Het toezicht op het zeewerend waterschap Visvliet en Gerkesklooster, dat deels in Friesland en deels in Groningen was gelegen, berustte bij de besturen van deze provincies.
Het waterschap bestond uit twee afdelingen: Gerkesklooster en Visvliet. In 1885 werden de twee verzelfstandigd. De in Friesland gelegen waterschapswerken gingen over naar de afdeling Gerkesklooster. In deze afdeling lagen een stuk zeewering en een slaperdijk, waarvan het onderhoud voor haar te bezwaarlijk was. Een poging om dit onderhoud te laten verrichten door het waterschap Zeedijken Contributie Kollumerland en Nieuw- Kruisland strandde op de voorwaarden die dit waterschap daaraan verbond.
Daarom besloot de Provincie de onderhoudskosten voor haar rekening te nemen. Gedeputeerde Staten namen bij hun besluit van 22 juli 1886, nr. 1 (in inv.nr. 5456) ook het beheer over. De rechten en plichten van de afdeling gingen op Gedeputeerde Staten over. De gecommiteerden van de afdeling Gerkesklooster kregen opdracht "om het archief van Gerkesklooster (-) aan deze vergadering te doen toekomen, teneinde in het archief van dit college te deponeeren".