Uw zoekacties: Kloosterstukken van onzekere herkomst

232-29 Kloosterstukken van onzekere herkomst ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
232-29   Kloosterstukken van onzekere herkomst
Inventaris
1. Inventaris
2. Concordansen
3. Varia (Var.)
4. Regestenlijst
1 Jacobus, bisschop van Suden (i.p.i) [in partibus infidelium = in het gebied der ongelovigen] en commandeur van het Hospitaal van st. Jan in Utrecht en Friesland, draagt Folkerus de Ileke, Dodo de Lancwierie en andere geestelijken op de kloosterlingen van het huis in Monte Sancti Johannis bij Snake, die de door hem aangestelde commandeur hebben verjaagd en zelf broeder Eno tot commandeur hebben verkozen, te vermanen van hun dwalingen terug te komen en hen te dagvaarden om op 25 augustus d.a.v. voor hem te verschijnen onder dreiging met de kanonieke straffen en het inschakelen van de wereldlijke arm. Datum anno Domini M CCC vicesimo feria tercia post Petri ad Vincula.
2 Wibrandus, deken van Oostergo, bevestigt de brief met de sententie van de abt van Dockin waardoor deze gestoken is. Datum anno Domini M CCC ... nonagesimo tertio profesto Petri et Pauli apostolorum.
3 Thieppka Scheltama maakt bekend dat hij onder nader omschreven voorwaarden verkocht heeft aan Juwe Bockama het goed Melkama up der Gaest. Int jeer us Heerens dusent fyowerhundert nyoghen unde thritich up Zunte Gregoriusdey Pape.
4 Nanna en Peka Awinga oorkonden dat zij Peer Siurtsz. en zijn zuster Ietken, hun broers kinderen, een vol broederdeel toestaan in de goederen en landen van hun vader en moeder, in overeenstemming met hun moeders testament. Inden jair ons Herens M CCCC vier ende viertich op Sunte Victoers dach mit zyn gheselscap dar heiligen martelaerss.
5 Aeda Jouwaz., Douwa Montkama, Jan Douwaz. en Epa Anskaz., schepenen te Bodelswart, geven consent op de verkoop door Doytia Hesselsz. met toestemming van Tede, zijn vrouw, aan Ghijsbert Aerntsz. van 6 pondemasten land, geheten Trylinga land. Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich op sinte Marggrieten auont.
6 Waltia Pijbaz. te Britsaerd verklaart verkocht te hebben aan Douwa Sijaerda 10 pondematen land in Kaemga gued te Wyelsrijp, waarvoor hij de koopsom ontvangen heeft. Int jeer ws Heren thusent fiouwehundert ende twa ende sauntich op sinte Johannis deij ante portam latijnam.
7 Ghielt Syertsz. te Werragae verklaart verkocht te hebben aan Hetta Hibbaz. 22 pondematen land, geheten Haed wer en Gherrits wer, liggende op Maya meden slatis wal, waarvoor hij de koopsom ontvangen heeft. Int jeer ws Herens MCCCC fijf ende tzantich des mannendey neij Palma.
8 Haringh Douwaz. Harinxma verklaart verkocht te hebben aan Sywe Gherretsma te Smallabregh en haar kinderen een stuk land van 20 einzen, liggende ten westen van de Wimerts en geheten indae twam werrem, voorheen gekocht van Douwe Bontiama te Waldiseind, waarvoor hij de koopsom ontvangen heeft. Int jeer ons Heren M CCCC ende LXXV op sancte Laurencius dey.
9 Peter Tettaz. verklaart zijn geschillen met Sacka Lywana geëindigd wegens betaling door Sacka van de vorderingen die Peter nog op hem had wegens 5 koeien en een "romoensk" half laken. Int jeer ws Heren M CCCC XXXII opden snyond foer Loetare etc.
10 Erke Syckema verklaart te hebben afgestaan in onderpand voor de terugbetaling van een bedrag van 100 oude schilden aan Peter Hollander het gebruik gedurende 1 jaar of zolang dit bedrag nog niet zal zijn afgelost van een stuk veenland, dat Peter in (onder)huur had van Witte Dirck en erkent de 100 oude schilden te hebben onntvangen. Int jaer Ons Heren M CCCC LXXXIII up elven dusent Maghede dach.
11 Sicka Zyaerda oorkondt dat Peter Ettaz. geen broers, zusters, broerskinderen of zusterskinderen heeft en dus gerechtigd is zijn vaders doodgeld te innen en daarvan te kwiteren. Int jeer ws Heren M CCCC ende LXXXIII op heylige tree Koningen jound.
12 Berdda Aggaz. te Waerkum verklaart dat hij Atte, weduwe van (...) Hoeyts, en haar erfgenamen zal vrijwaren van alle schade die zou voortvloeien uit de nalatenschap van Fedda Olfertz. zaliger. Int jeer ws Heren tusent CCCC ende LXXXIIII op den tyesdey foer ...
13 Rummeren Heijsma verklaart in tegenwoordigheid van Meynt Alkama en Evert Galtkens voor 5 jaar in gebruik gegeven te hebben aan Cop Galtkens en Heere en Watte 1½ pondematen land, liggend op het Uthlant ten oosten van de Leths, waarvoor hij betaling ontvangen heeft, op voorwaarde dat Rummeren het land binnen de 5 jaar voor dezelfde som mag terugkopen, doch als hij in gebreke blijft het land aan de kopers toevalt. In 't jaer doe men screeff M CCCC ende LXXXV des sondaghes vor mey.
14 Tyarick Uwe (?) Algersma zn. en Bauke Tyaert Wybesma dr., echtelieden, verklaren verkocht te hebben aan mr. Ghert ter Lane, kerkheer te Collum, het land op de Hoghe Schalder dat Bauke van haar vader heeft geërfd. Ghescreuen in den jaer dusent vierhundert acht ende tachentich op den manendach na pasche achte dagen.
232-29 Kloosterstukken van onzekere herkomst
4. Regestenlijst
14
Tyarick Uwe (?) Algersma zn. en Bauke Tyaert Wybesma dr., echtelieden, verklaren verkocht te hebben aan mr. Ghert ter Lane, kerkheer te Collum, het land op de Hoghe Schalder dat Bauke van haar vader heeft geërfd. Ghescreuen in den jaer dusent vierhundert acht ende tachentich op den manendach na pasche achte dagen.
Datering:
14 april 1488
NB:
inv. nr. 22; K&Q 21; Origineel op perkament met het beschadigde afhangende zegel in bruine was van heer Aernt, proost van Veenklooster. Herkomst: Aduard NB Door deze akte is gestoken die d.d. 17 september 1490 (rg. 15). Vgl. rg 30.
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
laatste wijziging 19-07-2016
15 Mr. Gheert ter Lane, kerkheer te Collum, verklaart verkocht te hebben aan heer Wolter, abt van Aedwerth, het land als omschreven in de akte waardoor deze gestoken is (rg. 14), waarvoor hij de koopsom ontvangen heeft. Int jaer ons heren dusent vierhondert ende tnegentich vp sunte Lambertz dach.
16 Lew, Annis weduwe, te Bolswert verklaart verkocht te hebben aan heer Gelmer, pastoor te Nyaland ¼ van een weiland, liggende buiten de Herremaporte, groot 5 koegangen, grenzend aan de zuidzijde aan de lytyelaan en in het oosten aan de Herremafenne, voor 30 enkele Rijnse gulden, die zij verklaart ontvangen te hebben, op voorwaarde dat zij dit land na verloop van 1 jaar voor de genoemde prijs mag terugkopen. Int jeer ws Heren MCCCC ende een ende tnyoghentich des deys neij Maye deij.
17 Pauke Hennema vp den Tyauken en Jette, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Renck Kemppaz. te Nyehues en Tyembke, zijn vrouw, 10 einzen land op de Wttdijck te Dickhuesen voor 15½ schild. Ghescreuen int jaar ons Heren dusent veerhundert ende eenendeetnegentich des donredages nae sunte Bonifacius.
18 Ythie Buursma te Dockum machtigt zijn zoon Haye en Wattens Ydema van Aelke, in de wandeling Lutke Aelke genaamd, op te eisen 30 aemsgulden licht geld en 8 tonnen Gronings bier die Aelke hem voor een paar ossen schuldig was. Inden jaer onses Heren M CCCC XCIJ dinxsdages nae sunte Agatha martelares.
19 Tyaerd Mockema, grietman in Dongera deel byda aestersiida der Pasen, oorkondt dat hij consent heeft verleend op de koop door Gabba Tyallez. van 1½ pondemaat land in Syonsera municka weyda van Tyetzie Aesgama. Int jeer ws Heren M CCCC XCVII wernsdeys to fara sinte Bonifacius myt siin gesellen.
20 Albartus, pastoor te Steens en te Tzumghum, verklaart dat Teethlama hues te Tzumghum de pastoor (jaarlijks) niet meer schuldig is dan 14 Vlaams, de kosterij niets en de jongere priester evenveel als de pastoor. Int jeer fan sawen ende nyoghentich tysdeys infra octauam natiuitatis wirginis Marie.
21 De Hoofdlieden in Groningen laten Benne Foynge te Suerhuusen weten dat hij binnen 14 dagen, op straffe van 20 oude schilden, aan Wyert ter Bruggen moet betalen het geld voor de doodslag van Menne ter Bruggen, waar wijlen zijn vader borg voor is geweest, of, als hij bezwaar heeft, zich op 20 januari 1498 voor hen moet komen verantwoorden. Gescreven under unser stad ende landen secreet des dynxdages na Unser Lave Vrouwen dach Conceptionis inden jaer van sevenendetnegentich.
22 Benne oynga verklaart dat hij al zijn goederen in Zuderhusen aan Wyert ter Bruggen in onderpand geeft als betaling voor de helft van dde doodslag van zijn broer Menne, waar wijlen zijn vader borg voor was en dat, als hij zijn belofte niet nakomt Wyrt gerechtelijke stappen mag ondernemen.
23 Burgemeesters en raad te Groningen oorkonden met instemming van de gezworen gemeente en met de bouwmeesters van de gilden dat zij Wyert Eysumma vrijstellen van financiele verplichtingen en dat zij hem zullen helpen Hero Eysumma uit de handen van de knechten te krijgen. Int iaer van achtendenegentich des soendages to paeschachtdages.
24 Alger Buuez. te Nijemer verklaart verkocht te hebben aan Thiebbe Mynnez. 1 pondemaat land te Aldega in da Rijp, geheten Nolke kamp, voor 20 schilden. In ieer ws Heren M CCCC XCIX op sinte Peters dey ad cathedram.
25 Hartman te Sudermaer draagt aan Haye Benenz. en diens vrouw lyefken over het gebruiksrecht van Raent Bu(u)winghe state in de Ham, met het huis daarop staande, in ruil voor het hunne te Upende, voor 51 schilden van 25 Groninger stuiver, te lossen na 16 jaar of hun eerder overlijden. In t jaer unses Heren XV ende twe.
26 Jacob Aeffez., optredend voor zijn vrouw Anne, universeel erfgename van haar vader Goesen Clintzis, verzoekt Gerbet Heddema en Rey Gietlsma, grietmannen van Langewold, hem dubbele vergelding voor de doodslag op Goesen, door Gijsbert cremer gedaan, toe te wijzen, conform, de uitspraak van Wyrt Tyaersma zaliger in het hofrecht, en de borgen van Gijsbert, gesteld door Johan toe Wildehuis, daarvoor aan te spreken.
27 Johan toe Wyldehuese verklaart voor de grietmannen Gerbeth Heddema en Reedt Ghyeltsema in antwoord op de voorafgaande eis (rg. 26) dat hij zich met de borgen slechts voor de enkelvoudige vergelding heeft verbonden.
28 Verschillende getuigen leggen verklaringen af over de doodslag op wijlen Goesen door zijn zwager Gijsbert en over de dood van Goesens vrouw Aleyt.
29 Ghabba Taeckaz. te Waeragha verklaart verkocht te hebben aan Haya Blyngster en Keypcka, zijn vrouw, 1 enkelgulden rente uit een fenne te Westerburen in Waertenna ghae, waar Hoeytta terp in ligt, voor 12 enkelgulden, op voorwaarde dat Ghabba met komende Midvasten (14 maart 1518) de rente voor dezelfde som mag terugkopen. Int jeer fan fyftyen hunddert ende santtyen op den wernsdey ney assumcionis Marie.
30 Gayke Broirsma, grietman in Colmerlandt vanwege de hertog van Gelre, geeft mede in naam van zijn mederechter Meske Tyardess een nader omschreven verklaring af betreffende het geschil tussen Ludzer Wysma en Folkart by den Dyck over de schatting van het land op de Scalder dat zij gezamenlijk in huur hadden van de abt van Groot Adewert. Anno etc. achtthyen op den XIIIsten dach Martii.
31 Wygher Sydsma verklaart verkocht te hebben aan Popke Mockama 9 pondematen land te Engwijrum, geheten Sijefijn, voor 80 enkelgulden en 24 enkel Philippusgulden, welke koopsom hij ontvangen heeft. Int jeer van XV ende XIX den VIII Junij.
32 Abt en convent van Gerrykescloester verklaren, om meerdere kosten te vermijden, zich tevreden te zullen stellen met de 27 pondematen nu in kwestie en de wederpartij te hulp te zullen komen in het herstel van de Kiuachtyge dijk en dat de wederpartij op zich heeft genomen de gerechtskosten te voldoen. Op den .. dach des maents ... anno XVXLII.
33 Anthonius Perrenot, bisschop van Attribatum, proost en aartsdiaken van St. Marie te Traiectum, stelt Johannes Johannis, pastoor te Harlingen, aan tot commissaris in kerkelijke zaken in Stellinckwerff. Datum Anno a Natiuitate domini Millesimo quingentesimo quadragesimoquinto die veneris post festum Ascensionis domini sextadecima mensis Maij.
34 Het Hof van Friesland geeft toestemming tot de aanstelling van Jan Jansz. tot commissaris, als gedaan in de akte d.d. 16 mei 1545 (rg. 33) in dorso waavan deze is gesteld. Actum Leuwaerde den XVL in Julio anno CV XLV.
35 Georgius de Egmondt, bisschop van Traiectum, oorkondt dat Nicolaus de Noua Terra, bisschop van Ebron (i.p.i.) [in partibus infidelium = in het gebied der ongelovigen], Meynardus Nicolai te Noua Lemaria tot diaken heeft aangesteld. Anno Domini Millesimo quingentesimo quinquagesimo tertio die vero XVIIJ mensis Martij.
36 Joannes Esbii, vicaris in Steenwyck en Vledder, benoemt uit naam van Anthonius Perrenot, bisschop van Attrebatum, aartsdiaken en proost van St. Marie te Traiectum, Joachym Jacobi, priester in het diocees Traiectum, tot pastoor van de parochiekerk te Elsloe. Datum ... anno a nativitate Domini Millesimo quingentesimo quinquagesimo octauo prima vero die mensis Martij.
37 Kaer(l) van Brim(eu), graaf van Meghen, vrijheer van Humbercourt, heer van Hernsdai(ng) en Esperleck, stadhouder en kapitein-generaal, en raden van de koning van Spangnen dagvaarden Claes Leodus op Stanyehuys te Reysum om zich op 15 januari d.a.v. in de Cancelrie te komen verantwoorden in een zaak door Nanna Jacobs voor het Hof aangespannen na een uitspraak van het gerecht van Ferwerderadeel in zijn nadeel Gegeuen tot Leeuwerden ...den X decembris anno 1569.
38 Kaerl van Brimeu, graaf van Megen, vrijheer van Humbercourt, heer van Hornsdaingh en Esperleck, stadhouder en kapitein-generaal, en president en raden van de koning van Spaengnen dagvaarden Jan Reijgersz. en Harmen Reijgersd. te Noordtwolde in Stellingwerff westeijnde om zich op 23 september d.a.v. in de Cancelrije te komen verantwoorden in een zaak waarin Abele Claesz. als volmacht van zijn zuster Meirtgen te Steggerden bij het Hof beroep heeft aangetekend. Gegeuen tot Leeuwarden ... den XVIJ augusti anno 1571.
39 Clare Eysynghe verklaart ontvangen te hebben van Johann Leyendecker 28 daalders en 3 Brabantse stuivers, afkomstig van juffer Styne van Vrouwenkloster. Up Myddenwyntersavent anno LXXIX.
40 Hendrick Hendrickz., goudsmid te Groningen, dankt juffer Stijnne Ffrerijksd. voor een ton bier, afkomstig van zijn oom Jochanness, organist, op den 29 dach Aprielyss anno 1595.
laatste wijziging 19-07-2016
76 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Periode:
1320-1595
Beschrijving:
Kloosterstukken van onzekere herkomst
Categorie:
  • Zonder categorie
laatste wijziging 19-07-2016
76 beschreven archiefstukken