225.01-0110 Maarten van Rossem schrijft hertog Karel over de drie maanden bezoldiging die de krijgsknechten te Dam (Appingedam) nog tegoed hebben en over de tijd die dezen nog stand zullen houden.
5225.01-0111 Hertog Karel schrijft Maarten van Rossem over de betaling van de krijgsknechten ter Dam (Appingedam) en over het overnemen van oosterse knechten van (Christiaan III), koning van Denemarken.
5225.01-0112 Maarten van Rossem bericht hertog Karel over Ropert van Giesken die als gevolmachtigde van het garnizoen uit Dam (Appingedam) naar de hertog is gezonden.
5225.01-0113 Maarten van Rossem bericht hertog Karel onder meer over de rantsoenering van het voedsel voor de gevangenen.
5225.01-0114 Maarten van Rossem laat hertog Karel weten dat hij het resterende geld voor de betaling van de krijgsknechten te Wedde, Dam (Appingedam) en Coevorden ontvangen heeft.
5225.01-0115 Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz bericht hertog Karel over de voornemens en aanslagen van de vijanden en over het beleg van Coevorden.
5225.01-0116 Hertog Karel berispt (Maarten van Rossem) voor het niet zenden van bemoedigende berichten aan het garnizoen te Dam (Appingedam), wat mogelijk tot de overgave van die stad leidt.
5225.01-0117 Johan van Lynden en andere bevelhebbers melden hertog Karel dat het garnizoen van Dam (Appingedam) zich heeft overgegeven en krijgsgevangen is gemaakt en de komende drie maanden niet tegen keizer (Karel V) mag dienen.
5225.01-0118 Johan van Lynden meldt hertog Karel de overgave van Wedde.
5225.01-0119 N.N. verzoekt Lubbert Vastenen, zijn neef, te Groenlo om hem te laten weten, nu Wedde en Groningen verloren zijn, waarheen hij moet trekken met zijn krijgsknechten, Ootmarsum of elders of dat hij moet blijven en de vijand benadelen door brandschatting.
5225.01-0120 Johan Selbach informeert hertog Karel over het begonnen beleg van Coevorden door de vijand.
5225.01-0121 Hertog Karel beveelt Maarten van Rossem om enige gevangenen uit de Meierij van Den Bosch zonder betaling van losgeld vrij te laten.
5225.01-0122 Hertog Reinoud II draagt richter en schepenen van Arnhem op om vonnis te wijzen in alle zaken die de schepenen van de stad Culemborg aanbrengen op grond van de privileges die Hubert Schenk van Culemborg en zijn voorvaderen aan die stad hebben gegeven.
5226 Bijlage L, 1804 1 deel
N.B. Specificatie: Beschrijving van de charters bewaard in de Laden A, R, D, E of 3, C, G en nog een waarvan het opschrift afgesleten is, door G. van Hasselt (zie GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 292).
A.H. Martens van Sevenhoven, Lijst van de in de inventaris Nijhoff (Rekenkamer) beschreven stukken, die gelicht zijn uit het archief van de Rekenkamer, omdat zij behooren tot de hertogelijke archieven en voorloopig bij elkaar geplaatst zijn in de volgorde van den inventaris Nijhoff, ca. 1920.
5229 A.H. Martens van Sevenhoven, Overzichten van rekeningen van riviertollen, z.j. 1 omslag
N.B. Typoscript. Verwerkt in de huidige inventaris. i
P.J. Meij (met gebruik van beschrijvingen door I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven en anderen), Het archief der graven en hertogen van Gelre. Beschrijving van de archivalia die van 1543 (ten dele van 1632) af te Arnhem onder de charterbewaarder hebben berust, eind 18de eeuw met het archief van de Geldersche Rekenkamer vermengd raakten en in 1925 werden afgezonderd; vanaf inv.nr. 825 voortgezet door J. den Draak. Met latere aantekeningen
N.B. De beschrijvingen zijn geplaatst in de volgorde van de inventaris van I.A. Nijhoff (zie GldA, 1185 I.A. en P. Nijhoff, inv.nr. 26).
Voor het moederexemplaar van inv.nrs. 5230-5235 zie GldA, 3246 Moederexemplaren archieftoegangen, 0001.
5238 A.H. Jenniskens, mede naar gegevens van A.J. Maris en P.J. Meij, Overzicht van (veel geciteerde) trefwoorden uit het "Algemeen register", z.j. Fiches
N.B. Voor dit register zie GldA, 1185 I.A. en P. Nijhoff, inv.nr. 26. i
5239 Alphabetische inventaris van I.A. Nijhoff met de tegenwoordige plaats, ca. 1970. 1 omslag
N.B. Typoscript. Lijst van trefwoorden uit het Algemeen register van I.A. Nijhoff met de vindplaats. Typoscript. Met aantekeningen in handschrift door A.J. Maris. Zie voor dit register GldA, 1185 I.A. en P. Nijhoff, inv.nr. 26. Verwerkt in de huidige inventaris.
