103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
103
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
Inventaris
2. Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
707 8 mei 1630; Evert Jansz van Buytendijck, burger der stad Utrecht, heeft getransporteerd en overgedragen in een vasten erfpacht aan de ed. Jacques van Oenama en Joannes Sixti Crack, elk voor de gerechte helft, zekere gerechte helft van 't 7e Bantsterstuk vulling of groenland, liggende onder het dorp Terband, mandeelig met de andere helft met Harbart van Buytendijck zijn broeder, hebbende de gieterse man ten oosten, de gemeene 2 roeden ten zuiden, Joannes Crack c.s. ten westen, Wyttie Alberts met zijn hoge bouw ten noorden, zo groot en klein als hem van zijn zal. vader zijn aanbeërfd, bezwaard met grondgeld en de huizinge pro quota, voor een jaarlijkse pacht van 46 caroli gulden 10 St., waarop de verpachter van de pachters voornoemd voor 't passeren deze acte heeft ontvangen de som van 3046 gulden 10 St. waarvan de intressen jaarlijks met de voors. pacht ad concurrentem quantitatem gecompenseerd zullen worden. Getekend origineel met consent van 't gerecht van Aengwirden, d.d. 22 februari 1641. Achterop staat nr. 407 (van het 2e invent.)
103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
2. Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
707
8 mei 1630; Evert Jansz van Buytendijck, burger der stad Utrecht, heeft getransporteerd en overgedragen in een vasten erfpacht aan de ed. Jacques van Oenama en Joannes Sixti Crack, elk voor de gerechte helft, zekere gerechte helft van 't 7e Bantsterstuk vulling of groenland, liggende onder het dorp Terband, mandeelig met de andere helft met Harbart van Buytendijck zijn broeder, hebbende de gieterse man ten oosten, de gemeene 2 roeden ten zuiden, Joannes Crack c.s. ten westen, Wyttie Alberts met zijn hoge bouw ten noorden, zo groot en klein als hem van zijn zal. vader zijn aanbeërfd, bezwaard met grondgeld en de huizinge pro quota, voor een jaarlijkse pacht van 46 caroli gulden 10 St., waarop de verpachter van de pachters voornoemd voor 't passeren deze acte heeft ontvangen de som van 3046 gulden 10 St. waarvan de intressen jaarlijks met de voors. pacht ad concurrentem quantitatem gecompenseerd zullen worden. Getekend origineel met consent van 't gerecht van Aengwirden, d.d. 22 februari 1641. Achterop staat nr. 407 (van het 2e invent.)
laatste wijziging 11-11-2023
1.127 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1550-1932
Periode:
1550-1932
Beschrijving:
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie (Schoterlandse Veencompagnie)
Categorie:
laatste wijziging 11-11-2023
1.127 beschreven archiefstukken