961 Catharina Ricxen genaamd Schutten met R. Sluysken als haar momber potentiavit Warner Goessens om te cederen haar goederen, gelegen op Veluwe te Ede en Nunspeet en omtrent en binnen de stad Harderwijk [enz.];

962 Peter Janssen en Styntgen Henricx van Hackenbroeck e.l. hebben malkander en de een de ander getuchtigd en begiftigd in alle hun gerede en ongerede goederen [enz.]; hierna heeft Styntgen Henricx van Hackenbroick verklaard dat zij, overdenkende het uiterste hares levens, waarvan de leste ure haar onzeker, bedacht is van haar tijdelijke goederen een testamentaire dispositie te maken volgender gestalt [enz.]: - en daarmet haar broeder en zuster Peter en Cely van Hackebroick van haar nalatenschap afgedeeld en gescheiden mogen zijn en blijven, zo geeft en maakt zij elk tot een recognitie een pond groot, makende 12 Carolus gl. [enz.]; - instituerende overzulks voor haar legitieme en rechte erfgenaam Johan Peters, de zoon van Peter Janssen [enz.];

963 Engel then Nyenhuiss, roedrager der stad Arnhem, en Merry Jordens, zijn huisvrouw, volgende het statutum, dezen aangaande gepubliceerd, malkander en de een de ander getuchtigd en begiftigd in de helft van hun huis, staande op St. Johans plaats, waar zij tegenwoordig wonen, en voorts in alle andere hun gerede goederen [enz.];

964 Johan Simons en Mayken Beerndts, zijn vrouw, potentiaverunt Willem Janssen om te verkopen hun, e.l., huis, genaam die fonteijne, staande binnen de stad Nijmegen in de Swaennegass, Aernt then Hoeff ab una en Govert Janssen ab altera, de koper daarvan cessie en transport te doen [enz.];