Uw zoekacties: Coram Daem van Delen en Jacob van Tuyll comparuit Henricken,...

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
beacon
 
 
Regest
916 Coram Daem van Delen en Jacob van Tuyll comparuit Henricken, Engelbertuss huisvrouw, met recht gebaad om een getuig der waarheid te geven en heeft getuigd en gezegd dat heer Evert en Steven Huegen in haar huis een kanne wijns gedronken hebben, die heer Evert liet halen, en dat Henricken tot Steven gezegd dat zij gehoord had dat Steven gezworen zou hebben te Utrecht dat hij Lyssken Kaerlen niet bekend had, waarop heer Evert gevraagd wie dat zei; heeft Henricken geantwoord dat zij zulks had horen zeggen; zei heer Evert dat Anna Droichschererss zulks gezegd had, waarop Henricken geantwoord: neen; zei heer Evert dat Anna Droichschererss en haar dochter, die “monyckx hoer, schenden onss alrewegen”, waarop Henricken gezegd tot heer Evert: “dat gy van Lyss een hoer maicken wylt, dat en kondt gy nyet bewysen”, waarop heer Evert gezegd dat hij haar dat “avergaen” wilde en wilde haar de stede wijzen, waar zij met de monnik in korenbos gegaan had, waarop Henricken gezegd dat heer Evert zulks niet zeggen zou; dat Anna Droichschererss dat eiste, waarop heer Evert gezegd dat Anna wel wist dat zij dat doen wilde; hij had dat de burgemeester Wilhem Hynckert gezegd dat zij zijn broeder “geschendt” had; zij wilde hen wederom schenden, waarop Henricken gezegd: “lieff heer Evert, wanneer dyt uytqueme, mochte hyer aff groete last komen”, waarop heer Evert gezegd dat zij “der pempysskenss gewegen weren”; en dit voorzegd heeft Henricken haar gevader Henrick van Ingen in aller deugden te kennen gegeven, bezorgd dat meer ongeluks daarvan geschieden zou en anders niemand daarvan gezegd heeft, mede zeggende: “lieff gevader off men guede luyde aen Huegen luyde gesent dat dyt nyet op de strate queme”, waarop Henrick van Ingen geantwoord: “umb alle die werlt nyet, want zy des nyet doen en sullen; laet onss swygen”; dat wel drie weken tevoren geschied is eer dit van de tolner van Embrick, van Rutger Tollekenss wijf en veel meer anderen op die strate kwam en des zaterdagen morgens vóór de
Datering:
Op dinsdag post Mathie 1549
Folio:
tussen 166v-167r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
393

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Gelders Archief