5240 A.H. Martens van Sevenhoven, Liggers van tynsen op de Veluwe, behorende tot het hertogelijke archief: A verkorte beschrijving; B meer uitgebreide beschrijving (op fiches), 1932. 1 deel
N.B. Fotokopie van handschrift. Verwerkt in de huidige inventaris.
5241 P.J. Meij, De inrichting van de rekening der overste rentmeesters, met correspondentie over deze rekeningen, (1952), 1984-1987. 1 omslag
N.B. Typoscript. Verwerkt in de huidige inventaris.
5242 P.J. Meij, Beschrijving van "Register A" of "Greve Gerits van Gelre privilegien" berustende in het archief der graven en hertogen van Gelre, voorlopig inv.nr. 25 (Nijhoff "charters" 2 litt. e), met twee bijlagen door T. Mertens, 1974. 1 deel
N.B. Typoscript. Betreft inv.nr. 1057. Met transcripties van de Nederlandse fragmenten. Verwerkt in de huidige inventaris.
Beschrijvingen van de Gelderse charters, die voor 1540 te Grave hebben berust, van daar naar Brussel respectievelijk Roermond (1598, 1599, 1613) zijn overgebracht en na de verovering van Roermond naar Arnhem zijn vervoerd
Beschrijving van stukken uit de periode Karel van Gelre
5261 R.T. Muschart, Beschrijving van de zegels aan de akte waarbij hertog Reinoud III, zijn broer Eduard van Gelre, Johan II, graaf van Kleef, en de ridderschappen en steden van Gelre en Kleef een verbond (landvrede) tot gezamenlijke beveiliging van beide vorstendommen sluiten, 1359.01.25. , z.j. 1 omslag
N.B. Handschrift. Betreft inv.nr. 3157. i
5262 Correspondentie betreffende de datering van enkele rekeningen, 1977-1978. 1 omslag
N.B. Betreft inv.nrs. 3906, 4061-4065, 4076, 4081, 4393, 4899, 4940-4942, 4949 en 4968. i
5263 M. van Driel, Aantekeningen betreffende verschillende inventarisnummers, z.j. 1 omslag
N.B. Typoscript en handschrift. Betreft inv.nrs. 1613, 1696, 1738-1739, 1763-1768, 2069, 2259-2260, 2262-2264, 2266-2267, 2270-2271, 2332, 2354, 2483-2485, 2487-2498, 2556-2560, 2562-2563, 2684-2688, 2690-2692, 5012, 5138 en GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer inv.nr. 7402. i
5264 M. van Driel, Beschrijving van het Resolutieboek van stadhouder en raden door roomskoning Maximiliaan belast met de zaken van het Land van Gelre, z.j. 1 omslag
N.B. Handschrift. Betreft inv.nr. 1650 fo. 1-17. i
Gegevens geordend en bijeengebracht door R.W.M. van Schaïk, ten behoeve van zijn dissertatie: Belasting, bevolking en bezit in Gelre en Zutphen (1350-1550). Middeleeuwse Studies en Bronnen VI (Hilversum, 1987)., (1987).
N.B. De gegevens betreffen schattingsregisters.
8.1.03. Oud archiefblok 0236 Aanwinst Buren 1884
8.1.04. Oud archiefblok 0237 Aanwinsten Buren 1927-1960
8.1.05. Oud archiefblok 0238 Aanwinsten 1940-1977
8.1.06. Oud archiefblok 0239 Charters München
8.1.07. Oud archiefblok 0240 Archief Hertogin Mechteld
8.1.08. Oud archiefblok 0241 Varia
N.B. Voor een beschrijving van de betreffende stukken zie GldA, 3246 Moederexemplaren archieftoegangen, 0241.
8.1.09. Oud archiefblok 0242 Oostenrijkse stukken, aanwinst 1892
N.B. Voor een beschrijving van de betreffende stukken zie GldA, 3246 Moederexemplaren archieftoegangen, 0242.
8.1.10. Oud archiefblok 0243 Charterverzameling
8.2. Concordanties
8.3. Transcripties
8.4. Elders berustende archivalia betreffende Gelre
9. Concordansen
laatste wijziging 15-05-2024
13.415 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden

Kenmerken

Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 15-05-2024
13.415 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden