Uw zoekacties: Provinciale en Gedeputeerde Staten van Friesland 1919-1961

12-01 Provinciale en Gedeputeerde Staten van Friesland 1919-1961 ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
2. Provinciale staten
2.1. De organisatie en werkwijze
12-01 Provinciale en Gedeputeerde Staten van Friesland 1919-1961
Inleiding
2. Provinciale staten
2.1.
De organisatie en werkwijze
Het aantal leden van Provinciale Staten verschilt per provincie. In Friesland bestond de Statenvergadering uit 50 leden. *  Het aantal leden van de Friese Staten is sinds de invoering van de Provinciale wet tot 1962 ongewijzigd gebleven ondanks een algemene stijging van de bevolking en ook een verschuiving in de bevolkingsaantallen tussen de verschillende provincies. Blijkbaar was het aantal groot genoeg om, ook na de invoering van de evenredige vertegenwoordiging, een dermate samenstelling te krijgen, die elke relevante bevolkingsgroep kon vertegenwoordigen en bovendien groot genoeg was om het college van Gedeputeerde Staten te kiezen en samen te stellen. * 
De leden van Provinciale Staten worden sinds 1919 gekozen door de Nederlandse ingezetenen van de provincie volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging, waarbij elke vier jaar een gelijktijdige aftreding van alle leden plaatsheeft. Van elk Statenlid wordt geëist dat hij ingezetene van de provincie is, Nederlander is of door de wet als Nederlands onderdaan erkend is, minimaal 25 jaar oud is, niet van de verkiesbaarheid is ontzet en niet om bepaalde redenen van de uitoefening van het kiesrecht is uitgesloten. *  Na de kandidaatstelling *  , de stemming, de benoemdverklaring en de aanneming van de benoeming, moeten de nieuwe leden nog tot Provinciale Staten worden toegelaten. Voordat dit uiteindelijk gebeurt, vindt er een onderzoek plaats naar de geloofsbrieven die het nieuwe lid toegang moet geven tot de vergadering. Naast zijn geloofsbrief, d.i. de kennisgeving van de voorzitter van het centraal stembureau *  van zijn benoeming, levert het nieuw gekozen Statenlid bij de Staten in:
- een door hem ondertekende verklaring waarin hij alle openbare betrekkingen en alle betrekkingen in dienst van de provincie op arbeidscontract die hij bekleedt, vermeldt;
- als hij voor de eerste maal toelating vraagt: een uittreksel uit het bevolkingsregister of uit de geboorteregisters.
De Commissaris der Koningin voegt hier nog een verklaring van de burgemeester van de woonplaats van de gekozene aan toe, waaruit blijkt dat hij een ingezetene van de provincie is.
Opmerkelijk is dat de Staten in hun nieuwe samenstelling beslissen over hun eigen geloofsbrieven! De Staten beslissen hierbij in hoogste instantie, d.w.z. anders dan bij de samenstelling van de gemeenteraad waar nog een beroepsmogelijkheid bij Gedeputeerde Staten is. Het onderzoek van de geloofsbrieven door Provinciale Staten is feitelijk niet meer dan een formaliteit. Belangrijker is het onderzoek naar verboden familiebetrekkingen tussen het toe te laten lid enerzijds en de Commissaris of de reeds toegelaten leden anderzijds en naar het bekleden van een met het Statenlidmaatschap verboden betrekking. * 
Oude Statenzaal in het Provinsjehûs (fotocollectie provincie Fryslân)
Nadat de Provinciale Staten over de toelating hebben beslist, verkrijgt de toegelatene de hoedanigheid van Statenlid. Voordat hij echt met zijn werkzaamheden kan beginnen, moet hij in handen van de voorzitter de zuiveringseed of verklaring van belofte en de ambtseed of belofte afleggen. * 
In 1917 is de zittingsduur van de Staten verkort van 6 jaar naar 4 jaar, waarbij de Staten anders dan de Tweede Kamer der Staten-Generaal niet tussentijds ontbonden kunnen worden. Na de verkiezingen komen de Staten op de eerste dinsdag van juli voor het eerst bijeen in hun nieuwe samenstelling. Naast het vierjaarlijkse aftreden kunnen de leden ook tussentijds ontslag nemen. *  Hiervoor moeten zij aan Gedeputeerde Staten een ontslagbrief zenden. Het college kan daardoor de voorzitter van het als centraal stembureau optredend hoofdstembureau die in de vacature moet voorzien, van dit openvallen in kennis stellen. * 
Voor het houden van vergaderingen is een aantal regels van belang. Dit zijn de voorschriften die in de Grondwet voorkomen, de bepalingen uit de Provinciale wet *  en het krachtens artikel 84 van die wet door Provinciale Staten vast te stellen reglement van orde voor hun vergaderingen. *  De vergaderingen van de Staten worden gehouden in de hoofdplaats van de provincie, in dit geval in het Provinsjehûs aan de Tweebaksmarkt te Leeuwarden, waarbij er twee gewone zittingen per jaar worden gehouden. * 
De eerste zitting, die t/m 1939 Zomerzitting en daarna 1e gewone zitting werd genoemd, moet plaatsvinden tussen 10 april en 16 juli en de tweede zitting, die t/m 1939 Winterzitting en daarna 2e gewone zitting werd genoemd, tussen 1 oktober en 31 december. In de verkiezingsjaren *  wordt zoals eerder al is gemeld de eerst zitting geopend op de eerste dinsdag in juli. Naast de gewone zittingen kunnen ook buitengewone zittingen worden gehouden, bijvoorbeeld voor het verkiezen van de leden van het college van Gedeputeerde Staten of van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hier is geen beperking aan gegeven. * 
De Staten komen bijeen na een voorafgaande oproep door de Commissaris der Koningin, die voorziter van Provinciale Staten is. De oproep moet tenminste drie weken voor de voor de opening vastgestelde dag zijn uitgegaan. Pas wanneer het quorum, d.i. meer dan de helft van leden, aanwezig is, mag er vergaderd of besloten worden. De vergaderingen worden in het openbaar gehouden. De deuren worden alleen gesloten als een tiende deel van de aanwezige leden dit vraagt of de voorzitter dit nodig oordeelt. De vergadering beslist vervolgens of achter gesloten deuren wordt beraadslaagd. Over de punten in besloten vergadering behandeld, kan daarin ook een besluit worden genomen. Een voorbeeld van een vergadering achter gesloten deuren was de behandeling van het "rapport over de mededeeling van de Gedeputeerde Staten omtrent het provinciaal bestuursbeleid sinds September 1941". * 
De besluiten die tijdens de vergaderingen worden genomen moeten bij meerderheid gebeuren. Wanneer de stemmen staken, wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de volgende vergadering. Als in die vergadering de stemmen weer staken, wordt het voorstel als niet aangenomen beschouwd. De stemming over zaken moet bij hoofdelijke oproeping geschieden, wanneer één der leden hierom vraagt. De stemming over personen voor benoemingen of voordrachten geschiedt bij besloten en ongetekende briefjes. In het geval omtrent het benoemen of voordragen van personen de stemmen bij herstemming staken, beslist het lot.
De leden van Provinciale Staten ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de Staten en de commissies uit de Staten. Daarnaast kunnen ze, wanneer de Staten dit bepaald hebben, presentiegeld krijgen voor het bijwonen van de vergaderingen. * 

Kenmerken

Datering:
1919-1961
Periode:
1919-1961
Auteur:
S.P. de Jong en J.B. de Vries (Provincie Fryslân)
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van Provinciale Staten van Friesland (1919) 1920-1941, 1946-1961 en Gedeputeerde Staten van Friesland (1696) 1919-1961 (1988)